Dagboek van een Opperrabbijn, 10 november 2020

Wat ben ik dankbaar dat ik nu een piepkleine laptop heb met een los toetsenbord en een kanjer van een scherm. Zo’n beetje de hele dag door-gezoomd en dan is een groot scherm een verademing. Los hiervan zijn de muis, het toetsenbord en zelfs de printer zonder draden. De eerste zoom-bijeenkomst, een sjioer voor 60+, had een technisch probleem aan het begin. Namelijk geen geluid en geen beeld. Ieder kon ik zien en horen, maar niemand kon mij waarnemen. Dat is natuurlijk heel goed voor pastorale rabbinale zorg: goed de ander horen spreken en nauwkeurig de ander gadeslaan. Lichaamstaal spreekt vaak boekdelen en de meest belangrijke seinen zitten tussen de regels door. Jezelf tegelijkertijd volledig uitschakelen, als het ware onzichtbaar aanwezig zijn, dat wordt van mij verwacht als hulp-rabbijn. Niet te verwarren met een Hulpbisschop, want dat is een totaal ander RK-verhaal.

Met hulp-rabbijn bedoel ik dat de rabbijn hulp moet bieden, moet klaarstaan, tot steun moet zijn. Er werd mij recentelijk verteld “u bent misschien wel het gezicht van Joods Nederland”. Ik ben daarmee niet erg verheugd. Een rabbijn moet proberen om primair het hart te zijn, en niet het gezicht. Als ik terugdenk aan mijn prille eerste decennia rabbijn dan voel ik weer het Sinai-Centrum, mensen met heel veel verdriet, daardoor echt ziek geworden en dan naast ze te mogen zitten, soms geen woord te zeggen, luisteren, luisteren, luisteren, naar mensen naar wie niemand meer wenste te luisteren. Heb ik ze wel voldoende oor gegeven? Voldoende geduld getoond?

Maar toch is alleen hulp-rabbijn niet voldoende. Soms moet ik juist niet rustig en geduldig luisteren, maar moeten er contacten worden gelegd, netwerken opgebouwd en onderhouden, mobiliseren.

Er dreigde met het nieuwe wetsvoorstel “huwelijkse gevangenschap” iets mis te gaan. Waarover gaat dit? Een huwelijk loopt kapot en er wordt burgerlijk gescheiden. Het gebeurt helaas af en toe dat een van de partners weigert om ook aan het godsdienstige huwelijk een eind te maken, meestal om te treiteren. Gevolg is dat hoewel gescheiden, er toch nog steeds sprake van een religieuze gebondenheid. Dat dit om vele redenen ongewenst is, moge duidelijk zijn. En dus heeft de Minister van Rechtsbescherming besloten om hieraan iets te doen en is er een wetsvoorstel dat de rechter in de gelegenheid stelt om de echt-scheidende exen te verplichten om ook het religieuze huwelijk te ontbinden. Dankzij de oplettendheid van Mr. Loonstein, de bekende advocaat en vechtersbaas, werd er bemerkt dat de manier waarop de wet werd geformuleerd voor de Joodse echtscheiding juist het tegendeel bereikt. De details zal ik u besparen, maar kort verwoord: er was sprake van een directe dwang en dat is een halagisch probleem, terwijl indirecte dwang juist meer dan welkom is. En dus werd o.a. ik uit de rabbinale stal gehaald, werd er een zoom-vergadering georganiseerd, een aantal brieven en gesprekken en het probleem werd door onze Minister Sander Dekker herkend en erkend en het wetsvoorstel werd dusdanig aangepast dat ook de Joodse gemeenschap van het “huwelijkse gevangenschap” in Nederland verlost is. Fijn dat ik daaraan een (kiezel)steentje mocht bijdragen. Mooi was trouwens ook die Prof. Dr. Ir. die me een erg boze brief schreef naar aanleiding van een van mijn dagboeken. Hij had deels gelijk en dus heb ik hem meteen gebeld om het gesprek aan te gaan. Ik bleek inderdaad deels ongelijk te hebben, maar na enig gedraai over en weer hadden we beiden helemaal gelijk. Een paar dagboeken later (want ik spreek al enige maanden niet meer in dagen, maar in dag-boek-en) kreeg ik een e-mail van de Prof. inmiddels mijn goede kennis. Hij bood aan om me te helpen met het natrekken van stambomen als ik dat nodig heb om iemands Joodse afkomst te bewijzen. En nog geen dag later word ik geconfronteerd met een Joodse vrouw die in de oorlog op een niet-joodse begraafplaats is beland. De lokale niet-Joodse historicus heeft haar achtergrond nagetrokken en vermoedt dat deze vrij anonieme dame in het graf zonder zerk een Joodse vrouw was, waarschijnlijk overleden aan een natuurlijke dood tijdens de onderduik. De historicus is de mening toegedaan dat deze vrouw op een Joodse begraafplaats thuishoort. En dus komt het bij mij terecht en mag ik proberen te achterhalen wat wel en wat niet klopt. Kijk en dan komt zo’n professor goed van pas!

