Dagboek van de Opperrabbijn van 19 mei 2025

Hoewel dit mijn dagboek van 19 mei behoort te zijn, heb ik pas nu, 20 mei, de gelegenheid om te schrijven. Positief is dat ik sjabbat jl. slechts één keer werd nageroepen en dan ook nog slechts van verre. Maar voorafgaand aan deze rustige sjabbat was ik woensdag in Katwijk, met alle beroering die nadien breed in de media stond uitgemeten, terwijl ikzelf er niets van had meegekregen tijdens deze bijzondere viering van Jom Ha’atsmaoet door Christenen voor Israël.

Donderdag een geweldige bijeenkomst in Leeuwarden (met de inschrijving in het Gouden Boek van twee vertrekkende bestuurders), zondag in Winterswijk en gisteren in Amersfoort (en nu in het vliegtuig naar Boedapest). Wat hadden deze drie bijeenkomsten gemeen? De verbinding met het verleden dat niet meer is, een relatie tussen toen en nu, en een harde waarschuwing voor de toekomst. Maar ook bij alle drie een enorm enthousiasme en overgave om, met hulp vanuit de niet-Joodse gemeenschap, alles in het werk te stellen om overeind te blijven in deze woelige tijden. Indrukwekkend!

In Leeuwarden werd de voormalige Joodse School ingewijd tot Joods Cultureel Centrum. De eigenares is mevrouw Cohen die geheel belangeloos de Joodse School ter beschikking stelt aan de Joodse Gemeenschap voor intern en extern gebruik. Extern, ten behoeve van onze niet-Joodse vrienden om ze informatie te geven over het Jodendom en als onze ambassadeurs te fungeren in de strijd tegen antisemitisme. Hetzelfde geldt voor Winterswijk waar de her-inwijding plaatsvond van de indrukwekkend knap gerestaureerde sjoel mede dankzij de gigantische inzet van Mirjam Schwartz, de voorzitter van de piepkleine Joodse Gemeente.

Zowel in Leeuwarden alsook in Winterswijk heerste vreugde, dankbaarheid, zorg vanwege het alom opkomend antisemitisme, maar ook vastberadenheid om niet te zwichten voor angst en bedreiging en overeind te blijven, al ware het alleen al vanwege de emotionele plicht naar hen die ‘niet terugkwamen’.

Door mijn aanwezigheid in Winterswijk, waar mij de eer was toebedeeld de mezoeza aan te slaan, kon ik niet aanwezig zijn bij het 50-jarig bestaan van Cidi en ook niet bij de presentatie van het door Prof. Knoops geschreven boek ‘Als de rechtsstaat faalt’. Ik voel me daarvoor schuldig, maar Winterswijk moest voorgaan. En combineren was, hoezeer ik het ook had gehoopt, niet mogelijk.

Normaliter spreek ik uit het hoofd, zonder tekst voor me. In mijn hoofd heb ik de essentie die ik wil verkondigen en ter plekke verzorg ik de verbale verpakking, aangepast aan de toehoorders.

Mijn toespraak bij de onthulling van het bijzondere Joodse monument in Amersfoort had ik echter wel op schrift om te voorkomen dat ik de mij gegeven spreektijd zou overschrijden en vanwege de complexiteit. Want: 1/ ik wil en mag geen paniek zaaien, 2/ dank dienen we te betuigen voor de hulp van bevriende niet-Joden, 3/ de inzet van de kleine Joodse Gemeente moeten we prijzen en 4/ tegelijkertijd mogen we onze ogen niet sluiten voor de realiteit en de consequenties van het weelderig bloeiende antisemitisme dat verkleed is als antizionisme.

Ik deel hieronder met u een deel van mijn Amersfoortse toespraak, want wat geldt voor Amersfoort, geldt voor iedere Joodse gemeente in ons land.

“… De overgrote meerderheid van Amersfoort zag en liet het gebeuren: Demoniseren, indoctrineren, wegkijken, de makkelijkste weg bewandelen.

Toen een van de opperrabbijnen van Israël, meer dan tien jaar geleden, gevraagd werd wanneer hij vrede verwacht in het Midden-Oosten, was zijn antwoord: zolang er in miljoenen schoolboekjes haat wordt gekweekt, zal er geen vrede zijn.

Maar wat deze opperrabbijn verkondigde heeft voor mij slechts beperkte relevantie, want ik woon in Nederland en ik weiger om conflicten van elders te importeren.

 

We zijn nu tachtig jaar na de oorlog. Een oorlog waarin niet uitsluitend zes miljoen Joden werden vermoord, maar meer dan vierenvijftig miljoen medemensen omkwamen, als dienstplichtig soldaat, als burger, als verzetsstrijder, vanwege geaardheid, of gewoon als mens.

Willen wij de hele wereld veranderen? Ik wil het misschien wel, een wereldomvattende vrede voor alle bewoners van Uw, van G’ds, aarde. Maar het is niet realistisch en dus zinloos. Neen, laten we proberen samen onze directe omgeving te verbeteren.

 

Jaren geleden, toen 4 mei op zaterdag viel en ik vanwege de sjabbat niet in de gelegenheid was om naar een officiële herdenking te gaan, werd er voor mijn huis op een speelplaats tijdens de twee minuten stilte luidruchtig door een groep jongeren gevoetbald. Hoewel ik bijna nooit kwaad word, holde ik, inwendig kokend van woedde, na afloop van de twee minuten naar hen toe. Op mijn wenken kwamen ze naar mij toe en ik legde ze uit dat we zojuist twee minuten stilte hadden, de dodenherdenking. Ik gaf ze aan dat 80% van mijn familie was vermoord. Ze schrokken, vroegen of ze alsnog twee minuten stil zouden zijn: niet thuis en niet op school hadden ze hierover vernomen.

Maar sindsdien kan en mag ik niet meer met jongeren spreken. Kleine kinderen hollen voor mij weg, ze zijn doodsbang, want ze hebben onder andere gehoord dat ik hun ogen wil uitsteken om die aan kindertjes te geven die niet goed kunnen zien, Joodse kinderen in Israël.

Laten we proberen samen te werken aan een Amersfoort dat intern vele van elkaar afwijkende meningen mag hebben, maar waar in shalom met elkaar wordt geleefd. Een Amersfoort waar ik en niemand anders meer word uitgescholden, waar ieder die ik groet een vriendelijke teruggroet geeft.

Educatie begint bij jezelf, van kindswijs af aan. En als je je dan afvraagt wat kan ik, als eenling, betekenen, weet dan dat een heel klein vlammetje een gigantische hoeveelheid duisternis kan verdrijven.

Zij die omkwamen hebben geen monument nodig, want zij bevinden zich in een wereld waar de echte shalom, alomvattende vrede, vol licht overheerst.

