Welkom op de website van IPOR!

Het IPOR is het samenwerkingsorgaan van de Kehillot in de mediene.  Het samenwerkingsverband is een organisatie waarin de deelnemende kehillot  verenigd zijn op basis van vrijwilligheid. Het doel van het samenwerkingsverband is de bevordering van joods leven in de provincie. De organisatorische vormgeving zal in de loop der tijd een nieuwe vorm krijgen.

Dagboek van de Opperrabbijn van 27 september 2023

Jom Kippoer was geweldig. De sfeer in sjoel was intens, bij de toespraken was het muisstil, de mensen waren meer dan voldaan en het Awienoe Malkeenoe moet Boven luidkeels gehoord zijn. Menigeen, zoals me dat na afloop van de dienst werd verteld, was tot tranen toe bewogen. Ik was dankbaar dat onze Amersfoortse sjoel, die bijna 300 jaar bestaat, zo Joods werd gebruikt. Het was meer dan een doorsnee Jom Kippoer! Het luide en doordringende Sjema Jisraeel aan het einde van de Neïla-dienst, de Slotdienst, zit nog steeds in mijn gehoor.

Het is nu woensdag en ik had bijna dit dagboek overgeslagen. Bijna overgeslagen vanwege de drukte. Niet op de weg, maar in mijn opperrabbinaatje.  Ik weet niet waar het allemaal vandaan komt:  Zoom-gesprek met Zweden, mijn zoom-Joodse les voor gepensioneerden, een zoom-overleg met de rabbijn van Kenia en vele keren overlegd over van alles en nog wat met Jeruzalem. Ook vele niet-joodse mensen vroegen om een persoonlijk onderhoud. Daar is niets op tegen, integendeel! Maar als een mij onbekende mij wil ontmoeten omdat hij weliswaar juridisch niet-joods is, maar profetisch wel, dan neem ik toch wat afstand en geef aan dat hij zeker gelijk heeft, maar dat ik niet zo goed ben in het voeren van dit soort hoog profetische bijna bovenaardse diepgaande gesprekken. Volgens mijn Blouma moet ik ook af en toe ‘nee’ durven zeggen.

Nadat net voor Rosj Hasjana rabbijn Vorst ons is ontvallen, is gisteren Louis de Liever overleden. Hij was 84 jaar oud, of beter geformuleerd: 84 jaar jong. Want jong was hij gebleven. Hij was mijn goede vriend, een door en door goed mens die hielp waar geholpen kon worden. Hij deed als vrijwilliger de belastingaangifte van rabbijn Vorst en van vele anderen die de afschuwelijke jaren ’40-’45 hadden overleefd. Loek, want zo werd hij genoemd, was een echte vriend. Jaar in jaar uit reden we in de Chanoeka-week samen door Nederland om de grote menora’s aan te steken: in Bourtange, in Middelburg, Maastricht, Enschede, Winterswijk, Kampen enz. enz.! De oorlog en vooral ook het na-de-oorlog, had zijn leven getekend. Hij was een veelgevraagd spreker en menigmaal traden we ook samen op. Als ik bij een lezing aangaf dat als een mens de hel van een concentratiekamp heeft overleefd en dan normaal is gebleven, dat hij dan gestoord is want zoveel meemaken en je bent dezelfde persoon na de hel van Auschwitz als voor die hel, dan is er iets mis met je. Loek, vroeg ik hem dan publiekelijk:  ben jij normaal? En dan stond mijn bijzondere vriend op en zei: Neen, ik ben niet normaal. En dan begon hij zijn levensgeschiedenis te vertellen. We zullen zijn verhaal niet meer uit zijn mond kunnen horen.  Voor zijn lieve echtgenote, zijn twee dochters, kinderen en kleinkinderen: Keep strong en blijf gezond.

En terwijl de kleínzoon van Loek bij ons thuis is gekomen om het kaddiesj te oefenen voor de lewaja van morgen, krijg ik een whatsapp dat in Antwerpen rabbijn Friedrich zojuist is overleden.  Zeer hoogbejaard, maar toch. Hij heeft ongelofelijk veel betekend voor Joods Nederland. Voor het Cheider en voor vele andere plaatsen waar hij zich dienstbaar had gemaakt, sjioerim heeft gegeven, lezingen gehouden, ook in de niet-joodse gemeenschap. Samen zaten we in het bestuur van het Cheider. Adje Cohen de voorzitter, Friedrich de vicevoorzitter, een penningmeester en ik als lid-zonder portefeuille. We hebben samen heel wat oorlogen moeten voeren tegen de Onderwijs Inspectie om te kunnen en te blijven overleven. Ik had die Whatsapp nog nauwelijks ontvangen of de mededeling bereikt me dat vanavond omstreeks tien uur de lewaja al zal zijn in Putte. Toen ik het hoorde was de stoet vanuit Antwerpen al op weg naar Putte, alwaar de begraafplaats is van orthodox Joods Antwerpen. Vanuit de stoet krijg ik een telefoontje dat ze over 50 minuten op de Joodse begraafplaats zullen zijn. Ik snel op de ANWB-routeplanner gekeken en zie dat het vanuit mijn huis naar Putte bijna anderhalf uur is. Wel gaan, niet gaan. Rabbijn Friedrich heeft zoveel betekend voor de Joodse gemeenschap, kan ik het maken om te ontbreken? Na pijlsnel nadenken en inschatten, verbiedt Blouma mij om op dit late tijdstip in mijn eentje de auto in te springen en als een gek over de nachtelijke weg te scheuren om vervolgens veel te laat aan te komen. Ik zal proberen naar de sjiwwe ta gaan. Hoewel: dadelijk eerst de lewaja van Louis de Liever en dan naar Antwerpen, als er tenminste aldaar sjiwwe wordt gezeten. Geen idee waar zijn kinderen woonachtig zijn. En vrijdagochtend op sjiwwe-bezoek gaat het zeker niet worden, want om 12:00 uur word ik in Maastricht verwacht waar de eerste dagen in Crowne Plaza onder mijn rabbinale toezicht meer dan negentig orthodox Joodse gasten uit Antwerpen, Londen, Manchester en zelfs uit de USA Soekot zullen vieren.

De Soekot-dagen zijn in feite een herhaling van de Hoge Feestdagen, Rosj Hasjana en Jom Kippoer. Die dagen worden in het Hebreeuws niet Hoge Feestdagen genoemd, maar Ontzagwekkende Dagen. En nu dus met dezelfde overgave, maar dan vanuit vreugde, krachten verzamelen voor de rest van het nieuwe Joodse jaar 5784. En ondertussen nadat ik tientallen en tientallen condoleance e-mails vanwege Rabbijn Ies Vorst zl ontving net voor Rosj Hasjana en nu zelfs de kleinzoon van Loek de Liever mij condoleert omdat hij weet hoe close zijn opa en ik waren, op naar Soekot.

Ja, Loek en rabbijn Friedrich waren hoogbejaard en de enige zekerheid die we hebben in het leven is dat het leven eindig is. Loek was op. Friedrich idem, uitgeblust. Beiden, en hetzelfde gold voor rabbijn Vorst, overlevenden van de oorlog. Alle drie ook vertelden ze over die afschuwelijke jaren, alle drie waren ook duidelijk getekend en gevormd door die vreselijke jaren. Maar nu dus dadelijk eerst de lewaja van Loek, dan misschien naar Antwerpen en dan op naar Soekot. En als we op de laatste dag van het Loofhuttenfeest met de Thorarollen dansen, zullen de nesjommes, de zielen, van Rabbijn Vorst, Loek de Liever en Rabbijn Friedrich vanuit het Boven meedansen en ons stervelingen aanmoedigen om ook als het tegenzit, vooral verder te gaan. Ievdoe et Hashem besimcha – dien G’d vanuit vreugde.

Voor u allen, lezers van mijn dagboek, Gut Jom Tov, Chag Sameach en nog vele jaren!

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .