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Toespraak van Opperrabbijn B. Jacobs bij de herdenking van de Kristallnacht tijdens de EO documentaire EO “Beter laat dan nooit”

ב”ה

Het is lofwaardig dat de huidige kerkleiding volmondig en in niet mis te verstane bewoordingentoegeeft dat de kerk als instituut meer had kunnen en moeten doen. Voor die erkenning ben ik dankbaar, die verklaring is belangrijk.Maar ik wil van mijn kant duidelijk aangeven dat ik de huidige kerkleiders niets kwalijk neem,want zij hebben niets misdaan. Zij zijn van na de oorlog, hun kan niets verweten worden.Zij hebben mijn familie niet naar de gaskamers gestuurd, zij hebben zelfs niet toegekeken.Toen ik gevraagd was door de PKN om aanwezig te zijn op 31 oktober 2017 bij de officiëleviering van 500 jaar Reformatie, wildeik aanvankelijk die uitnodiging niet aanvaarden.Ik weigerdeplaats te nemen bij een bijeenkomst waar een notoire antisemiet zou worden geëerd. Natuurlijk kan de huidige scriba er niets aan doen dat zijn over-overgrootvader de foute theologie van Luther ten aanzien van de Jodenhoog in het christelijk vaandel had. Sterker nog: hij was het volstrekt oneens met de antisemitische uitlatingen van de grote christelijke meester. Maar hoe kan ik als Jood daar gaan zitten meevieren? “Toon dat je afstand doet van zijnantisemitische uitlatingen, roep uit dat je dat onacceptabel vindt”, zei ik tegen mijn vriendds. de Reuver. Hij stemde hiermee van harte in. Publiekelijk werd tot twee keer toe bij die bijeenkomst, in aanwezigheid van onze koning,afstand genomen van de antisemitische geschriften en uitlatingen. Vijftig jaar na de oorlog werd ik geconfronteerd met een vloedgolf aan monumenten ter nagedachtenis aan vermoorde Joden. Onthulling na onthulling. Ik herinner mij dat ik aan het begin van die periodeaan een jonge burgemeester vroeg: waarom nu pas? Was er niet eerder opgemerkt dat de Joodse medeburgers niet waren teruggekeerd? En zijn antwoord is mij altijd bijgebleven: “mijn voorganger wenste niet herinnerd te worden aan de jaren ’40-’45. Die periode zat hem niet lekker, die jaren moesten zoveel mogelijk in de doofpot”.Binnen dat kader zie ik deze verklaring. Ik ben innig dankbaar aan de helden die zonder enig vorm van winstbejag, om niet, met groot gevaar voor eigen leven, mijn moeder en vele anderen het leven hebben gered. Ik denk aan ds.Overduin, aan ds. Slomp, ds.Koopmans, ds. Buskes en ik denk ook aan Mgr. de Jong. En zeker denk ik aan verzetsstrijdersdie door laf verraad werden opgepakt nog voordat ze iets hadden kunnen doen. Niemand heeft van ze gehoord, ze werden bruut geëlimineerdomdat ze weigerden toe te kijken. Laten wij vooral hen nooitvergetenen blijven herdenken, ondanks hun anonimiteit.Maar tegelijkertijd weten we dat er veel te weinig is gedaanin de oorlog, dat er zeker ook door de kerken teveel is gezwegen en “dat in de loop der eeuwende kerk mede de voedingsbodem heeft bereidwaarop het zaad van antisemitisme en haat kon groeien”, zoals

