Dagboek van de Opperrabbijn 14 juli 2025 De immorele blauwe envelop.

De laatste dagen ben ik bijna fulltime sjnorrer. Een sjnorrer klinkt spannend, maar is gewoon een bedelaar. In huidige moderne tijden kennen we geen sjnorrer meer, want sjnorren is niet netjes, maar worden we ook in de Joodse wereld aangeduid als fundraiser, fondswerver.  En omdat er meer dan tweehonderd kinderen zich hebben ingeschreven voor het Chabad Zomerdagkamp en de ouderbijdrage minimaal is, mag ik mijn bedelaarstalenten inzetten voor het goede doel: twee weken vakantie voor Joodse kinderen die anders thuisblijven en hun ouders geen rust en geen vakantie gunnen. De penningmeester van Chabad Holland heeft me grondig op mijn hart gedrukt dat we een begroting hebben voor de twee weken met een tekort van vele nullen voor de komma. Ouders moeten/mogen een vrijwillige bijdrage leveren, maar aan het eind van de rit, maar feitelijk al veel eerder, mag ik achter de Zomerdagkamp-schermen de financiële gaten dichten, want ik ben de sjnorrer. De vraag is niet of het dichten der gaten realistisch is, want de tijd die ik kwijt ben aan het beantwoorden van die vraag had ik kunnen fundraisen of dawenen (G’d om steun vragen), neen, het moet, het zal en het gaat lukken. Hopelijk kan ik u dus, na de twee vakantieweken, de groepsfoto tonen met meer dan tweehonderd Joodse kinderen die zich fysiek vermaakt hebben en tegelijk geestelijk zijn opgeladen. Speciaal voor kinderen die door het jaar op een niet-joodse school zitten, met helaas vaak gezeur vanwege Israël, en nu gewoon hun keppeltje of hun David sterretje kunnen dragen, is zo’n Zomerdagkamp van groot belang. Hopelijk zult u dan op de groepsfoto behalve glunderende kinderen en een oververmoeide staf, ook een tevreden penningmeester zien die straalt, omdat de begroting uiteindelijk sluitend was en hij zich verlost weet van zijn slapeloze nachten. Am Jisraeel Chaj.

Ik had me voorgenomen om u in dit dagboek niet te vervelen met antisemitisme en ook bewust een interessante blauwe envelop van de Belastingdienst Almelo te verzwijgen. In die blauwe envelop zat namelijk geen belastingaanslag, maar wel een aanslag op de moraliteit.  De belastingdienst te Almelo laat namelijk weten het geplande team-uitstapje in de vorm van een bezoek aan de Mooiste Synagoge van Nederland te Enschede op 16 september te cancelen.  Ze hebben gelijk, dacht ik even cynisch, want ze willen, zo schrijven ze, mogelijk verkeerde associaties voorkomen, geen tweede Jom Ha-Voetbal gezeur en als Belastingdienst voelen ze zich ook verplicht om afstand te nemen van religie, waarbij ik graag als kanttekening plaats dat secularisatie heden ten dage de grootste godsdienst is, maar dan wel zonder G’d, en niet-geloven kan, gelijk een echte godsdienst, soms ook erg dwangmatig zijn. Het is jammer dat ik niet onder de belastingdienst Almelo ressorteer, want, om de lijn zorgvuldig door te trekken, zou ik me kunnen voorstellen dat de Belastingdienst, om verkeerde associaties te voorkomen, mij ook geen belastingaanslag meer zou sturen, Hoewel in de loop der eeuwen Joden juist extra werden belast, ga ik er gemakshalve maar vanuit dat de Belastingdienst Almelo dat hoogstwaarschijnlijk niet weet.

Ze weten namelijk ook niet dat de Synagoge van Enschede onderdeel is van het Grootste Museum van Nederland evenals bijvoorbeeld de Yunus Emre Moskee in hun Almelo. Los hiervan zijn bijna alle vrijwilligers die de rondleidingen verzorgen niet-joden, hoewel ze natuurlijk wel een band hebben met de Joodse synagoge waar ze om diverse redenen hun vrije tijd aan geven en dat blijft natuurlijk verwijtbaar. De Mooiste Synagoge van Nederland, zoals hij wordt genoemd, is trouwens opgericht toen de Staat Israël en Hamas nog van geen kant bestonden.  Uit armoede, niet financieel maar omdat de Joodse Gemeente Enschede in de jaren ’40-’45 gruwelijk werd gedecimeerd, kunnen er slechts sporadisch diensten plaatsvinden en is de huidige Mooiste Synagoge van Nederland nog nauwelijks religieus te noemen, maar wel duidelijk architectonisch en cultureel. Bovendien had de gruwelijke moord op de Almelose en Enschedese Joden van toen geen enkele relatie met de Staat Israël, die pas in 1948 werd uitgeroepen door de Verenigde Naties (nu nog nauwelijks voor te stellen!). Gezien Nederland ook heeft ingestemd met de oprichting van de Staat Israël had dat dus indirect ook de instemming van de Almelose Belastingdienst, hoewel dat natuurlijk niet de huidige Belastingdienst valt te verwijten…

Mijn voornemen om deze keer antisemitisme geheel niet te vermelden, blijkt mislukt, excuus! De blauwe envelop die ik vol goede moed had geopend, omdat ik teruggaaf van belasting hoopte en verwachtte, bleek een immorele valstrik.

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn 9 juli 2025

Het toverwoord de-escalatie maakt stinkende wonden.

Nog maar nauwelijks geschapen gaat Adam, ons aller oervader, de fout in, verstopt zich en dan roept G’d tot hem: Adam, waar ben je? Adam is de mens, dat bent u en dat ben ik, en wij dienen te beseffen dat G’d ons dagelijks vraagt waar we zijn, hoe we in het leven staan. Ik ben zo’n persoon die, wanneer het mezelf betreft, vaak twijfelt en me steeds afvraag of ik wel goed bezig ben. Ik probeer mezelf een spiegel voor te houden en ik kom meer en meer tot het besef dat mijn dagboek voor u een dagboek is, maar voor mij een spiegel. Want om mijn dagboek te schrijven moet ik mijn agenda doorlopen. Waar was ik en waarom. Wat heb ik gedaan en wat bewust of onbewust heb ik nagelaten. Hoe heb ik gereageerd en in wiens belang? En als ik dan mijn reilen en zeilen van de laatste dagen op een rijtje heb gezet, dan kies ik wat ik met u wil delen, maar voor mij heeft het dagboek dan al zijn taak volbracht, het Adam, waar ben je?

Tijdens een interview met Family7 werd mij gevraagd om een reactie op de aanval van een VN-juffrouw, wiens naam met een A begint, die meent dat haar tijdelijke zijn op Gods aarde als hoogste doel heeft om Israël en Joden zoveel mogelijk in het nauw te drijven en ons fysiek en geestelijk te besmeuren. Haar aanspreken op haar sluwe leugens is zinloos. Maar ook is ieder woord aan haar uitspraken gewijd een verkwisting van tijd en energie.

Eergisteren was weer eens een dagje Leeuwarden. Het eerste exemplaar van het boek “5.017 vermoorde Joodse kinderen van 0 tot 16 jaar” werd uitgereikt aan de Commissaris van de Koning in de provincie Friesland Arno Brok. Ik kreeg het tweede exemplaar aangeboden. Ik had er eens een voorwoord voor geschreven, zo vernam ik tijdens de uitreiking, want ik was dat al bijna weer vergeten. Eigenlijk is het boek geen boek, maar een monument en vandaag de dag ook een keiharde waarschuwing. In de Leeuwarder Courant werd ik als volgt geciteerd: Met een reeks anekdotes vertelde Jacobs over het sterker wordend antisemitisme in Nederland (,,het heet nu anti-zionisme’’), over de toon van berichtgeving (,,het kan best zijn dat Israël dingen fout doet, maar genocide?’’) over menselijkheid (,,ieder medemens in nood moeten we opnemen, dat is een voorwaarde, God verhoede dat we ze uitsluiten op godsdienst, huidskleur, geaardheid’’). En vooral over hoe dit boek, ,,als het ware een standbeeld’’, laat zien ,,wat er kan gebeuren als we wegkijken’’.

