Dagboek van de Opperrabbijn9 juni 2024

Vallen Joden buiten de discriminatie-boot?

Het was een bijzondere ervaring op Kasteel de Hooge Vuursche in Baarn. Ik doel op de Verbindingsborrel van www.cvandaag.nl  Omdat ik een van de medewerkers ben van cvandaag, de grootste christelijke website van Nederland, was ik ook uitgenodigd. Zo’n tachtig column-schrijvers bijeen. Kritische mensen, maar allen als één man/vrouw achter Israël, althans daar ga ik gemakshalve maar even vanuit, want cvandaag is tegen antisemitisme en staat dus, zo ervaar ik dat, achter Israël. Speciaal voor ons, want mijn Blouma, mijn wandelend geheugen, was uiteraard ook aanwezig, was het een fijn samenzijn, het voelde thuis. Het ‘uiteraard’ is hier nog iets meer ‘uiteraard’ omdat de big boss van cvandaag, Rik Bokelman, een goede vriend van ons beiden is sinds onze Oekraïne-Israël-reis met Christenen voor Israël. En los van deze reis, nog van voor het Coroniale-tijdperk, hebben wij samen “Rab en Rik, twee vrienden over de zin van het leven” gepubliceerd.  (Bij deze, als sluipreclame, van harte aanbevolen).

De Verbindingsborrel was dus warm, vriendschappelijk en vol bemoediging. Mijn vriendje, Gert-Jan Segers, naast wie ik daags tevoren nog uitgebreid had mogen zitten tijdens het Galadiner van de EJA, European Jewish Association, waar hem de prestigieuze King Salomon Award was ten deel gevallen, hield een indrukwekkende lezing, gebaseerd op, zo zou ik het willen omschrijven, een waarheid als een koe. Hij toonde met statistieken aan hoe gevaarlijk de mobiele telefoon is voor de gezondheid van onze huidige jeugd. En toch zwijgen we en laten het gebeuren. Idem, zo bracht Segers, was het met roken. Het was bij ieder bekend welke afschuwelijke schade roken kon aanrichten… en toch lieten we het toe. Hetzelfde, maar dat waren niet de woorden van Segers, kunnen we nu zeggen over de vergrijzing. Iedere malloot had kunnen voorspellen dat het propageren van geboortebeperking uiteindelijk zou leiden tot de gebakken peren van de vergrijzing waarmee we ons heden ten dage geconfronteerd weten.

De Verbindingsborrel, waar mij ook nog werd toegestaan om een paar woorden te spreken, was in een woord: bemoedigend! En toen kwam ik thuis en zag een goed ogende folder op tafel liggen uitgegeven door Discriminatie.nl van de Provincie Utrecht. “Samen voor gelijke behandeling in de provincie Utrecht. Gediscrimineerd of ongelijk behandeld? Melden helpt!” Klinkt goed, dacht ik bij mezelf. Maar na de folder grondig te hebben gelezen, voelde ik hoe ik van het warme bad van de Verbindingsborrel, onder een ijskoude douche belandde. Zes discriminerende situaties werden in de folder benoemd: seksuele geaardheid;  een hulphond die een restaurant niet in mag;  een donkere huidskleur; na zwangerschapsverlof je baan gewijzigd zien; leeftijdsdiscriminatie;  een moslima die vanwege haar hoofddoekje onjuist wordt bejegend. Maar, zo vroeg ik mezelf verbaasd af, waarom geen woord over antisemitisme? Bestaat dat niet in de Provincie Utrecht? Valt het in het niet bij andere vormen van discriminatie? Was de maker van de folder bang om het antisemitische beestje bij de naam te noemen? Of valt Jodenhaat niet onder discriminatie? Beste dagboekenier: u mag het zeggen, want ik weet het werkelijk niet. Maar het voelt niet goed.

De sjabbat ligt inmiddels alweer bijna een etmaal achter ons. Even was ik weg van alles. Segers, u ziet dat ik erg goed naar zijn inleiding heb geluisterd, gaf aan dat hem als politicus de aanvallen van links, rechts, voor en achter niet echt raakten want het was een onderdeel van het politieke spel van de politiek.  Overigens vinden we de politieke spelletjes niet alleen in de politiek. Ook in bedrijfswereld speelt de politiek een essentiële rol.  Wat dacht u van ziekenhuizen? Van de kerk? En soms zelfs speelt er in de rabbinale wereld ook politiek, omdat men de Eeuwige vergeet en de IK de afgod is geworden. Segers gaf aan dat aanvallen van buitenaf makkelijker te accepteren zijn dan aanvallen vanuit de eigen beweging, door de eigen mensen. En toch: we staan aan de vooravond van Sjawoe’ot, het Wekenfeest, de dag waarop Mozes de berg Sinai beklom en G’d naar beneden kwam. Het huwelijk was ontstaan tussen het Boven en het beneden.  De Tien Geboden en de totaliteit van de Thora werden in een woestijn gegeven, waarmee de Eeuwige aangaf dat juist in een woestenij, in een plaats waar het best lastig is om Hem te dienen, juist daar bereikt de Thora zijn doel, juist daar ligt onze opdracht. G’d heeft een wereld gemaakt vol valkuilen en verleidingen. Waarom? Waarom überhaupt een Schepping? Had en heeft de Eeuwige ons nodig?

Ik weet alleen dat G’ds wegen voor ons begrensde mensen ondoorgrondelijk zijn. En dus is het stellen van de waarom-vraag een verkwisting van tijd en energie. Waarom antisemitisme? Ik zou bijna antwoorden met een wedervraag: waarom niet?

De Thora is in een woestijn gegeven en daar in die woestijn werden onze voorouders geacht die Thora na te leven. Hetzelfde geldt voor ons: enerzijds acceptatie. Maar tegelijkertijd niet achteroverleunen! Keihard bestrijden wat er te bestrijden valt.

En dus spreek ik luidkeels mijn verbazing uit dat in de perfecte aansprekende en noodzakelijke folder tegen discriminatie, wij Joden buiten de discriminatie-boot vallen.  Maar gezien de folder ‘van buiten’  komt en intern ik juist de eenheid dankzij 7 oktober zie groeien, laat ik het maar voor wat het is.

De telefoon gaat. Een mij onbekende man uit de USA. Een vriend van hem is opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis ergens in Nederland. Of we kunnen helpen. We gaan aan de slag.

Dagboek van de Opperrabbijn 5 juni 2024

Maandag en dinsdag was de jaarlijkse conferentie van de EJA, Europe Jewish Association. Een kleine tweehonderd bestuurders uit Europa kwamen twee volle dagen bijeen in Hilton-Schiphol om te spreken, te luisteren, te discussiëren over alles dat van doen heeft met het omgaan, voorkomen en uitschakelen van antisemitisme.  In de eerste paneldiscussie hield Stefan Hansel, de Hamburg Antisemitism Commissionair, de aanwezigen voor dat assimilatie een grotere bedreiging is voor het Europese Jodendom dan antisemitisme. Met andere woorden: bestrijden, voorkomen en omgaan met het huidige antisemitisme is prima en noodzakelijk, maar we dienen te beseffen dat assimilatie een grotere bedreiging vormt en dus, zo vervolgde hij zijn ietwat onverwachte betoog, moeten we primair investeren in het versterken in het geheim van onze existentie: Thora en Traditie. Even, beste dagboek-lezer, voor de goede orde, er was hier geen rabbijn aan het woord en de conferentie was uitsluitend bedoeld voor bestuurders! Ik nam dan ook niet deel als rabbijn (hoefde mijn rabbinale positie nog net niet te verbergen!), maar als voorzitter van het comité dat zich bezighoudt met het bestrijden van antisemitisme in Europa, mocht ik participeren.