 

we de scriba hoorden verklaren.Joden werden eeuwenlang weggezet als godsmoordenaars die hun verdiende loon zouden ontvangen.En het was goed dat ook de periode na de oorlog werd vermeld. Mijngrootoudershebben alles in het werk gesteld om hun neefjes en nichtjes van wie deouders waren vermoord, in huis te nemen. Ze te behouden voor het Jodendom, zoals hun ouders dat zeker hadden gewild. Gedreven door hun geloof weigerden de duikouders, die hun geheel belangeloos het leven hadden gered, hun Joodse onderduikkinderen terug te geven naar waar ze behoorden te zijn. Vele van dit soort weeskinderen lijdt nog steeds aan de hen aangedane identiteitscrisis, resultaat van een ongezonde en onacceptabele bekeringsdrang.De Christelijke Kerken hebben met hun schuldbelijdenis enerkenning voor mijn gevoel een streep achter het verleden gezet. Maar, en dat was voor mij veel belangrijker, duidelijkis er verklaarddat ze zich voornemen om samen met ons te strijden tegen het hedendaagse antisemitisme. In de tijd van de kruistochten hadden wij het verkeerde geloof en werden er door de kruisvaarders hele Joodse gemeenten uitgeroeid. In de middeleeuwen waren wij het virus dat de pest veroorzaakte en dus moesten wij verdelgd worden, mijn lieve ouders hadden het verkeerde ras. En ik ben zionist! Natuurlijk mag er kritiek zijn op het regeringsbeleid van Israel, half Israel is tegen Netanyahu, gelijk ook niet iedere Nederlander voor Rutte is(ik trouwens wel!).Maar antizionisme heeft in het vaandel de vernietiging van de Staat Israel, de uitroeiingvan het Joodse volk. Antizionisme is antisemitisme. Dagelijks door de eeuwen heen, spreken wij onze gebeden uit richting Jeruzalem. Jeruzalem, waar vandaag alle godsdiensten ter wereld in vrijheid hun godsdienst mogen beleven, is onlosmakelijk met het Joodse volk verbonden, met de overlevenden van de jaren ’40-’45, met mij. Schoenmaker houd je bij je leest. Kerken laat politiek over aan politici.Herken het gemuteerde virus dat door de eeuwen heen miljoenen en miljoenen van mijn volk heeft vernietigd en dat nu antizionisme heet. De PKN van nu had voor mij niet het meaculpa hoeven te verklaren, het verleden is voorbij. Maar de koppeling die zo duidelijk werd gelegdvanuit de vervolging van de Joden door de eeuwen heen en de passieve opstelling van de meerderheid van de kerken toen mijn familie werd afgevoerd om nimmer weer te keren, die koppeling naar het nu en naar de toekomst, het voornemen om de joods-christelijke relaties uit te laten groeien tot een diepe vriendschap, waarbij ieder zichzelf mag blijven en er dus geen pogingen worden ondernomen om ons te bekeren, verbonden te willen zijn in de strijd tegen het hedendaags antisemitisme, dievoornemens, die verklaring stemt mij tot innige dankbaarheid. De woorden van de scriba, vande christelijke kerken,waren goed. Ik heb hoop en verwachting!

Binyomin Jacobs, opperrabbijnToespraak voor “Joods bij de EO”21
Chesjwan 5781 -8 november 2020

Inter Provinciaal Opper RabbinaatPostbus 7967, 1008 AD Amsterdam T 020 3018495 E rabbi.jacobs@ipor.nlHet Rabbinaat omvat: Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Flevoland,Noord-Holland (m.u.v. Amsterdam), Utrecht, Zeeland, Noord-Brabant, Limburg

 

Dagboek 9 november Vrijheid van meningsuiting…maar wel met grenzen! Dagboek van een Opperrabbijn 9 november 2020