Omdat ik toch al in Leeuwarden was had de Joodse Gemeente in de persoon van voorzitter Gerard Cohen aansluitend een Q en A avond georganiseerd. De opkomst was groot, de zaal van de Joodse School was vol en de aandacht geweldig. Zo’n bijeenkomst verdient zondermeer opvolging. Het mooie was dat ook enkelen van de aanwezigen kritische vragen stelden over de situatie in Gaza. Ik denk dat dat essentieel is, want ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat via de media een erg eenzijdig beeld wordt gecreëerd dat zomaar kan leiden tot de titel van het tweede exemplaar dat mij werd uitgereikt.

En dus was de Friese bijeenkomst meer dan uitsluitend interessant, het was een onderdeel van mijn opdracht om bruggen te bouwen. Zoals te verwachten was zat ik met ‘de verkeerden’ te bouwen. Met ‘de verkeerden’ bedoel ik de ‘goeden’, want met de ‘verkeerden’ valt geen contact te krijgen. En toch was het goed dat ik een verkeerd publiek had. Onze niet-joodse vrienden moeten gemotiveerd blijven om op te komen voor Israël en dus dienen ze de gelegenheid te krijgen om vragen, die hun Israël-sympathie op de proef zouden kunnen stellen, beantwoord te krijgen. Fysiek uitgeput en geestelijk voldaan was ik tegen middernacht weer thuis, klaar om mijn bed in te duiken.

Terwijl ik on the road was, zat mijn Blouma een bijeenkomst bij te wonen. In onze wijk, gelijk in heel Nederland, verloopt het bruggenbouwen erg moeizaam. Hoewel ik geen architect ben en dus geen verstand heb van het echte bouwen van echte bruggen, is het me wel duidelijk dat om een verbinding te maken tussen de twee zijden van een rivier de aanwezigheid van twee kades een vereiste is. Met één kade valt er geen overbrugging te maken. Kijk wat er gebeurt: een Iman uit Alkmaar die probeerde de kloof tussen Joden en Islamieten te overbruggen, werd keihard uit zijn ambt gezet en afgeschilderd als een verrader. Ik heb het bange vermoeden dat deze Iman extra bescherming zal moeten krijgen.

En dat brengt me op mijn visie op nieuwe Nederlanders met een Islamitische achtergrond. Nederland is een multiculturele samenleving. Ieder mag zichzelf blijven, dat is vrijheid. En dus hoeft de vluchteling die hier een veilig onderkomen heeft gezocht zijn eigen identiteit niet aan te passen. Maar aan een aantal regeltjes die hier voor alle Nederlanders gelden, zal hij zich wel moeten onderwerpen: 1/ vrouwen zijn geen gebruiksvoorwerpen. 2/ medemensen met een andere geaardheid mogen niet vermoord worden en zelfs niet gehaat.  3/ Joden mogen niet verdelgd worden. Het lastige is dat ik er bijna zeker van ben dat voor de meeste nieuwkomers de Grote Drie geen enkel probleem vormen, alleen is er een relatief kleine groep die keihard andersdenkenden niet accepteert. En dus schorst een Alkmaarse moskee zijn Iman vanwege een bruggen-bouwend bezoek aan Israël. Dit is ons Nederland, tachtig jaar na de bevrijding!

Terug naar de bijeenkomst waarbij ook mijn Blouma aanwezig was. Vanuit de Joodse Gemeente wordt er keer op keer op aangedrongen om in gesprek te gaan met bewoners met een moslim-achtergrond. Meer dan eens is gevraagd aan de Gemeente om hierin te bemiddelen, maar helaas tevergeefs. Daarom is er een burgerinitiatief ontstaan. Het initiatief in onze woonplaats komt van een Turkse en een Joodse vrouw. Mijn zorg was dat de Joodse delegatie zwaar in de minderheid zou zijn, een afspiegeling van de lokale populatie. Bij de eerste bijeenkomst waren vier Joden, één medewerker van www.discriminatie.nl, één Marokkaanse dame, één Turkse (de organisator) en haar dochter. En helemaal aan het eind kwamen er nog twee Turkse jongens opdagen van een jaar of zestien. Het aantal Islamitische participanten was dus zwaar onder peil.  De meneer van www.discriminatie.nl gaf aan dat hij ouders van scheldende kinderen erop kan aanspreken en dat, om Blouma’s eigen woorden te gebruiken, het toverwoord ‘de-escalatie’, waarmee door lokale overheid zo veelvuldig wordt gestrooid, geen oplossing brengt, maar valt onder de zachte heelmeesters die stinkende wonden maken. Om bruggen te bouwen is de aanwezigheid van twee kades een sine qua non…

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn 7 juli 2025

Steeds vaker wordt mij gevraagd wie mijn opvolger wordt. Zo’n vraag roept bij mij dan de wedervraag op of ik er wellicht hoogbejaard uitzie en zo ja, wat kan ik eraan doen. Dat dagelijkse wandelingetje nooit overslaan en vooral mijn dagboeken blijven schrijven, denk ik dan bij mijzelf. Want dat wandelen is er om mijn fysieke conditie te onderhouden en mijn dagboek werkt voor de geest. Mijn oma, van vaders kant, was altijd bezig met kruiswoordpuzzels en heeft zo tot op zeer hoge leeftijd de geest gezond gehouden. Ziet u, mijn trouwe dagboeklezer, mijn dagboeken als een soort hersengymnastiek om mijn geest scherp te houden en u, trouwe lezer, bent dus in feite bijzaak. Trouwens, met bijzaken is niets mis en dat weet ik via de vele reacties die ik ontvang. Na deze algemene introducerende woorden, mijn dagboek! Want u wilt graag weten wat ik recentelijk weer heb beleefd, want alleen daarom leest u dit dagboek.

In mijn vorige dagboek heb ik geschreven over de indrukwekkende herdenkingsbijeenkomst in de Lekstraatsynagoge te Amsterdam die rabbijn Katz had georganiseerd ter nagedachtenis aan zijn hoogbejaarde vader die een maand geleden in Israël was overleden. Ik was gevraagd om daar een drasja, toespraak, te houden. Ook gisteren heb ik op Amsterdams territorium een toespraak gehouden, namelijk op de begraafplaats van de Joodse Gemeente Amsterdam vanwege de onthulling van de grafzerk van Eliazar Pachter, een verzetsstrijder die op de Waalsdorpervlakte in 1943 werd gefusilleerd. Bij het maken van een toespraak, ook als die ter plekke wordt gefabriceerd, spelen er altijd drie factoren: inhoud, presentatie en publiek. De toespraak moet een inhoud hebben, een boodschap, dat moge duidelijk zijn. Het mag niet zo zijn dat de toehoorders zich uitsluitend de lengte van de toespraak herinneren, maar geen inhoud hebben kunnen horen, omdat die er ook niet was! Natuurlijk is ook de presentatie van belang. Spreek ik duidelijk, hoorbaar en niet te snel, maar ook niet te langzaam. En tenslotte: wie zijn de toehoorders? Kinderen, volwassenen? Gelovigen? Seculieren? Handelslui of academici? Joods of niet-Joods? En wat gaan de andere sprekers zeggen, om doublures te voorkomen. Dit klinkt allemaal logisch, maar regelmatig moet ik toespraken aanhoren die niet te volgen zijn, te lang(dradig), voor het verkeerde publiek en voorzien van zinloze toevoegingen zoals aan het begin “ik houd het kort” (dat zijn dan vaak de te lange toespraken) en tegen het eind, om de toehoorders weer bij de les te krijgen “ik ga nu afronden” (om vervolgens de toehoorders nog een vrij lange tijd op de proef te stellen!)

De heer Katz zl. was vele decennia voorzitter van de Joodse Gemeente Amsterdam, de gabbe van de Lekstraatsjoel, zat in vele besturen (en was ook het sjoel-maatje van mijn vader). Op de aankondiging van de herdenkingsbijeenkomst stond echter niet vermeld dat hij ook de voorzitter is geweest van het Sinai Centrum. Voor degenen die niet meer het Sinai Centrum kunnen plaatsen: het Sinai Centrum was het enige Joods Psychiatrische Ziekenhuis van Europa. Alle maaltijden waren koosjer en ik als de Sinai rabbijn was de voorzitter van de ethische commissie en dus werd de Halacha gehanteerd als bepalend voor ethische vraagstukken als euthanasie, abortus enz. De omissie dat deze bestuursfunctie niet stond vermeld op de aankondiging was symbolisch voor de heer Katz zl. Met gigantisch veel overgave had hij zich gegeven voor dat Sinai Centrum met z’n 198 bedden en meer dan 2500 ambulante patiënten. Aan deze bestuursfunctie was een honderd procent vertrouwelijkheid en zwijgen gekoppeld. En bij Katz zl. stond zwijgen zeer hoog in het vaandel, zo hoog dat kennelijk bij zijn eigen kinderen deze uiterst belangrijke inzet en eigenschap onvermeld kon blijven op de aankondiging van zijn herdenkingsdienst.