Wat u nu aan het lezen bent (hopelijk) is mijn dagboek en niet een verslag van de twee dagen durende bijeenkomst en daarom beperk ik me hier tot indrukken die me bijbleven. Zoals bijvoorbeeld de woorden van Tomer Reuveni, hoofd van de Antwerpse BLeW. Of hij orthodox-Joods leeft, weet ik niet, maar zijn inbreng was geweldig. Niet zozeer zijn technische verhaal over beveiliging en zelfverdediging, maar zijn tolerantie, omgang met de medemens. De Chassidische gemeenschap in Antwerpen, zo hield hij ons voor,  is 24/7 zichtbaar Joods en hun synagogen zijn ook zo’n beetje 24/7 in gebruik. In plaats van de chassidische gemeenschappen als tegenstanders te beschouwen, benadrukte hij de noodzaak om je in te leven in hun manier van doen en laten om zo eenheid te creëren, medestanders te maken.  Gelijk assimilatie-bestrijding belangrijker is dan de bestrijding van antisemitisme, zo ook is achdoet-éénheid, essentieel voor het Joodse volk om te overleven, was zijn boodschap.

Naast mij, tijdens een van de panels, zat een Italiaanse bestuurder die mij erop attendeerde dat je in feite geen Joden nodig hebt om antisemiet te zijn.  Haat is gewoonlijk het gevolg van een negatieve ontmoeting, maar antisemitisme ontstaat vaak ex-nihilo, zonder onderliggende oorzaak en reden. En dus, lernde mijn Italiaanse buurman, is het lastig te bestrijden.

Tijdens het perfect georganiseerde Galadiner werden korte filmpjes vertoond waarin het wijdverbreide gif van het antisemitisme en antizionisme, gewoon bij ons om de Europese hoek, keihard zichtbaar werd gemaakt. Maar tegelijkertijd werd duidelijk wie onze vrienden zijn die door dik en dun voor en achter ons zullen blijven staan. Gert-Jan Segers werd geëerd met de King Salomon Award voor zijn tomeloze inzet tegen antisemitisme en voor Israël.  Mirjam Bikker riep op om gelijk koningin Ester op te staan, niet achterover te leunen.  En onze Premier Mark Rutte gaf aan in zijn video boodschap dat antisemitisme ook in Nederland aanwezig is en keihard bestreden moet worden. Die bestrijding “starts with not looking away” was zijn boodschap aan de deelnemers van de EJA-conferentie. Toen Ds. Frank Heikoop, voorzitter van Christian for Israel International, zijn toespraak had beëindigd ontstond er spontaan een langdurige staande ovatie. Het was zichtbaar dat bestuurlijke vertegenwoordigers enthousiast verrast en dankbaar waren voor de enorme steun die “onze” Christenen voor Israël met zoveel overgave geven. Niets is hun te veel, geen tijdstip een probleem en 24/7 staan ze klaar om op te komen voor Israël en de Joodse gemeenschap in Europa. Ook de ambassadeur van Israël benadrukte dit in zijn toespraak.

De conferentie (ben ik nu toch een verslag aan het schrijven?) eindigde met een bezoek aan het Joods Cultureel Kwartier. In de bijna 350-jarige Esnoga werden we opgewacht door de voorzitter (met zwarte hoge hoed) van de PIG, David Samama, die ons allen welkom heette en ons een kort kijkje gaf in de geschiedenis van de Portugese Joodse Gemeenschap. Een indrukwekkende en emotionele bijeenkomst in de Hollandsche Schouwburg, markeerde het einde van de conferentie, althans voor mij, want ik moest mij naar Antwerpen spoeden om nog net, dinsdagavond en woensdag, aanwezig te kunnen zijn bij de dayanim-conferentie van de RCE (Rabbinical Center for Europe). Overigens moest ik woensdagochtend alweer, en dus voortijdig, terug naar huis omdat ik om 14:00 uur met de vertegenwoordiger van de Israëlische Ambassade in het IPC, Israël Producten Centrum, de tentoonstelling  “Israël onder de loep” mocht openen.

Vanavond had Blouma online vergadering van Stichting Hebreeuws en werd ik gefilmd voor een interview met Boete en Verzoening, de vrijwilligers die al vele decennia de Joodse begraafplaatsen opknappen en fatsoeneren.

Morgen stemmen voor het Europese Parlement, een gesprek in Amsterdam met het JBO, Joods Bijzonder Onderwijs, en dan gaan we, Blouma en ik, naar Kasteel de Hoge Vuursche in Baarn voor een verbindingsborrel voor de medewerkers van www.cvandaag.nl . Dit is de grootste christelijke website van Nederland, die braaf al mijn dagboeken op hun site plaatst en dus is het niet meer dan netjes dat we aan die verbindingsborrel deelnemen. Het begint om 16:30 uur en zal eindigen om 20:45 uur. Van de honger zullen we niet omkomen want speciaal voor Blouma en mij worden koosjere hapjes rijkelijk, naar ik verwacht, ingevlogen.

Inmiddels is het al redelijk laat en ga ik een uiltje knappen. Een uiltje dat zomaar kan ontaarden in een flinke uil.

Dagboek van de Opperrabbijn 2 juni 2024

Binyomin Jacobs, rabbijn van Urk

 Donderdag een fijn en opbouwend gesprek/vergadering gehad met de VGVZ- Vereniging voor Geestelijk Verzorgers in de Gezondheidszorg. Hoewel ik al meer dan tien jaar niet meer mag werken in het Sinai Centrum omdat ik met de pensioengerechtigde leeftijd moest stoppen (is dat niet leeftijdsdiscriminatie?), ben ik nog wel voorzitter van de piepkleine Joodse Sector van de VGVZ. Doel van het gesprek was om ervoor te zorgen dat Joden met een gerust hart, als ze onverhoopt gebruik moeten maken van de Nederlandse Gezondheidszorg, niet bevreesd hoeven te zijn dat de verpleegster met hoofddoekje gaat knoeien met de medicatie in opdracht van haar heilige religie. Ik denk (of hoop ik?) dat deze angst onzin is, maar bij enkelingen leeft deze zorg wel. En dus vind ik dat ik hieraan iets moet doen. En dus die vergadering en binnenkort een schrijven vanuit het secretariaat van de VGVZ met een duidelijke boodschap aan alle geestelijk verzorgers in Nederland vanuit alle religies om alertheid te betrachten en ervoor te zorgen dat Joodse patiënten niet bezorgd hoeven te zijn dat hun verkeerde medicatie wordt aangereikt of ingespoten! Nogmaals, natuurlijk ben ik ervan doordrongen dat die zorg overdreven is, maar ook al is er maar één enkele patiënt die (ten onrechte, naar ik hoop) onder deze zorg lijdt, dan nog is het er één teveel.

Verder een openhartig gesprek gehad met een redelijk hoge topper uit onze samenleving die in alle openheid aangaf wel een oordeel over Israël te hebben, maar eigenlijk totaal geen inzicht en weet heeft waarop dat (uiteraard) negatieve oordeel gebaseerd is.

Sjabbat was rust. Gelernd. Goed gevulde sjoel. Niemand probeerde de zijdeur in te trappen (en dus voor niets camera’s aangeschaft). Mooie kiddoesj – bijeenkomst. Maar na de sjabbatrust, na nacht dus,  kreeg ik een telefoontje van een jongeman van eind twintig. Sjabbat was voor hem een catastrofe geworden. Met bibberende benen en trillende stem had ik hem aan de telefoon. Vrijdagavond, toen hij na de sjabbat-maaltijd vanaf het huis van de rabbijn, waar hij te gast was geweest, terugliep naar zijn huis, doken er onverwachts drie mannen op uit een donkere zijstraat en bleven achter hem lopen. Het was pikdonker, nauwelijks straatverlichting.  De mannen hadden een niet-Nederlands uiterlijk en spraken met een accent. “Wat zullen we vanavond gaan doen?”, vroeg een van hen. Waarop een ander antwoordde: “laten we Joden in mekaar gaan rammen…”.  Het was er niet van gekomen, maar onze Joodse twintiger had voor het eerst van zijn leven, zo gaf hij aan, doodsangsten uitgestaan. (Plaats en gegevens van deze jongeman bij de redactie van dit dagboek bekend. De gegevens van de drie duistere figuren zijn bij de redactie onbekend, maar dat maakt weinig uit, want ook als het wel bekend zou zijn, dan nog zou e.e.a. niet gebruikt kunnen worden, omdat de drie uiteraard zouden ontkennen.) De Joodse man heeft geen aangifte gedaan, want dat zou zinloos zijn omdat hij niet in mekaar was geramd.