Maar wij hebben dit monument wel nodig, om te voorkomen dat onze nazaten over tachtig jaar hier weer een monument zullen moeten onthullen…”

 

Dagboek van de Opperrabbijn, 14 mei 2025

Eigenlijk had ik nog een extra dag in Madrid zullen blijven om Toledo te bezoeken, maar omdat ik het gevoel had dat ik niet mocht ontbreken bij “Vier Jom Ha’atsmaoet” van Christenen voor Israël woensdagavond in Katwijk, heb ik mijn ticket gewijzigd en ben ik gisteravond/nacht thuisgekomen, Blouma in Madrid achterlatend. Maandagochtend waren we om 4:15 uur vertrokken en om 10:30 uur zaten we al in ons hotel om deel te nemen aan de conferentie van de EJA, de European Jewish Association, voor bestuurders van Europese Joodse Gemeenten. Het onderwerp was Building or Leaving, decision time for Europe’s Jews, met andere woorden: wel of niet uit Europa vertrekken.  De conclusie was nagenoeg eensgezind dat we ons niet weg laten treiteren, maar hoe verder om te gaan met het explosief groeiende antisemitisme was waarover werd gesproken en gedelibereerd.

Een van de sprekers was een soldaat die, toen ik hem vertelde dat ik woensdagavond, vanavond dus, zou gaan spreken voor Christenen voor Israël, mij een whatsapp stuurde met de volgende door google vertaalde, en door mij bijgeschaafde, tekst:

Mijn naam is Ohaviah Sharabi. Ik ben van beroep journalist maar ben ook een van de vele dienstplichtige soldaten in het Israëlische leger. Sinds 7 oktober zit ik als reservist onder de wapenen. Vorige week nog was ik actief betrokken bij de bescherming van ons land. Ik kom uit een orthodox-joods gezin en heb twaalf broers en zussen. Voor mij en enkele van mijn broers was het niet weggelegd om de hele dag Thora-studie te bedrijven. Wie dat kan – gezegend is hij, het is een grote verdienste. Maar een paar van mijn broers en ikzelf voelden het als onze plicht om het leger in te gaan hoe afschuwelijk oorlog ook moge zijn. Bij een raketinslag heb ik vrienden, waaronder mijn eigen commandant, voor mijn ogen zien sneuvelen.

Maar ook heb ik gezien, en daarvan was ik het meest ontdaan, muren van kinderkamers en van scholen: posters, tekeningen, bebloede handen, heil Hitler en hakenkruizen die het vermoorden van Joden verheerlijkten. Het was nadrukkelijk niet alleen tegen Israëliërs gericht, maar riep op tot een diepe haat naar alle Joden, in Europa en waar ook ter wereld. Zolang er op deze wijze haat wordt gekweekt zal vrede een illusie zijn. Ik wil jullie, Christenen voor Israël, persoonlijk danken voor jullie steun aan Israël – moreel, maatschappelijk, politiek en economisch. Jullie inzet voor Israël is in de huidige wereld vol vijandschap geen vanzelfsprekendheid. Het geeft ons kracht om door te gaan, dagelijks biddend voor vrede, shalom voor alle bewoners van G’ds aarde.

De conferentie werd vandaag afgesloten met een bezoek aan Madrid, een plaats vol Joodse historie. Overigens was het goed dat we er even tussenuit waren, want we hadden wel een bijzondere sjabbat achter de rug. Toen Blouma na de Kiddoesj naar huis wilde gaan trof ze een man in de steeg voor sjoel met lucifers, stukjes papier en een blik haarspray. Omdat dat niet zo gebruikelijk is, heeft ze de gabbe van de sjoel gewaarschuwd. Vervolgens is het geëscaleerd want de man dook meteen in de slachtofferrol en heeft een aantal sjoelbezoekers achtervolgd, gefilmd, bedreigd en geïntimideerd. Het ‘slachtoffer’ brulde dat hij nu wist waar bijna alle sjoelbezoekers wonen en verklaarde de Drieringensteeg tot Gaza, door Joden bezet gebied, waar hij dus van de Joden niet mag komen… Overigens was hem niet gezegd dat hij zich daar niet mocht ophouden, hem was uitsluitend gevraagd wat hij voor de synagoge deed met haarspray, papier en lucifers.

De Joodse Gemeente zal wel een proces aan z’n broek krijgen wegens discriminatie, want zo loopt het vandaag met recht en onrecht. Kijk naar Marco Kroon, drager van de Willemsorde, die zal worden aangeklaagd omdat hij heeft ingegrepen toen een paar demonstranten in Wageningen op 5 mei, de Nationale Bevrijdingsdag, over de afzetting meenden te moeten klimmen om een conflict van elders in de wereld hier te importeren en de buitengewoon waardige herdenking van de Shoah en de viering van de bevrijding tachtig jaar geleden te verstoren. Ik heb het in Wageningen allemaal mogen meemaken.

De Joodse Gemeente Amersfoort is zich met de lokale politie aan het bezinnen hoe er verder moet worden gehandeld om een zo veilig mogelijk klimaat te creëren voor de sjoelbezoekers die gewoon hun sjabbat willen vieren in de bijna 300-jarige synagoge.

Overigens was een van de sprekers in Madrid rabbijn Yehuda Kaploun uit de VS, die niet alleen een aangetrouwd familielid van Blouma bleek te zijn, maar ook een vertrouweling van Donald Trump. (Waarbij de vraag rijst wat belangrijker is, vertrouweling van Trump of familie van mijn Blouma!) Naar het zich laat aanzien zal hij binnenkort een benoeming krijgen om mondiaal vanuit de president van de Verenigde Staten het antisemitisme te bestrijden.

De bijeenkomst in Katwijk van Christenen voor Israël vanwege Jom Ha’atsmaoet was indrukwekkend. Geweldige sprekers, schitterende muziek, maar het meest imposant was de pro-Palestijnse demonstratie. Hoewel ik er zelf niet veel van meegekregen heb, want ik kwam en vertrok via de achterdeur, heb ik toch begrepen dat de pro-Palestina demonstratie dankzij honderden Katwijkse jongeren, geen ruimte kreeg. Hoe het precies in mekaar zat zal ik morgen wel te horen krijgen. Wat ik wel heb meegekregen was dat er onrust was, maar van wie en waarom is me niet duidelijk en mijn nachtrust ervoor opofferen, wetend dat er toch niets meer aan te doen valt, ga ik gewoonweg niet doen. En dus voor nu: lajla tov – een goede nacht!