 

 

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn van 20 september 2023

Mijn leraar en beste vriend rabbijn Ies Vorst is niet meer. En dus word ik benaderd om een in memoriam te schrijven voor het NIW en andere media. En toen stopte mijn schrijverspen. Hoewel ik meen een zeer vlot schrijver te zijn en de artikelen, columns en dagboeken bijna automatisch uit mijn digitale pen rollen, weet ik niet wat ik over Ies zl. moet, kan en wil schrijven. Zestig jaar van innige wederzijdse vriendschap, verbondenheid, ervoor elkaar zijn. Ik kan uren en uren, hoofdstukken en hoofdstukken over onze besprekingen en beslissingen schrijven, maar de vertrouwelijkheid zal veel te veel op de proef worden gesteld. Mensen zouden beschadigd kunnen worden, want onze contacten gingen bijna altijd over mensen: orthodox, liberaal, wel rabbijn, niet rabbijn. En niet te vergeten: bestuurders. En gioer-gevallen, huwelijksproblemen, de oorlog, het persoonlijke verlies van zijn moeder wiens foto hij altijd in zijn binnenzak droeg. Het niets meer weten over het kampgebeuren, en vervolgens zich geroepen voelen om juist de oorlog niet onbesproken te laten en ermee naar buiten te treden. Toen Ies en ik ons eraan ergerden dat er in Westerbork kadiesj werd voorgedragen door in een Duitsland gelegerde jonge, niet-religieuze US leger-rabbi, ben ik erin geslaagd om jaarlijks rabbijn Vorst op het podium van Westerbork te krijgen om hem, als overlevende, het kadiesj te laten uitspreken. Hij was de goedheid zelve, een volkomen rechtschapen mens. Moge hij Boven bij de Allerhoogste voor ons allen uitsluitend zichtbaar goed weten te bepleiten. En moge de Algoede zijn lieve Dobbe en al zijn nazaten tot steun zijn bij het omgaan met de gapende wond die is ontstaan voor hen en voor geheel Joods Nederland.

Voor de lewaja op donderdagmiddag jl. was ik in Voorschoten in Kasteel Duivenvoorde ter gelegenheid van de postume uitreiking van de Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon in Goud aan Jan Zwartendijk. Jan Zwartendijk heeft als consul der Nederlanden in de prille beginjaren van de oorlog in Litouwen 2345 verklaringen afgegeven waarmee vele duizenden Joden de gelegenheid kregen om Litouwen, bezet door Nazi-Duitsland, via Japan te ontvluchten en de hel van Auschwitz te overleven. Terug in bezet Nederland zweeg hij uiteraard over zijn heldendaden, waarvan hij zelf vond dat hij slechts zijn plicht had gedaan. Maar ook na de oorlog bleef hij zwijgen. Zijn jongere zoon vertelde mij zo’n twintig jaar geleden toen ik hem ontmoette bij een herdenkingsbijeenkomst voor Jan Zwartendijk en zijn Japanse collega Sugihara in Brussel, dat hij, de zoon, tot zijn 35ste levensjaar niet wist van zijn vaders oorlogsverleden. Overigens werd Sugihara na de oorlog door de Russen gearresteerd en belandde twee jaar in de gevangenis en terug in Japan werd hij van alle overheidsfuncties ontslagen. Zwartendijk kreeg van de Staat Israël de Yad Vashem onderscheiding en werd daardoor tot Rechtvaardige onder de Volkeren verklaard. In Litouwen werd in Kaunas een monument voor hem opgericht en in 2014 kreeg de consul en oud-directeur van Philips in Eindhoven ook een monument.  Na de oorlog echter ontving hij van de Nederlandse Overheid een berisping vanwege het oneigenlijke gebruik van de uitreisvisa waarmee hij, tegen de regels in, duizenden Joden had gered.

En ondertussen hebben we twee dagen Rosj Hasjana gevierd, de sjofarklanken tot ons laten doordringen, grote kiddoesj na afloop van de diensten op beide dagen.

We hadden zojuist bezoek: Koen Carlier en zijn moedige echtgenote. Koen is, voor zover nog niet bekend, het hoofd van Christenen voor Israël in Oekraïne. Ze zijn een paar dagen gestopt met hun reddingswerk in Oekraïne. Honderden en honderden Joden hebben ze ondanks de overvliegende raketten toch naar Israël weten te brengen. Duizenden voedselpakketten hebben ze verspreid. Ze zijn even hier in Nederland omdat hun dochter vandaag 16 jaar is geworden. De dochter woont hier, papa en mama in Oekraïne. En morgen gaan ze weer terug. Niet ver van hun huis is een ziekenhuis met een eerstehulppost. Hier komen de soldaten die op de mijnen zijn gelopen. Mensen zonder benen, zonder armen. Afschuwelijke mensonwaardige taferelen. Hoe lang moet dit nog doorgaan? Aan de Russische kant van de oorlog zal het niet veel anders toegaan. Doden, voor het leven verminkte mensen.  De zwager van Koen is arts in Veniza op de emergency afdeling. Soms moet hij 36 uur achter elkaar werken. Hij is uitgeput. Niet vanwege de uren, maar vanwege de slachtoffers wier levens volledig zijn vernietigd. Levens zonder benen, zonder werk, zonder  geld, zonder handen.

En wat met de oorlogen in Afrika waaraan we nauwelijks aandacht besteden omdat ons dat minder boeit. En omdat daar geen journalisten met smeuïge verhalen te vinden zijn. Maar het leed is er daar niet minder om.

De uiteindelijke verlossing moet snel komen. Zoveel leed, zoveel pijn, zoveel doden. Het is bijna Jom Kippoer, de Grote Verzoendag. Op deze dag wordt het  lot van al Uw schepselen vastgelegd

Beste Ies, reb Moshe Jitschak ben Tsipora Channa, help ons!                                                                         Vraag aan Hashem om ons, bewoners van Uw aarde, te bevrijden van alle misère. Laat er toch eindelijk echte sjalom heersen. Voor ieder land, voor ieder volk, voor Israël en in ieder (mede)mens!

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .

 

 

 

 

Dagboek 14 september 2023, bijna Erev Rosj Hasjana 5783/5784

Bijna weer een jaar voorbij en weer een nieuw jaar voor de Joodse (en niet-joodse) boeg!  En dus is er sprake van een verjaardag. Niet de verjaardag van de wereld, door G’d geschapen, maar de verjaardag, de scheppingsdag, van de eerste mens, Adam. 

Was zijn geboorte een feest? Was er sprake van beschuit met muisjes? Helaas liep het niet allemaal even voorspoedig, ik zou bijna zeggen: het was een zware bevalling! Want nog nauwelijks op deze wereld gearriveerd, ging onze gezamenlijke voorvader al de fout in. Hoewel de kasjroet-regels nog niet van toepassing waren, presteerde hij het wel om van de verboden vrucht te eten, de enige eet-restrictie die bestond. De hele wereld had hij voor zich, geen belemmering was aanwezig, geen verkeerde stap had hij hoeven maken. En toch de fout ingegaan. “Adam”, riep de Eeuwige tot hem, “waar ben je?” Wat voor een spel, vroeg ik me als kind al af, wordt hier gespeeld. Verstoppertje? Kon G’d niet achter die boom kijken? Maar naarmate de leeftijd vorderde en ik begreep dat er in de Thora geen verstoppertje wordt gespeeld, werd mij de diepgang duidelijk. Adam is de universele mens. A(lef)-Dam. De combinatie van alef-Eén, de Enige die één is, en Dam, bloed. Anders gezegd: Adam staat symbool voor de mens, de combinatie van onze G’ddelijke ziel en het tastbare, het lichaam dat uitsluitend kan bestaan als bloed het blijft doorstromen. Adam was de fout ingegaan, bijna direct na zijn schepping en nog maar nauwelijks op deze aarde. En dan vraagt G’d hem: “Adam, waar ben je?”