Maar niet alles in dit dagboek is in mineur. Vijftig jaar Cheider! Een geweldig feest was het vandaag, zondag. Ongelofelijk dat het Cheider ondanks de vele in- en externe aanvallen overeind is gebleven. Een wonder! Het 50-jarig bestaan werd gevierd met een reünie. Voormalige leerkrachten, voormalige bestuurders (waarvan ik er een was), huidige schoolleiding en kinderen, toespraken, niet-Joodse vrienden van het Cheider,  geschiedenis van het Cheider, een overvloed aan snackjes en als klap op de vuurpijl: het kinderkoor o.l.v. leerkracht en dirigent Osher Kluwgant (toevallig mijn aangetrouwde kleinzoon).

Na dit warme Cheider-bad kwam ik met een dankbaar en voldaan gevoel thuis. Het was mooi, het was goed. Gelijk het Joodse volk door de eeuwen heen alle omringende en bedreigende culturen weet te overwinnen, zo ook weet het Cheider met duidelijke hulp van Bovenaf te blijven bestaan. Maar thuisgekomen wachtte mij geen warm bad, maar een hete douche!

Een e-mail van een goede vriend die mij even wilde laten weten dat op 16 mei de gemeenteraad van Urk ter vergadering bijeen was gekomen en besloten had om volledig achter Israël te gaan staan en dat  iedere Jood in Nederland, die in zijn woonplaats te maken heeft met antisemitisme en zich gewoonweg bedreigd voelt, meer dan welkom is om zich op Urk te vestigen! Ondertekend door alle Urkse politieke partijen.

Ja, Urk is klein, maar het aantal Joden is in ons land dermate laag, dat het oprichten van een Joodse wijk op Urk zeker het overwegen waard is. Urk had nooit een synagoge, maar die zullen ze binnen een mum van tijd bouwen. Een mikwa (ritueel bad) is op het voormalige eiland ook zo uit de zee gestampt. Wij hebben thuis een Thora, die we uiteraard meenemen.

Geen gek idee om nu al officieel een Joodse Gemeente Urk op te richten.  Ik  hoop wel  dat ik van deze nieuwe gemeente de eerste Opperrabbijn mag worden. Zal ik vast nieuwe visitekaartjes laten drukken?

Dagboek van de Opperrabbijn 29 mei 2024

Ik was weer eens onderweg. Nu ging de reis naar Malaga. ‘Die geniet maar’, hoor ik u denken. Nou dat viel wel mee, want om 3:30 was ik opgestaan, om 4:30 uur stond de taxi voor de deur, want mijn vliegtuig naar Charles de Gaulle had om 6:45 uur zullen vertrekken. In CDG zou ik dan overstappen naar een toestel dat me naar Malaga zou brengen. Maar omdat, zoals het werd aangekondigd,  “de cockpit niet aanwezig was”, zou er een vertraging zijn van een kwartier. In eerste instantie begreep ik het probleem niet helemaal want we zagen het vliegtuig en alles zat eraan: de vleugels, de wielen, de romp en ook de cockpit! Toen er na vijftien minuten werd omgeroepen dat de nieuwe cockpit was opgeroepen en onderweg was, werd het me duidelijk dat het om de inhoud van de cockpit ging, de piloten. Nou moest ik dus in Parijs overstappen in een vliegtuig naar Malaga en dus zat ik niet in de cockpit, maar in de piepzak want er was minder dan een uur overstaptijd. Om een lang overstap-verhaal kort te houden: Ik heb het vliegtuig gehaald in Parijs met dank aan mijn hard kunnen hollen. Aangekomen om 11:20 uur in Malaga en om 17:30 uur weer terug met een rechtstreekse vlucht naar huis. De hulp en het meedenken van KLM was heel erg subliem. Ze hadden een terugvlucht gereserveerd om 10:15 uur voor het geval ik de aansluiting zou missen in Parijs. Een rechtstreekse vlucht vanuit Amsterdam naar Malaga voor me geboekt en voor de volgende ochtend een retourvlucht.

Maar even terug naar het cockpit-misverstand. Als ik een doosje heb en in dat doosje bewaar ik een gouden horloge, dan is dat doosje een sieradendoosje. Als ik in datzelfde doosje rotzooi deponeer, dan is dat doosje een vuilnisvat. Met andere woorden: de cockpit maakt geen piloot, maar de piloot maakt het voorste deel van het vliegtuig tot cockpit! Zo is het ook met ons hoofd: het draait om de inhoud die we erin stoppen.

Ik was dus in Spanje. Een collega rabbijn heeft een aantal mensen in zijn Joodse Gemeente die Joods willen worden. Serieuze gioer-kandidaten. Zelf wil hij de gioer niet doen omdat hij emotioneel zeer betrokken is bij de kandidaten en dus werd ik van de Europese rabbinale stal gehaald. Ik had ze ontmoet en een zeer goede indruk gekregen. Maar toch, want uiteindelijk ben ik verantwoordelijk voor de gioer, wilde ik hun entourage zien, hun huis. Want hun huis verraadt hun inbreng, of netter en positiever uitgedrukt: de uitstraling van het huis toont hun inzet.

Nadat ik de kandidaten had ontmoet in Brussel in het kantoor van de RCE-Rabbinical Center of Europa van waaruit ik werkzaam ben voor dit soort aangelegenheden, en een positieve indruk had gekregen, wilde ik alvorens tot gioer over te gaan een kijkje nemen in dat huis, met mijn eigen ogen zien wat hun rabbijn aan mij probeerde duidelijk te maken. Want een huis is met dat doosje vergelijkbaar. De inhoud bepaalt de status, het aangezicht. Wat straalt hun huis uit?

En als ik dan toch al daar was…want zo gaat dat. Vier uur Malaga, scherpe tijdsbeheersing, en ervoor zorgen dat verstand, voorzien van een vleugje emotie, de baas in mijn hoofd is en niet de emotie heerst en het verstand gebruikt wordt om de emotie ten uitvoer te brengen.

Vandaag was bijna de hele dag e-mails beantwoorden, telefoontjes plegen, teksten voor grafzerken maken en tot mezelf komen want die Malaga-dag moge dan wel erg vakantie-achtig klinken, het was eigenlijk te veel.

Ondertussen druk bezig met de voorbereiding voor de EJA-Conferentie maandag en dinsdag aanstaande. Sprekers uit binnen- en buitenland, maaltijden, Galadiner, panels, media-aandacht en: beveiliging!

Triest dat er geïnvesteerd moet worden aan uitgebreide beveiliging. Ondertussen mag u mij feliciteren. Zoals u weet vindt de Brit Mila, de besnijdenis, plaats op de achtste dag. Waarom niet op de zevende of de negende? Of pas na een jaar? De reden is o.a.: zeven wijst op het aardse, de zeven dagen van de week, het rationalisme. Acht is zeven plus één en wijst daardoor op al hetgeen ons verstand te boven gaat. Waarom beveiliging? Waarom (opkomend) antisemitisme? Waarom al die ellende? Waarom niet gewoon in vrede met elkaar leven?

