Ik (of u) had een week rust, want woensdag jl. was het Sjawoe’ot. We verbleven in Hotel Crowne Plaza in Maastricht met iets meer dan zestig orthodoxe (ik haat dat woord!) Joden uit Zwitserland, Antwerpen, Londen, Manchester, USA en Israël. Nederland werd door Blouma en mij vertegenwoordigd. Maar vanwege Sjawoe’ot was een dagboek komen te vervallen. De gasten kwamen niet als groep maar leerden elkaar wel kennen, want de sjoeldiensten zijn uiteraard samen en ook de lezingen, de sjioerim en de toespraken. Mijn taak was het kasjroet. Dat draagt mijn stempel en dus mijn verantwoordelijkheid. Maar gewoonlijk blijft mijn spirituele bijdrage min of meer beperkt tot een toespraak tijdens de diverse sjoeldiensten, maar deze keer werd van mij verlangd om ook alle sjioerim en lezingen te geven. Met andere woorden: zo’n beetje non-stop in de (geestelijke) weer. Een totaal ander publiek dan ik gewoon ben. Maar ik loop hier al meer dan twintig jaar mee, en dus is het geen verrassing meer en ken ik ook hier mijn (streng orthodoxe) pappenheimers. Ik voelde me schuldig dat ik, zijnde in Maastricht, niet in de gelegenheid was om op Jom Tov de synagoge van de Joodse Gemeente te bezoeken, maar dat heb ik sjabbat, gisteren dus, goed gemaakt. Om half negen, op mijn sjabbat-rustdag, naar de 185- jaar oude sjoel gelopen in de binnenstad van Maastricht. Voor de dienst een uur lang een sjioer gegeven en na afloop bij de Kidoesj een lange toespraak (lang, op verzoek!) en na het ochtendprogramma individuele gesprekken. Terug in ons hotel om 17:30 uur. De lokale rabbijn Awremmie Cohen en zijn echtgenote Etty doen het geweldig. De sjoel is een en al eenheid en sfeer, dankzij hun rabbinale en sociale functioneren. Maar zeker ook door de positieve inzet van het bestuur: hulde!
Ondertussen heeft zich (bijna?) een nieuwe regering gevormd met daarin ook een aantal voor mij bekenden. Dat kan handig zijn, want met korte lijntjes (en zonder korte lontjes!) kan ik daar waar nodig makkelijker iets bereiken. Niet vanwege vriendjespolitiek, maar wel om soms vertragende bureaucratie te omzeilen. Dit schrijvende moest ik denken dat in Oekraine bij de grenscontrole bij iedere douanier een bordje hangt met daarop het opschrift dat het verboden is om de functionaris smeergeld te geven. Wel netjes dat dat staat aangekondigd, want anders… En toch is het niet-geven van smeergeld niet zo vanzelfsprekend als het lijkt! Want de realiteit is dat in dat soort landen, ja ook in het heden ten dage bijna heilige Oekraine, gewoon achter in de rij aanschuiven voor een of andere vergunning of om door de grenscontrole heen te komen veel en veel langzamer verloopt, zonder een bedragje in een gesloten envelop. Het systeem maakt bijna dat er gesjoemeld moet worden.
Terug naar mijn dagboek. Ook hier in Limburg merkte ik dat ik me over een groot aantal dagboekeniers mag verheugen. Ik wist dit al, maar er is voor mij iets bijgekomen dat ik me niet zo had gerealiseerd. Een van de Limburgse sjoelbezoekers had, na lezen van een van mijn dagboeken, besloten om voor vakantie dit jaar naar Malaga te gaan omdat ik had geschreven dat ik voor de RCE, Rabbinical Center of Europe, een dag naar Malaga moest vliegen en daar in een koosjer restaurant had gegeten. Diezelfde persoon gaf ook aan dat mijn schrijven niet alleen zijn vakantie had beïnvloed, maar dat hij ook regelmatig leert van mijn geschrijf. Hij bespeurt, tussen de regels door, levenslessen. Ik denk niet dat ik die levenslessen er bewust tussen stop, maar het is wel een geweldig en toevallig bijproduct.