De korte samenvatting, mijn boodschap dus, van mijn toespraak bij de onthulling van de matsewa, grafzerk, op het graf van Eliazar Pachter speelde zich af rond hoofdstuk vijf van de Pirkee Awoth, de Spreuken der Vaderen, die sjabbat jongstleden overal in de Joodse wereld gelernd werd. Het hoofdstuk begint met het vermelden van gebeurtenissen die gekoppeld zijn aan het getal tien. De wereld werd geschapen door G’d met Tien Woorden, van Adam tot Noach waren tien generaties, van Noach tot Abraham wederom tien geslachten. In Egypte waren er de tien plagen en nog een aantal top- tieners staan vermeld. Waar ik naartoe ging was dat Pachter, zoals alle verzetsstrijders en duikouders, hun verstand hebben gebruikt, maar tegelijkertijd zich ook hebben verheven boven het rationele. Het was niet logisch om je leven en dat van je dierbaren te riskeren. Logisch was en is nog steeds, om de meute te volgen die de makkelijkste weg met de minste risico’s wil bewandelen, ook als dat ten koste gaat van de medemens. Hoe ik tussen de Tien en Pachter de verbinding heb gelegd, vormde de verpakking, de presentatie van mijn toespraak, maar is voor de boodschap eigenlijk niet van belang. Jezelf altijd wegcijferen en geen kuddegedrag vertonen als de kudde, zoals in de bezettingsjaren en ook nu weer, de verkeerde kant opgaat, dat wilde ik verkondigen.

Vrijdagmiddag was er een opname van Family7. Mocht u willen kijken: https://www.youtube.com/watch?v=K4lzKEHejWI   De introductie ging over mijn visie op een zekere juffrouw van de Verenigde Naties die beweert dat Israël genocide pleegt en het kennelijk tot haar levenstaak heeft gemaakt om Israël zoveel mogelijk (en ook onmogelijk) in een kwaad daglicht te plaatsen. Mijn reactie werd gevraagd op haar dubieuze levensopdracht. Een paar uur voor de uitzending werd mij door een journalist gevraagd hoe ik aankijk tegen de concentratiekampen die in Gaza zijn gevonden. Mijn cynische reactie was dat het zeker geen reguliere concentratiekampen waren, maar dat ze allen ook van gaskamers waren voorzien… Op mijn vraag aan de journalist hoe hij afwist van die concentratiekampen bleek hij het van een andere journalist had gehoord die op zijn beurt die kampen ook niet had gezien, maar het weer had gehoord van een ander die het gezien zou hebben! Vragen beantwoorden is alleen zinvol als de vraagsteller geïnteresseerd is in een antwoord en de vraag inderdaad een vraag is.

Gelijk de verzetsstrijder Pachter zich als het ware boven de ratio had gesteld om zijn verzetswerk te plegen, zo stel ik me ook boven vraagstellers die totaal niet geïnteresseerd zijn in een antwoord en wier vragen niets met een vraag van doen hebben. Laten we geen tijd verkwisten aan kwaadwillende en destructieve antisemitische (sorry, antizionistische) vraagstellers. We kunnen onze tijd echt beter gebruiken. Am Jisraeel Chaj!

 

Dagboek van de Opperrabbijn 4 Juli 2025

“A bend in the road is not the end of the road unless you fail to make the turn.” Deze filosofische opmerking, die het heeft over de menselijke levensweg, vind ik toch iets te kort door de bocht. In Oekraïne bijvoorbeeld, waar de wegen buiten de grote steden bijna een grote kuil vormen, wordt de grap gemaakt, die eigenlijk geen grap is, dat als een auto gewoon rechtdoor rijdt, je ervan uit kunt gaan dat de chauffeur heeft gedronken, omdat hij dan kennelijk niet in staat is om de diepe kuilen te ontwijken. In gewoon Nederlands: een normaal leven zit vol hobbels!

Vanwege mijn overvolle agenda heb ik, nu al voor de tweede keer in korte tijd, een dagboek overgeslagen. Mooi natuurlijk, zo’n overvolle agenda, maar niet als die agenda vol staat met negativisme: gezeur rond Jodenhaat.

Dat negativisme werd ook erg zichtbaar bij de afscheidsreceptie van Modi Efraïm, ‘onze’ ambassadeur. Wie wel en wie niet waren uitgenodigd, weet ik niet, maar wie er kwamen opdraven heb ik wel gezien. Of beter gezegd: ik zag wie er allemaal ontbraken. Waar waren de ambassadeurs van andere bevriende landen? Waar waren onze parlementariërs? Waar waren de kerkelijke vertegenwoordigers? Een van de ambassadeurs, met wie Modi Efraïm een zeer persoonlijke en vriendschappelijke relatie heeft, had hem laten weten dat hij ‘zoals je wel zult begrijpen’ niet aanwezig kan zijn. Neen, kijk dan naar de besloten afscheidsreceptie in Nijkerk een dag later. Er zouden slechts dertig genodigden zijn. Een cursus tellen voor beginners zou voor Christenen voor Israël geen luxe zijn, want kennelijk weten ze het verschil niet tussen dertig en negentig. En wat een sfeer! Wat een warmte! Am Jisraeel Chaj! Het Joodse volk leeft. Maar Christenen voor Israël leeft net zoveel.

Wel of niet naar de Dom gaan? Afscheid van de scriba dr. René de Reuver, de baas van de PKN, de Protestanten. Omdat de PKN meer en meer zich laat meeslepen naar het pro-Palestina kamp en ik publiekelijk duidelijk heb kenbaar gemaakt dit onaanvaardbaar te vinden, zat ik in dubio. Uiteindelijk heb ik besloten, na zorgvuldig overleg met mijn Advisory Board, om toch te gaan omdat ook hier een grote groep pro-Israël is. En los hiervan, is de zorgvuldig opgebouwde vriendschap met René overeind gebleven. Ik ben dus wel gegaan en zat daar als enige Jood met hoed, tsietsiet en beveiliging. Desondanks ging ik niet op in de meerderheid en ben ik ervan overtuigd dat mijn aanwezigheid een positieve uitstraling heeft veroorzaakt. En dat kan geen kwaad, want de negatieve anti-Joodse houding groeit bijna per dag!

Ik was uitgenodigd om vrijdagmiddag, ruim voor aanvang van de sjabbat, nog even naar Apeldoorn te komen om voor Family7 geïnterviewd te worden over (raad maar): antisemitisme! En dus kreeg ik donderdagmiddag een telefonische voorbespreking die bij mij bijna in het verkeerde keelgat schoot. Vraag: wat vindt u van de concentratiekampen die in Gaza zijn gevonden? Dit was voor mij een nieuwe! En dus was mijn ironische reactie dat dat niet zomaar concentratiekampen waren, maar ook voorzien van gaskamers!? Na enig doorvragen mijnerzijds bleek dat ergens iemand die concentratiekampen zou hebben gezien, maar verder dan de potentialis was het niet gekomen. En dus toog ik vrijdag afwachtend naar de Family7 studio. Het werd een prima uitzending, met prima mensen en zonder gekke vragen. En daarom heb ik zelf maar aangegeven dat we niet iedere aanklacht, zelfs niet van de VN, moeten gaan weerleggen. Antisemitisme is een muterend virus dat niet opgelost wordt met een paar aspirientjes. Joden zitten helaas bijna per definitie in de verdachtenbank. Maar desondanks, en zo eindigde ik de uitzending: Am Jisraeel Chaj, het Joodse volk leeft en overleeft.