Morgenochtend komt een videoploeg van de SGP. Ze willen mij een paar vragen stellen en mijn antwoorden in hun verkiezingscampagne gebruiken. En daarna een persoonlijke kennismaking bij mij thuis met de nieuwe directeur van de Oorlogsgraven Stichting, om vervolgens een vergadering te hebben, als Joodse afdeling, met het bestuur van de VGVZ, de Vereniging van Geestelijk Verzorgers in de Gezondheidszorg. Voornaamste reden van deze bijeenkomst is de zorg over de inmenging van de Gaza-Israël politiek in onze eigen Nederlandse Geestelijke Verzorging en Ziekenhuiswereld, waardoor zieken, vaak honderd procent afhankelijk van de zorginstelling, angstig worden, terwijl juist de zorginstelling veiligheid moet bieden.

Nog een paar telefoontjes, een kapotte lamp in onze badkamer en telefonisch onderhoud met een van mijn Joodse Gemeenten die, als een van de zeer weinige, het met hun toelatingsbeleid van nieuwe leden niet zo nauw nemen. En zo kan het gebeuren dat we ooit ergens een voorzitter van een Joodse Gemeente hadden, die vanaf dag één dat hij zich meldde als lid van de Joodse Gemeente, zich beklaagde dat we, het Opperrabbinaat, niet snel genoeg uitsluitsel konden geven over zijn Joodse status, terwijl het toch duidelijk was dat zijn moeder volledig Joods was en begraven ligt op de Joodse Begraafplaats in Londen. Na twee jaar rabbinaal detective onderzoek heb ik kunnen aantonen dat zijn moeder niet in Londen ligt begraven, ook niet op een niet-Joodse begraafplaats, maar gecremeerd was in Nederland en net zo Joods is als de poes van mijn buren. Toch wel gezellig zo’n rabbinaal baantje, over saaiheid niet te klagen.

O ja, we hebben er twee nieuwe camera’s bij, hetgeen de camera(tussen?)stand op acht brengt. Zelfs als iemand via de lucht met een parachute zou invliegen, dan nog wordt zijn entree vastgelegd, gaat alarm meteen luidkeels af, wordt meldkamer ingeschakeld en zijn de eerste politiemotoren al onderweg. Toch wel gezellig in Joods.nl

 

Dagboek van de Opperrabbijn 26 mei 2024

De oproep vanuit de landelijke en lokale  Overheid is vrij duidelijk: spreek met elkaar! Zonder dialoog kom je er nooit uit. Ik ben het volledig hiermee eens, maar… Wat als niemand met je wil spreken?

Hoewel ik slechts een simpele rabbijn ben, begin ik toch te geloven dat ik naast rabbijn ook profeet ben. In mijn dagboek van 15 mei schreef  ik:

In mijn woonplaats, is er een initiatief genomen vanuit B en W. “Voel jij je thuis in de stad?” Het uitgangspunt is dat er gesproken moet worden, de dialoog. De wethouder die dit begeleidt doet dit met overgave en absoluut met de beste bedoelingen. Maar gaat het werken? Zelfs als er ook moslims komen opdraven, dan zullen dat de moslims zijn waarmee ik geen probleem heb. Ik niet met hen en zij niet met mij. Maar het gesprek moet zijn met de schurken die uitsluitend met gezichtsbedekking het gesprek willen voeren. Dit soort ‘studenten’ zal echter bij het goedbedoelde theekransje niet verschijnen. Ik verwacht een opkomst van zo’n vijf Joden en hooguit twee moslima’s.

Donderdag jl. vond deze bijeenkomst plaats. Omdat ik een lezing mocht geven voor zo’n 200 belangstellenden in Harskamp, nam Blouma mijn honneurs waar bij “Voel jij je thuis in de stad”.  En zie, vanuit de Joodse Gemeenschap waren er vijf dames aanwezig en van de kant van de moslims precies de door mij voorspelde twee zichtbare moslima’s, die overigens niet aanwezig waren als deelnemers, maar werkzaam waren bij de zaal waar de bijeenkomst plaatsvond. Even voor de goede orde: Blouma had mijn profetie niet van tevoren gelezen, ik heb de getallen niet gecontroleerd, maar dit is wat ze mij na afloop liet weten. Dus ga er maar vanuit dat ik inmiddels profeet-rabbijn ben geworden. Overigens was het wel een goede bijeenkomst, want er waren naast de vijf – twee , vele deelnemers met een christelijke achtergrond. Een jongerenwerkster die door de Gemeente was ingehuurd, gaat met mijn Blouma een afspraak maken om te kijken of zij met de anti-Joodse jeugd iets kan bereiken. Dat is dus goed. Nu dus hopen dat zij die niet willen spreken, toch bereid zijn te luisteren. Maar ik heb er een hard hoofd in, omdat, zoals Amsterdams hoofdcommissaris Paauw dat zo treffende verwoordde: de sleutel om het gezin binnen te komen zoek is.

Net toen ik me afvroeg of mijn waarschuwende geschrijf nog wel zinvol is , ontving ik van mijn schoondochter bijgaande  wijsheid:

En gezien het mij nog lang niet ontbreekt aan enthousiasme, ga ik verder met de strijd tegen Jodenhaat en iedere vorm van onrecht en onethisch gedrag.

De bijeenkomst in Harskamp voor de Mannenavond in de Hervormde Kerk was als een warme douche. Allemaal vrienden van Israël. Overigens ook vriendinnen, want ook de dames en zelfs jonge kinderen, waren aanwezig. Het voelde als een thuiswedstrijd, maar dan zonder strijd.

Vandaag, zondag, is het Lag Ba’omer, de drieëndertigste dag van de Omer. In de periode tussen Pesach en Sjawoe’ot (Wekenfeest) tellen we de dagen. Nadat de Joden Egypte hadden verlaten trokken ze richting de berg Sinai om daar op de vijftigste dag na de Uittocht de Thora van G’d te ontvangen. En met die ontvangst was het Joodse Volk als volk ontstaan. De drieëndertigste dag heeft een speciale betekenis omdat er in latere tijden in deze periode een sterfte was ontstaan onder de leerlingen van Rabbi Akiva. Op de drieëndertigste dag hield die sterfte op. De reden van die sterfte had te maken met gebrek aan wederzijds respect. Niet naar elkaar luisteren, weigeren je in de gedachtewereld van de ander te verplaatsen. De link naar het heden is eenvoudig gelegd, helaas.

En omdat het vandaag Lag Ba’omer is worden er, ook in ons koude kikkerlandje, BBQ’s georganiseerd. Wat het een met het ander te maken heeft, kan ik zeker uitleggen maar zal nu teveel van uw lezersgeduld vergen. Dus vermeld ik alleen dat we om 12:30 uur in Almere waren voor de BBQ van Joods Flevoland en daarna in de steeg voor de synagoge van de Joodse Gemeente Amersfoort, ook weer voor een BBQ. We hebben vandaag dus heel wat afge-BBQ-d. Amersfoort had, om het gesprek met de brede samenleving op gang te krijgen, een Straat-BBQ georganiseerd.

Iedereen uit de buurt was dus welkom. En dat was wonderwel gelukt. Ook de burgemeester en de wethouder waren gekomen. Helaas ontbraken uiteraard de mensen die niet met ons in gesprek willen en die ons naschelden.  Maar, en ik blijf het maar herhalen, voor een dialoog heb je minstens twee nodig. En die tweede ontbrak dus zichtbaar. Dus daaraan moet en gaat gewerkt worden.

Omdat rabbijn Mendel Cohen, de (voormalige) rabbijn van Mariupol, nu in Israël woonachtig is en zich inzet voor de opvang van Joodse Oekrainers, wil hij dat ik naar Israël kom voor een sjabbat om met zijn mensen, van wie ik velen ken van voor de Rusland-Oekraine oorlog, een paar dagen te spenderen. Ik dus naar www.klm.nl om de prijzen van tickets te bekijken en wat schetst mijn  verbazing: KLM stopt (tijdelijk?) de vluchten naar Israël. Mijn KLM!?  De officiële reden is vanwege onrust. Ik hoop dat die reden klopt, maar ben bevreesd dat wellicht onder druk van bepaalde kringen de KLM gedwongen wordt (zoiets heet chantage!) Israël te mijden. Is de volgende stap dat ELAL niet meer mag landen op Schiphol? Kan ik dadelijk als ik naar de USA vlieg geen koosjere maaltijd meer krijgen? Ik ben moe en dan kan ik vaak niet meer zo goed denken en krijgt het doemdenken in mijn hoofd de overhand.. Nooit aan dit soort negatieve gedachten toegeven, zeg ik keihard tegen mezelf.