 

Dagboek van de Opperrabbijn 11 mei 2025

Bij deze biecht ik op dat ik de commentaren op mijn dagboeken bijna nooit bekijk. Maar nu dus even min of meer toevallig wel (hoewel toeval niet bestaat) en ik dus kennelijk onderstaande oppepper nodig had omdat ik vanwege het alom aanwezige antisemitisme het weer even bijna helemaal niet zag zitten, speciaal na de gebruikelijke scheldkanonnades van afgelopen sjabbat:

Sinds kort volg ik uw dagboeken, nadat ik u geregeld heb horen spreken bij manifestaties voor Israël, op televisie en uiteraard binnen de Joodse gemeenschap, waarvan ik een trots onderdeel ben.

Lange tijd heb ik mijn Joodse identiteit verzwegen, geen plaats gegeven. Sinds 7 oktober echter ben ik me er iedere minuut van de dag van bewust dat een Jood een Jood is en altijd ook een Jood zal blijven.

En toen kwam ik toevallig uw dagboek tegen. Uw visie op het wereldgebeuren, uw anekdotes en levenslessen geven mij troost. Uw benadering is zo positief, zo hoopvol en vertrouwenwekkend. Men leest altijd over de Rabbijn met de wijze woorden van vroeger, maar u doet dat vandaag en morgen. Ik wil u bedanken, want dankzij uw woorden durf ik verder te kijken dan de donkere wolken die nu boven ons hangen en ben ik ervan overtuigd dat uiteindelijk de zon weer gaat schijnen. Am Jisraeel Chaj!

Mijn dipje was dus weer voorbij, speciaal toen ik ook nog terugdacht aan donderdag jl. toen Blouma en ik aanwezig mochten zijn op de Grebbeberg waar een nieuw herdenkingspaviljoen werd geopend. Drie dagen heeft ons leger in de meidagen van 1940 gestreden tegen een Duitse overmacht. Geen schijn van kans hadden onze jongens. Honderden lieten het leven en liggen daar begraven op het ereveld dat zo bijzonder zorgvuldig en respectvol wordt onderhouden. Hun namen, hun foto’s, hun geschiedenissen zijn in het nieuwe paviljoen zichtbaar gemaakt en vereeuwigd. Een perfect door de Oorlogsgravenstichting georganiseerde bijeenkomst met na afloop een lichte lunch en, wederom, speciaal voor ons beiden koosjer. Aanwezig bij de plechtigheid waren hoge legerautoriteiten, burgemeesters uit de omgeving en nazaten. Ik heb het gevoel dat juist vanwege de Jodenhaat, waarvan we bijna 80 jaar dachten verlost te zijn, men extra vriendelijk tegen ons is, als een soort blijk van solidariteit, vriendschap, bemoediging.

Vrijdagmiddag liep ik met een vriend naar sjoel. Ik noem hem Bram omdat ik zijn echte naam niet wil noemen om reden van privacy. Hij bekleedt een aardige functie ergens in den lande bij de gemeentelijke overheid, maar heeft zich enige tijd geleden ziekgemeld. Dat kwam door de te hoog opgebouwde spanning die hij ervaart. Hij voelt zich sinds 7 oktober 2023 eenzaam in zijn emoties van boosheid, verdriet en teleurstelling om de situatie van Joden in Israël, in de wereld en ook in Nederland. Het duurt hem allemaal te lang en hij ziet geen verbetering. De onverschilligheid, het onbegrip en de antipathie van zijn niet-Joodse omgeving laten hem niet onberoerd en dus vroeg hij mij of ik hem een psycholoog kon aanbevelen, want hij begrijpt dat er iets aan zijn emoties moet worden gedaan. Hij kon terecht bij de door mij aangereikte niet-Joodse deskundige die veel ervaring heeft met trauma en ook goed is ingevoerd in de Joodse wereld. Tot hier is er niets uitzonderlijks aan de hand, het contact loopt goed. Maar nu het probleem (want rabbijnen zijn er voor problemen!):

Bram had vanochtend zijn eerste gesprek met de bedrijfsarts. Hij legde hem zijn problematiek uit en ook dat hij proactief hulp heeft gezocht bij iemand bij wie hij zich niet hoeft te verdedigen. Verdedigen, dat vond de arts overdreven, dat is bij een psycholoog nooit nodig. Enfin, Bram beschreef zijn spanningen en rondde het gesprek af met het vermelden van de grote zorg die hij voor zijn naaste familie in Israël voelt. Daarop vroeg de bedrijfsarts of hij even mocht inhaken en gaf aan dat hij tot een half jaar geleden pal achter Israël had gestaan. Maar nu… en toen kwam de gebruikelijke kritiek op Netanyahu, en dat wat er in Gaza gebeurde disproportioneel was: “Als er in New York een moordenaar rondloopt gooi je toch ook geen atoombom op de hele stad!” Bram liet de arts uitpraten en antwoordde met tegenwerpingen en vroeg of de arts een andere oplossing zag om Hamas te verdrijven en de gijzelaars vrij te krijgen. Nee, dat had de arts niet. Er ontspon zich een discussie waarin Bram in de verdediging schoot en dat was wel het laatste waaraan hij behoefte had, want precies daarvoor loopt hij bij de psycholoog die ik hem had aanbevolen. De arts brak de hopeloze discussie af en zei dat hij merkte dat het Bram spanning opleverde. Hij bood zijn excuses aan en zei dat hij in het vervolg niet meer met hem over Gaza en Israël zou spreken.

Het voorbeeld laat zien wat veel van ons ervaren, niet alleen Bram en niet alleen bij de bedrijfsarts. Nederlandse Joden worden aangesproken op Israëls beleid. En dat is nou precies wat deze bedrijfsarts had moeten aanvoelen. Hij is ingehuurd om zijn cliënten zo spoedig en volledig mogelijk te laten herstellen en ze niet nog meer de zinloze kast op te jagen. Deze politieke discussie was niet goed voor Bram, want zijn welzijn werd er niet door bevorderd, en dus ook niet goed voor zijn werkgever, die hem graag zo snel mogelijk aan het werk wil hebben, en zelfs de situatie in het Midden-Oosten is door dit a-therapeutische gesprek niet verbeterd.

