“Activisten grijpen Poerim aan om aandacht te vragen voor een van de Israëlische gijzelaars die nog in handen van Hamas zou zijn”, einde citaat NOS. Dit was het bericht dat onze NOS in plaats van een Vrolijk Poerim aan Joods Nederland aanbood. Leest u het even rustig en laat de suggestieve leugen/insinuatie tot u doordringen.
Vergelijk dan deze NOS-boodschap met de woorden die de predikant, die me had uitgenodigd om in De Westereen een lezing te geven over antisemitisme, mij na afloop liet weten: “Antisemitisme raakt niet alleen het Joodse volk, maar zegt ook iets over de verharding van de samenleving als geheel. Het is een wake-up call om de handen ineen te slaan en een ander geluid te laten horen. Niet van haat, maar van verbinding.” En die verbinding voelde ik enorm. Los van het gegeven dat ik iets heb met Friesland, waar De Westereen ligt, omdat mijn moeder daar zat ondergedoken, los hiervan was het duidelijk voelbaar en werd het ook uitgesproken, dat de meer dan honderd toehoorders als één blok achter mij, achter Israël en achter de Joodse Gemeenschap in Nederland stonden. Met deze twee tegenstrijdige gevoelens reed ik vrijdagochtend naar Maastricht. Nog nauwelijks daar aangekomen ontving ik een whatsapp met de foto van een matsewa, een grafzerk, met daarop een varkentje en de vraag: Hoe kwam dat schattige speelgoedvarkentje op de Joodse begraafplaats? Een ongepaste Poerimgrap?
Poerim is voorbij. Het was prachtig. We waren in Maastricht in Crowne Plaza waar onder mijn rabbinale toezicht de cateraar Freifeld uit Antwerpen van vrijdag t/m morgen, maandag, drieënvijftig gasten een geweldig vroom Poerim weekend verschafte. Sjabbath was inspirerend en Poerim was een en al simcha.
Maar op Poerim waren Blouma en ik een paar uur even weg om aanwezig te zijn bij de boekpresentatie in Hotel Derlon van het boek van Benoit Wesly dat ook als documentaire op de televisie was verschenen en vanaf vorige week in de bioscoop in Maastricht te zien was. Het boek “Wat voorafgaat, wordt vervolgd” gaat over de oorlog, over zijn broer die hij nog nooit heeft gezien, maar een gigantische invloed heeft gehad op zijn leven. Bij de boek-presentatie werd Frans Timmermans, een persoonlijke vriend van Benoit, geïnterviewd voordat het eerste exemplaar aan hem werd overhandigd. Voor alle duidelijkheid: Timmermans is een vriend van het Joodse volk en een krachtige bestrijder van antisemitisme, ondanks het feit dat we groen-links er niet van kunnen verdenken dat deze partij geen tekenen van niet-antisemitisme vertoont (doordenkertje!). Timmermans gaf dan ook een keiharde waarschuwing tegen het antisemitisme dat hij erkent en herkent binnen de Nederlandse samenleving. We mogen mijns inziens dankbaar zijn dat Timmermans de leider is van Groen Links-PvdA. Maar hij heeft een achterban die, ik zal me netjes uitdrukken, over Joden en over Israël soms wat erg genuanceerd denkt.
En ondertussen komen de foto’s binnen van de Poerim-party’s van mijn kleindochter en haar man, mijn schoon-kleinzoon (heet dat zo?) uit Lelystad, mijn dochter en schoonzoon uit Almere en van mijn zoon en schoondochter van Chabad on Campus in de Zuidas. Als ik een optelsom maak van studenten, jonge echtparen en gewone mensen die de party’s hebben bijgewoond van ons en onze nazaten dan zijn Blouma en ik trots dankbaar voor onze (in)directe bijdrage aan Joods Nederland. Vele, vele honderden hebben via ons Poerim mogen vieren, zelfs in afgelegen plaatsen als Lelystad. En het aantal misjloach manot pakketjes liep ook in de honderden.
Ik had mijn hoofd op Poerim leeggemaakt en concentreerde me volledig op simcha. En dat was gelukt!