Na de PKN-Dom bijeenkomst naar Amsterdam waar een Hazkara, een herdenkingsdienst, werd gehouden vanwege het overlijden van de hoogbejaarde Leo Katz zl. Jarenlang voorzitter van de Joodse gemeente Amsterdam, voorzitter van het Sinai Centrum (het enige Joods psychiatrisch ziekenhuis in Europa), bestuurder van vele stichtingen en vader van rabbijn Katz, de Amsterdamse rabbijn die voor ieder klaarstaat ook buiten de Amsterdamse grenzen. Mijn vriend Rabbijn Lewis, de voormalige rabbijn van Amsterdam, was speciaal uit Manchester overgevlogen om in de Lekstraat-sjoel, de sjoel van de heer Katz zl., een treurrede uit te spreken. Ook rabbijn Katz, de sjoel-rabbijn Bannet en ikzelf hebben de aanwezigen op waardige wijze mogen toespreken. Zijn inspirerende vroomheid, niet aflatende inzet en vooral de bescheidenheid van de heer Katz zl. werden door alle sprekers benadrukt. Als jongetje van vier jaar na de opkomst van het nazisme, hebben zijn ouders, in Duitsland woonachtig, hem, hun enig kind, op de bus gezet en laten afreizen naar het onbekende en toen nog vredige Nederland. Zijn ouders werden vermoord, als enige van de familie heeft hij het overleefd. Hij en zijn bijzondere echtgenote hebben kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen, allen orthodox levende Joden, voortgebracht.  “Dank u, mijnheer Katz, voor alles wat u heeft gegeven en gedaan voor Joods-Nederland, Moge uw ziel gebundeld worden in de bundel van het Eeuwige leven”.

Nazisme, antisemitisme, antizionisme:

Deze zomervakantie kunt u samen met burgemeester Anton Stapelkamp een bijzondere fietstocht maken langs Joods erfgoed in Aalten. Op dinsdagavond 12, 19 en 26 augustus leidt hij inwoners en toeristen langs betekenisvolle plekken uit de route.

Ook zij waren Aaltenaren!

Onderweg worden indrukwekkende verhalen verteld over het verdwenen Joodse leven in Aalten. Verhalen die blijven raken. De Tweede Wereldoorlog heeft diepe sporen achtergelaten in de gemeente Aalten. Veel persoonlijke verhalen worden tot op de dag van vandaag doorverteld – om nooit te vergeten wat vrijheid betekent. Een deel van deze verhalen is gebundeld in een bijzondere fietsroute langs huizen, straten en velden waar het verleden tastbaar wordt.

Ook zij waren Aaltenaren!

Aalten had van oudsher een bloeiende Joodse gemeenschap. De oorlog maakte hier abrupt een einde aan. Hoewel de mensen verdwenen zijn, blijven hun verhalen bestaan. Deze fietstocht laat zien dat ook zij onlosmakelijk deel uitmaakten van Aalten.

Een vreedzame anti-polariserende educatieve actie die geen voorpagina’s zal halen, maar wel mijn dagboek. De harten van allen die met hem meefietsen zullen geraakt worden en de ogen zullen worden geopend bij het aanschouwen van wat eens was en niet meer mocht zijn, omdat men het liet gebeuren.

Dagboek van de Opperrabbijn 29 juni 2025

Waarschijnlijk heeft u van mij de indruk gekregen dat ik de laatste tijd veel in de lucht zit. Ter geruststelling: dat valt erg mee. Alleen, zo werken media (helaas) ook: de uitzonderingen krijgen meer aandacht dan de gewone dagelijkse routine. Een autoritje naar Medemblik is aanzienlijk minder interessant, dan een vlucht naar Belgrado. En naar Belgrado-Servië was ik woensdagochtend om tien over acht gevlogen om vervolgens om drie uur ‘s middags op donderdag weer op Schiphol te landen. Na aankomst kreeg ik de gelegenheid om even een uurtje bij te komen en toen aan de rabbinale-slag. Wat hield die rabbinale-slag dan in, hoor ik u vragen. Er waren vier families over wiens Jood-zijn discussies waren. Zijn ze wel of niet halagisch, Joods wettelijk, Joods. Omdat de lokale rabbijn en de opperrabbijn van Servië, opperrabbijn Isak Asiel, zich te dicht bij de families betrokken voelden, werd ik als een onpartijdige rabbinale outsider ingevlogen. Details zijn uiteraard niet bestemd voor een dagboek, maar het fenomeen om vanwege de zuiverheid zelf afstand te nemen en in goed overleg met alle betrokkenen een buitenstaander in te schakelen, toont oprechtheid, moed en rabbinale collegiale eenheid. Uiteindelijk waren allen tevreden en dankbaar.

Heb ik dit uitstapje als een snoepreisje ervaren? Niet echt, of zelfs nog sterker: echt niet! Ik heb alleen het vliegveld van Belgrado gezien, de binnenkant van taxi’s en de synagoge waar alle besprekingen plaatsvonden en waar ik ook de nacht van woensdag op donderdag heb doorgebracht. Omdat ik ook als ik niet thuis ben probeer vast te houden aan mijn dagelijkse therapeutische snel-wandeling, heb ik woensdagavond om 23:30 uur de koele sjoel verlaten om enige snikhete buitenlucht in te ademen. Overdag scoorde de temperatuur 37 Celsius. Niet ver van de sjoel was een demonstratie, die ik al kende van mijn vorige voorbereidende bezoek aan Belgrado, twee weken geleden. Ik ging ervan uit dat de demonstratie tegen Israël zou zijn, want tegen wat anders kan een mens anno 2025 protesteren! Maar het bleek dus met Israël en met Joden niets van doen te hebben en dus kon ik met keppel, baard en zichtbare tsietsiet (u weet wel, van die Joods-religieuze touwtjes die uit mijn broek hangen) gewoon tussen de protesterende jeugdige Serviërs heen lopen zonder dat het bekende riedeltje From the River to the Sea weerklonk. Zelfs het woord Jood (in het Servisch dan) heb ik niet één keer gehoord en van nakijken was totaal geen sprake. De duidelijk herkenbare synagoge had geen enkele vorm van beveiliging, iets wat in ons Nederlandse polderlandje ondenkbaar is. En dat terwijl het naar Servië maar twee uur en een kwartier vliegen is.

Na een warme en rustige sjabbat was ik vandaag op de snikhete culturele markt in Enschede.  Ter gelegenheid van 700 jaar Enschede ontving ik de volgende uitnodiging:

Wij zouden het zeer op prijs stellen als u, namens de Joodse gemeenschap in Nederland, aanwezig zou willen zijn bij de opening van de culturele markt. Uw aanwezigheid zou een grote eer zijn voor de Suryoye gemeenschap. Daarnaast zouden wij het zeer waarderen als u een korte toespraak van vijf minuten zou willen houden om dit bijzondere moment te markeren.

Fijn dat ik was uitgenodigd en uiteraard had ik de uitnodiging aanvaard. Spreken ‘namens de Joodse gemeenschap’ is altijd lastig, want wie bepaalt of ik namens alle Nederlandse Joden mag spreken. Omdat ik me er toch van bewust ben dat velen mij beschouwen als (de niet benoemde) spreekbuis van Joods Nederland en denken dat ik ‘namens’ spreek, ben ik altijd alert op mijn woorden en probeer hokjes-overstijgend te denken. Eenheid is onze grootste kracht en het is precies die boodschap die ik ook de organisatoren van Suryoye culturele markt op het hart heb gedrukt. Want ook in hun gelederen bestaan hokjes die een heleboel gemeenschappelijks hebben, maar soms te veel bezig zijn met verschillen. En dus heb ik de aanwezigen opgeroepen als de belerende rabbijn, om vooral de eenheid te versterken. Dat ze moeten integreren, heb ik ze niet hoeven uit te leggen, want ze zijn volledig geïntegreerd. Sommige huidige nieuwe Nederlanders kunnen van hen leren. Dat ze ook vooral hun eigen identiteit moeten behouden, hun taal en hun gewoonten, hoefde ik ook niet te vermelden, want dat doen ze bij voortduring. Alleen aan die eenheid schort het af en toe, vandaar mijn oproep. En gezien mijn relatie met al hun denominaties, hokjes dus, durfde ik publiekelijk die oproep te doen en die les te leren.