We staan aan de vooravond van de Hoge Feestdagen, de geboorte van de mens. De Thora is geen geschiedenisboek en de verhalen die de Thora ons brengt en die we jaar-in en jaar-uit herhalen, zijn niet uitsluitend historie Want als ze uitsluitend historie zouden zijn geweest, had de Thora ze niet gebracht. En dus rijst de vraag: wat doe ik met de geboorte van Adam, met mijn eigen zijn op aarde. Want als de Thora het heeft over Adam word ook ik er mee bedoeld. “Adam, waar ben je?”. Waar sta ik in het leven? Wat voor moois heb ik het afgelopen jaar gedaan en nog belangrijker: hoe ga ik het nieuwe jaar in? De sjofar roept me bij de (levens)les. Word wakker! Bereid je voor! Zelfreflectie! Waar en hoe kun je jezelf verbeteren?

Maimonides geeft aan dat het sjofar-blazen geen rationele reden heeft. We blazen op de sjofar omdat G’d ons dat heeft opgedragen en dus volgen we. Maar tegelijkertijd zegt diezelfde Maimonides dat er desondanks wel een aanwijzing in de klanken van de sjofar schuilt: word wakker!

Wakker worden! Hoe en waar kan ik mezelf verbeteren? Onze Geleerden zeggen: ”een berg kan geen andere berg ontmoeten, maar een mens kan wel een medemens tegenkomen”. Wat wordt hiermede bedoeld?

Als een mens bescheiden is, dan komt hij makkelijk in contact met de ander. Het is plezierig om met hem te spreken, hij is een mens onder de mensen. Indien een persoon zich echter voelt als een berg, verheven, hoger dan de ander, dan zal hij niet snel de ander zien, bereid zijn om naar hem te luisteren, bevriend raken, want: een berg kan geen andere berg ontmoeten.

Van een leider van het Joodse volk, van een bestuurder of van een rabbijn wordt verlangd dat hij zichzelf niet verheft boven de gemeenschap en de ander beschouwt als “onder” hem. Er wordt gebracht dat “IK en hij kunnen niet samenwonen”. Als de mens zichzelf als G’d beschouwt, dan wil G’d niet met hem vertoeven. En als G’d al niet in zijn nabijheid kan zijn, zoveel temeer zal een medemens het niet kunnen verdragen om met hem te zijn, zoals we lernen in de Pirkee Awoth dat “ieder met wie G’d niet tevreden is, ook niet verdragen wordt door de medemens”.

 

Toen Moshe een opvolger zocht wilde hij een “iesj al ha’eeda”, een mens als leider over het volk, want één mens kan een tweede mens ontmoeten, maar bergen, zij die vol hoogmoed zitten en zich zwaar verheven voelen, komen elkaar niet tegen.

“Vandaag staan jullie allen voor de Allerhoogste van de stamhoofden tot de houthakkers en waterdragers”.  Vandaag, Rosj Hasjana, staat immers niet centraal de opleiding en de maatschappelijke positie, maar onze essentie, onze nesjomme, en daarin zijn we allen gelijk.

In Israël heerst een betreurenswaardige spanning tussen de religieuzen en de seculieren.  Dat is niet goed en verstoort de broodnodige eenheid, de  kracht van het Joodse volk. En desondanks is voor mij dit conflict een teken van leven. De betrokkenheid bij het welzijn van Israël is dusdanig groot, dat het niemand onberoerd laat. Am Jisraeel Chaj – het Joodse volk leeft! Dit is democratie: ook als volgens sommigen het juist gaat over het in stand houden van die democratie en het voorkomen van een afglijden naar een dictatoriaal gezag.

Maar laten we ons niet laten afleiden en afglijden naar een Rosj Hasjana waarin de visie op de ander centraal staat, zelfs als die ander ons aller Israël is. Rosj Hasjana gaat over mezelf. Ik moet mijzelf aan een grondig onderzoek onderwerpen en ieder gevoel van hoogmoed verbannen.

Het klinkt allemaal erg hoogdravend, maar het is toch de essentie van onze samenleving en dus van Rosj Hasjana: bescheidenheid, geen berg-gevoel. Alleen als ik mijzelf niet boven de ander plaats, ben ik een aangenaam mens, maak ik vrienden, en heerst er rondom mij een gevoel van gelijkwaardigheid en sjalom.

Met vele mooie gedachten staan wij in sjoel
Wij lernen en zingen, maar pas op: het gevoel!

Want hoe geleerd wij ook mogen zijn
Of wij gewone leden, voorzitter zijn of rabbijn

Alleen een bescheiden mens wordt door G’d geëerd
En alleen hij wordt door de medemens gewaardeerd.

Weet dat er meer is dan roem en geld
En als je dat beseft, is ieder op jou ook gesteld

En zal het zijn een sjana towa oemetoeka
Voor jezelf en voor je hele misjpacha

Dan is er sjalom, vrede voor jou en voor alles om je heen
Wenomar ameen!

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn van 10 september 2023

We waren drie weken afwezig. Nou ja, afwezig. Het rabbinale werk continueerde gewoon via de digitale en telefonische wegen, alleen zaten we fysiek aan de andere kant van de Oceaan. Eerst waren we in Montreal en daarna New York.

Denk nu niet dat in ons leven alles zonnegeur en maneschijn is. Er is geen huisje zonder kruisje. De kunst is echter om de mooie momenten te laten overheersen en de kruisjes te vergeten.

In Canada trouwde een kleindochter en in de USA een kleinzoon. Ik wens al mijn dagboekeniers uitsluitend simches en uiteraard ook al een sjana towa oemetoeka, een goed en zoet 5784. Waarom zowel goed alsook zoet.  Goed alleen moet toch voldoende zijn! Bovendien is zoet niet echt gezond. Mijn oudoom, de broer van mijn oma die in de oorlog werd gefusilleerd als verzetsstrijder, had toen al, dik voor de oorlog, als arts gespecialiseerd in genetica, een studie gemaakt over suikerziekte onder Joden. Maar dit even terzijde. En als we dan toch het onderwerp gezondheid aanraken: Maimonides schrijft in zijn Jad Hachazaka dat een beetje van iets dat ongezond is, minder schadelijk is dan te veel van gezonde voeding. Maar waarom we elkaar een goed en zoet jaar wensen heb ik uitgelegd in het zogenaamde herderlijk schrijven dat ik in plaats van mijn volgende dagboek als dagboek zal versturen via de gebruikelijke dagboek-kanalen.

 

Bij choepot ontmoet je meestal de halve wereld. Familie komt van heinde en verre, vrienden en vriendinnen van chatan, bruidegom, en kalla, bruid, vliegen of rijden uren om aanwezig te zijn. En zo ontmoette ik een rabbijn uit een van de noordelijke EU-landen die ik diverse keren telefonisch en per zoom had gesproken, maar nog nooit in het echt had ontmoet. Echt is toch anders. Je spreekt opener, laat het onderste van je tong wel zien. En zo mocht ik naar hem luisteren en zijn moeizame rabbinale positie aanhoren. De opperrabbijn onder wie hij werkt woont niet in zijn land, maar in Israël. En vanuit het Heilige Land commandeert hij en helpt de rabbijn-on-de-spot aan…ja, u raadt het goed: aan kritiek, ongevraagd advies en andere vormen van misère en baasje spelen. Uiteraard ben ik absoluut niet tegen het in Israël wonen, maar daar wonen en elders regeren, is niet wat van een lokale rabbijn en zelfs van een lokale opperrabbijn verwacht mag worden. Maar nog meer dan van zijn opperrabbijn-op-afstand, leed deze jonge rabbijn aan eenzaamheid. Niet altijd makkelijk om in een ver-weg-land te wonen. Uiteraard zijn overal Joden en zeker kan niemand weten of één enkele Jood minder belangrijk is dan honderd, maar toch!

Ondertussen heb ik heel wat afgedanst en daar schijn ik wel goed in te zijn, gezien de complimentjes die ik ontving. Ben ik tenminste ergens goed in, dacht ik bij mezelf, want mijn persoonsstructuur neigt naar een lage zelfdunk. Doe ik het wel goed? Heb ik niemand gekwetst? Had ik meer kunnen doen? Ben ik te veel met mezelf bezig?