Toevallig? Het Joodse volk kwam na de Uittocht uit Egypte aan bij de berg Sinai, Sjawoe’ot. En daarna hadden de Joden direct Israël moeten binnentrekken, maar door de kwaadsprekerij van de Verspieders, moest er eerst nog veertig jaar door de woestijn worden gezworven. Dat ze veertig jaar moeten wachten als straf is begrijpelijk. Maar, waarom rondzwerven en waarom in een woestijn? Waarom niet gewoon op een en dezelfde plaats veertig jaar in de wacht? En, het allerbelangrijkst: welke les haal ik hieruit anno 2024?
Het leven is gelijk een tocht door een woestijn. Vele gevaren en bedreigingen liggen op de loer. Gebrek aan water, levensgevaarlijke beesten, hobbels die genomen moesten worden. Van die woestijn word ik geacht een vruchtbaar gebied te maken nadat ik eerst de dreigingen heb uitgeschakeld, zoals de Joden van toen dat deden. En ondertussen loop ik verder en word ik met zichtbare en vaak onzichtbare uitdagingen geconfronteerd.
Mijn Blouma raakte in gesprek met een vrouw uit Israël die ‘toevallig’ op haar weg kwam, gewoon in ons hotel. Deze Israëlische bleek een hoge functie bij de Overheid van Israël te bekleden op het gebied van het onderwijs. “Toevallig” had Blouma daags tevoren vernomen over een jongen uit Maastricht die door zijn ouders naar Israël was gestuurd om daar naar de middelbare school te gaan. Maar het liep niet zo goed op die Israëlische school en de ouders zaten met de handen in het haar. En dus maakte Blouma één en één is twee en gaat er een oplossing komen. De les: waar we ons ook bevinden hebben we een opdracht, ook als we verdwaald zijn en zeker ook in een woestijn. Gelijk onze voorouders bevinden we ons in een woestijn met alle daaraan gekoppelde valkuilen en beproevingen. Aan ons de taak om van die woestijn een vruchtbaar en bewoonbaar gebied te maken. Hoe we dat moeten doen? En welke kant we moeten opgaan? Thora en Traditie is onze GPS die ons de juiste richting aangeeft en ook een gebruiksaanwijzer die vertelt hoe die weg te bewandelen.
De gasten keren nu huiswaarts. Ieder terug naar zijn/haar eigen woestijn. De tafels zijn leeg. Alleen op onze tafel staat nog een prachtige bos bloemen die de hele Jom Tov onze tafel had versierd. Net voor Jom Tov werden wij ermee verrast. Afkomstig van een ons onbekende niet-Joodse familie die hun steun aan Israël wilde betuigen. De bloemen straalden warmte uit en vooral bemoediging.


De conferentie (ben ik nu toch een verslag aan het schrijven?) eindigde met een bezoek aan het Joods Cultureel Kwartier. In de bijna 350-jarige Esnoga werden we opgewacht door de voorzitter (met zwarte hoge hoed) van de PIG, David Samama, die ons allen welkom heette en ons een kort kijkje gaf in de geschiedenis van de Portugese Joodse Gemeenschap. Een indrukwekkende en emotionele bijeenkomst in de Hollandsche Schouwburg, markeerde het einde van de conferentie, althans voor mij, want ik moest mij naar Antwerpen spoeden om nog net, dinsdagavond en woensdag, aanwezig te kunnen zijn bij de dayanim-conferentie van de RCE (Rabbinical Center for Europe). Overigens moest ik woensdagochtend alweer, en dus voortijdig, terug naar huis omdat ik om 14:00 uur met de vertegenwoordiger van de Israëlische Ambassade in het IPC, Israël Producten Centrum, de tentoonstelling “Israël onder de loep” mocht openen.
Ja, Urk is klein, maar het aantal Joden is in ons land dermate laag, dat het oprichten van een Joodse wijk op Urk zeker het overwegen waard is. Urk had nooit een synagoge, maar die zullen ze binnen een mum van tijd bouwen. Een mikwa (ritueel bad) is op het voormalige eiland ook zo uit de zee gestampt. Wij hebben thuis een Thora, die we uiteraard meenemen.