En terwijl ik tot interne eenheid opriep, kreeg ik de Telegraaf aan de lijn over de Jom Ha-voetbal waar de ingehuurde zanger weigerde te zingen, maar het podium misbruikte voor politiek waarmee deze jeugdige voetballertjes niets te maken hadden en hebben. Jom Ha-Voetbal gaat over voetbal, over Joodse kinderen bijeenbrengen, gezelligheid, ontspanning en… alle Joodse hokjes even vergeten en de kinderen vanuit eenheid en saamhorigheid samen tegen dezelfde bal laten trappen. Jammer dat de zanger dit positieve heeft gemist en uit zichzelf (of opgejut door derden?) het voetbalspel van een valse interpretatie heeft voorzien en hiermee mijns inziens zichzelf buitenspel heeft geplaatst.

En of het nog niet genoeg is, ontving ik een mededeling van de Stichting Synagoge Middelburg dat op 10 juli in de sjoel een tentoonstelling zou worden geopend door de burgemeester van Middelburg. Enkele weken geleden vond er echter in Middelburg een incident plaats, waarbij geprotesteerd werd tegen een busmaatschappij die banden heeft met een Israëlische busmaatschappij.  Er werd een rookbom gegooid en er vond zelfs een handgemeen plaats.

Dit incident heeft de Stichting ertoe doen besluiten de tentoonstelling, en dus ook de officiële opening, niet door te laten gaan omdat ze op geen enkele wijze het risico wilden lopen dat de synagoge het doelwit zou worden van protest en ongeregeldheden.  En dus is er in 2025 een einde gekomen aan een mooie dertig jaar oude traditie die door velen als heel zinvol en bijzonder werd ervaren.

 

Dagboek van de Opperrabbijn 25 juni 2025

Binyomin, liet een niet-Joodse politicus mij daags na de beruchte PvdA-GL vergadering weten, de PvdA-GL Israël-haat raakt niet alleen de Joodse Gemeenschap, maar ook mij, je niet-Joodse Nederlandse medeburger. In 1948 werd de Staat Israël opgericht als een vluchthaven voor Joden, overlevenden van de gaskamers. Wij, Nederlanders, hadden 102.000 medeburgers laten vergassen en hebben daarom keihard en met volle overtuiging meegestemd in de Verenigde Naties voor de oprichting van een eigen Joodse Straat. Als nu Israël de mogelijkheid om zichzelf te verdedigen wordt ontnomen, we de ballistische raketten hun moordende werk ongestoord laten verrichten, dan is de weg geopend om tot de vervolmaking van de Endlösung te komen en daaraan weiger ik mee te werken.

Inmiddels ligt die onwaardige anti-Israël bijeenkomst alweer enige dagen achter ons en hebben een aantal van onze zogenaamde vrienden hun ware aard getoond. Wat we hiermee moeten doen? Geen idee. Ik wil er niet te veel aandacht aan besteden, maar prefereer om mijn gedachten te concentreren op een aantal mooie belevenissen.

Vandaag was ik eerst in Maastricht waar Ellen van Praagh (voorzitter van de centrale commissie van het NIK), Ernst Reus (voorzitter van de Joodse Gemeente Limburg) en mijn persoontje, een goed gesprek hadden met de voorzitter van de Universiteit, Rianne Letschert. Ons doel was om onze zorg kenbaar te maken over de veiligheid van Joodse studenten en medewerkers. Het was een warm gesprek en, hetgeen belangrijker is, ze begreep onze zorg en heeft toegezegd alles eraan te zullen doen wat in haar vermogen ligt om de Joodse medewerkers en studenten een veilig gevoel te geven. Ik heb er alle fiducie in.

Van Maastricht reden we met (te) hoge snelheid naar Urk voor de grote en grootse JNF-Experience die als motto droeg: Samen Sterk voor Israël. Ik mocht de verloting van de tickets naar Israël leiden en het gebed voor de Staat Israël en haar soldaten uitspreken, waarna het Hatikwa werd gezongen door de meer dan driehonderd aanwezigen. Het was een grandioos feest, wat een sfeer, wat een ontlading van spanning. Na afloop werd mij de gelegenheid gegeven om B&W van Urk via een filmopname te bedanken voor de pro-Israël motie die zij, als enige gemeente in Nederland, hadden aangenomen, waar de meeste gemeenten zichzelf ontsierden met anti-Israël moties. Voor de Amsterdammers onder mijn dagboeklezers, die meestal niet zo briljant zijn in topografie: Urk en Maastricht liggen iets verder uit mekaar dan Buitenveldert en Amstelveen.

Donderdagmiddag waren Blouma en ik bij de borrel van de medewerkers van cvandaag. Cvandaag is de grootste christelijke website van ons land en gezien ook zij regelmatig mijn dagboek publiceren, was onze aanwezigheid een vanzelfsprekendheid. Sterker nog: we voelden ons meer dan welkom! Speciaal voor ons hadden ze koosjere maaltijden geregeld. De warmte die we daar voelden, was geweldig. Een en al steun voor Israël, geen antisemitisme. Bijzonder!

En toen, vrijdagmiddag, nog ruim voor het begin van sjabbat: SGP! Even een uitleg. Mij was ter ore gekomen dat de SGP een studiedag of zoiets had in Nijkerk in het gebouw van Christenen voor Israël. Chris Stoffer, de fractievoorzitter, had ik benaderd met de vraag of ik ook even mocht komen om de SGP-bestuurders te danken voor hun niet aflatende steun aan Israël, dat vond hij een goed idee en hij was bereid om 5 minuten van zijn kwartier spreektijd aan mij af te staan. Die 5 minuten liepen, zoals te verwachten was, uit tot een kwartier. Toch mocht Chris Stoffer ook nog spreken. En toen een groepsfoto.

Zondag mocht ik van 14:00 – 16:00 uur invallen voor rabbijn Katz die vastzat in Israël. Hij had in de sjoel van Apeldoorn een lezing zullen geven. Ik mocht voor hem invallen. Zijn onderwerp: Sjawoe’ot – het Wekenfeest. En o ja, ook nog een paartje ontvangen die besloten hebben om choepa te nemen, Joods te trouwen dus.

Alles bij mekaar heb ik de laatste dagen veel warmte en steun ondervonden en hoop en bid ik dat er eindelijk sjalom zal zijn voor alle bewoners van Uw aarde en niet uitsluitend voor Israël. Want, mijnheer Timmermans, denk ook eens even iets minder aan Israël en Gaza en wat meer aan de veel grotere brandhaarden in Soedan, Syrië, enz. enz. enz. of aan de onderdrukking van vrouwen in grote delen van de wereld. Denk aan de behandeling van medemensen met een afwijkende geaardheid. Of wilt u liever problemen van elders hier niet importeren? Daarvoor heb ik alle begrip, maar laat dan ook Gaza gewoon waar het zich afspeelt.

Morgen opstaan om vijf uur (in de ochtend), vandaag bijna zeshonderd km afgelegd en nu is het precies middernacht en krijg ik nog een whatsapp met de vraag of ik opensta voor een gesprek. Helaas…ik ben te moe.

 

Dagboek van de Opperrabbijn 16 juni 2025

Er bestaan echt ook mensen die me niet aardig vinden en een van deze non-fans was aan het rondtetteren dat ik in de vrije tijd zwem en daarom, om toch iets omhanden te hebben, mijn dagboeken schrijf, als een soort bezigheidstherapie. Wat er wel of niet van waar is, weet ik niet precies, maar de laatste dagen ben ik dusdanig bezet dat ik zelfs mijn bezigheidstherapie heb moeten overslaan. En daarom ben ik te laat met dit dagboek dat ik donderdag jl. had moeten aanleveren, terwijl het inmiddels al de maandagochtend is geworden. Bij deze mijn excuses aan mijn trouwe dagboekeniers, waarvan er al een (piep)klein aantal had gebeld met de vraag of ik soms gestopt was met het dagboekenieren.

Ondertussen ben ik in Belgrado geweest, in Vught, Haarlem en Enschede en tussendoor ook nog thuis. Belgrado was vanuit mijn functie bij de RCE- Rabbinical Center of Europe om de lokale rabbijnen met een halagisch klusje te helpen. RCE is een soort vakvereniging voor rabbijnen en waar mogelijk helpen en adviseren we aan lokale rabbijnen die ergens alleen zitten en daardoor (Halachische) steun door een senior-rabbijn kunnen gebruiken. En hoewel ik mezelf nog ver verwijderd zie van het senioren schap, kon ik in dezen wel iets voor ze betekenen.