Geïnspireerd door een wijze oude dame die heel voorzichtig mijn mening vroeg over het beledigen van andersdenkenden bijvoorbeeld in een cartoon, kwam ik tot de conclusie dat vrijheid ook grenzen behoeft. De eerste vraag is natuurlijk: wat is beledigen? Ik las in ‘mijn eigen NIW’: “Er moet worden gevreesd dat het beleid van de vliegtuigmaatschappij (ELAL) er alleen maar orthodoxer op zal worden”. Wat wordt hiermee bedoeld? En wat is orthodox? Je wel of niet aan de wetten houden, als dat bedoeld wordt met orthodox, is niet hetzelfde als goed of slecht. Ik herinner mij Gerhard en Beppie Caneel, overlevenden van de oorlog. Door en door goede lieve zachtaardige mensen. Beiden ernstig beschadigd uit de oorlog gekomen en toch altijd opgewekt. Iedere sjabbath kwamen ze naar de sjoel, maar verder leefden ze niet echt volgens de Joodse wetten. Mijn Jodendom zit ik mijn hart, zei Gerhard vaak. En dat was een zichtbare waarheid. Maar zij werden wel als orthodox beschouwd door gemeenteleden die alleen op de Hoge Feestdagen in de synagoge verschenen, dus drie keer per jaar. En mensen die alleen op de Grote Verzoendag in de synagoge kwamen vonden die Hoge Feestdags-Joden orthodox en mij waarschijnlijk zeer orthodox. Met andere woorden: wie legt waar welke grens? En de allerbelangrijkste vraag: moeten er wel grenzen worden gelegd? Waarom al die hokjes? Ik ben Joods en net zo Joods als Beppie en Gerhard. En of ik goed ben? Dat wordt Boven bepaald! Maar ik weet 100% dat Beppie en Gerhard door en door goede mensen waren. En dus vind ik ‘de vrees dat de ELAL orthodoxer zal worden’ een polariserende vermelding. En polarisatie is gevaarlijk, ongeacht of dit in woord is of in beeld.

En ik dus gevraagd aan een aantal overlevenden wat zij vinden van de zorg van die wijze oude dame over het bewust beledigen van andersdenkenden. Alle overlevenden die ik heb benaderd deelden haar mening dat er grenzen moeten zijn aan vrijheid van meningsuiting. Ieder mag vinden dat zijn manier van denken de enige juiste is, maar er moet wel ruimte zijn voor anderen om er een andere mening op na te houden. Als ik in vlijmscherpe woorden een andere godsdienst of leefwijze veroordeel, dan moet dat mogelijk zijn. Maar als mijn veroordeling oproept om de ander te doden of te discrimineren, dan moet ik keihard tot de orde worden geroepen en wegens opruiing achter slot en grendel verdwijnen.

Maar wat als ik alleen maar beledig? Als dat mag, waarom hebben wij, als Joodse gemeenschap, ons dan zo opgewonden over de praalwagens in Aalst? Alles-mag-en-alles-kan toch?

Enige jaren geleden werd ik geconfronteerd met een educatief audiovisueel programma vanuit de kerken. De beelden werden met zand gevormd. Er waren beelden en een verteller. Het onderwerp was het ontstaan van het Christendom. Voor- en tegenstanders van de nieuwe godsdienst waren allen Joden. Maar in de uitzending hadden de tegenstanders lange neuzen, keken allemaal erg boos en wekten de indruk dat het slechte mensen waren. Wat voor invloed zullen die beelden hebben op de jeugdige kijkers van dat programma? Met een bevriende predikant zijn we naar de makers van het programma gegaan met als resultaat dat zij het hele programma hebben aangepast. Hun bedoeling was absoluut niet om haat te zaaien!  Ik ben een keiharde fanatieke super ultraorthodoxe voorstander van de vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van pers.  Maar wat als er niet wordt opgeroepen tot geweld, maar er wordt ‘slechts’ beledigd. Wat dan?  Die oude wijze dame is de mening toegedaan dat ook beledigen onjuist is. Ik deel haar mening. De medemens geestelijk de grond inboren, diep kwetsen vind ik onaanvaardbaar. En dus mag ik protesteren tegen de praalwagen in Aalst omdat ik dat ervaar als beledigend. De Jood met lange neus, bakken met geld en dollartekens. Ik mag ook naar de rechter stappen. Maar geweld tegen een praalwagen die een boodschap verkondigt die ik gevaarlijk vind, het recht in eigen hand nemen of oproepen om het recht in eigen hand te nemen: no way! En dus denk ik dat die oude wijze dame, zelf een overlevende van de Shoah, gelijk heeft. Alles-kan-en-alles-mag moet kunnen, maar niet onbegrensd. En daarom was ik zo verheugd dat ik zondag jongstleden ondanks corona toch met burgemeester Marcouch in Arnhem voor het Joodse monument een krans mocht leggen. Een Islamitische burgemeester en een Joodse rabbijn, stonden (vanwege corona alleen in geest) hand in hand te demonstreren dat wat toen kon gebeuren nooit weer mag geschieden. En enige uren later verklaarde de scriba van de PKN, tijdens de virtuele herdenking van de Kristallnacht, luid en duidelijk dat we samen, vanuit een diep gevoel van verbondenheid, gaan strijden tegen antisemitisme en voor vriendschap. Vrijheid van meningsuiting, van pers, van geloof: Zeker. Maar…….wel met grenzen! 

