Vanaf zondagavond tot gisteravond, dinsdagavond, 23:00 uur, heb ik vanwege Sjawoe’ot geen Telegraaf en RD gelezen, geen radio geluisterd, mijn laptop niet aangeraakt. En wat gebeurt er? Een kabinetscrisis! Had mijn aanwezigheid, vroeg ik mezelf bijna af, de val van het kabinet kunnen voorkomen? En als het antwoord negatief is, waarom volg ik het nieuws dan op de voet en probeer ik in mijn dagboeken te waarschuwen tegen een samenleving die ziekelijk aan het polariseren is en waar de grap, ‘Wie is er schuldig, de lantaarnpaal of de Jood? Hoezo lantaarnpaal??’ inmiddels helemaal geen grap meer is.
Precies een week geleden was ik, als deelnemer en medeorganisator, met meer dan tweehonderdvijftig Europese rabbijnen in Auschwitz. Maandag en dinsdag in Krakau lezingen en voordrachten over diverse rabbinale onderwerpen en uiteraard kwam het antisemitisme uitgebreid aan de orde. Unaniem werd besloten dat wij, de EU-Rabbijnen, onze posten niet zullen verlaten en alles in het werk zullen stellen om het Jodendom voor Europa te behouden. De conferentie werd afgesloten met een bezoek op woensdag aan Auschwitz-Birkenau met een indrukwekkende herdenking bij het monument vlak bij de gaskamers en de ovens… in aanwezigheid van de twee Israëlische opperrabbijnen.
Een mens is verplicht om G’d te danken even zozeer voor een nare tijding als voor een goede tijding, zo leert ons de Misjna, de Mondelinge Leer. Alles komt uiteindelijk van Boven, ook het onverhoopte negatieve, ook het summum van kwaad, zelfs Auschwitz. Is dat met ons menselijke verstand te vatten? Neen! Maar moet ik dus achteroverleunen en het kwaad de ruimte geven? Het Joodse antwoord op die onmogelijke vraag is een keihard neen! En dat is nou precies de centrale gedachte van Sjawoe’ot, het Wekenfeest. Op Sjawoe’ot gedenken we dat meer dan drieduizend jaar geleden het Joodse volk bij de berg Sinai stond om de Thora van G’d te ontvangen. De Thora leert ons hoe te leven, als mensen onder mekaar en als mens ten opzichte van G’d. Maar voordat de Thora-les begint, wordt de Schepping beschreven. In den beginne schiep G’d de hemel en de aarde (Bereesjiet-Genesis 1:1). De Schepping moeten we aanvaarden, we kunnen begrijpen dat die heeft plaatsgevonden, maar een voorstelling maken van de creatio ex nihilis, hoe en dat onze wereld uit het niets is ontstaan, is een kwestie die het menselijke brein volledig overstijgt. De Thora is ons gegeven als een cadeau van Boven. Een cadeau krijg je, gelijk een erfenis, het komt zoals het komt, je hebt er geen inhoudelijke invloed op. Maar hoe je het geschenk aanvaardt, hoe je ermee omgaat, dat heb je zelf in de hand. Als een mens onverhoopt ziek wordt, dan komt dat van Boven en zal hij het moeten aanvaarden. Maar tegelijkertijd is hij van de Joodse wet, de Halaga, de Thora, verplicht de ziekte te bestrijden en naar de dokter te gaan. Het Auschwitz van toen is niet te vatten en ook het snel oprukkende antisemitisme van nu, is verre van rationeel. Maar laat een ding duidelijk zijn: het kwaad moet bestreden worden, wegkijken is niet aanvaardbaar en accepteren en zwichten voor geestelijke en fysieke chantage al helemaal niet.