Maar na Poerim sloeg de klad erin. Eerst zijn we gaan kijken naar deel drie van de EO-documentaire De Joodse Raad. Maakt Joods-Nederland dezelfde fout als toentertijd? Ontkennen we de realiteit? Na dat gekeken te hebben las ik dat Lenny Kuhr tijdens haar optreden vandaag door een stel pro-Palestina malloten werd uitgescholden. De hotelgasten uit Londen en Manchester gaven aan dat het antisemitisme in Engeland hoogtij viert. Velen zijn bezig met de voorbereidingen om naar Israël te verhuizen. De koffers staan al klaar, de benodigde papieren zijn geregeld, het huis staat te koop. In Nederland heb ik het concreet nog niet zo gezien, maar met de gedachte wordt al wel gespeeld!
Ik ben gaan slapen met een depressieve dip. Waar gaan we met ons allen naar toe? Is het wellicht toch tijd geworden om naar Israël te verhuizen? Maar ik heb hier toch een opdracht, een rabbinale taak!? En dus heb ik een bevriende journalist opgebeld en hem mijn dilemma voorgelegd. Hij is van mening dat ik te zwart kijk. Hij vermoedt dat de anti-Israël en anti-Joodse stemming wel weer zal overwaaien en dat ik dagelijks iets langer moet gaan snelwandelen om mijn depressieve gedachten te bestrijden.
Maar wel moet ik volgens mijn vriend de journalist blijven waarschuwen en vooral niet doen alsof er niets aan de hand is! En dus gaan we dadelijk de koffers wel pakken, maar voorlopig uitsluitend om naar Amersfoort te reizen, want maandagmiddag moet ik bij Family7 zijn voor een tv opname over de discussie in Israël over wel/niet orthodoxe Joden in het leger. En mocht u woensdagavond in Zeeland zijn, dan zie ik u graag in Oostdijk bij een bijeenkomst van de SGP waar ik mag spreken over: Hebben Joden recht op Israël?
Maar ondertussen zit ik nog wel met die Poerim-kater! Overigens, en nu richt ik me even uitsluitend tot mijn niet-Joodse dagboekeniers: ook tijdens de presentatie van het Wesly-boek werd duidelijk uitgesproken dat “het” begint tegen Joden maar zal uiteindelijk de totale samenleving doen bezwijken. Dus hopelijk wordt de zorgelijke situatie bemerkt, voordat het te laat is…. Of is het al te laat (vroeg ik me voor mijn snel-wandeling af)?

Mijn dagboek over de opening van het Holocaustmuseum kreeg 19 duizend lezers op de website. Eigenlijk begrijp ik dat aantal niet zo goed. Ik snap dat het onderwerp met de protesterende anti-Joodse meute qua public relations aanspreekt, maar hoe weet de lezer voordat die het dagboek heeft gelezen of het een artikel is dat hem aanspreekt? Ik weet niet of ik me erin moet gaan verdiepen om te snappen hoe een en ander gekoppeld aan algoritmen werkt, maar duidelijk is dat ik bereik heb/krijg en dat dien ik ten goede aan te wenden.
We witness here today the combination of the normal and the abnormal, the acceptable and the not acceptable, a regular new Jewish cemetery and the awful 7 October monument. And we see with tears in our eyes that the world accepts the non-acceptable by condemning Israel and by accepting antisemitism. Met deze woorden eindigde ik mijn toespraak gisteren in Porto bij de inwijding van de nieuwe begraafplaats en tegelijkertijd met de onthulling van het monument waarop de namen van allen die op 7 oktober op beestachtige wijze werden vermoord.
Ik benadruk keer op keer dat de meeste slachtoffers van ISIS islamieten zijn. En toen een topper uit onze overheid tegen mij zei, toen we over antisemitisme spraken, dat in Nederland het huidige antisemitisme voor 98% afkomstig is van de in ons land woonachtige moslims, heb ik hem aangegeven dat toen 80% van mijn familie werd vermoord er in Nederland geen enkele moslim te bekennen was, zo schreef ik in mijn dagboek van 7 februari 3 dagen geleden. Ik wil hieraan toevoegen dat daags na 7 oktober ik een telefoontje kreeg van onze Minister van Algemene Zaken, van Gennip, die belangstellend vroeg hoe het met mij ging en mij vertelde dat zowel de Marokkaanse als de Turkse gemeenschap in Nederland de gebeurtenissen van 7 oktober niet acceptabel vinden.