Een goede week!

Dagboek van de Opperrabbijn 22 mei 2024

v.l.n.r. Bestuurder van christenen voor Israël, Pim van der Hoff, de burgemeester van Sderot, Alon Davidi en OR Jacobs

Na meer dan zeventien uur onderweg te zijn geweest, waren we, bijna uitgeput maar met een intens goed gevoel, weer thuis. In de vroegere jaren van mijn rabbinale baantje, zat ik dan een paar uur de post door te nemen. Ik hoef nu bijna niets meer door te nemen, want ik was dan nu wel als het ware een kleine week weg van mijn kantoor, maar mijn kantoor was alleen diep in de nacht gesloten. De rest van de dag en nacht lag mijn kantoor of op tafel of, als ik het kantoor niets meer te bieden had, in het kluisje van onze hotelkamer. En toch was er meer post dan gewoonlijk. Zorgvuldig uitgekozen kaarten met bemoedigende woorden, citaten uit de Thora, uit Tehillim-Psalmen of een Joodse zegswijze uit de achttiende eeuw toegedicht aan de Ba’al Shem Tov: Vergeten is ballingschap, gedenken verlossing. Als ik u dan vertel dat deze zegswijze is gebracht door een topper in ons Nederlandse rechtsbestel, dan geeft mij dat als eenvoudige Nederlandse burger toch weer moed. En die moed kan ik wel gebruiken, want soms word ik er moedeloos van.

Het is toch niet te filmen dat in de Uilenburger sjoel (hartje uitgeroeide Amsterdamse Jodenbuurt) een waardige bijeenkomst had moeten plaatsvinden, waar ook ik een bijdrage aan had zullen leveren, om vervolgens te vernemen dat een van de sprekers de gore moed had om zijn toespraak te beginnen met een introductie die niets te maken had met Yad Vashem. Ik spreek wellicht voor u een te cryptische taal. Laat ik het uitleggen en het beestje bij zijn naam noemen:

De Stichting Vrienden van Yad Vashem Nederland organiseerde op 15 mei een Symposium onder het motto HERDENKEN = NIET VERGETEN! In het programma stonden toppers uit onze Nederlandse samenleving als sprekers aangekondigd. En wat gebeurde er?

 

Eén van de sprekers was Martijn Eickhoff, directeur van het NIOD (Nederlands Instituut Oorlog Documentatie). Tegenwoordig onderzoekt kennelijk het NIOD niet alleen meer de Holocaust, maar alle genocides in de wereld. Dat bracht Eickhoff ertoe om zich publiekelijk te verontschuldigen dat hij liever niet op deze dag gesproken had, want het was de Nakba-dag. De dag van de catastrofe die door de Arabieren herdacht wordt wegens de oprichting van de Staat Israël en de vlucht van 600.000 Arabieren naar andere Arabische landen. Het gedenkcentrum van Yad Vashem in Israël staat, volgens zijn zeggen, op Arabisch grondgebied en de regeringen van Israël gebruiken de Holocaust voor politieke doeleinden. Ook ligt er nog een “gefundeerde aanklacht van genocide” tegen Israël. Allemaal onderzoekwaardig voor Eickhoff.

Natuurlijk mag de NIOD-directeur een mening hebben, en zelfs een afwijkende, maar zijn vergoelijken van de zogenaamde Gaza-oorlog op deze plaats en dan ook nog ten overstaan van o.a. overbezorgde Nederlandse Joden, is, op z’n zachts uitgedrukt,  een “gotspe”.

Gelukkig was deze NIOD-directeur niet zo goed te verstaan, naar ik begreep, en waren de andere bijdragen van hoog niveau. Mijn plaatsvervanger, Rob Oudkerk, heeft het geweldig gedaan, naar ik van verschillende kanten heb vernomen. Dank Rob, voor je bereidheid om een half uur plaatsvervangend-opperrabbijn te zijn! Wie had dit ooit kunnen bevroeden!

 

Inmiddels is het wel bekend dat ik niet zoveel slaapbehoefte heb, maar na mijn vlucht van Puerto Rico naar Atlanta, drie uur overstaptijd, vervolgens meer dan acht uur Atlanta-Schiphol en dan Schiphol-Amersfoort (niet per vliegtuig) was ik wel toe aan een redelijk uiltje-knappen. Dat uiltje diende zich ongeorganiseerd aan toen ik even op de bank zat te zitten. Enfin, na een paar uur werd ik wakker uit een droom. Nou behoort dromen niet tot mijn dagelijkse bezigheden, naar ik vermoed, maar nu dus wel. En wat was de droom waaruit ik ontwaakte?  Ik moest naar Schiphol. Dat deed ik, zoals bijna altijd, met Taxi-Boute. Vast laag tarief en altijd op tijd. Maar nu lag er een probleem. Afgezette straten. Nagejouwd. Stenen gegooid. Barricades. En toch heb ik netjes op tijd zonder vertraging en zonder ook maar een krasje op de auto, Schiphol bereikt. Waarheen ik zou vliegen weet ik niet, want net voor aankomst bij de Vertrekhal werd ik wakker.

Fijn, dacht ik, dat er ondanks het antisemitisme, ik toch zonder kleerscheuren veilig Schiphol wist te bereiken. Hoewel ik dus niet zo erg in dromen geloof en bijna nooit droom, gaf de droom me toch wel moed…

 

Wakker zijnde meteen aan het werk. Er ligt een respectabel aantal verzoeken van individuen en van Joodse Gemeenten voor Rabbinale verklaringen. Dat zijn dus verklaringen van mij dat de betrokken persoon Joods is. Zo’n verklaring is vereist om als immigrant Israël binnen te kunnen komen op grond van de Wet op de Terugkeer met de daaraan gekoppelde uitkeringen etc.

Ook verscheidene Hebreeuwse teksten voor matsewot-grafzerken controleren of geheel vervaardigen, liggen (rustig) te wachten.

Maar ik was  dus niet zo rustig  want ik was door rabbijn, collega en  vriend Lody van de Kamp uitgenodigd  voor een gesprek met minister van Gennip in de Gerard Dou sjoel in Amsterdam  om te delibereren over, u raadt het al, antisemitisme. Daarna naar IPC, Israël Producten Centrum in Nijkerk, gespoed, alwaar de burgemeester van Sderot een groot en aandachtig gehoor heeft toegesproken. We kennen elkaar uit het Heilige Land en van een vorig bezoek in Nederland. Het is nu te laat om zijn (helaas) indrukwekkende woorden hier te herhalen. Houdt u tegoed, als ik het niet vergeet, voor mijn volgende dagboek.

O ja, voor vertrek naar de Gerard Dou sjoel had ik tijd ingeruimd voor mijn snel- wandelingetje. Keeps me strong en schijnt beter te werken dan kalmeringspilletjes, die ik dan dus ook niet gebruik.

 

Dagboek van de Opperrabbijn 19 mei 2024

De Baäl Sjem Tov leert ons dat alles dat een mens ziet of hoort een aanwijzing bevat hoe hij in het leven moet staan en de Eeuwige dienen. Aan deze wijze les moest ik denken toen ik vorige week op een zeilboot op de Oceaan naar het toilet ging, een gevaarlijk trapje moest afdalen en toen pijnlijk opliep tegen een bordje met daarop de tekst “Watch your Head”.  Welke les moet ik hieruit leren, voor als ik ook niet op een zeilboot zit? Oppassen om niet je hoofd te stoten, een onjuiste beslissing te nemen, even de verkeerde kant op te kijken.