De volgende hartenkreet belandde in de inbox van mijn laptop: “Ik schaam me diep, omdat ik zie wat velen niet durven te aanschouwen. Omdat ik voel wat velen wegduwen. Omdat de haat tegen Joden, anno 2025, weer groeit als onkruid in een vergeten veld — openlijk, brutaal en in volle bloei. En bijna niemand lijkt zich daar nog echt druk om te maken. Het raakt me. Het kwetst me. Want dit is niet zomaar iets. Dit is het fundament van onze beschaving dat langzaam afbrokkelt terwijl we collectief doen alsof het niet gebeurt. De vrijheid om te zijn wie je bent, om te geloven wat je wil, om onbezorgd te leven in dit land dat ooit synoniem stond voor verdraagzaamheid — het staat allemaal op het spel. En waar zijn de waakhonden van onze democratie? De media? De scholen? De rechters? De politici? Ze slapen. Of erger: ze werken mee aan de normalisering van haat. Onder het mom van ‘diversiteit’ en ‘begrip’ worden extremen getolereerd, worden daders beschermd en slachtoffers genegeerd. Alles is links. Alles is politiek correct. Alles moet kapot, lijkt het wel. Mijn opa zou zich omdraaien in zijn graf. Hij was Engelandvaarder. Hij zette zijn leven op het spel voor onze vrijheid. Hij vloog als boordschutter door kogels en vuur om te vechten tegen de tirannie van toen. Omdat hij geloofde in iets groters: een vrij Nederland. Een land waarin niemand onderdrukt zal worden, niemand opgejaagd, niemand vermoord om wie hij of zij is. En kijk nu. Hoe wij die vrijheid verkwanselen. Hoe laf het stil blijft als mensen worden uitgescholden, bedreigd of erger, alleen omdat ze Joods zijn. Alsof we niets geleerd hebben. Alsof het niet nog steeds begint met woorden. Maar laat één ding duidelijk zijn. Ik zal nooit zwijgen. Ik zal nooit wegkijken. Ik zal nooit buigen. Ik sta voor de vrijheid van ieder mens in Nederland. Of je nu Joods bent, christen, moslim, atheïst, hetero, homo, zwart, wit of wat dan ook — iedereen heeft recht op vrijheid. Op veiligheid. Op een toekomst. En wie dat niet begrijpt, die is niet meer aan het denken. Die is gehersenspoeld. Geïndoctrineerd door een wereld waarin waarheid niet meer telt, en waar principes zijn ingeruild voor politieke leugens. Maar ik blijf vechten. Zoals mijn opa vocht. Met woorden. Met waarheid. Met moed. Want de vrijheid is te kostbaar om te vergeten. En te heilig om in te leveren voor een slap excuus. Dus ja, ik schaam me. Maar ik laat me niet breken. Vrijheid sterft in stilte. Maar ik ken geen stilte. Ik heb een stem, die ik luid en duidelijk zal laten horen…”
Dank, onbekende schrijver, voor de warme en bemoedigende woorden. Ik zal u volgen en ook mijn stem en mijn woord, waar ik ook maar kan, laten horen. Am Jisraël Chaj – het Joodse volk leeft en zal overleven, ondanks alle tegenstand door de eeuwen heen.

Mijn toespraak bij de onthulling van het bijzondere Joodse monument in Amersfoort had ik echter wel op schrift om te voorkomen dat ik de mij gegeven spreektijd zou overschrijden en vanwege de complexiteit. Want: 1/ ik wil en mag geen paniek zaaien, 2/ dank dienen we te betuigen voor de hulp van bevriende niet-Joden, 3/ de inzet van de kleine Joodse Gemeente moeten we prijzen en 4/ tegelijkertijd mogen we onze ogen niet sluiten voor de realiteit en de consequenties van het weelderig bloeiende antisemitisme dat verkleed is als antizionisme.
Eigenlijk had ik nog een extra dag in Madrid zullen blijven om Toledo te bezoeken, maar omdat ik het gevoel had dat ik niet mocht ontbreken bij “Vier Jom Ha’atsmaoet” van Christenen voor Israël woensdagavond in Katwijk, heb ik mijn ticket gewijzigd en ben ik gisteravond/nacht thuisgekomen, Blouma in Madrid achterlatend. Maandagochtend waren we om 4:15 uur vertrokken en om 10:30 uur zaten we al in ons hotel om deel te nemen aan de conferentie van de EJA, de European Jewish Association, voor bestuurders van Europese Joodse Gemeenten. Het onderwerp was Building or Leaving, decision time for Europe’s Jews, met andere woorden: wel of niet uit Europa vertrekken. De conclusie was nagenoeg eensgezind dat we ons niet weg laten treiteren, maar hoe verder om te gaan met het explosief groeiende antisemitisme was waarover werd gesproken en gedelibereerd.