Haarlem was de March of Life, een demonstratie vóór Israël en tegen antisemitisme. Enschede was de jaarlijkse herdenking van de Armeense Genocide in 1915. En in het Nationaal Monument Kamp Vught, Konzentrationslager Herzogenbusch, was de jaarlijkse herdenking van de Kindertransporten

Leest u de woorden, die ik in Vught voor Jizkor, Kaddiesj en de minuut stilte, heb uitgesproken en voel de actualiteit van het toen naar het heden:

 “Tien jaar geleden stond ik hier ook voor het kindermonument en waarschuwde, als een roepende in de woestijn, voor het opkomend antisemitisme. En terwijl ik die zorg uitsprak reed er iemand langs op de fiets, luidkeels brullend: Heil Hitler. Toen was dat nog een uitzondering, nu is het gewoon.

Twee weken geleden stond ik met tweehonderdvijftig Europese rabbijnen in Auschwitz-Birkenau. De kinderen van de kindertransporten verschenen in mijn gedachten. Als zij toen niet zouden zijn vermoord en nu nog als kinderen zouden leven, dan zouden ze naar een openbare school gaan en daar worden uitgescholden voor kankerjood.  Dat zou gewoon zijn. En als ze op de Joodse school zouden zitten, dan zou die school meer het aangezicht hebben van een zwaarbewaakte bunker dan van een school, ook dat zou gewoon zijn. Toen in de jaren ’40-’45 Joden werden opgepakt en afgevoerd, was dat gewoon. En dat velen van de enkelingen die de hel overleefden, bij terugkomst niet welkom waren, was gewoon.

Wij zijn hier bijeen om te herdenken, te waarschuwen tegen de verwording van het onacceptabele tot gewoon, te strijden tegen de levensgevaarlijke polarisatie die zich gewoon in ons vredige Nederland meer en meer voltrekt en waar vele media gewoon aan meewerken. We spreken een gebed uit en smeken de Eeuwige voor vrede, sjalom, voor alle bewoners van Zijn aarde, ongeacht hun geloof, ras, afkomst, geaardheid. Maar bovenal zijn we hier bijeen om te herdenken en te bidden voor de zielenrust van onze kinderen van de Kindertransporten, even uitsluitend aan hen te denken, aan het onbeschrijfelijke leed dat ze moesten doorstaan alvorens hun onschuldige zieltjes gewoon het aardse bestaan verlieten.

In Haarlem, bij de March of Life, was mijn voornaamste doel om de meer dan driehonderd, voornamelijk niet-Joodse, deelnemers een riem onder het hart te steken (hart onder de riem, mag ook) en te tonen hoezeer wij, Joods-Nederland, hun onvoorwaardelijke steun aan Israël en hun strijd tegen het antisemitisme waarderen en als intens bemoedigend ervaren.

En toen, na Haarlem, de jaarlijkse herdenking van de Aramese genocide in 1915 in het Volkspart te Enschede. Het was een perfect georganiseerde happening met vele goede sprekers, waaronder Caroline van der Plas. Onze Tweede Kamer heeft een motie aangenomen waarin de genocide van 1915 door de Jonge Turken in het Ottomaanse Rijk ten tijde van de Eerste Wereldoorlog wordt erkend. Maar de regering weigert om aan die motie uitvoering te geven en dus de genocide te erkennen, hetgeen zeer pijnlijk is voor de Aramese gemeenschap. Helaas is dit niet de eerste keer, zo benadrukte Caroline van der Plas in haar toespraak, dat geopolitieke motieven rechtvaardigheid naar de achtergrond duwen. Daarom, zo benadrukte ik in mijn toespraak, blijven we herdenken en om aandacht vragen voor onrecht uit het verleden, gelijk ook de Holocaust herdacht moet blijven worden en in de geschiedenislessen op onze scholen niet mag ontbreken.

Omdat ik toch in Enschede was kon ik het niet nalaten om Pieter Omtzigt en zijn zorgzame en intelligente echtgenote Ayfer thuis een bezoekje te brengen. Ik voeg het woord thuis erbij, omdat Pieter en Ayfer als vanouds ook aanwezig waren in het Volkspark en daar was feitelijk genoeg gelegenheid om na afloop even bij te praten. Maar dat voelde voor mij niet als voldoende. We hadden namelijk een regelmatig WhatsApp-contact en nu hij niet meer van politiek belang is voel, ik me juist geroepen om dat contact in ere te houden. Ik begrijp zijn terugtrekking uit de landelijke politiek. Politiek is niet altijd even koosjer, zoals Caroline even tevoren had aangegeven in haar toespraak, en daarmee om te kunnen gaan is lastig en vaak of op of over het randje van het ethisch aanvaardbare. Overal is politiek: in de Academische Ziekenhuizen, in de Bankenwereld, in de wereld van het onderwijs, van het vastgoed, van de industrie, van de kerkgenootschappen… overal. En zelfs in de wereld van de rabbijnen.

Maar in de echte politiek, het summum van politiek, is ieder en alles politiek. Daar moet je over een olifantshuid beschikken en weloverwogen meer dan eens wegkijken.

De opstelling van een aantal Nederlandse burgemeesters heden ten dage riekt naar het stevig de ogen sluiten om bewust een conflict van elders, Gaza-Israël, binnen hun gemeentemuren te importeren…  Onnodig, contraproductief en schadelijk!

Ik heb er begrip voor dat Pieter zich heeft teruggetrokken, hoezeer ik dit ook betreur. Maar als ik het goed heb begrepen…

Dagboek van de Opperrabbijn 9 juni 2025

Na mijn recente bezoek aan Auschwitz-Birkenau met meer dan tweehonderdenvijftig Europese rabbijnen, kreeg ik de (gebruikelijke) vraag wat het met me had gedaan. Mijn (gebruikelijke) antwoord luidde: weinig! Ook mijn bezoek in Eindhoven aan de Replica Hamas Tunnel deed me niet veel. Ben ik dan gevoelloos, vroeg ik me af, is er iets mis met me? Of weiger ik mezelf te verplaatsen in de gaskamers en in de Hamas Tunnel, om mezelf te beschermen tegen de hel van emoties die zich van mij meester zou maken om mijn normale functioneren ernstig te beschadigen. Het antwoord moge duidelijk zijn: emotionele zelfbescherming. En toch ga ik vast eens per jaar, en dit jaar zelfs twee keer, naar de bergen menselijk haar, schoenen, brillen om Europese leiders en politici te tonen waartoe systematische indoctrinatie en antisemitisme kan leiden. Maar of de boodschap overkomt hangt af van de bereidheid om te zien en te horen. En daarom weet ik het zo net nog niet of zo’n uitstapje Polen altijd en voor iedereen zinvol is als er op voorhand besloten is om ogen en oren keihard dicht te houden… Idem geldt voor de Replicatie Hamas Tunnel die vrijdag op het 18 Septemberplein in Eindhoven stond en komende weken ook in Wageningen en Maastricht zal verschijnen. De hoop is natuurlijk dat mensen wakker zullen worden, maar of veel van de slapende en wegkijkende meerderheid zijn ogen zal openen, betwijfel ik. En ondertussen werkt de indoctrinatie en brainwashing gestaag door. Een intelligente en goed opgeleide politicus weet me zonder blikken of blozen te vertellen dat wetenschappelijk is aangetoond dat de Hebreeuwse taal eigenlijk aan het Palestijnse volk toebehoort, maar door de Joden is gekaapt, en dat ook wetenschappelijk is bewezen dat de Palestijnen eigenlijk de echte Joden zijn, maar dat de Joodse identiteit hun is ontnomen door de huidige Jood, die dus geen Jood blijkt te zijn. Zo redenerend zou dus de huidige Imam eigenlijk een rabbijn zijn, maar of ik ook een wetenschappelijk bewezen Imam ben, is me nog niet helemaal duidelijk. Maar het zou dus zomaar kunnen!