 

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn 7 mei 2025

Laat ik beginnen met het delen van positieve gevoelens over de afgelopen 4 & 5 mei en wat er omheen zit. Zo was ik vanochtend, woensdag 7 mei, in Kampen om op het Hoornbeeck College voor meer dan driehonderd MOB-leerlingen te spreken over antisemitisme. Drie kwartier werd er aandachtig geluisterd, je had een speld kunnen horen vallen, als de vloer van steen zou zijn geweest. En vanavond was ik op Urk (en niet in Urk!) en ontving ik vooraf een whatsapp van Urk’s burgemeester waarin hij mij op voorhand van harte welkom heette en me verzekerde dat er zich geen ongeregeldheden zouden voordoen. Dat er zo’n driehonderd belangstellenden waren gekomen, verbaasde me niet. Maar wat me wel verbaasde was hoe ik mezelf veilig, welkom en bijna helemaal thuis voelde, op Urk. Morgen wordt dan voor mij de afsluiting van herdenken (en vieren??) met eerst ’s ochtends een plechtigheid op het Militair Ereveld Grebbeberg en ’s avonds meelopen met de wekelijkse Amersfoortse Solidariteitsloop/Gebedswandeling voor Israël en de Joodse Gemeenschap. De aftrap was in Ommen op 3 mei met de onthulling van een indrukwekkend monument ter nagedachtenis van de volledig uitgeroeide Joodse gemeenschap. Op 4 mei militair ereveld Loenen en ’s avonds op de Dam bij de Nationale Dodenherdenking. Op Bevrijdingsdag de Nationale Viering in Wageningen (met de inmiddels alom bekende verstoring) en ’s avonds de Nationale en officiële afsluiting van Bevrijdingsdag op de Amstel en in Carré in aanwezigheid van de Koning en Koningin. Waar ik ook was werd ik met meer dan gebruikelijke egards en warmte welkom geheten. Misschien een detail, maar er was bij alle bijeenkomsten voor gezorgd dat ik niet via parkeergarages hoefde te komen maar dat ik dicht bij de entrees mocht aankomen om maar niet langs hagen van oproerkraaiers te hoeven lopen. En overal voor mij en Blouma speciaal aangerukte koosjere maaltijden of hapjes. Pas op: ongevraagd! Het was alsof de bestuurders van Nationaal Comité 4 en 5 mei, van de Oorlogsgravenstichting en andere organisatoren ons duidelijk wilden laten voelen: Jullie horen erbij. Wij staan achter jullie. Weet dat jullie ook vele vrienden hebben.

En dan nog iets bijzonders: een afgestudeerde en gepromoveerde jongeman die ik negenentwintig jaar geleden op mijn schoot had toen hij op zijn achtste dag zijn Brit Mila, besnijdenis, kreeg, heeft op 4 mei met vier vrienden in de binnenstad van Utrecht veertig  Stolpersteine gepoetst, ontdaan van viezigheid en bij iedere steen die ze hadden schoongemaakt even pas op de plaats gemaakt uit eerbied voor hen die niet waren teruggekeerd en van wie uitsluitend de Stolpersteine nog getuigen dat ze ooit hadden geleefd, als gewone Nederlanders met de Joodse Godsdienst.

En nu dan niet mijn zorg over toenemend antisemitisme, de verstoring in Wageningen, de rellen in Scheveningen enzovoort, enzovoort. Neen, wat is de oorzaak van de kaping van Nederland door een groep raddraaiers voor wie antisemitisme eigenlijk bijzaak is om te kunnen komen tot het hoofddoel: anarchie!  Jodenhaat is slechts als de kanarie in de kolenmijn. Gelijk in de Shoa zes miljoen werden vermoord, maar vierenvijftig mensen het leven lieten.

In de Joodse filosofie wordt uitgelegd dat als ik in een medemens een slechte eigenschap zie, ik dat negatieve ook in mezelf moet hebben omdat ik anders dat kwaad niet had kunnen herkennen. Maar we kunnen nog een stapje verder gaan en zelfs leren van het kwaad en vertaalslagen maken van het kwade naar het goede. Rabbi Zoesje van Anipoli, een stadje in de Oekraïne, zag zelfs in een ordinaire dief eigenschappen die ten goede kunnen worden aangewend:

  • Een dief werkt stil en geruisloos
  • Hij is bereid om risico’s te lopen
  • Ieder detail is voor hem van belang
  • Hij is met volle overgave bezig
  • Hij is enthousiast
  • Hij heeft vertrouwen en is optimistisch
  • Als het hem niet meteen lukt, probeert hij het nog een keer en nog een keer

Als een mens zich inzet voor de gemeenschap op de wijze waarop een dief zijn diefstal uitvoert, dan zou onze samenleving er aanmerkelijk beter uitzien. Want laten we eerlijk zijn: een stad, een land, de EU of de Verenigde Naties, maar ook gewone lokale ziekenhuizen kunnen alleen optimaal functioneren, als de medewerkers zichzelf weten weg te cijferen en bereid zijn zichzelf volledig in te zetten voor de ander, voor het bedrijf of voor de instelling, als een dief. Als echter alles draait om de afgod IK, hebben we een probleem. En dat is het klimaat waarin we ons heden ten dage bevinden. Vele politici zijn primair met zichzelf bezig. Hoe kunnen ze hun eigen positie handhaven en versterken? Hoe krijgen ze bij de volgende verkiezingen meer stemmen? Uiteraard vertoont niet iedere politicus zo’n egoïstisch gedrag, maar de meerderheid… Hetzelfde geldt voor bestuurders van (Joodse) gemeenten, voor artsen, geestelijken en ook voor rabbijnen.

Als waarden en normen verdwijnen en worden ingeruild voor de alles-mag-en-alles-kan cultuur, dan hebben we een probleem, want dan overheerst niet de beste, maar de sterkste en grootste oproerkraaier.

Ik was er op afstand getuige van dat twee politieagenten werden uitgescholden toen ze een groepje jonge fatbikers, allen nieuwe-Nederlanders, verzochten om iets minder lawaai te maken. Ze hadden al gepoogd een gesprek aan te gaan met de ouders, maar zonder enig succes. Integendeel, de ouders, zo bevestigden de agenten, jutten de kinderen op.

En toch zullen we met z’n allen wegen moeten bewandelen om de afgod IK te verbannen uit onze samenleving. Desnoods gaan we te werk als dieven in het holst van de duistere nacht, om ouders, opiniemakers en zelfs journalisten tot het inzicht te brengen dat we allen, ongeacht achtergrond, geloof, ras, geaardheid en wat er nog meer in dit rijtje thuishoort, tot zuivere gedachten te brengen. Ik geloof en hoop dat het mogelijk is!

 

Dagboek van de Opperrabbijn 30 april 2025

Wakker worden Nederlandse Overheid, ons land wordt gekaapt.

De herdenkings-aftrap heb ik vandaag mogen geven in Ommen. Zondag 4 mei aanstaande om 11:00 uur word ik afgehaald om naar het Ereveld in Loenen te gaan, daarna even terug naar huis om me vervolgens richting de Dam te spoeden voor de Nationale Herdenking. Daarna op 5 mei de Bevrijdingslezing in Wageningen, ’s avonds het…. En zo kan ik de eerste mei-weken doorgaan met herdenken, herdenken en nogmaals herdenken. Van hot naar her en daarna weer van her naar hot. Uiteraard ben ik bij bijna alle plechtigheden gevraagd om een toespraak te houden. Vijf minuten, tien minuten en soms ook een lezing van bijna een uur. Na al die jaren voel ik me tijdens al die plechtigheden, als professionele herdenker, in mijn element. Ik schrijf principieel geen toespraken meer op, maar ter plekke laat ik me inspireren door de serene stilte en de gedachten aan de slachtoffers.