Sjabbat jongstleden, de sjabbat voor Rosj Hasjana, lazen we twee Sidrot uit de Thora: Netsaviem en Vajelech. De vertaling van Netsaviem is: stilstaan en niet bewegen. De vertaling van Vajelech luidt: bewegen, vooruitgaan. Wat heeft dit te maken met Rosj Hasjana? Vooruitgaan, spiritueel groeien is essentieel. Maar om te kunnen groeien moeten er ook momenten zijn om even te rusten, pas op de plaats, zelfonderzoek. En dan, na de zelfreflectie, weer verder optrekken op de spirituele ladder. Zo moeten we ons voorbereiden op Rosj Hasjana om uiteindelijk te komen tot een goed en zoet jaar. Een jaar van wederzijds respect en tolerantie. Een jaar van bijdragen aan de Joodse gemeenschap die in ons Nederland lijdt onder assimilatie, intern gebrek aan kennis van het Jodendom, groeiend .antisemitisme.

 

Tijdens het dansen bij de choepa was er bij mij even uitsluitend Simcha, vreugde en dankbaarheid. Een totale ontspanning. Weg van de dagelijkse sleur. De Hoge Feestdagen beginnen we serieus, overpeinzingen; waar kunnen we onszelf verbeteren; goede voornemens. Maar het doel is, de laatste dag van de periode der feestdagen, de afsluiting: Simchat Thora, vreugde om en met de Thora.

Moge het ieder van ons gegeven zijn om zingend en dansend het goede en zoete jaar binnen te trekken met als hoofddoel: Sjalom. Geen oorlog en geen strijd. Rust op het slagveld, in de gemeenschap en rust in ieder (mede)mens.

Gegroet vanaf JFK

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .

 

 

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn 6 september 2023

Nog tien dagen en het is Rosj Hasjana, het begin van het Nieuwe Joodse jaar. En dus? Gezelligheid? Appeltje met honing? Ja en nee. Hoewel de gezelligheid, de appel met honing en de klanken van de sjofar een essentieel onderdeel vormen van Rosj Hasjana, gaan de Hoge Feestdagen, gelijk alle wetten en gebruiken binnen Thora en Traditie, veel dieper. Rosj Hasjana, letterlijk vertaald “hoofd van het jaar” heeft alles te maken met zelfoverpeinzing. Wat heb ik het afgelopen jaar onverhoopt verkeerd gedaan, hoe voorkom ik herhaling in het komende jaar.

Hoewel mijn dagboek gewoon een dagboek behoort te zijn en dus een weergave van mijn activiteiten, gebeurtenissen, ontmoetingen en contacten, is bovenstaande Thora-gedachte het gevolg van een reactie die ik gisteren ontving van een voormalig collega uit het Sinai Centrum n.a.v. mijn dagboek. We houden contact met elkaar via de dagboeken die hij van tijd tot tijd van een kritische , voetnoot voorziet.  Maar juist omdat we vrienden zijn hebben we niet uitsluitend lovend contact, maar houdt hij mij met uitsluitend goede bedoelingen scherp. En dus was ik verheugd met zijn taalkundige terechtwijzing:

Vaak lees ik jouw NIW-Dagboek met belangstelling, zij het op tamelijk grote afstand, bijna een etmaal vliegen.

Altijd interessant. Wel heb ik een opmerking betreffende je taalgebruik. Alweer langgeleden leerde ik, dat een zin beter niet moet beginnen met een voegwoord. Het betreft woorden als: Omdat, Want, Maar, Terwijl, En. Dit gebruik wordt wel aangegeven als ‘Tante Betje-stijl’. Tante Betje had kennelijk deze gewoonte. In jouw artikelen beginnen tamelijk veel zinnen met Tante Betje. Misschien vinden veel, andere lezers dit (erg) leuk. Je begrijpt het, ‘maar’ ik vind het nogal storend. AUB ga door met schrijven, publiceren. Mijn groeten, ook aan Tante Betje.

 

Wat heeft dit te maken met bovenstaande Thora-gedachte over Rosj Hasjana, hoor ik u denken. Als we nadenken over het afgelopen jaar en nagaan bij onszelf wat er verbetering behoeft of niet had mogen gebeuren, dan zijn het vaak de grote misstappen waar we aan denken. De kleintjes worden makkelijk over het hoofd gezien. Toch zijn het vaak de kleine details die voor de ander zo belangrijk kunnen zijn. Een eenvoudig ‘goede morgen’, een simpel oprecht complimentje, het tonen van belangstelling. Allemaal van die ogenschijnlijk onbelangrijke details, kunnen juist zo enorm belangrijk zijn. Een vriendelijke blik, een kort telefoontje met de vraag hoe het met de gezondheid gaat. Rosj Hasjana gaat niet alleen over de grote belangrijke kwesties zoals bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne. We volgen de situatie op de voet, kritisch en bezorgd. Maar wat bereiken we hiermee? Heeft mijn volgen van alle raketaanvallen enige invloed op die afschuwelijke oorlog? Of volg ik vanuit een wellicht onbewuste hunker naar sensatie? Had ik misschien beter die tijd kunnen wijden aan een telefoontje aan een eenzame bejaarde met enkel en alleen de vraag: hoe gaat het met u? De kleine details zijn vaak veel minder klein dan ze lijken. En dus vergeet niet op de kleintjes te letten bij ons zelfonderzoek van het afgelopen jaar.

 

Details! Daarover ging het aanvankelijk ook in Ysselsteyn. U herinnert zich wellicht het geruis over de oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn, inmiddels enige jaren geleden. Een advertentie voor een brasserie waar je heerlijk kon genieten van een gebakje en een kop koffie. Die brasserie zat wel gekoppeld aan de oorlogsbegraafplaats waar meer dan 30.000 Duitse soldaten liggen begraven. Maar naast de gewone Duitse soldaten liggen er ook criminele SS’ers en Nederlandse collaborateurs.  Er ontstond ruis. En om een lang verhaal na vele besprekingen met de Duitse ambassade, de beheerders van de begraafplaats, de oorlogsgravenstichtingen van Nederland en Duitsland en vertegenwoordigers van de Duitse Overheid, kort te maken: er is een indrukwekkend educatief centrum neergezet en we zijn nu bijna klaar met een aansprekend monument ter nagedachtenis aan de meer dan honderdduizend Joden, Sinti en Roma die geen graf werden vergund. Bloemen en kransen zullen niet meer worden gelegd en op de jaarlijkse Trauertage zullen de slachtoffers vermeld worden en de moordenaars als moordenaar benoemd.

Op 4 december zal het nieuwe monument worden onthuld, ik mocht meedenken en meebeslissen in de keuze tussen de verschillende ingediende monumenten. Sommige waren abstract hetgeen prikkelt tot nadenken. Andere waren duidelijker. De beeldhouwer/kunstenaar die mijn voorkeur kreeg, en die van de meerderheid van de juryleden, had een monument dat aan duidelijkheid niets te wensen overliet. Spiegels met daarin foto’s van verschillende Nederlandse concentratiekampen. En door die foto’s heen teksten in het Nederlands, Engels en Duits. Teksten die duidelijk tonen wat er door de nazi’s en collaborateurs , die ook op deze begraafplaats begraven liggen, is aangericht. Teksten die ook keihard waarschuwen.

Wat begon met een onschuldig ogend koffie met gebak,  gaat binnenkort eindigen met een respectvol, educatief en indrukwekkend monument. Hoe kon deze verandering plaatsvinden? Door goed naar elkaar te luisteren en de gevoelens van de ander te respecteren. Er zijn nazaten van slachtoffers, nazaten van moordenaars, nazaten van gewone soldaten die vaak tegen wil en dank op de fronten hun leven moesten geven.