De veroorzaakte schade bleef beperkt tot een builtje. De zeilboot bleef de juiste koers volgen. Maar hoe vaak gebeurt het dat door een onvriendelijke blik of een misplaatste opmerking een medemens zwaar wordt beschadigd? En wat met een verkeerde opvoeding? Een van mijn voormalige bestuurders, een trouwe lezer van mijn dagboeken, attendeerde mij erop dat mijn voortdurende roep om holocaust-educatie in het onderwijs niet zo zinvol is als kinderen vanaf de prille jaren thuis worden groot gedrild met anti-Joodse denkbeelden. Een inkerving in een heel jong stekje maakt voor de toekomst een bijna onherstelbare kreupele boom!

Bij de afsluiting van Bevrijdingsdag was ik toevallig beland, voorafgaand aan het concert op de Amstel, in een discussie over holocaust-educatie. Diezelfde ochtend had ik in Roermond, bij het Bevrijdingsfestival, het indrukwekkende verhaal gehoord over Chris Roemer, de vader van de Gouverneur van Limburg. Chris was een verzetsstrijder en was met een aantal vrienden opgepakt en ter dood veroordeeld. De avond voor de beoogde fusillade had een knokploeg van het verzet Chris en zijn makkers uit de gevangenis bevrijd. Van een van de cellen echter was de sleutel zoek. De jongeman die in die cel zat werd de volgende dag gefusilleerd.

Tijdens het gesprek over holocaust-educatie richtte mijn inbreng zich op het onderwijs. Jaren geleden werd er in een Lyceum in Veenendaal door de rector en een lid van de Tweede Kamer, aanwezig bij dat gesprek omdat ze in Veenendaal woonde, besloten om holocaust-educatie op de agenda te krijgen van de vergadering van rectoren om te kijken hoe de oorlog daadwerkelijk de vereiste aandacht kan krijgen die het behoeft. Het belang hiervan werd door alle rectoren zonder uitzondering erkend, maar de implementatie kreeg de snelheid van een invalide slak!

En terwijl ik dus weer de essentie van holocaust-educatie in het onderwijs aan het benadrukken was, werd door hoofdcommissaris Paauw opgemerkt dat zonder het thuisfront geen enkele educatie gaat werken, op welke school dan ook en hoe goed voorbereid de leraar het onderwerp ook moge brengen. Want de sleutel, om het gezin binnen te komen, is zoek!

Wellicht vraagt u zich af hoe ik op die zeilboot belandde. Ik zit, als u dit dagboek leest, in een vliegtuig tussen San Juan (Puerto Rico) en Atlanta of in een vliegtuig tussen Atlanta en Amsterdam. Met zeventig rabbijnen uit de hele wereld, de meesten uit Israël afkomstig, was ik gevraagd om deel te nemen aan het Congreso Internacional de Rabinos in Puerto Rico van 15 tot vandaag 19 mei. Ik hoor u, een beetje denigrerend denken: Jacobs weer op reis en dan ook nog wel op een zeilboot!?

De zoon van een van de vroegere Sefardische opperrabbijnen van Israël, Baksi Doron, heeft besloten om een internationale conferentie van zeventig rabbijnen te organiseren en omdat de grootste donateur graag die conferentie in Puerto Rico wilde hebben, werd het Puerto Rico. En terwijl het vuur uit de hemel viel, zaten de rabbijnen en hun echtgenotes in de koelte van de airco’s te dawenen, te lernen en, het allerbelangrijkste: te bekijken hoe de Joodse gemeenschappen te kunnen steunen in een periode vol antisemitisme. Want hoewel lernen uiteraard  op een conferentie van rabbijnen aan de top staat, werd de zorg over bestrijding van antisemitisme en de ondersteuning van de gemeenschap het hoofdprogramma. Daar kwam dan nog doorheen dat een aantal van de rabbijnen betrokken werd bij de op handen zijnde executie van een Joodse man in Iran. Er werd druk getelefoneerd en het resultaat was een letterlijk voorlopig uitstel van executie. Ondertussen stapelen de e-mailtjes zich op, want mijn afwezigheid heb ik niet aan de grote klok gehangen en ook niet aan de kleine.

Wat was het nut van deze internationale rabbijnen conferentie waarvoor geen van de rabbijnen zich kon opgeven, maar je moest worden uitgenodigd, om zo een breed mogelijke topografische spreiding te kunnen bereiken. Het nut van dit rabbinale bijeenkomen was, zoals de organisator in zijn openingstoespraak zo netjes verwoordde: “samen een kopje koffiedrinken”. En B”H heb ik heel wat kopjes koffie kunnen drinken. Uitgebreid kennis gemaakt met collega’s die ik nooit eerder had ontmoet, gesproken met de mogelijke nieuwe Opperrabbijn van Israel, een van de gezaghebbende dayanim van Canada en met de Israëlische Minister van Onderwijs en Educatie,

Dagboek van de Opperrabbijn 15 mei 2024

Nadat ik op diverse plaatsen heb geventileerd dat afgelopen sjabbat wederom gepoogd was om onze tuindeur in te trappen, stonden er dinsdagochtend twee politieagenten voor mijn deur om de schade op te nemen. Het gaf een veilig gevoel dat ze poolshoogte kwamen nemen, maar van schade was geen sprake. Later op de dag kwam ook nog onze wijkagent en dus heb ik aan belangstelling niet te klagen gehad. Tegelijkertijd heb ik van doen met een familie met jonge kinderen die gewoon helemaal klaarstaan om zodra het nodig is naar Israël te vertrekken. Weer anderen zijn al vastbesloten om eeuwen Nederland achter zich te laten en een nieuw leven te gaan opbouwen in het Heilige Land. In ons land zien ze geen toekomst meer.

Ik begrijp hun zorg, ze willen vertrekken voor het te laat is. In hun gedachten speelt dan duidelijk de jaren ’40-’45. Maar is het vergelijkbaar? Toen was er een Overheid die werd gedreven door Die Endlösung. Dat kunnen we nu absoluut nog niet zeggen. Ik schrijf ‘nog’ niet, maar ben het eigenlijk met het woordje ‘nog’ oneens. Ik ben er toch wel van overtuigd dat er in onze Overheid geen sprake is van antisemitisme, maar ja, dat dachten vele Joden voor de oorlog ook. Ik blijf in Nederland en ga ervan uit dat het allemaal wel weer zal overwaaien, maar weet het natuurlijk toch ook weer niet zo zeker. Een dilemma in mijn denken.

In Amersfoort, mijn woonplaats, is er een initiatief genomen vanuit B en W. “Voel jij je thuis in de stad?” Het uitgangspunt is dat er gesproken moet worden, de dialoog. De wethouder die dit begeleidt doet dit met overgave en absoluut met de beste bedoelingen. Maar gaat het werken? Zelfs als er ook moslims komen opdraven, dan zullen dat de moslims zijn waarmee ik geen probleem heb. Ik niet met hen en zij niet met mij. Maar het gesprek moet zijn met de schurken die uitsluitend met gezichtsbedekking het gesprek willen voeren. Dit soort ‘studenten’ zal echter bij het goedbedoelde theekransje niet verschijnen. Ik verwacht een opkomst van zo’n vijf Joden en hooguit twee moslima’s. En ondertussen wordt een concert in het Concertgebouw afgelast omdat de musici Joden zijn. Een slopend dilemma: Ik moet kiezen tussen paniek zaaien en doen alsof het allemaal wel meevalt. De geschiedenis zal uiteindelijk moeten bepalen welke opstelling de juiste was/is. Ik ben zwaar gekant tegen pappen en nathouden, maar even zozeer tegen spoken zien en overdrijven.

Ik blijf intussen gematigd optimistisch, hoop ik.