Gisteravond waren Blouma en ik aanwezig bij de Shoa Herdenking van de Israëlische Ambassade. Pas op, trouwe dagboekenier: de Israëlische Ambassade en niet de Israëlitische. Tijdens de lintjesregen was ik aanwezig bij de toekenning van een Koninklijke onderscheiding aan Ruben van Praagh die zich bijna dertig jaar geheel belangeloos heeft ingezet voor de Joodse Gemeente Utrecht. Vanaf deze plek: mazzeltov, Ruben. En ook mazzeltov voor Jaap Cyklik, bestuurder van de Israëlitische Gemeente Zwolle, die ook is toegetreden tot de Orde van Oranje-Nassau. Israëlitisch betekent Joods, en de Israëlitische Ambassade bestaat dus niet, maar wel de Israëlische Ambassade, de ambassade van Israël. Ruben kreeg dus ten onrechte zijn onderscheiding vanwege zijn bestuurslidmaatschap van een niet bestaande NIG, Nederlands Israëlische Gemeente… Ik grap er maar een beetje op los. Reden?

Herdenkingen grijpen mij emotioneel aan, laten me niet onberoerd en mogen me ook niet onberoerd laten. Al die totaal onschuldige namen die louter en alleen werden vermoord omdat ze Joods waren, niets hadden misdaan en roemloos werden vergast. De soldaten van de IDF, die gisteravond werden herdacht, waren weliswaar veel te vroeg uit het aardse bestaan weggerukt, maar niet roemloos, niet voor niets. Als verdedigers van de Staat Israël lieten zij het leven.

Aan de vier mei herdenkingen gaat dit jaar meer dan alle andere jaren de discussie vooraf wie er worden herdacht, hoe breed we de herdenking gaan trekken. Helaas zullen op vele plaatsen de herdenkingen worden verstoord en weggekaapt door pro-Palestina betogers, waarvan ik de stellige indruk krijg dat het welzijn van de inwoners van Gaza voor hen een bijkomstigheid is om rotzooi te kunnen schoppen. Hun hoofddoel is anarchie en polarisatie. Nederlandse lokale en nationale overheden: word wakker, ons land wordt gekaapt. Is dit mijn bekrompen persoonlijke Jacobs’ mening?

Enige dagen geleden had ik een dagje Den Haag en ik kan u daarom mededelen dat de zorg van kaping breed wordt gevoeld en zich niet alleen in mijn hoofd afspeelt.

En nu ik dan toch over Den Haag spreek: De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme heeft als taak om concrete gevallen van discriminatie op te sporen en te bestrijden. Los hiervan, ook als dat niet officieel tot zijn taak zou behoren, is mijns inziens, het bouwen van bruggen en het strijden tegen polarisatie een belangrijke opdracht. En wat doet deze door de Overheid aangestelde en betaalde functionaris? Hij geeft een interview aan Al Jazeera en legt omstandig uit dat in Nederland er een oorlog is tegen moslims. Onbegrijpelijk. Als ik dat vergelijk met de opstelling van de coördinator antisemitisme bestrijding, Verdoner, dan zie ik een levensgroot verschil. Deze gaat met grote zorgvuldigheid te werk, probeert te verbinden, doet aan positieve educatie en mijdt iedere vorm van extremiteit en polarisatie. Het is heel wel mogelijk dat bedrijven als ze een islamitisch klinkende achternaam zien, al bij voorbaat een sollicitant afwijzen. Dat is onjuist en onacceptabel. Maar de indruk te wekken dat islamieten systematisch worden gediscrimineerd en er sprake is in ons land van een oorlog tegen de islam, is ver beneden de waarheid en is, in mijn optiek, opruiend. Kritisch racisme in de gaten houden, feitelijke misstanden blootleggen en zij die gediscrimineerd worden of zich gediscrimineerd voelen bijstaan, dat is mijns inziens de taak van de door onze Overheid betaalde functionaris. Een oorlog verzinnen die niet bestaat, vind ik onnodig en kwalijk!

In Ommen werd vandaag een monument onthuld ter nagedachtenis aan de Joodse inwoners van wie niemand de bezettingsjaren heeft overleefd. Met heel veel overgave en inzet doen de huidige inwoners er alles aan wat binnen hun bereik ligt om op z’n minst de herinnering levend te houden. De namen van alle Joden staan op meerdere plaatsen vermeld, hun individuele geschiedenissen zijn zoveel mogelijk vastgelegd en het herdenkingsteken, dat vandaag onder brede belangstelling werd onthuld, is eigenlijk meer een geschiedenisboek dan een monument, vanwege de vele symboliek die erin is vastgelegd.

De warmte die mij persoonlijk ten deel viel kwam over, werd gevoeld en hogelijk gewaardeerd. Het deed me even de polariserende coördinator racismebestrijding vergeten, en dat is goed voor mijn gemoedstoestand en mijn gezondheid, fysiek en geestelijk. 

Am Jisraeel Chaj! We leven en overleven!

Dagboek van de Opperrabbijn 21 april 2025

Dit wordt een lastig dagboek, want sinds mijn vorige dagboek zijn er twaalf dagen verstreken en never a dull moment, dus een scala van onderwerpen, e-mails en telefoontjes hebben de Jacobs-revue gepasseerd. En dus nu moet ik kiezen om te voorkomen dat dit gewone dagboek ontaardt in een soort jaarverslag, maar dan over twaalf dagen.

Net voor Pesach was er een vergadering in Kamp Amersfoort van de Oorlogsgravenstichting. Ik beschouw het als een voorrecht om in de adviescommissie van deze stichting te mogen zitten en zo de mannen en vrouwen die voor onze vrijheid zijn gesneuveld te mogen eren.

Net voor Pesach werd ik ook geconfronteerd met een irritante Reichskriegsflagge  die het aangezicht van mijn woonplaats op een paar honderd meter van ons huis meende te moeten bezoedelen en het bestaan van Kamp Amersfoort bijna leek te ontkennen. Zal wel pro-Palestijns bedoeld zijn en dan wordt het natuurlijk getolereerd. Maar de link tussen het huidige Midden-Oosten-conflict en nazi-Duitsland ontgaat me een beetje, hetgeen wel aan mijn beperkte verstandelijke eigenschappen zal liggen. Maar ja, denk ik dan, het hele fenomeen antisemitisme spoort niet, is onlogisch, maar toch bestaat het en mogen alle middelen om dat antisemitisme te voeden worden aangewend, ook als er geen enkel verband bestaat tussen Joden, Palestina en een scala aan etnische groeperingen die waarschijnlijk nog nooit een Jood hebben gezien, maar de Jodenhaat wel met zich meedragen. En wat doet de lokale overheid met deze Reichskriegsflagge? Of die mag blijven hangen of niet wordt aan hogere instanties overgelaten, en ondertussen…de-escaleren! En dus bestuurlijk achteroverleunen.