De laatste zoom-vergadering heeft eergisteren plaatsgevonden. De samenwerking was een schoolvoorbeeld van respect en begrip, rekening houdend met wederzijdse emoties. De ander in zijn waarde laten en goed naar elkaar luisteren. Ik vermoed dat hierover nadenken zo kort voor Rosj Hasjana belangrijk is. Want allen zijn we, Joods en niet-Joods, onderdeel van een en dezelfde samenleving en was Adam onze gezamenlijke voorouder.

.

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .

 

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn van 3 september 2023

Vrij recentelijk vond er een ongeluk plaats met een bakfiets die kinderen vervoerde. De kinderen die vervoerd werden belandden in een sloot, maar G’d zij dank kwamen allen met de schrik en met natte kleren ervan af. Ook kwam het Stintdrama van enige jaren geleden weer in de belangstelling omdat de eigenaren toch vervolgd gaan worden omdat ze nalatig zouden zijn geweest met de dood van vier kinderen tot gevolg. Als er inderdaad een vervolging tegen de fabrikant zal plaatsvinden zal de rechter tot een uitspraak moeten komen. Maar ongeacht de uitspraak gaat er van de vervolging alleen al een keihard signaal uit naar fabrikanten: denk niet uitsluitend aan winst, maar wees doordrongen van je verantwoordelijkheid met je productie, ongeacht welk product je op de markt zet.

Enige decennia geleden werd er in het toenmalige Sinai Centrum een aanbouw gerealiseerd op de gerontopsychiatrische afdeling. In die aanbouw zat een lift.  Als mijn geheugen mij niet in de steek laat (en dat gebeurt mij nogal eens)  was het de bedoeling dat de bewoners voor recreatie naar de eerste verdieping gebracht zouden worden. Uiteraard werd er gebouwd aan de hand van een bouwplan dat opgesteld was door een architect die gespecialiseerd was op het gebied van bejaardenhuizen. Toen de lift er eenmaal was bleek de lift te klein voor het vervoer van een rolstoel.  Die blunder, want anders kan ik het niet noemen, bleek niet uniek.

Toentertijd bleek ook in een groot Amsterdams ziekenhuis na een verbouwing de breedte van de afdelingsdeuren te smal om er een ziekenhuisbed door te kunnen rollen. Nog een aantal technische fouten bij bouw in de gezondheidszorg schieten me te binnen, maar ik zal u daarmee niet lastigvallen.

De reden dat ik bovenstaande te berde breng is dat ik een aantal ernstige gevaren zie, en velen met mij, die wachten op een ongeluk al dan niet met dodelijke afloop. En wat doen we eraan? Niets! Er zal eerst iets goed mis moeten gaan en dan gaan we kijken wie er schuldig was. Waarop ik doel? Niet alleen de totaal onoverzichtelijke op- en afrit aan het eind van de straat waarin ik woon, dat is slechts een lokaal probleem! Neen, ik denk aan die fietsen met dikke banden en de steppen, deels elektrisch aangedreven, die met hoge snelheid zich door het reguliere autoverkeer heen scheuren. Levensgevaarlijk. Dit soort verkeersmonsters vallen (nog) buiten de wet en heten officieel nog steeds ‘gewone fiets’. Ieder weldenkend mens weet dat er eens een ernstig ongeval moet plaatsvinden tot er een wet wordt gefabriceerd die regels maakt en o.a. snelheid aan banden (figuurlijk) legt om te voorkomen dat…

We bevinden ons in de maand Elloel, de maand van voorbereiding voor de Hoge Feestdagen. Tesjoewa wordt vaak vertaald met berouw. Je denk na over wat je verkeerd hebt gedaan in het verleden en dat spijt je, je hebt hierover berouw. Maar die vertaling dekt de lading niet. Tesjoewa heeft minder te maken met het verleden en richt zich veel meer en bijna hoofdzakelijk op de toekomst. Er ging iets mis in het verleden en dus kijk je hoe in de toekomst deze misstap voorkomen kan worden, in je gedrag ten aanzien van jezelf en ten aanzien van je medemens. Achteraf verwijten maken is misschien goed, maar u kent het spreekwoord: voorkomen is beter dan genezen. Maar gewoonlijk gaat onze goegemeente uit, gelijk bij die steppen en fietsen, van het dempen van de put als het kalf al verdronken is.

En dat is nu precies waarover het gaat in deze maand voorafgaande aan Rosj Hasjana en Jom Kippoer. Natuurlijk het verleden zoveel mogelijk repareren, de put dempen als…, maar nog veel meer: voorkomen is beter dan…

Er was een rel ontstaan over de plaatsing van Stolpersteine in Aerdenhout. Artikel in Trouw, in het NIW en op/in nog een groot aantal andere media. De huidige bewoners waren niet gediend van zo’n herinneringsmonument voor hun deur. Was in hun optiek veel te confronterend. B&W kwam, naar hun eigen zeggen, tot een zogenaamd Salomonsoordeel dat inhield dat er geen Stolpersteine mochten worden geplaatst. Wat er zo Salomons aan dit oordeel zit, begrijp ik niet, maar uiteindelijk hebben de huidige bewoners ingestemd en op een heel nette en indrukwekkende wijze. Ik citeer uit hun schrijven aan het organiserend comité:

Uw wens om twee Stolpersteine te plaatsen voor ons huis in Aerdenhout heeft inmiddels veel discussie en commotie veroorzaakt.
Wij vinden dat daarmee de herinnering aan het echtpaar Barends, de voormalige bewoners, geen recht wordt gedaan. Zij verdienen een dergelijke behandeling niet. 

Om hen op een juiste wijze te eren stemmen wij daarom in met de plaatsing van de twee gedenkstenen. 

Wij zullen dit vandaag ook aan de gemeente Bloemendaal meedelen.

Zo hoort het. In een opwelling of ook zonder opwelling neem je een verkeerd besluit, je heroverweegt en daarna een openbaar Mea Culpa. Het zou mooi zijn als wij in deze maand Elloel bereid zijn om na te denken en daar waar nodig openlijk afstand te nemen van foutieve beslissingen zonde gêne. Hulde aan deze Aerdenhoutse bewoners.

Helaas maken mensen regelmatig elkaar het leven zuur. Ze vallen elkaar aan, beschuldigen, kunnen niet meer stoppen en weten na een x-aantal maanden niet eens meer waarmee de ruzie begonnen was.

Zoals u zult begrijpen wordt mij ook af en toe het vuur na aan de schenen gelegd. Mijn opstelling is dan als volgt: is de kritiek terecht? Zo ja, dan moet ik er iets aan doen en dankbaar zijn voor de kritiek. Zo nee, dan ga ik uit van de gedachte: de honden blaffen, maar de caravaan trekt verder. Lijkt me de meest gezonde opstelling! En laat ik nu net voordat ik dit dagboek begon in Hajom Jom, een chassidisch werk dat voor iedere dag een lesje heeft,  gelezen hebben:

Keep away – to the ultimate degree – from a campaign of attack. Not because we lack the means of prevailing or because of timorousness, but because we must consecrate all our strength exclusively to strengthening our own structure, the edifice of Torah and mitzvot performed in holiness and purity. To this we must devote ourselves utterly.

Anders geformuleerd: verpruts geen tijd aan verdediging en al helemaal niet aan aanval, maar investeer in je eigen gebouw, in jezelf. Want uiteindelijk kun je alleen voor de medemens van betekenis zijn als je uitgaat van je eigen kracht en capaciteiten en die optimaal voor jezelf en voor de brede samenleving weet in te zetten!

Het is weer een nieuwe week. Rosj Hasjana is in volle aantocht. Het Jodendom kent geen oudejaarsvieringen, omdat het verleden uitsluitend een middel is. In het Jodendom, en speciaal in deze maand Elloel, blikken we weliswaar kortstondig terug, maar met als enig doel vooruit te kijken, gericht op een betere toekomst!

Alvast een sjana towa!

 Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .

 

Herderlijk Schrijven van de Opperrabbijn voor de Hoge Feestdagen 2023

In de Sidra (Thora voorlezing) waarmee we deze maand Elloel, de maand van voorbereiding voor de Hoge Feestdagen, begonnen lazen we: “Rechters zult gij aanstellen in al uw poorten” en laat ik nou toevallig (toeval bestaat niet!) de laatste dagen van doen te hebben gehad met (on)recht.
Mijn jongste dochter belt op vanuit Montreal. Totale paniek. Haar man liep zijn kantoor uit naar zijn auto om naar huis te rijden en wat ziet hij? Niets dus, want zijn auto was verdwenen. Maar niet zomaar van straat verdwenen, neen, van een bewaakt parkeerterrein! De beveiliger gaf hem een telefoonnummer dat hij kon bellen om erachter te komen waar zijn auto zich bevond. En inderdaad, de man achter het telefoonnummer wist waar de auto stond en was zeer welwillend om hem dat te vertellen op voorwaarde dat hij bereid was om het nummer, vervaldatum en het driecijferige getal op de achterkant van de creditcard te geven zodat er $80 van zijn rekening kon worden afgegeven. De beveiliger van de parkeerplaats adviseerde hem om gewoon de gevraagde informatie te geven omdat, naar zijn zeggen, we hier te maken hebben met gangsters van een georganiseerde en gevaarlijke bende…
Deed me denken aan mijn andere schoonzoon die jaren geleden een verkeersongeluk had op een highway in de USA. Hij werd naar het ziekenhuis vervoerd en de restanten van de auto werden door een bergingsbedrijf weggesleept. Toen alles weer gezond en wel was, ontving hij een torenhoge bekeuring en kreeg een aantekening achter zijn naam dat hij een misdaad had gepleegd. Wat was de misdaad? Na het ongeluk, totdat de auto was weggesleept, stond de auto op de plek van het ongeval en daar gold een parkeerverbod. Als je zo’n aantekening hebt, wordt het lastig om ooit nog een auto te huren, dus die aantekening moest hij zien te verwijderen na eerst de bekeuring te hebben voldaan. Om een lang verhaal kort ta maken: als hij bereid was om zwart €500 cash aan een lokale rechter te betalen, dan zou het probleem worden opgelost. En aldus geschiedde…
De discussie in Israël gaat niet, als ik het goed begrijp, over corrupte rechters, maar wel over de vraag wie de rechters worden. De USA-rechter die €500 eiste van mijn schoonzoon, is corrupt. Een normale rechter, zoals we die ook in Nederland kennen, neemt geen smeergeld aan en zal zijn uitspraak uitsluitend baseren op de wet. Maar vaak is het allemaal niet zo zwart-wit en moet de rechter inschatten in het grijze gebied. Dat inschatten doet hij vanuit zichzelf en daar ligt het probleem.
Een seculiere rechter zal vanuit zijn seculiere denken wellicht tot een andere uitspraak komen dan een rechter die religieus is. Waarbij er geen sprake is dat de een gelijk heeft en de ander ongelijk, maar de uitspraak, speciaal wanneer ethiek een onderdeel zou zijn van de rechtspraak, kan wel honderdtachtig graden verschillend uitpakken. En daarover gaat in Israël de discussie. Een discussie die we ook in de USA zien en ook in ons Nederland tegenkomen. Menigmaal hoorde ik advocaten hier in ons nette Nederlandse polderlandje zeggen dat ze hopen dat rechter x op de zaak gezet zal worden en niet rechter y, want in het grijze gebied…
We bevinden ons inmiddels in de maand Elloel, de maand van voorbereiding voor de Hoge Feestdagen. Dagelijks horen we de klanken van de sjofar. Wordt wakker! Onderwerp jezelf aan een onderzoek. “Rechters zult gij aanstellen in al uw poorten”. Mijn poorten zijn mijn ogen, mijn oren, mijn mond. Hoe kijk ik aan tegen? Wat hoor ik? En wat komt er uit mijn mond? Roddelpraat? Of onder alle omstandigheden de waarheid? En wat met bejegening van de medemens?

Als ik mezelf eerlijk beschouw denk ik dat ik zwart wel als zwart zie en wit als wit. Maar wat in het grijze gebied? Door wat laat ik mijn oordeel leiden als iets niet zwart en niet wit is? Hoogmoed? Eigenbelang? Sluwheid? Bescheidenheid?
Een strafrechtadvocaat vroeg aan zijn klant, nadat hij voor hem vrijspraak had weten te regelen, om hem te vertellen of hij wel of niet de moord waarvoor hij terecht had gestaan, had gepleegd. Het antwoord van de cliënt luidde: Na uw verdediging gehoord te hebben, begin ik meer en meer te geloven dat ik onschuldig ben.
Het klinkt wellicht zalvend, maar toch: wordt wakker en onderwerp jezelf aan een goed en eerlijk onderzoek, om te voorkomen dat niet recht maar krom de overhand gaat krijgen, ook in je eigen gedachtewereld!
Ondertussen ben ik mezelf aan het voorbereiden om voor te gaan in de diensten op de Hoge Feestdagen en probeer ik rechters over mezelf aan te stellen. Maar ik denk ook al vooruit naar Soekot, als we uitbundig zingend en dansend met de Thora in onze armen de periode van de Hoge Feestdagen zullen afronden. Want het uiteindelijke doel is:
Dien G’d vanuit vreugde –
Maar tot het zover is:
bewaak alle poorten, speciaal de poorten die binnen je bereik liggen:
je ogen, je oren en je mond.

Met vriendelijke groet,

Binyomin Jacobs

 

Dagboek van de Opperrabbijn 29 augustus 2023

Mijn excuus dat ik het dagboek van zondag jl. heb overgeslagen en er dus deze week bij uitzondering maar een dagboek verschijnt in plaats van twee. De reden is dat we, tijdens onze vakantie-afwezigheid, een aantal onverwachte klusjes kregen. Twee buitenlandse rabbinale verzoeken om na te gaan of iemand wel/niet Joods is. Twee besprekingen met (jongere ) collega’s over gioer. Beide rabbijnen gingen er vanuit dat gioer kandidaten naar ons Beth Din in Brussel gestuurd kunnen worden en wij dan voor de verdere begeleiding zorgen. Nee dus! Wij, is dus het Beth Din van de RCE, het Rabbinical Center for Europe. En wij zijn er om lokale rabbijnen te helpen met een eventuele afronding van een gioer procedure als de lokale rabbijn niet over een lokaal of eigen Beth Din beschikt en zelf geheel achter de kandidaat staat. Maar dit bekend zijnde bij EU-rabbijnen, word ik meer en meer als een expert, al dan niet terecht, gezien, bellen lokale rabbijnen voor begeleiding en advies. Hetzelfde geldt ten aanzien van de vraag wie wel of niet Joods is en of er gesproken kan worden van op z’n minst een twijfel. Gisteravond laat kreeg ik een Joodse man aan de telefoon uit België, woonachtig in Congo, die een niet-joodse vriendin heeft uit India die Joods zou willen worden. Vraag één was of zij inderdaad Joods wil worden of dat hij wil dat zij dat wordt. Want toetreden tot het Jodendom kan alleen omwille van het Jodendom, het geloof in G’d en Zijn Thora en Traditie.