Zegt de naam Bart Heller u iets? Als u in Hilversum woont zeker wel. Hij was wethouder, nam zijn ontslag, omdat de opperrabbijn had verkondigd dat hij een antisemiet is, vervolgens zeggen de kranten dat de opperrabbijn op zijn woorden is teruggekomen, terwijl de opperrabbijn, dat ben ik dus, keihard ontkent ooit hem van antisemitisme te hebben beschuldigd, en vervolgens wordt hij weer als wethouder aangesteld. We zijn inmiddels bijna vriendjes en gisteren was Bart weer bij ons op bezoek en ontving ik zojuist een whatsappje van hem:

Hoi Binyomin, Goed dat we gistermiddag weer hebben bijgepraat. Mooi dat we deze gesprekken kunnen hebben, ondanks onze diepgaande verschillen van mening – of misschien wel juist dankzij die verschillen. 😉 De antisemitische gevallen van bedreiging en intimidatie die je noemde, zijn verontrustend. Het debat moet gevoerd kunnen worden, in alle scherpte als dat nodig is, maar intimidatie en bedreigingen horen niet thuis in onze vrije, democratische samenleving. Onacceptabel! Groet, Bart.

En ondertussen ontvang ik een appje met het dringende verzoek om toch vooral in mijn toespraken en artikelen te vermelden dat onze huidige wereld bomvol zit met afschuwelijke oorlogen in Jemen, met een half miljoen doden de afgelopen tien jaar, in Soedan 150.000 slachtoffers, Syrië honderdduizenden, enz. Als Arabieren elkaar uitroeien wordt er gezwegen en kijkt de wereld weg.

Maar is het zinvol dit te vermelden? Wordt er naar mij geluisterd? Bij de Replica Hamas Tunnel ontmoette ik globaal gesproken drie soorten bezoekers: categorie één zijn leden van de Joodse gemeenschap en pro-Israël christenen. Geschrokken en emotioneel geroerd komen ze de tunnel uit. Groep twee ziet waarover het gaat en loopt ongeïnteresseerd en zichtbaar geïrriteerd door, want ze aanbidden from the River to the Sea. Groep drie zijn jongeren die de vriendelijke uitnodiging om de tunnel binnen te gaan aanvaarden, maar totaal niets weten over Joden, Israël, Hamas, Gaza. Het is alsof ze van een andere planeet komen, niet van deze wereld zijn.

Wat doen we aan educatie? Onbekend maakt onbemind. Maar als de school weigert aandacht te besteden aan de Nederlandse oorlogsjaren ’40-’45, als een rondleiding door Joods-Zutphen wordt afgelast, als mijn deelname aan een panel over intimiteit voor de medische faculteit van de Leidsche Universiteit vanwege ‘omstandigheden’ geen doorgang kan vinden en als we ernstig verzuimd hebben in de asielzoekerscentra de nieuwe Nederlanders erop te wijzen dat bij ons in Nederland vrouwen geen gebruiksvoorwerpen zijn en Joden, andersdenkenden of medemensen met een andere geaardheid niet vermoord of gehaat mogen worden, dan moeten we helaas niet verbaasd zijn dat Nederland daar staat waar het nu is beland… Mijn vriend Bart is het daar ook volledig mee eens.

Maar gelukkig laat het zich aanzien dat het vandaag een mooie zonnige dag gaat worden en ben ik al ingecheckt voor mijn vlucht morgenochtend naar Servië. Maar maakt u zich geen zorgen, als u dit dagboek leest ben ik alweer lang en breed terug in mijn mooie en bijzonder tolerante Nederland.

Dagboek van de Opperrabbijn 4 juni 2025, Ik zal nooit zwijgen en nooit buigen!

Vanaf zondagavond tot gisteravond, dinsdagavond, 23:00 uur, heb ik vanwege Sjawoe’ot geen Telegraaf en RD gelezen, geen radio geluisterd, mijn laptop niet aangeraakt. En wat gebeurt er? Een kabinetscrisis! Had mijn aanwezigheid, vroeg ik mezelf bijna af, de val van het kabinet kunnen voorkomen? En als het antwoord negatief is, waarom volg ik het nieuws dan op de voet en probeer ik in mijn dagboeken te waarschuwen tegen een samenleving die ziekelijk aan het polariseren is en waar de grap, ‘Wie is er schuldig, de lantaarnpaal of de Jood? Hoezo lantaarnpaal??’ inmiddels helemaal geen grap meer is.

Precies een week geleden was ik, als deelnemer en medeorganisator, met meer dan tweehonderdvijftig Europese rabbijnen in Auschwitz. Maandag en dinsdag in Krakau lezingen en voordrachten over diverse rabbinale onderwerpen en uiteraard kwam het antisemitisme uitgebreid aan de orde. Unaniem werd besloten dat wij, de EU-Rabbijnen, onze posten niet zullen verlaten en alles in het werk zullen stellen om het Jodendom voor Europa te behouden. De conferentie werd afgesloten met een bezoek op woensdag aan Auschwitz-Birkenau met een indrukwekkende herdenking bij het monument vlak bij de gaskamers en de ovens… in aanwezigheid van de twee Israëlische opperrabbijnen.

Een mens is verplicht om G’d te danken even zozeer voor een nare tijding als voor een goede tijding, zo leert ons de Misjna, de Mondelinge Leer. Alles komt uiteindelijk van Boven, ook het onverhoopte negatieve, ook het summum van kwaad, zelfs Auschwitz. Is dat met ons menselijke verstand te vatten? Neen! Maar moet ik dus achteroverleunen en het kwaad de ruimte geven? Het Joodse antwoord op die onmogelijke vraag is een keihard neen! En dat is nou precies de centrale gedachte van Sjawoe’ot, het Wekenfeest. Op Sjawoe’ot gedenken we dat meer dan drieduizend jaar geleden het Joodse volk bij de berg Sinai stond om de Thora van G’d te ontvangen. De Thora leert ons hoe te leven, als mensen onder mekaar en als mens ten opzichte van G’d. Maar voordat de Thora-les begint, wordt de Schepping beschreven. In den beginne schiep G’d de hemel en de aarde (Bereesjiet-Genesis 1:1). De Schepping moeten we aanvaarden, we kunnen begrijpen dat die heeft plaatsgevonden, maar een voorstelling maken van de creatio ex nihilis, hoe en dat onze wereld uit het niets is ontstaan, is een kwestie die het menselijke brein volledig overstijgt. De Thora is ons gegeven als een cadeau van Boven. Een cadeau krijg je, gelijk een erfenis, het komt zoals het komt, je hebt er geen inhoudelijke invloed op. Maar hoe je het geschenk aanvaardt, hoe je ermee omgaat, dat heb je zelf in de hand. Als een mens onverhoopt ziek wordt, dan komt dat van Boven en zal hij het moeten aanvaarden. Maar tegelijkertijd is hij van de Joodse wet, de Halaga, de Thora, verplicht de ziekte te bestrijden en naar de dokter te gaan. Het Auschwitz van toen is niet te vatten en ook het snel oprukkende antisemitisme van nu, is verre van rationeel. Maar laat een ding duidelijk zijn: het kwaad moet bestreden worden, wegkijken is niet aanvaardbaar en accepteren en zwichten voor geestelijke en fysieke chantage al helemaal niet.