Ik ben benieuwd hoe de onthulling van het Joodse Monument over enige weken gaat verlopen, want ik vrees dat dit monument ter nagedachtenis aan de moord op de Amersfoortse Joden gedurende de bezettingsjaren gezien zal worden als een pro-Israël demonstratie en dus zal er from the river to the sea gebruld moeten worden. Als dat zal worden getolereerd, stap ik op en roep ik alle aanwezige Joden en vrienden van de Joodse gemeenschap op om mij te volgen… De nagedachtenis aan de Joodse slachtoffers van het Naziregime, die eindelijk na meer dan 80 jaar een monument krijgen als een soort grafzerk zonder graf, laat ik niet bezoedelen. B en W Amersfoort: bepaal uw standpunt vooraf, wacht niet tot de tegendemonstratie er is, kijk niet weg en verschuil u niet achter het nieuwe heilige woord: de-escaleren!

Pesach was verder erg fijn. Ik sprak een in 1942 in Budapest geboren vriend. Zijn moeder wist hem en zijn twee oudere broers uit het getto te smokkelen in 1944 door zich voor te doen als een niet-Joodse vrouw. Haar man moest geld afstaan aan het Joodse getto-bestuur die dat dan weer aan de Nazi’s zouden moeten geven om erger te voorkomen. Een soort Nederlandse Joodse Raad dus, dat getto-bestuur, of misschien wel vergelijkbaar met de campagne “Joden zeggen nee” van Nederlandse Joden(?) die menen hun handtekening tegen Netanyahu te moeten plaatsen. Hij weigerde en kreeg toen te horen dat zijn weigering aan de Nazi’s gemeld zou moeten worden. En dus dook hij onder. Uiteindelijk hebben vader, moeder en de drie jongens de oorlog overleefd en hebben tijdens de Hongaarse opstand in 1956 het communisme weten te ontvluchten. Mijn bejaarde Hongaarse vriend ergerde zich blauw aan het bezoek van Netanyahu aan Budapest. Hoe kon hij daar staan terwijl met het einde van Nazi-Duitsland in zicht Hongarije alsnog zijn Joden de gaskamers instuurde!?

Zo heeft oorlog vele kanten en afschuwelijke nuances. Daarover mag gesproken worden, nagedacht, een mening gevormd. Maar de oorlog van elders in onze Nederlandse samenleving importeren, is zinloos, schadelijk en volledig onacceptabel

Met mijn nieuwe vriend, de (ex?) wethouder van Hilversum, heb ik een tweede gesprek gehad, deze keer bij mij thuis. Pesach is voorbij en we gaan samen kijken hoe het antisemitisme te bestrijden. Ik heb alweer een whatsapp van hem ontvangen. We begrijpen elkaar, voelen wederzijds respect, verschillen nog steeds van mening over een aantal punten, maar zijn het ook volledig met elkaar eens dat het antisemitisme keihard bestreden moet worden.

Pesach en Opperrabbijn Jacobs

Acht dagen in mijn Joodse bubbel.

De aanhef, dagboek 9,10 of 11 april, heb ik weggelaten, want ik ga nu geen dagboek schrijven. Mijn dagboeken schrijf ik met de bedoeling om uit mijn Joods religieuze bubbel te komen, mijn ervaringen en meningen met anderen te delen en dan via hun reacties me te verplaatsen in de wereld van (iets)andersdenkenden, met behoud van mijn eigen Joodse identiteit.

Het Joodse volk wordt genoemd ‘een volk van priesters’, we hebben een dienende taak naar de brede samenleving. Maar Pesach, Joods Pasen, trekken we ons even helemaal terug in onze Joods religieuze bubbel, bij voorkeur in ons eigen huis, in onszelf, met extra strikte regels van het kasjroet, de spijswetten. Acht dagen lang mogen we niets eten dat ook maar een kruimeltje brood of ander gerezen deeg bevat of zou kunnen bevatten, chameets. Het is allemaal zo ingewikkeld, dat voor naar-buiten-treden helemaal geen plaats en tijd is. Maar los van het tijdgebrek, dienen we gedurende de Pesachperiode primair aan onszelf te werken. Van het chameets, het gerezene in onszelf, nemen we volledige afstand… om vervolgens na Pesach met hernieuwde en frisse kracht onze opdracht te mogen uitvoeren als ‘een volk van priesters’, vanuit bescheidenheid en nederigheid, vanuit het ongerezen matze gevoel.

En dus nu, zo vlak voor Pesach, zult u het zonder mijn dagboek moeten stellen, niet van mij vernemen over de nazivlag een paar honderd meter van mijn huis, zelfs niet over twee goede bemoedigende bijeenkomsten, maar in plaats daarvan deel ik met u mijn jaarlijks Herderlijk Schrijven dat ik intern aan de Joodse gemeenschap heb verzonden:

De matzes liggen weer voor ons op tafel ter herinnering aan onze voorouders die geen tijd hadden om het deeg te laten rijzen omdat ze halsoverkop de slavernij moesten ontvluchten. Het verleden herleeft!

Helemaal aan het begin van de Hagada zeggen we: “dit is het brood der ellende dat onze voorouders in Egypte hebben gegeten.” Maar klopt dat? Hebben onze voorouders deze matze gegeten? Of lijkt deze matze slechts op de matze van toen…? Uiteraard is dit niet de matze van toen. Maar waarom dan zo expliciet doen alsof de matze van nu van toen is? En waarom heeft de Uittocht uit Egypte zo’n prominente plaats in onze dagelijkse gebeden?

Iedere geschiedenis, ieder woord en iedere letter heeft zijn betekenis niet alleen in het verleden, maar ook in het nu en morgen. De Thora en de aan de Thora gekoppelde Geschriften en verklaringen hebben eeuwigheidswaarde. Egypte staat symbool voor slavernij, onderworpen zijn aan derden en ook door jezelf begrensd worden. De geschiedenis van de Uittocht uit Egypte, met al zijn details, is een soort cursus hoe weg te trekken uit de beperkingen die ons als mens omgeven, gevangenhouden.