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

 

Dagboek van een Opperrabbijn, 8 november 2020

Ik heb gespijbeld met mijn dagboek. In plaats van een dagboek, hieronder de reflectie die ik heb gehouden voor “Joods bij de EO” naar aanleiding van de Verklaring van Schuldbelijdenis van de PKN. Die Schuldbelijdenis werd vandaag voorgelezen bij de Kristallnacht-herdenking door de scriba van de PKN, Ds. de Reuver. Ik mocht reageren op die verklaring op NPO2, zojuist om 23:00 uur!

ב”ה

Het is lofwaardig dat de huidige kerkleiding volmondig en in niet mis te verstane bewoordingen toegeeft dat de kerk als instituut meer had kunnen en moeten doen. Voor die erkenning ben ik dankbaar, die verklaring is belangrijk. Maar ik wil van mijn kant duidelijk aangeven dat ik de huidige kerkleiders niets kwalijk neem, want zij hebben niets misdaan. Zij zijn van na de oorlog, hun kan niets verweten worden. Zij hebben mijn familie niet naar de gaskamers gestuurd, zij hebben zelfs niet toegekeken.

Toen ik gevraagd was door de PKN om aanwezig te zijn op 31 oktober 2017 bij de officiële viering van 500 jaar Reformatie, wilde ik aanvankelijk die uitnodiging niet aanvaarden. Ik weigerde plaats te nemen bij een bijeenkomst waar een notoire antisemiet zou worden geëerd. Natuurlijk kan de huidige scriba er niets aan doen dat zijn over-overgrootvader de foute theologie van Luther ten aanzien van de Joden hoog in het christelijk vaandel had. Sterker nog: hij was het volstrekt oneens met de antisemitische uitlatingen van de grote christelijke meester. Maar hoe kan ik als Jood daar gaan zitten meevieren? “Toon dat je afstand doet van zijn antisemitische uitlatingen, roep uit dat je dat onacceptabel vindt”, zei ik tegen mijn vriend ds. de Reuver. Hij stemde hiermee van harte in. Publiekelijk werd tot twee keer toe bij die bijeenkomst, in aanwezigheid van onze koning, afstand genomen van de antisemitische geschriften en uitlatingen. 

Vijftig jaar na de oorlog werd ik geconfronteerd met een vloedgolf aan monumenten ter nagedachtenis aan vermoorde Joden. Onthulling na onthulling. Ik herinner mij dat ik aan het begin van die periode aan een jonge burgemeester vroeg: waarom nu pas? Was er niet eerder opgemerkt dat de Joodse medeburgers niet waren teruggekeerd? En zijn antwoord is mij altijd bijgebleven: “mijn voorganger wenste niet herinnerd te worden aan de jaren ’40-’45. Die periode zat hem niet lekker, die jaren moesten zoveel mogelijk in de doofpot”.

Binnen dat kader zie ik deze verklaring. Ik ben innig dankbaar aan de helden die zonder enig vorm van winstbejag, om niet, met groot gevaar voor eigen leven, mijn moeder en vele anderen het leven hebben gered. Ik denk aan ds. Overduin, aan ds. Slomp, ds. Koopmans, ds. Buskes en ik denk ook aan Mgr. de Jong. En zeker denk ik aan verzetsstrijders die door laf verraad werden opgepakt nog voordat ze iets hadden kunnen doen. Niemand heeft van ze gehoord, ze werden bruut geëlimineerd omdat ze weigerden toe te kijken. Laten wij vooral hen nooit vergeten en blijven herdenken, ondanks hun anonimiteit.

Maar tegelijkertijd weten we dat er veel te weinig is gedaan in de oorlog, dat er zeker ook door de kerken te veel is gezwegen en “dat in de loop der eeuwen de kerk mede de voedingsbodem heeft bereid waarop het zaad van antisemitisme en haat kon groeien”, zoals we de scriba hoorden verklaren. Joden werden eeuwenlang weggezet als godsmoordenaars die hun verdiende loon zouden ontvangen.