Een andere rabbijn legde mij een interessant probleem voor. Een man en vrouw zijn zo’n vijftien jaar getrouwd. Beiden waren strikt orthodox levend. Baard, zwarte hoed, lange pijes, haarlokken. Meneer ziet de baard niet meer zitten, ruilt zijn opvallend charedim-ogende zwarte hoed in voor een klein nauwelijks zichtbaar gehaakt keppeltje en mevrouw en de kinderen voelen zich voor (Joodse) aap gezet. Dat de vrouw hiermee in haar maag zit, moge duidelijk zijn. Moet ze aansturen op een get, scheiding? Of accepteren omwille van de kinderen? Vindt ze hem nog aardig? Of ervaart ze hem als een stoorzender in haar leven. Hoe moet de rabbijn hiermee omgaan? Wat moet hij haar adviseren? Of ik even wil meedenken. Aan mij is het dan om heel goed te luisteren, vragen te stellen om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de ontstane situatie. Scheiden is makkelijk, maar is niet altijd de beste oplossing. Bij elkaar blijven en kinderen en echtgenote diepongelukkig laten, is ook geen optie. Na lang en goed luisteren heb ik het volgende advies gegeven: Blijf samen, scheiden maakt in deze situatie niemand gelukkig, levert uitsluitend schade en verdriet op. Maar gun ieder de vrijheid om zijn en haar leven in te richten zoals ieder dat wil. En daar waar ze samenkomen, bijvoorbeeld met de maaltijden, houden allen zich aan de halaga, want zo zijn ze beiden hun huwelijk begonnen. Beiden stemden in, kreeg ik in een volgend contact met hun rabbijn te horen. Alleen zij heeft nog een probleem. Ze geneert zich om in de Joodse openbaarheid met hem samen te verschijnen. Alle echtgenoten van haar vriendinnen hebben baarden met alles erop en eraan. En hier staat zij met haar man zonder baard, zonder hoed, zonder zwart pak, zonder, zonder…Mijn antwoord/advies was: haar man is wie hij is en dus dient zij dat te accepteren, dat is een deel van het compromis. Als vriendinnen neerkijken hebben die vriendinnen een probleem en mag zij zich afvragen of die vriendinnen echte vriendinnen zijn.  De rabbijn was blij met mijn compromis-voorstel-oplossing. Ik hoop dat het gaat werken en wie weet, misschien door haar tolerante opstelling komt hij weer terug naar zijn oorspronkelijke status, terug van even weggeweest.

Overigens als u goed hebt gelezen begon ik dit dagboek met: . De reden is dat we, tijdens onze vakantie afwezigheid, een aantal onverwachte klusjes kregen. Wie zij WE? Bovenvermelde klusjes hebben uitsluitend met mij te maken en niet met we, mijn Blouma en ikzelf, samen. Blouma is gevallen met als resultaat een fractuur in haar ellenboog. Maar, zoals de arts vertelde: de fractuur zit op een gunstige plaats! Dat was dan fijn om te vernemen, maar de fractuur was wel een fractuur. En dus naar lokale arts, scan in ziekenhuis, bij een speciaalzaak een ding gekocht dat haar arm op z’n plaats moet houden en natuurlijk de ANWB-alarmcentrale ingeschakeld. Daar kreeg ik te doen met Jonathan, een medewerker. Geweldig! Wat een begrip, meedenken, geruststellen. Niet alleen verzekeringen controleren, niet alleen zeuren over geld, maar uitsluitend: hoe kunnen we helpen. Ik wens eenieder toe om niet met de alarmcentrale in aanmerking te hoeven komen, maar als het dan toch helaas wel nodig is: van harte aanbevolen! Jonathan, vanaf deze digitale plek, nog steeds in het buitenland vertoevend en genietend van onze vakantie: enorm bedankt voor je hulp.

Een gevaar, een loszittende tegel, schuilt in een klein hoekje. En als we het dan toch over gevaren hebben. Ik was voornemens om mijn zorg uit te spreken over al die elektrische fietsen met dikke banden en die elektrische steppen die als bezetenen links, rechts, voor en achter opdoemen op onze Nederlandse wegen. Ik begrijp niet dat er niet met spoed wetten komen die deze rijdende gevaren van de weg halen of op z’n minst aan banden leggen qua snelheid, zichtbaarheid en veiligheid. En zie, net voordat ik dit Nederlandse probleem aan dit dagboek wilde toevertrouwen stuurde mijn schoonzoon uit Montreal mij trots een foto op via whatsapp van zijn milieuvriendelijk vervoersmiddel. De auto blijft thuis en hij stept elektrisch naar zijn werk. Gelukkig draag hij naast zijn tsietsiet ook over zijn keppeltje een helm en is hij van nature absoluut geen crosser, maar wel milieubewust.

 

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn 23 augustus 2023

Gezien toeval niet bestaat heeft het dus zo moeten zijn dat ik een overeenkomst onder ogen kreeg die aangaf wanneer Delta Airlines wel en wanneer ze zich niet verantwoordelijk acht voor vertraging of uitvallen van hun vluchten. Ik citeer vertalend: “We nemen geen verantwoordelijkheid voor Acts of G’d and Nature.” In Nederland zou dit helaas vandaag de dag volkomen ondenkbaar zijn. Een erkende Nationale Luchtvaartmaatschappij die aangeeft dat wij mensen niet alles onder controle hebben, maar de eindverantwoordelijkheid Boven ligt en wij daarop geen grip hebben en dus ook geen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Interessant overigens dat Delta eigenlijk niet alleen over G’d als eindverantwoordelijke spreekt, maar ook geeft Delta een eigen verantwoordelijkheid aan de Natuur, die dan ook in hun statement met een hoofdletter staat geschreven. Als we dit statement vanuit de Joodse filosofie bekijken dan klinkt hun opstelling erg Joods filosofisch. Want ook in het Jodendom erkennen we G’d als de overkoepelende kracht en Schepper van de totale Schepping en van al wat er op deze aarde en in deze wereld geschiedt. Maar de Natuur wordt niet gezien als een naast G’d opererende kracht, maar als een manifestatie van Hem, de Eeuwige. Daarom ook is de getallenwaarde van Ellokiem, G’d zoals hij zich manifesteert in de natuur, gelijk aan de getallenwaarde van het Hebreeuwse woord voor de Natuur en zouden we vanuit het Jodendom redenerend niet de Natuur met een hoofdletter schrijven. Maar mijn dagboek dreigt nu te religieus te worden en daarom kort samengevat: ik was verbaasd dat een nationale luchtvaartmaatschappij openlijk erkent dat niet de mens maar de Eeuwige uiteindelijk beslist. Ik kan me niet voorstellen dat de KLM, onze nationale luchtvaartmaatschappij, in een contract naar G’d zou verwijzen.

Terwijl ik dit dagboek schrijf zittend voor mijn computer en dus wat aan het filosoferen ben geslagen, lees ik over het neergestorte vliegtuig met aan boord Prigozjin van de Wagner groep en denk ik aan de ontmoeting die ik enige dagen geleden had met een rabbijn uit Rusland. Toen ik hem vroeg over de situatie in Rusland kwam hij met een voor mij verrassende reactie. Zonder ook maar enige goedkeuring te geven aan het moordende oorlogsgeweld, gaf hij de schuld toch veel meer aan Biden dan aan Poetin. Rusland was omringd door landen die stuk voor stuk niet meer behoorden tot de Sovjet-Unie, maar ook geen onderdeel vormden van de EU. Doordat die landen steeds meer tot het Westen gingen behoren voelde Poetin zich bedreigd met als resultaat de afschuwelijke oorlog van vandaag. Deze rabbijn keurt van geen kant het geweld goed, maar brengt wel de nuance aan die, naar mijn gevoel, in ons Nederland vaak onopgemerkt blijft.  Als ik een Russisch vliegtuig zie neerstorten of een Russische tank in brand zie vliegen geeft mij dat een goed gevoel. Maar bij het zien van Oekraïense soldaten die hun benen op het slagveld vanwege Russische mijnen hebben verloren word ik pijnlijk vol medeleven getroffen. Het zwart-wit denken is het normaal. Niemand die medelijden voelt met de drie bemanningsleden van het neergestorte toestel waarin (ook) Prigozjin zat. Misschien waren die drie bemanningsleden gewoon naar vrede hunkerende mannen, jonge vaders van een gezin met kleine kinderen die nu als weeskinderen zullen moeten opgroeien. Eigen schuld dikke bult? Hadden ze maar geen piloot moeten zijn, hoor ik mezelf bijna denken.