Laat ik een vertaalslag maken naar het heden. Ieder mens heeft zijn eigen grenzen, zit in een bubbel, van waaruit het lastig wegkomen is. Hij is bijvoorbeeld verslaafd aan social media en/of dient de afgod “IK”.  Zijn we bij machte om die verslaving te ontvluchten? En zo ja, hoe doen we dat dan?

En precies daarover gaat het op de Sederavond. De Hagada en alle gebruiken en symbolen die we vermelden zijn tools die we nodig hebben om onszelf uit onze eigen individuele slavernij te bevrijden.

De eerst plaag bijvoorbeeld was dat het koude water van de Nijl veranderde in warm bloed. Om onszelf te verbeteren moet eerst de koudheid en laksheid uit onszelf worden verdreven. Zolang ik koud ben, ongeïnteresseerd, is mezelf verbeteren niet aan de orde. God is volmaakt, en gezien IK mijn (af)god is, blijf ik vastzitten in de slavernij van materialisme en egoïsme.

Egypte heet in het Hebreeuws Mitsrajim. En de vertaling van Mitsrajim luidt: grenzen. We moeten bereid zijn om onze grenzen te verleggen en waar nodig te doorbreken.

Het klopt dat er in de brede mondiale samenleving van alles misgaat. Behalve het antisemitisme en antizionisme dat ongekende vormen heeft aangenomen, worden dagelijks in vele ver-weg landen tienduizenden medemensen op beestachtige wijze vermoord en/of als slaaf misbruikt.

Maar tijdens de Sederavond hebben we het even niet over de hele wereld, maar concentreren we ons op onszelf als mens en soms misschien wel als een beetje onmens. Dat onmenselijke dat we af en toe vertonen, als we een beetje versuft zijn, moet en kan eruit. En dat is de diepere betekenis van Pesach.

Maar hoe luidt de spreuk ook alweer? Verbeter de wereld, begin bij jezelf. 

En dus ga ik op zoek naar het chameets, gerezen gevoel en hoogmoed, in mezelf. En als ik het heb gevonden, zelfs als het maar een klein kruimeltje is, ga ik het verbranden… om daarna de matze, symbool van bescheidenheid en nederigheid, tot me te nemen.

Een koosjere, vrolijke Pesach en sterkte met alle huiselijke Pesach voorbereidingen!

Binyomin Jacobs

En met betrekking tot mijn trouwe niet-Joodse (en natuurlijk ook Joodse) dagboekeniers zou ik willen zeggen: we treffen/lezen elkaar weer na de laatste dag Pesach, dus na zondag 20 april!

 

 

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn 6 april 2025

Mijn vriendje uit de Tweede Kamer die vorige week bij ons had zullen komen, heeft op het laatste moment afgezegd vanwege het Kamer Debat over de lintjes. Zielig voor Blouma, die als perfectionist een bijzondere maaltijd had voorbereid die niet alleen qua smaak meer dan vijf sterren verdiende, maar ook qua presentatie en dan ook nog met
inachtneming van een speciaal dieet. Maar het gaat zoals het gaat en kennelijk ook moet gaan.

Interessant hoeveel tijd dinsdag werd verkwanseld aan ‘lintjes’ want daarom kon mijn gast niet komen!  Ik heb aan een Amerikaanse vriend proberen uit te leggen dat onze regering al vele dagen wijdt aan lintjes. Dat moet ik niet nog een keer aan een buitenlander proberen uit te leggen, want de Amerkaan kon het absoluut niet plaatsen. Terwijl de wereld op z’n kop staat, een Derde Wereldoorlog een reëel gevaar vormt, de USA de invoervergoeding enorm gaat verhogen, er een gigantisch gebrek is aan woningen, de vlag van Israël verbrand mag worden zonder strafrechtelijke consequenties en anarchie ons boven het hooft hangt, zit onze Overheid te zeuren over de lintjes! Maar goed, dacht ik, dat ik mijn lintje al heb ontvangen, want wie weet had er een discussie ontstaan over de toekenning omdat ik een Joodse zionist ben en ook nog een zionistische Jood en ervan overtuigd ben dat als Hamas de wapens neerlegt er vrede zal zijn, maar als Israël zijn wapens inlevert, Israël van de kaart zal worden geveegd,

Wel of niet aan de Nationale 4 mei Herdenking op de Dam te Amsterdam deelnemen? Een dilemma waar ik nog niet uit ben. Gelukkig speelt het pas over een maand en kan ik nog enige weken genieten van het dilemma. Dat het benoemen van “Ambassadeurs van de Vrijheid” niet echt slim is verlopen en dat we daarom nu te doen hebben met een vraagteken bij de vertegenwoordigers van Joods Nederland of ze wel of niet dienen te gaan, is evident. Maar hoe gaan we er nu mee om? De Talmoed staat vol met meningsverschillen, maar in essentie hebben altijd beiden gelijk, alleen de een bekijkt het vanuit een ander perspectief dan de ander.

Wat ik ga doen? De tijd, we hebben nog een maand, zal het hopelijk leren. Voor- en tegenstanders bellen me op, allen met steekhoudende argumenten. Het doet me trouwens terugdenken aan een soortgelijk dilemma, meer dan 40 jaar geleden, over een totaal ander onderwerp, maar wel met de vraag wel of niet participeren? Toentertijd werd er ook uitgebreid overlegd, maanden van tevoren, en werd er unaniem besloten om niet te gaan. Uiteindelijk echter kwam iedereen gewoon opdraven, tegen de afspraak in. Eén had zich wel gehouden aan het gezamenlijke besluit en was niet verschenen…hetgeen hem hoogst kwalijk werd genomen!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op het Hoornbeeck College heb ik woensdag jl. een lezing gegeven over antisemitisme. Ik begon om 8:25 uur in de ochtend en mocht om 14:45 uur naar huis. Thuisgekomen wachtte mij een verrassing. Hoewel ik wel degelijk wist wie er zouden komen, voelde het toch als iets heel moois. De oud-voorzitter en de jong-voorzitter van het Auschwitz Comité kwamen op de afscheids-en kennismakingskoffie. We kenden elkaar uiteraard, maar even officieel voelde goed. In deze periode van de geschiedenis is samen optrekken van essentieel belang, Eenheid is ons sterkste wapen. Ik was wel redelijk vermoeid, speciaal omdat ik na het koffiebezoek nog een zoom sjioer heb gegeven, waarvan ik het gevoel had dat die zeer goed was geland.