Ik was weer eens onderweg. Nu ging de reis naar Malaga. ‘Die geniet maar’, hoor ik u denken. Nou dat viel wel mee, want om 3:30 was ik opgestaan, om 4:30 uur stond de taxi voor de deur, want mijn vliegtuig naar Charles de Gaulle had om 6:45 uur zullen vertrekken. In CDG zou ik dan overstappen naar een toestel dat me naar Malaga zou brengen. Maar omdat, zoals het werd aangekondigd, “de cockpit niet aanwezig was”, zou er een vertraging zijn van een kwartier. In eerste instantie begreep ik het probleem niet helemaal want we zagen het vliegtuig en alles zat eraan: de vleugels, de wielen, de romp en ook de cockpit! Toen er na vijftien minuten werd omgeroepen dat de nieuwe cockpit was opgeroepen en onderweg was, werd het me duidelijk dat het om de inhoud van de cockpit ging, de piloten. Nou moest ik dus in Parijs overstappen in een vliegtuig naar Malaga en dus zat ik niet in de cockpit, maar in de piepzak want er was minder dan een uur overstaptijd. Om een lang overstap-verhaal kort te houden: Ik heb het vliegtuig gehaald in Parijs met dank aan mijn hard kunnen hollen. Aangekomen om 11:20 uur in Malaga en om 17:30 uur weer terug met een rechtstreekse vlucht naar huis. De hulp en het meedenken van KLM was heel erg subliem. Ze hadden een terugvlucht gereserveerd om 10:15 uur voor het geval ik de aansluiting zou missen in Parijs. Een rechtstreekse vlucht vanuit Amsterdam naar Malaga voor me geboekt en voor de volgende ochtend een retourvlucht.
De bijeenkomst in Harskamp voor de Mannenavond in de Hervormde Kerk was als een warme douche. Allemaal vrienden van Israël. Overigens ook vriendinnen, want ook de dames en zelfs jonge kinderen, waren aanwezig. Het voelde als een thuiswedstrijd, maar dan zonder strijd.
Iedereen uit de buurt was dus welkom. En dat was wonderwel gelukt. Ook de burgemeester en de wethouder waren gekomen. Helaas ontbraken uiteraard de mensen die niet met ons in gesprek willen en die ons naschelden. Maar, en ik blijf het maar herhalen, voor een dialoog heb je minstens twee nodig. En die tweede ontbrak dus zichtbaar. Dus daaraan moet en gaat gewerkt worden.
De Baäl Sjem Tov leert ons dat alles dat een mens ziet of hoort een aanwijzing bevat hoe hij in het leven moet staan en de Eeuwige dienen. Aan deze wijze les moest ik denken toen ik vorige week op een zeilboot op de Oceaan naar het toilet ging, een gevaarlijk trapje moest afdalen en toen pijnlijk opliep tegen een bordje met daarop de tekst “Watch your Head”. Welke les moet ik hieruit leren, voor als ik ook niet op een zeilboot zit? Oppassen om niet je hoofd te stoten, een onjuiste beslissing te nemen, even de verkeerde kant op te kijken.
Nadat ik op diverse plaatsen heb geventileerd dat afgelopen sjabbat wederom gepoogd was om onze tuindeur in te trappen, stonden er dinsdagochtend twee politieagenten voor mijn deur om de schade op te nemen. Het gaf een veilig gevoel dat ze poolshoogte kwamen nemen, maar van schade was geen sprake. Later op de dag kwam ook nog onze wijkagent en dus heb ik aan belangstelling niet te klagen gehad. Tegelijkertijd heb ik van doen met een familie met jonge kinderen die gewoon helemaal klaarstaan om zodra het nodig is naar Israël te vertrekken. Weer anderen zijn al vastbesloten om eeuwen Nederland achter zich te laten en een nieuw leven te gaan opbouwen in het Heilige Land. In ons land zien ze geen toekomst meer.
Het is nu 23:20 uur zondagavond 12 mei. Een enorme veelheid aan indrukken heb ik de laatste dagen moeten verwerken. Fijne en mooie, maar ook nare. Lastig was de oorspronkelijke aankondiging van de Jom Hazikaron vanavond in de Amos sjoel in Amsterdam. Om veiligheidsredenen stond er op de aankondiging geen locatie en geen tijdstip. Alleen de datum van vandaag. Triest dat dat noodzakelijk is! Voor mij wel lastig, want ik kon dus aanvankelijk niets plannen voor vandaag. Het heeft zich uiteraard wel opgelost en dus vertrok ik om 17:45 naar Amsterdam en ben ik een paar uur geleden thuis gearriveerd na een dag met in totaal 487 km te hebben afgelegd. Hulde aan Bert Huizing, een van mijn trouwe vrijwillige chauffeurs, die behalve de laatste rit van vandaag, alle kilometers heeft gereden en ook nog foto’s heeft gemaakt en mijn tank heeft bijgevuld.