En het was goed dat ook de periode na de oorlog werd vermeld. Mijn grootouders hebben alles in het werk gesteld om hun neefjes en nichtjes van wie de ouders waren vermoord, in huis te nemen. Ze te behouden voor het Jodendom, zoals hun ouders dat zeker hadden gewild. Gedreven door hun geloof weigerden de duikouders, die hun geheel belangeloos het leven hadden gered, hun Joodse onderduikkinderen terug te geven naar waar ze behoorden te zijn. Vele van dit soort weeskinderen lijdt nog steeds aan de hen aangedane identiteitscrisis, resultaat van een ongezonde en onacceptabele bekeringsdrang.

De Christelijke Kerken hebben met hun schuldbelijdenis en erkenning voor mijn gevoel een streep achter het verleden gezet. Maar, en dat was voor mij veel belangrijker, duidelijk is er verklaard dat ze zich voornemen om samen met ons te strijden tegen het hedendaagse antisemitisme. In de tijd van de kruistochten hadden wij het verkeerde geloof en werden er door de kruisvaarders hele Joodse gemeenten uitgeroeid. In de middeleeuwen waren wij het virus dat de pest veroorzaakte en dus moesten wij verdelgd worden, mijn lieve ouders hadden het verkeerde ras. En ik ben zionist! Natuurlijk mag er kritiek zijn op het regeringsbeleid van Israel, half Israel is tegen Netanyahu, gelijk ook niet iedere Nederlander voor Rutte is (ik trouwens wel!). Maar antizionisme heeft in het vaandel de vernietiging van de Staat Israel, de uitroeiing van het Joodse volk. Antizionisme is antisemitisme. Dagelijks door de eeuwen heen, spreken wij onze gebeden uit richting Jeruzalem. Jeruzalem, waar vandaag alle godsdiensten ter wereld in vrijheid hun godsdienst mogen beleven, is onlosmakelijk met het Joodse volk verbonden, met de overlevenden van de jaren ’40-’45, met mij. Schoenmaker houd je bij je leest. Kerken laat politiek over aan politici. Herken het gemuteerde virus dat door de eeuwen heen miljoenen en miljoenen van mijn volk heeft vernietigd en dat nu antizionisme heet.

De PKN van nu had voor mij niet het mea culpa hoeven te verklaren, het verleden is voorbij. Maar de koppeling die zo duidelijk werd gelegd vanuit de vervolging van de Joden door de eeuwen heen en de passieve opstelling van de meerderheid van de kerken toen mijn familie werd afgevoerd om nimmer weer te keren, die koppeling naar het nu en naar de toekomst, het voornemen om de joods-christelijke relaties uit te laten groeien tot een diepe vriendschap, waarbij ieder zichzelf mag blijven en er dus geen pogingen worden ondernomen om ons te bekeren, verbonden te willen zijn in de strijd tegen het hedendaags antisemitisme, die voornemens, die verklaring stemt mij tot innige dankbaarheid. De woorden van de scriba, van de christelijke kerken, waren goed. Ik heb hoop en verwachting!

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

 

Maar als vrijheid betekent  dat alles kan en alles mag…. Dagboek van een opperrabbijn 5 november 2020

Mijn oog viel vanochtend op een Duits rapport van Markus Grübel, de gezant voor godsdienstvrijheid van de Duitse Bondsdag.  Hij stelt dat godsdienstvrijheid mondiaal steeds meer wordt beknot. Er is, volgens hem, sprake van een groeiend aantal landen dat strenge wetten invoert tegen godslastering en bekering. In een honderdtal landen riskeren mensen gevangenisstraf als zij anderen proberen te bekeren of daarvan verdacht worden. In een dozijn landen riskeren mensen zelfs de doodstraf als zij zich van hun geloof afkeren.  Het probleem betreft christenen, moslims, jezidi’s en Joden.  

Zijn constatering sluit aan bij hetgeen ik gisteren, een beetje terloops, mij afvroeg in mijn dagboek. Waar begint vrijheid van godsdienst en waar eindigt die vrijheid?  En dan verder redenerend de vraag: waar begint de vrijheid van meningsuiting en is het goed dat die vrijheid onbegrensd is?