Laat ik beginnen met het delen van positieve gevoelens over de afgelopen 4 & 5 mei en wat er omheen zit. Zo was ik vanochtend, woensdag 7 mei, in Kampen om op het Hoornbeeck College voor meer dan driehonderd MOB-leerlingen te spreken over antisemitisme. Drie kwartier werd er aandachtig geluisterd, je had een speld kunnen horen vallen, als de vloer van steen zou zijn geweest. En vanavond was ik op Urk (en niet in Urk!) en ontving ik vooraf een whatsapp van Urk’s burgemeester waarin hij mij op voorhand van harte welkom heette en me verzekerde dat er zich geen ongeregeldheden zouden voordoen. Dat er zo’n driehonderd belangstellenden waren gekomen, verbaasde me niet. Maar wat me wel verbaasde was hoe ik mezelf veilig, welkom en bijna helemaal thuis voelde, op Urk. Morgen wordt dan voor mij de afsluiting van herdenken (en vieren??) met eerst ’s ochtends een plechtigheid op het Militair Ereveld Grebbeberg en ’s avonds meelopen met de wekelijkse Amersfoortse Solidariteitsloop/Gebedswandeling voor Israël en de Joodse Gemeenschap. De aftrap was in Ommen op 3 mei met de onthulling van een indrukwekkend monument ter nagedachtenis van de volledig uitgeroeide Joodse gemeenschap. Op 4 mei militair ereveld Loenen en ’s avonds op de Dam bij de Nationale Dodenherdenking. Op Bevrijdingsdag de Nationale Viering in Wageningen (met de inmiddels alom bekende verstoring) en ’s avonds de Nationale en officiële afsluiting van Bevrijdingsdag op de Amstel en in Carré in aanwezigheid van de Koning en Koningin. Waar ik ook was werd ik met meer dan gebruikelijke egards en warmte welkom geheten. Misschien een detail, maar er was bij alle bijeenkomsten voor gezorgd dat ik niet via parkeergarages hoefde te komen maar dat ik dicht bij de entrees mocht aankomen om maar niet langs hagen van oproerkraaiers te hoeven lopen. En overal voor mij en Blouma speciaal aangerukte koosjere maaltijden of hapjes. Pas op: ongevraagd! Het was alsof de bestuurders van Nationaal Comité 4 en 5 mei, van de Oorlogsgravenstichting en andere organisatoren ons duidelijk wilden laten voelen: Jullie horen erbij. Wij staan achter jullie. Weet dat jullie ook vele vrienden hebben. 
die het aangezicht van mijn woonplaats op een paar honderd meter van ons huis meende te moeten bezoedelen en het bestaan van Kamp Amersfoort bijna leek te ontkennen. Zal wel pro-Palestijns bedoeld zijn en dan wordt het natuurlijk getolereerd. Maar de link tussen het huidige Midden-Oosten-conflict en nazi-Duitsland ontgaat me een beetje, hetgeen wel aan mijn beperkte verstandelijke eigenschappen zal liggen. Maar ja, denk ik dan, het hele fenomeen antisemitisme spoort niet, is onlogisch, maar toch bestaat het en mogen alle middelen om dat antisemitisme te voeden worden aangewend, ook als er geen enkel verband bestaat tussen Joden, Palestina en een scala aan etnische groeperingen die waarschijnlijk nog nooit een Jood hebben gezien, maar de Jodenhaat wel met zich meedragen. En wat doet de lokale overheid met deze Reichskriegsflagge? Of die mag blijven hangen of niet wordt aan hogere instanties overgelaten, en ondertussen…de-escaleren! En dus bestuurlijk achteroverleunen.