Maar die voordracht voor zeker driehonderd Mbo’ers gaf me ook een goed en hoopvol gevoel. Ze stonden allemaal pal achter Israël en van antisemitisme was bij hun geen sprake. Maar het was goed dat ik mijn verhaal mocht afsteken, want omdat ze in een christelijke bubbel leven, hebben ze geen antwoorden op de vele zeer negatieve opmerkingen en beelden die ze langs zien komen. De afspraak die we gemaakt hebben was dat alle studenten ambassadeurs worden in de strijd tegen antizionisme en antisemitisme. Dat de leiding van het College deze dag van bezinning had georganiseerd, was geweldig. In deze kringen bevinden zich onze vrienden die pal achter ons zullen blijven staan. Ik denk dat de kracht van mijn toespraak was dat ik over mijn eigen ervaringen sprak. Dat komt beter over, het is dichterbij. Auschwitz is letterlijk en figuurlijk ver weg. De auto die op mij inreed is om de hoek.

Donderdag nog even snel de medewerkers van Christenen voor Israël in Nijkerk toegesproken ter bemoediging. Ik schroom er niet voor om dit met u, mijn trouwe dagboekeniers, te delen, terwijl ik weet dat contact met Christenen voor Israël bij velen als een smet op mijn naam wordt ervaren. Had ik dan wellicht mijn toespraakje onvermeld moeten laten? Voor mijn naam zou dat zeker beter zijn geweest, maar ik weiger mee te doen aan kuddegedrag, vandaar…

Een van mijn kleinzonen wil met me via zoom lernen, voorbereiding voor Pesach. Zelf zal ik ook het nodige moeten voorbereiden voor de Sederavond. De matzes staan al klaar. Als iemand nog een handgebakken matze wil hebben voor op de Sederschotel, schroom niet om me te bellen. Ik heb voorlopig nog over om uit te delen.

Mijn hoesten is aanzienlijk minder geworden. Dr. Paul, onze gepensioneerde kinderarts, heeft even naar mijn longen geluisterd en ze goedgekeurd. Ik voel me dus meteen al een stuk beter. Op naar Pesach, en die 4/5 mei? Even op de lange baan geschoven. Ik kan niet alles tegelijk, hoewel…

Dagboek van de Opperrabbijn 30 maart 2025

Omdat ik donderdag overdag geen snel-wandeling had kunnen maken, ging ik op zoek naar een wandelmaatje voor de avond, omdat mijn bezorgde wandel-vriendenkring mij in het donker niet alleen wil laten lopen. Omdat ik niemand zo snel kon vinden kwam ik op het lumineuze idee om mee te wandelen met de Amersfoortse anti-antisemitisme wandeling van het Stadhuis naar de Sjoel. Het was een last minute besluit dat ik slechts met een persoon had gedeeld, maar toch was mijn meewandelen al via een of andere whatsappgroep gedeeld en daardoor een grotere opkomst dan gewoonlijk, naar mij werd medegedeeld. En dus hebben we voor over een paar weken afgesproken dat ik weer meewandel en dan zal het breed worden aangekondigd zodat er nog meer deelnemers zullen zijn bij deze pro-Israël stille en vredige demonstratie Overigens was een aantal deelnemers verbaasd mij te zien omdat ze in het NIW hadden gelezen dat ik verhuisd was naar Vestingstadje Bourtange. Ze wisten kennelijk niet dat 1 april en Poerim iets gemeenschappelijks hebben!

Diezelfde donderdag hadden we een aangekondigd bezoek gekregen van drie buurtwerkers om te spreken over het (wan)gedrag van buurtkinderen die menen mij te moeten naschelden. Nou doet schelden geen pijn, maar het komt ook niet vriendelijk over en geeft geen gezellig gevoel. Spreken met de kinderen lukt me niet echt omdat ze behalve de gewoonte om anti-Israël kreten te moeten slaken als ze me zien, het ook hun gewoonte is om weg te hollen als ik het gesprek probeer aan te gaan. De begripvolle buurtwerkers gaan proberen gesprekken met de kinderen en met ouders te regelen.  Ik hoop dat het gaat lukken. Ik heb er alle fiducie in en aan de inzet van de buurtwerkers zal het zeker niet liggen. Dames, vanaf dit dagboek: dank voor jullie inzet, initiatief en getoond begrip.

Ondertussen is het maandagochtend 3 uur, heb ik mijn gebruikelijke twee en een half uur diep geslapen en ben nu bezig met mijn slaappauze om dadelijk weer mijn bed in te duiken, na eerst twee kopjes koffie te hebben gedronken om weer te kunnen slapen.

Blouma en ik hebben sjabbat jongstleden in Eindhoven mogen doorbrengen als gasten van de jarige rabbijn Simcha Steinberg en zijn rabbanit Rina Aidel. Uiteraard waren we ook de gasten van het Brabantse bestuur en van de leden. Het was geweldig te mogen aanschouwen hoe de Steinbergen een bijna dode kehilla hebben weten te redden. De sjoeldiensten, de maaltijden, de sfeer en de onderlinge verbondenheid: helemaal top! Ik had dan ook een bijzonder voldaan gevoel toen rabbijn Steinberg, geassisteerd door zijn jongste zoon, de sjabbaton afsloot met Hawdala. Dank voor jullie inzet en jullie gedrevenheid. Het was wijs van het bestuur om te investeren in een eigen rabbijn. Tot we na sjabbat thuis waren liep het al in de vroege uurtjes en doordat de klok een sprong vooruit had genomen en ik om 11 uur in Enschede verwacht werd voor de onthulling van een matsewa, kwam mijn nachtrust in de knel en zit ik nu met een niezende en hoestende verkoudheid.

Ik ga afronden, nadat ik nog even een whatsapp-wisseling heb gehad, terwijl ik dit dagboek schrijf, met een bestuurder van een van onze kehillot die nu in Zuid-Korea is.  Sommige mensen vliegen wat af! Daar kan ik zelf ook over meepraten want donderdagochtend heb ik maar liefst vijf tickets geboekt voor de komende zes maanden. Mijn inzet voor EJA, European Jewish Association, en voor de RCE, Rabbinical Center of Europe, leveren me heel wat airmiles op. Waar ik naartoe ga vliegen laat ik nog wel weten als het zover is, maar maak u geen zorgen: het zijn geen vakantietripjes.

De komende dagen wil ik een afspraak maken met mijn nieuwe vriendje, de (voorlopig nog ex-) wethouder van Hilversum. We gaan samen vechten tegen antisemitisme. En raadt eens wie er aanstaande dinsdag bij ons op bezoek komt. Behorend tot bijna dezelfde politieke partij als mijn wethouder…? Naam en positie verschijnt in mijn volgende dagboek, als hij/zij geweest is en daartoe toestemming heeft verleend.

Nu snel mijn tweede kop koffie, naar bed en dadelijk de auto van Blouma naar de garage brengen voor een uitdeuking. Neen, Blouma had er geen deuk in gereden, maar ze had de auto uitgeleend en de lener had een paaltje niet helemaal bemerkt.

 

RSS
Follow by Email