Dinsdag waren we bij de première van de film ‘Rebellie van de hoop’’ en de presentatie van het gelijknamige boek. Het was eigenlijk geen première, maar een geweldige happening. Maar… vooropgesteld dat het een perfecte film was en weergave van de geschiedenis uit de jaren
Deze week wordt voor ons een filmweek.
Er is iets nieuws ontstaan dat er, althans voor mijn gevoel, niet eerder was. Als ik op sjabbat, zichtbaar Joods als ik ben, naar sjoel loop dan is het inmiddels de minhag, het gebruik, dat ik word nageroepen met woorden die geen pijn doen, maar wel pijnlijk bedoeld zijn. Toeterende auto’s met wel of niet openende raampjes die het getoeter begeleiden met schreeuwende Arabische kreten die ik meestal niet eens kan verstaan, behoren inmiddels tot het normaal. Maar nieuw is dat tot voor kort de uitschelders alleen jongens waren, maar sinds sjabbat jongstleden ook Moslima’s mij nastaren en trakteren op boze blikken. Verbale uitingen van haat heb ik nog niet kunnen onderscheiden, maar het is niet gezegd dat die er niet waren, maar gezien de afstand niet door mij werden gehoord. Ik kom in sjoel aan en bij de kiddoesj verneem ik dat ook een andere sjoelganger de eer te beurt is gevallen om sinds zeer recentelijk door jonge Islamitische dames te worden nagescholden. In ieder geval heeft het feit dat ook dames nu naschelden ook een positieve kant. Al jaren probeer ik erop te hameren dat vluchtelingen die we in Nederland binnen laten komen omdat ze in hun eigen land vervolgd worden, voorzien moeten worden van brood, bed en bad, maar ook van een vierde B, namelijk de B van basisnormen. En tot die basisnormen behoort: geen Joden, christenen of medemensen met een andere geaardheid discrimineren. Maar ook afstand nemen van de visie dat vrouwen gebruiksvoorwerpen zijn. Nu dus niet alleen heren, maar ook dames ons Joden naschelden, is dat voor ons niet gezellig, maar wel een positieve stap in de richting van de gelijkwaardigheid van man en vrouw. Een beetje positief denken in een wereld die vaak erg negatief eruitziet, kan geen kwaad!
Het was/is de laatste weken wel veel vliegen, want nadat ik maandag was teruggekomen uit Montreal vertrok ik donderdag in alle vroegte naar Wenen om vrijdagochtend om 8:30 uur weer terug te zijn op Schiphol.
In mijn aanstaande column voor het papieren NIW ga ik in op de zegen en de vloek die social media kunnen brengen. Want het moge dan zo zijn dat als er twitter zou zijn geweest in de Shoa de wereld had kunnen vernemen over de vernietigingskampen, maar mijns inziens zou dat niet veel hebben uitgemaakt, want een berichtje over de gaskamers zou worden weggehoond door duizenden berichtjes die dat ene berichtje of die ene video naar het land der (bloed) sprookjes zouden verwijzen. Maar nog voordat mijn column in NIW 20 is verschenen, worden we naar aanleiding van 7 oktober overspoeld met “aanwijzingen en bewijzen” dat Israëlische soldaten zich schuldig maken aan martelingen van onschuldige Palestijnse gevangenen en verkrachting van Palestijnse vrouwen…
Mijn computer geeft aan in de balk onderaan het scherm: -11 C en lichte sneeuw. U begrijpt dus dat ik waarschijnlijk niet in ons natte kikkerlandje ben. Klopt! Vandaag vliegen we terug naar Nederland na een kleine Montreal-week. Bar-Mitswa van de oudste zoon van onze jongste dochter.