Inmiddels ben ik aangekomen in New York voor een tussenstop. Morgen, over twaalf uur en vijfentwintig minuten, wordt mijn reis vervolgd. Een internationale rabbijnen conferentie in Midden Amerika. Wat ik daar precies te zoeken heb, weet ik eigenlijk niet, maar ik werd bijna gesmeekt om deel te nemen. Achteraf bezien had ik beter in Nederland kunnen blijven vanwege de spanningen. Maar het ticket was al lang voor 7 oktober gekocht en ik wilde geen spelbreker zijn. Het onderwerp: hoe kunnen rabbijnen een bijdrage leveren aan mondiale vrede. Op zichzelf een goed thema dat reeds lang voor 7 oktober was gekozen en nu uiterst belangrijk en actueel is. Maar kunnen rabbijnen invloed uitoefenen op de wereldvrede, hoor ik u denken? Laat rabbijnen zich bemoeien met religie. Schoenmaker houd je bij je leest! Maar deze goede vraag wil ik graag met een wedervraag beantwoorden: als de politici zich bemoeien met politiek, zoals ze doen, en zich dus duidelijk bij hun leest houden, is er dan wel  wereldvrede ?  

Wie weet leer ik daar van collega’s hoe om te gaan met mijn Nederlandse dilemma?  Maar een zaak moge duidelijk zijn:  Rabbijnen, als ze hun taak naar behoren vervullen, hebben invloed. En invloed bepaalt hoe mensen aankijken tegen medemensen en tegen andersdenkenden, die                                                                                                                                                                                            anders mogen blijven denken en ook anders mogen doen en laten….

Ik heb geen last van jetlag.

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn 12 mei 2024

Het is nu 23:20 uur zondagavond 12 mei. Een enorme veelheid aan indrukken heb ik de laatste dagen moeten verwerken. Fijne en mooie, maar ook nare. Lastig was de oorspronkelijke aankondiging van de Jom Hazikaron vanavond in de Amos sjoel in Amsterdam. Om veiligheidsredenen stond er op de aankondiging geen locatie en geen tijdstip. Alleen de datum van vandaag. Triest dat dat noodzakelijk is! Voor mij wel lastig, want ik kon dus aanvankelijk niets plannen voor vandaag. Het heeft zich uiteraard wel opgelost en dus vertrok ik om 17:45 naar Amsterdam en ben ik een paar uur geleden thuis gearriveerd na een dag met in totaal 487 km te hebben afgelegd. Hulde aan Bert Huizing, een van mijn trouwe vrijwillige chauffeurs, die behalve de laatste rit van vandaag, alle kilometers heeft gereden en ook nog foto’s heeft gemaakt en mijn tank heeft bijgevuld. 

Om negen uur vertrokken we naar Dokkum om er om 11:00 uur vooraan te lopen in een anti-antisemitisme-stoet van aanvankelijk 400 mensen. Maar al lopend richting centrum kwamen er steeds nieuwe groepen bij om vervolgens aan te komen in het hart van Dokkum waar zo’n 800 mensen bijeen waren om te zingen, naar toespraken te luisteren en samen te demonstreren tegen iedere vorm van antisemitisme in ons land. Hoewel Dokkum niet tot de grootste steden ter wereld behoort, was procentueel deze vredige demonstratie waarschijnlijk de grootste pro-Israël betoging ter wereld. Alle kerken, die net klaar waren met hun zondagochtend-diensten, deden mee. Alle kerken! Geweldig. Dank.

Helaas mocht de Dokkumer burgemeester van zijn College geen toespraak houden en was hij nauwelijks aanwezig. Ik zeg nauwelijks, want hij stond onopvallend tussen het publiek, ik heb hem niet de hand kunnen schudden en toen hij werd geïnterviewd door TV-Friesland gaf hij duidelijk te kennen dat hij aanwezig was om erop toe te zien dat er geen ongeregeldheden zouden plaatsvinden, maar wel benadrukte hij met kracht dat antisemitisme onaanvaardbaar is.

Mooi was ook dat jongetje uit onze straat, vrijdagmiddag, dat graag met mij wilde voetballen en mooi ook, neen, indrukwekkend, was de toespraak van de gouverneur van Limburg de heer Roemer tijdens het Nationale Bevrijdingsfestival, dit jaar in Roermond, alweer een week geleden, maar tot op heden nog niet vermeld in mijn dagboek. De vader van Roemer, Chris Roemer, was als jongeman opgepakt door de nazi’s als verzetsstrijder. Zijn groep was verraden en allen belandden ze in het gevang en hadden de doodstraf gekregen. Maar de avond voor de terechtstelling had een knokploeg alle gevangenen bevrijd. Alleen van een cel was de sleutel zoek… en dus werden de jongemannen uit die cel de volgende dag gefusilleerd. Chris heeft zijn zoon, de gouverneur, nooit het verzetsverhaal verteld. Ik bekijk de gouverneur nu anders dan toen ik nog niets wist over zijn vader!

Terwijl ik braaf stond te luisteren in Roermond op die vijfde mei, zoals het betaamt, kreeg ik onverwacht een dreun op mijn rug. Mark Rutte, onze Minister-President!  Hij feliciteerde me met het resultaat van een onderzoek waaruit bleek dat meer dan 90% van de Nederlanders tegen antisemitisme is. Ik greep toen mijn kans. Nu of nooit, dacht ik met een nieuwe regering in het vooruitzicht. Uitgebreid heb ik hem uitgelegd dat de anti-antisemieten alleen dan van nut zijn als ze openlijk voor hun mening durven uit te komen. Als ze dat niet durven, hebben we weer met kuddegedrag te maken. Ik dus mijn hele riedel afgestoken in de hoop dat er iets van mijn riedel zou blijven kleven. En inderdaad,  mijn woorden waren overgekomen, zoals ik mocht vernemen, want de toespraak die onze Mark Rutte hield bij de opening, was duidelijk geïnspireerd door ons gesprek.  ‘s Avonds kwamen we elkaar weer tegen in Carré en ook de volgende dag bij de Sjoa-herdenking in de Hollandsche Schouwburg troffen we elkaar weer. Minister-president Rutte: dank voor de vriendschap die u, geheel op uw eigen initiatief, uitstraalde naar Joods-Nederland.  Morgen, maandag dus, zal er een ontmoeting zijn in het Catshuis met de Joodse Gemeenschap. U zei nog tegen mij ‘tot maandag’, maar helaas gaat me dat niet meer lukken.

Na afloop van de indrukwekkende en wederom perfect georganiseerde bijeenkomst in de Hollandsche Schouwburg, liepen we, Blouma en ik, naar de parkeergarage. En wie zien we vrij onopvallend in een zijstraat staan? Femke Halsema, de burgemeesterin van mijn geboortestad Amsterdam. Ik heb haar een lift aangeboden, maar ze bleek wel vervoer te hebben (grapje!), maar stond vertwijfeld en bezorgd te wachten. Wat te doen met de bezetting van de Universiteit. ‘Ik zal vannacht moeten laten ontruimen’ en aldus geschiedde. Geen eenvoudige beslissing, we weten het inmiddels allemaal.