 

De volgende hartenkreet belandde in de inbox van mijn laptop: “Ik schaam me diep, omdat ik zie wat velen niet durven te aanschouwen. Omdat ik voel wat velen wegduwen. Omdat de haat tegen Joden, anno 2025, weer groeit als onkruid in een vergeten veld — openlijk, brutaal en in volle bloei. En bijna niemand lijkt zich daar nog echt druk om te maken. Het raakt me. Het kwetst me. Want dit is niet zomaar iets. Dit is het fundament van onze beschaving dat langzaam afbrokkelt terwijl we collectief doen alsof het niet gebeurt. De vrijheid om te zijn wie je bent, om te geloven wat je wil, om onbezorgd te leven in dit land dat ooit synoniem stond voor verdraagzaamheid — het staat allemaal op het spel. En waar zijn de waakhonden van onze democratie? De media? De scholen? De rechters? De politici? Ze slapen. Of erger: ze werken mee aan de normalisering van haat. Onder het mom van ‘diversiteit’ en ‘begrip’ worden extremen getolereerd, worden daders beschermd en slachtoffers genegeerd. Alles is links. Alles is politiek correct. Alles moet kapot, lijkt het wel. Mijn opa zou zich omdraaien in zijn graf. Hij was Engelandvaarder. Hij zette zijn leven op het spel voor onze vrijheid. Hij vloog als boordschutter door kogels en vuur om te vechten tegen de tirannie van toen. Omdat hij geloofde in iets groters: een vrij Nederland. Een land waarin niemand onderdrukt zal worden, niemand opgejaagd, niemand vermoord om wie hij of zij is. En kijk nu. Hoe wij die vrijheid verkwanselen. Hoe laf het stil blijft als mensen worden uitgescholden, bedreigd of erger, alleen omdat ze Joods zijn. Alsof we niets geleerd hebben. Alsof het niet nog steeds begint met woorden. Maar laat één ding duidelijk zijn. Ik zal nooit zwijgen. Ik zal nooit wegkijken. Ik zal nooit buigen. Ik sta voor de vrijheid van ieder mens in Nederland. Of je nu Joods bent, christen, moslim, atheïst, hetero, homo, zwart, wit of wat dan ook — iedereen heeft recht op vrijheid. Op veiligheid. Op een toekomst. En wie dat niet begrijpt, die is niet meer aan het denken. Die is gehersenspoeld. Geïndoctrineerd door een wereld waarin waarheid niet meer telt, en waar principes zijn ingeruild voor politieke leugens. Maar ik blijf vechten. Zoals mijn opa vocht. Met woorden. Met waarheid. Met moed. Want de vrijheid is te kostbaar om te vergeten. En te heilig om in te leveren voor een slap excuus. Dus ja, ik schaam me. Maar ik laat me niet breken. Vrijheid sterft in stilte. Maar ik ken geen stilte. Ik heb een stem, die ik luid en duidelijk zal laten horen…”

Dank, onbekende schrijver, voor de warme en bemoedigende woorden. Ik zal u volgen en ook mijn stem en mijn woord, waar ik ook maar kan, laten horen. Am Jisraël Chaj – het Joodse volk leeft en zal overleven, ondanks alle tegenstand door de eeuwen heen.

 

 

dagboek van de Opperrabbijn, 25 mei 2025

Het is niet ondenkbaar dat je een verkeerd medicijn krijgt toegediend.

Om drie uur was ik dinsdagmiddag in Budapest aangekomen voor de afronding van een klusje waarvoor ik al meerdere keren was ingevlogen. Ondertussen werd het me wederom duidelijk dat (bijna) ieder probleem oplosbaar is als beide partijen elkaar in essentie respecteren en beiden een oplossing willen. Als beide partijen of een van beiden echter vol haat zitten is de klus lastig, want vanuit sinat chinam, haat zonder reden, valt met logische argumenten weinig op te lossen. Enfin, mijn Boedapest-missie is geslaagd, de onderliggende problematiek opgelost en ik ben dankbaar dat mijn vele vluchten naar Budapest resultaat hebben gehad. Maar pas op, zeg ik tegen mezelf, ook zonder zichtbaar succes moet je je inzetten. Met andere woorden: het gaat om de inzet en altijd om het (zichtbare) resultaat en nooit om het applaus. Regelmatig moet ik kiezen tussen aanwezigheid bij een bijeenkomst die brede media-aandacht zal opleveren en een vrij anoniem gebeuren met slechts een zeer beperkt publiek. Mijn ego en mijn pr-adviseurs hebben weinig bedenktijd nodig om te kiezen, maar ik begrijp gelukkig nog net dat mijn ego niet mijn besluitvorming mag bepalen en public relations een middel is, maar nooit je doel mag zijn. En dus sprong ik woensdagochtend in Budapest half vier uit mijn bed, met nauwelijks drie uur slaap, om naar Amsterdam te vliegen en aanwezig te zijn in de Pijp bij een kleine bijeenkomst waar twee Stolpersteine werden geplaatst voor het huis van de ouders van mijn vriend de heer Soesan, voormalig voorzitter van de kleine Joodse Gemeente Breda. Het aantal aanwezige journalisten was nul en omdat nagenoeg de hele familie natuurlijk was afgevoerd om nimmer terug te keren, waren er niet meer dan vijftien belangstellenden. Er viel dus met mijn aanwezigheid geen eer te behalen. En toch, zonder wie dan ook te willen kwetsen, betekende mijn aanwezigheid voor mij persoonlijk meer dan mijn participatie aan de vele perfect georganiseerde bijeenkomsten van de laatste weken ter gelegenheid van 4-5 mei en Jom Ha’atsmaoet. Die twee kleine herdenkingssteentjes en één foto, die per ongeluk de oorlog had overleefd, is het enige dat er van de ouders van Philip Soesan nog tastbaar over is gebleven. Zelfs een graf werd hen niet gegund. Met een brok in mijn keel sprak ik het Jizkor, het herdenkingsgebed, uit terwijl mijn gedachten afdwaalden naar de vele huizen waar voor de oorlog Joden woonden en waar geen Stolpersteine werden geplaatst, omdat zij vernietigd werden met al hun kinderen, broers, zusters, opa’s en oma’s…

Vanuit een groep medische studenten van een Universiteit bereikte mij een verzoek om zitting te nemen in een panel over intimiteit/seksualiteit binnen het Jodendom. Ook een dominee en een Imam zouden participeren. Over politiek zou niet worden gesproken, sterker nog, als vanuit de zaal iets politieks zou worden ingebracht, zou er worden ingegrepen. Ook voor de beveiliging zou worden gezorgd. Maar helaas, en ik had niet anders verwacht, het werd o.a. om geopolitieke redenen niet toegestaan.

 

Een gemiste kans, denk ik dan. Maar ik vermoed dat kwade krachten als hoofddoel hebben: anarchie en het voorkomen van oplossingen en vooral geen sjalom!

De jaarlijkse receptie van de Ambassade van Israël ter gelegenheid van Jom Ha’atsmaoet, donderdagavond, was perfect georganiseerd, een prima opkomst, maar er ontbraken dit jaar zichtbaar Nederlandse politici en er waren meer ambassadeurs niet gekomen dan wel. Het is wat het is, de Jodenhaat floreert en vele burgemeesters kiezen voor escaleren onder de titel de-escaleren!  Dit is een nadenkertje. Maar desondanks: Am Jisraeel Chaj!

Ik ben net terug uit Apeldoorn waar ik een lezing heb gegeven over: “De zin van het herdenken”. Het was een volle sjoel, muisstil en een en al aandacht, niemand, ook ikzelf niet, in slaap gevallen! Na de lezing werden herdenkingsstenen onthuld voor de huizen van waaruit de Apeldoornsche Joden werden weggevoerd, om nimmer terug te keren. Het Free Palestina uit de mond van een paar schoffies van een jaar of zeventien, ontbrak uiteraard niet. Verre familieleden waren aanwezig, indrukwekkend. Maar in Apeldoorn zullen voor alle weggevoerde Joden herdenkingsstenen worden onthuld, ook voor hen van wie niemand meer over is. En vanavond in Breda voor de Joodse Gemeente ook weer een sjioer/lezing. Morgen, maandag, vlieg ik naar Krakau voor een driedaagse conferentie van de RCE, Rabbinical Centre of Europe. In Auschwitz zal ik op de herdenkingsplaats een korte toespraak houden, in het Hebreeuws met aan het eind een oproep in het Engels:

I call upon all European Governments, in the name of more than 200 European rabbis gathered here in Auschwitz, to ban any form of antisemitism on the streets and from the media, from universities and schools and to stop demonising Israel and Jews in general and to guarantee the future of European Judaism. Nie wieder, never again Auschwitz!

De nieuwste klacht tegen Joden: Hebreeuws is oorspronkelijk de taal van de Palestijnen die de Joden van hen hebben gestolen. Verzin ik dit? Neen, persoon (een academicus), locatie en in welk gezelschap deze ontvreemding is besproken, zijn mij bekend.

O ja, academische ziekenhuizen houden tien minuten stilte voor Gaza. Dus, beste Joodse Nederlanders en Christenen die pro-Israël zijn, mocht u een afspraakje hebben in een ziekenhuis, probeer die tien minuten dan te mijden want het is niet ondenkbaar dat door de opgefokte emoties het bloedprikje ‘per ongeluk’ misgaat of je ‘per ongeluk’ een verkeerd medicijn krijgt toegediend…

 

 

RSS
Follow by Email