Op de begraafplaats van Amersfoort waar ik vorige week even was, zag ik tot mijn schrik dat het monument ter nagedachtenis aan de in Kamp Amersfoort vermoorde Joden, ernstig was beschadigd. Had niets te maken met antisemitisme, maar was bijna helemaal het gevolg van Acts of God and Nature. Meteen dwaalden mijn gedachten af naar het Russische Ereveld enige kilometers verder op, waar de soldaten liggen die ons probeerden te bevrijden. Maar omdat het Russen waren, waren ze plotsklaps niet meer koosjer vanwege de oorlog in Oekraine. Oorlog is afschuwelijk, maar wellicht is zwart-wit denken nog afschuwelijker. Denken veroorzaakt geen doden, lees ik in uw gedachten. Klopt! Maar oorlog is wel het brute en dodelijke resultaat van een samenleving die mensen het vermogen om in nuances te denken heeft ontnomen. Oorlog is gevolg van.

En nu ik toch al aan het afdwalen ben: de vorige weken stond vrouwenvoetbal vooraan in de media. Voor mijn gevoel kregen de dames heel erg veel aandacht omdat onze Nederlandse samenleving het niet accepteerde dat mannen-voetbal topnieuws is en hetzelfde voetbalspel dat door vrouwen wordt uitgevoerd totaal geen aandacht kreeg. Als nazaat van Aletta Jacobs kon en kan ik me geheel in deze extra media-aandacht voor de dames vinden. Maar wat ik lastig vind: waarom wel gigantisch veel aandacht voor de voetbalsport, maar over basketbal en vele andere sporten horen we bijna niets? Zijn die andere sporten minder sportief? Of heeft voetbal het niveau van de Gladiatorenspelen weten te bereiken, of van de stierengevechten. Onvergelijkbaar? Ja en nee. Natuurlijk is voetbal een geweldige sport omdat het sport is en onvergelijkbaar met het zinloos puur voor het vermaak van mensen doden van stieren. Maar rondom het voetbal is er helaas een cultuur ontstaan van tribunes, drank, drugs en geweld. Honderden en honderden manschappen moeten worden aangerukt om de voetballers en fans van de tegenpartij te beschermen. Sport is goed. Maar als mensen geen opvoeding meer krijgen die voorziet in waarden en normen, is het hek van de dam en ontstaan er afschuwelijke oorlogen die aan beide kanten alleen maar slachtoffers kent.

En dus: laten we proberen aandacht te besteden aan het denken. Nuances bespreekbaar maken. Zal erg lastig zijn, want media moeten kijkers en lezers hebben vanwege de gelden die ze nodig hebben om de journalisten te betalen. En de mens hunkert naar sensatie, want zonder sensatie wordt de krant niet verkocht en komt er dus ook geen geld binnen van adverteerders

 We hebben een probleem, want zwart-wit denken lokt en de nuance is saai.

 

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .

 

 

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn 20 augustus 2023

Sjabbat jl. werd er in alle sjoels ter wereld het deel van de Thora gelezen dat begint met de woorden “Rechters en (politie)beambten zult gij aanstellen in al uw poorten” en laat ik nou toevallig (toeval bestaat niet!) de laatste dagen van doen te hebben gehad met (on)recht. Mijn jongste dochter belt op vanuit Montreal. Totale paniek. Haar man liep zijn kantoor uit naar zijn auto om naar huis te rijden en wat ziet hij? Niets dus, want zijn auto was verdwenen. Maar niet zomaar van straat verdwenen, neen, van een bewaakt parkeerterrein! De beveiliger gaf hem een telefoonnummer dat hij kon bellen om erachter te komen waar zijn auto zich bevond. En inderdaad, de man achter het telefoonnummer wist waar de auto stond en was zeer welwillend om hem dat te vertellen op voorwaarde dat hij bereid was om het nummer, vervaldatum en het driecijferige getal op de achterkant van de creditcard te geven zodat er $80 van zijn rekening kon worden afgegeven. De beveiliger van de parkeerplaats adviseerde hem om gewoon de gevraagde informatie te geven omdat, naar zijn zeggen, we hier te maken hebben met gangsters van een georganiseerde en gevaarlijke bende…

Deed me denken aan een van mijn kinderen die jaren geleden een verkeersongeluk had op een highway in de USA. Hij werd naar het ziekenhuis vervoerd en de restanten van de auto werden door een bergingsbedrijf weggesleept. Toen alles weer gezond en wel was, ontving hij een torenhoge bekeuring en kreeg een aantekening achter zijn naam dat hij een misdaad had gepleegd. Wat was de misdaad? Na het ongeluk, totdat de auto was weggesleept, stond de auto op de plek van het ongeval en daar gold een parkeerverbod. Als je zo’n aantekening hebt, wordt het lastig om ooit nog een auto te huren, dus die aantekening moest hij zien te verwijderen na eerst de bekeuring te hebben voldaan. Om een lang verhaal kort ta maken: als hij bereid was om zwart €500 cash aan een lokale rechter te betalen, dan zou het probleem worden opgelost…En aldus geschiedde.

De discussie in Israël gaat niet, als ik het goed begrijp, over corrupte rechters, maar wel over de vraag wie de rechters worden. De USA-rechter die €500 eiste van mijn zoon, is corrupt. Een normale rechter, zoals we die ook in Nederland kennen, neemt geen smeergeld aan en zal zijn uitspraak uitsluitend baseren op de wet. Maar vaak is het allemaal niet zo zwart-wit en moet de rechter inschatten in het grijze gebied. Dat inschatten doet hij vanuit zichzelf en daar ligt het probleem. Een seculiere rechter zal vanuit zijn seculiere denken wellicht tot een andere uitspraak komen dan een rechter die religieus is. Waarbij er geen sprake is dat de een gelijk heeft en de ander ongelijk, maar de uitspraak, speciaal wanneer ethiek een onderdeel zou zijn van de rechtspraak, kan wel honderdtachtig graden verschillend uitpakken. En daarover gaat in Israël de discussie. Een discussie die we ook in de USA zien en ook in ons Nederland tegenkomen. Menigmaal hoorde ik advocaten hier in ons nette Nederlandse polderlandje zeggen dat ze hopen dat rechter x op de zaak gezet zal worden en niet rechter y, want in het grijze gebied…

We bevinden ons inmiddels in de maand Elloel, de maand van voorbereiding voor de Hoge Feestdagen. Dagelijks horen we de klanken van de sjofar. Word wakker! Onderwerp jezelf aan een onderzoek. “Rechters zult gij aanstellen in al uw poorten”. Mijn poorten zijn mijn ogen, mijn oren, mijn mond. Hoe kijk ik aan tegen? Wat hoor ik? En wat komt er uit mijn mond? Roddelpraat? Of onder alle omstandigheden de waarheid? En wat met bejegening van de medemens? Als ik mezelf eerlijk beschouw denk ik dat ik zwart wel als zwart zie en wit als wit. Maar wat in het grijze gebied? Door wat laat ik mijn oordeel leiden als iets niet zwart en niet wit is? Hoogmoed? Eigenbelang? Sluwheid? Bescheidenheid?

Een strafrechtadvocaat vroeg aan zijn klant, nadat hij voor hem vrijspraak had weten te regelen, om hem te vertellen of hij wel of niet de moord waarvoor hij terecht had gestaan, had gepleegd. Het antwoord van de cliënt luidde: Na uw verdediging gehoord te hebben, begin ik meer en meer te geloven dat ik onschuldig ben.

Het klinkt wellicht zalvend, maar toch: word wakker en onderwerp jezelf aan een goed en eerlijk onderzoek, om te voorkomen dat niet recht maar krom de overhand gaat krijgen ook in eigen gedachtewereld!

Ondertussen ben ik mezelf aan het voorbereiden om voor te gaan in de diensten op de Hoge Feestdagen, probeer die rechters over mezelf aan te stellen en denk ik ook al vooruit naar Soekot.  Dit jaar weer in Maastricht, waar we uitbundig zingend en dansend met de Thora in onze armen het komende Joodse jaar zullen betreden. Want het uiteindelijke doel is: Dien G’d vanuit vreugde!

Maar tot het zover is: bewaak alle poorten, speciaal die poorten die binnen je bereik liggen: je ogen, oren en je mond.

 

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .

 

 

 

 

RSS
Follow by Email