Nog veel meer indrukken mocht ik verwerken deze dagen. Maar ik brei er een eind aan want ik wil namelijk nog met u delen dat er gisteren, sjabbat, wederom is gepoogd om onze tuindeur in te trappen.  De daders, die ik achterna ben gehold (en ik kan erg hard hollen), hadden het uiteraard niet gedaan… Omdat er aan de zijkant geen camera’s zijn, kan ik niets bewijzen. Maar het geeft geen veilig gevoel. Inmiddels had ik een zware balk laten aanbrengen op advies van niet-Joodse vrienden die zich zorgen maken over mijn veiligheid, waardoor het schorrie morrie er niet in slaagde de deur te forceren.  Ik had wel toen ik in de tuin zat een keppeltje op, maar dat is niet vanaf de straat zichtbaar, dus van uitlokking (zoals een keppeltje door enkelingen wordt bestempeld) was geen sprake…

Vanmiddag, vanuit de auto, deels geïnspireerd door het sjabbat-voorval, heb ik een persbericht doen uitgaan:

Opperrabbijn Jacobs wil dat Academie Beeldende Kunst predicaat KONINKLIJK wordt ontnomen AMERSFOORT De in Amersfoort woonachtige opperrabbijn Binyomin Jacobs vraagt het Koninklijk Huis om de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag deze instelling het predicaat KONINKLIJK te ontnemen nadat de academie onder druk van de eigen vakbond het samenwerkingsverband met de Bezalel University in Israël heeft opgezegd. “Dat lijkt me weinig “Koninklijk” aldus de opperrabbijn. De opperrabbijn staat regelmatig bloot aan de grofste antisemitische beledigingen. Nog afgelopen weekend hebben vandalen getracht het tuinhek achter zijn woning in te trappen. Naar het oordeel van opperrabbijn Jacobs zouden instellingen die zich sieren met het predicaat Koninklijk nimmer betrokken mogen worden bij haatcampagnes “, aldus Jacobs die erop wijst dat de banden tussen de Joodse gemeenschap in Nederland en Israël vele eeuwen teruggaan. Indien ook instellingen die haat en onverdraagzaamheid verspreiden in aanmerking komen voor het predicaat koninklijk zou men zich moeten afvragen of daarmee de waarde hiervan niet ten zeerste wordt aangetast.

En toch heb ik een fijn gevoel: Dokkum was geweldig, de toespraak van Emile Roemer indrukwekkend en het geïntensiveerde contact met Rutte bemoedigend. Het gaat dus best (ook) goed met Joods Nederland! Of ben ik nu irrealistisch optimistisch?

 

Dagboek van de Opperrabbijn 5 mei 2024

Minister President Rutten bij het Bevrijdingsfestival. Ermindo Armino

Tot mijn verbazing las ik dat EO-directeur Arjan Lock verheugd is dat zijn serie over de Joodse Raad mijn visie op de Joodse Raad, die ik “jarenlang als verraders zag”, heeft doen veranderen doordat ik, na het zien van de serie,” begrip kreeg voor de onmogelijke situatie van toen”. Laat ik vooropstellen dat het helemaal waar is wat de EO-directeur zegt, maar desondanks begrijp ik de verbazing niet. Een verbazing die ik op complimenteuze wijze van vele kanten te horen kreeg. Kennelijk is het veranderen van je mening, tot ander inzicht komen,  niet normaal en gaan we uit van een onwrikbaar gelijk, terwijl mijns inziens ieder mens bij voortduring juist zijn visie onder de loep moet nemen en daar waar nodig, door voortschrijdend inzicht, zijn mening mag en misschien ook moet bijstellen.

En toch is wat ik schrijf niet helemaal correct! Want niet alles kan en mag onderworpen worden aan verandering, want sommige visies, waarden en normen, dulden geen voortschrijdend inzicht. De matzes zijn weer op, de Hagada is weer opgeborgen tot volgend jaar, de zilveren Seiderschotel netjes gepoetst in de kast en we zijn weer helemaal terug naar normaal. Maar wat is normaal?

De Uittocht uit Egypte wordt dagelijks in onze gebeden vermeld. De reden? De Uittocht was niet alleen een eenmalige gebeurtenis, maar is een voortdurend levenslang en bijna eeuwig proces. Toentertijd, meer dan 3300 jaar geleden, waren de Joden weliswaar uit Egypte vertrokken, maar Egypte, de slavernij, nog niet uit de Joden. En daarom kon het gebeuren dat toen de Joden met de eerste beproeving werden geconfronteerd, de Schelfzee voor hen en de oprukkende Egyptische legerschare van achteren, een deel van de Joden terug wilde keren naar de entourage van waaruit ze op bovennatuurlijke wijze net waren bevrijd!

Wat was de reactie van Mozes: 1/ vertrouw op G’d en 2/ vervolg je weg naar de berg Sinai. Dieper vertaald: 1/  accepteer zonder te begrijpen en 2/ gebruik je verstand. Dit klinkt onlogisch en dat is het ook. Maar zo moeten we  leven: we mogen bijvoorbeeld van mening verschillen over de vraag wie we nu wel en wie we niet herdenken op 4 mei. Ook de vraag mag gesteld worden of 4 mei nog wel zinvol is. Daarover mag ook een fel debat ontstaan. Maar als het debat ontaardt in een diepgewortelde haat en oproep tot moord op andersdenkenden, dan wordt een dodelijke grens overschreden en belanden we in een verleden van waaruit we in 1945, dus nog maar kort geleden, waren bevrijd.

4 Mei was voor mij dit jaar gewoon sjabbat. Op sjabbat treuren we niet en naar de Dam gaan, hoewel uitgenodigd, was voor mij, los van het afstandsprobleem, dus onmogelijk. Maar vijf mei heb ik rijkelijk en dit jaar extra bijzonder beleefd. Eerst het Nationaal Bevrijdingsfestival in Roermond en daarna het Bevrijdingsconcert aan de Amstel in Amsterdam. Beide evenementen waren perfect georganiseerd en een en al vriendelijkheid. We voelden ons echte welkome gasten. En dat goede gevoel hadden we, Blouma en ik, wel nodig, want het antisemitisme neemt onacceptabel snel toe, zowel kwantitatief als kwalitatief. Neem nou de televisie-uitzending van PowNed over de reacties van moslims op een keppeltje. Een en al haat. Waarom wordt er niet ingegrepen? Waarom geeft de lokale overheid verbaal aan dat antisemitisme bestreden moet worden, maar zonder praktisch ingrijpen. De schreeuwers die de Joden dood wensen zijn zondermeer herkenbaar. De wijkagent kan ze allemaal binnen tien minuten opsporen, het gesprek aangaan, desnoods mij van huis halen om met ze te spreken. De oproep van B en W tot gesprek juich ik helemaal toe. Maar de schelders en verwensers weigeren te spreken. Maar, zou ik aan de (lokale) overheid willen zeggen: vergeet de harde anti-Joodse kern, de Islamitische schreeuwers. Laten we ons concentreren op de 90% toekijkers die het zien en laten gebeuren, de kudde die de makkelijkste weg kiest, de weg van de minste weerstand. Zowel in Roermond alsook ’s avonds bij het Bevrijdingsconcert,  heb ik aan onze Minister-President mijn zorg over het kuddegedrag, herkenbaar uit de jaren ’40-’45, benadrukt. Rutte, een geboren optimist, deelt mijn zorg. En ook burgemeester Halsema, de Amsterdamse politiechef Frank Paauw en niet te vergeten de burgemeester van Roermond, Mevrouw Yolanda Hoogtanders, zien, erkennen en ervaren het probleem van de foute kudde.  “We strijden samen verder (tegen Jodenhaat, polarisatie en de zwijgende meerderheid)”, heeft onze/mijn Minister-President naar mij geappt. Ik voelde me gisteravond goed, dankbaar en niet meer alleen. En toen ontving ik een whatsapp van een door en door betrouwbare en zorgvuldige kennis:  In het informele circuit gaat rond dat het 4 en 5 mei Comité van Gemeente X voor de herdenking dit jaar geen Joodse spreker heeft willen uitnodigen vanwege ‘al het gedoe’  Ja, u leest het goed: geen Joodse spreker op 4 mei. En dat in een plaats waar voor de jaren ’40-’45 een levendige Joodse Gemeente was met dagelijkse sjoeldiensten. Niets meer van over, zelfs geen Joodse spreker.

Ik moet morgenavond naar de nationale Shoa Herdenking in de Hollandse Schouwburg in Amsterdam. Ik hoop dat ik kan herdenken en niet te veel bezig zal zijn met het nu…want het nu kan zomaar het toen worden.

Foto:  Ermindo Armino

RSS
Follow by Email