Laat ik een voorbeeld geven. Ik als Jood heb een grote afkeer van mensen die mij proberen te bekeren. Even los van het probleem dat als ik me bekeer ik mijn baantje als rabbijn kwijt ben: Ik wil niet bekeerd worden! Laat me met rust! Maar ben ik van mening dat een missionaris of een zendeling in de gevangenis moet? Absoluut niet, tenzij hij mij fysiek of verbaal gaat bedreigen, want dat is net een stap te ver. Als dat gebeurt wordt er een grens overschreden en moet er wettelijk worden ingegrepen. Want zijn vrijheid mag niet leiden tot mijn onvrijheid!  Het moge duidelijk zijn dat, hoewel Jodendom niet aan bekeren doet, ik het wel als mijn plicht zie om mijn mede-joden de Joodse weg te wijzen. Daarvoor ben ik ‘ingehuurd’. Er moet van mij een niet dwangmatige inspirerende werking uitgaan. En die plicht, die opdracht, is ook aan de imam, de predikant, de humanistisch raadsman en de pastoor voorbehouden. En ook naar de niet-joodse samenleving hoor ik, als rabbijn, het geloof in de Eeuwige en het naleven van de zeven Noachidische Wetten te bepleiten. Het moet mij toegestaan zijn om aan te geven dat secularisatie in mijn optiek niet de juiste weg is. Wel dien ik steeds voor ogen te houden, dat ik een richting verkeerd mag vinden, maar de richting staat los van het individu. En dus, hoezeer ook ik secularisatie een onjuiste richting vind, betekent dat dus echt niet dat iemand die seculier is, dus niet deugt. Richting en individu, zijn aparte grootheden!

In het Sinai Centrum, Joods psychiatrisch Centrum, waar ik meer dan 40 jaar als geestelijk verzorger aan verbonden was, heb ik steeds mijzelf en de medewerkers van de Dienst Geestelijk Verzorging erop gewezen dat, en ik breng het een beetje zwart-wit, als een patient onze kliniek binnenkomt als een orthodox levende Jood, hij ook bij vertrek weer orthodox-Joods moet zijn. Maar even zozeer andersom: als een Joodse patient ziek binnenkomt en hij/zij weliswaar Joods is, maar totaal ongelovig, dan moet hij ook als ongelovige onze kliniek verlaten. Gedurende zijn verblijf in ons psychiatrisch centrum is hij ziek, geestesziek. Het is onethisch om die periode te gebruiken, of beter gezegd te misbruiken, om hem de richting op te krijgen waarvan ik geloof dat dat de juiste is. Als duikouders in de oorlog, en dat is gebeurd, Joodse kinderen in die periode losrukten van hun Joodse geloof en ze bekeerden, ook dat vind ik niet correct, eigenlijk onaanvaardbaar.

Ben ik dus voor vrijheid van Godsdienst? Zeker! Ben ik voor vrijheid van meningsuiting? Zeker! Ben ik voor persvrijheid? Zeker! Heb ik de vrijheid om de ander te overtuigen van mijn gelijk? Zeker!

Maar iedere vrijheid moet wel met grenzen zijn omgeven.

 

Bij de herdenking van 65 jaar bevrijding in Ter Apel op 14 juni 2010 heb ik het als volgt verwoord:

 

Voor de bevrijding werd gestreden

Voor toen, voor morgen en voor het heden.

 

Maar als vrijheid betekent, alles kan en alles mag

En respect verdwijnt voor Overheid en voor gezag.

 

Als waarden en normen vervagen en verdwijnen

Als mensen alleen denken aan zichzelf en aan de zijnen.

 

En voor de ander is geen plaats en is geen oord

Als het aanvaard is te denken dat dat zo hoort.

 

Dan is de bevrijding van toen niet de bevrijding van het heden

Is het niet de vrijheid waarvoor toen werd gestreden.

 

Laten wij de helden van toen memoreren en eren

Door antisemitisme, discriminatie en rassenhaat niet te tolereren

 

We gedenken de slachtoffers in vrede

Sjalom voor ieder mens, is onze bede….

 

Polarisatie is een groot gevaar en vormt een wezenlijke bedreiging voor onze samenleving. Die oude wijze Joodse dame die me gisteren belde naar aanleiding van de aanslag in Wenen, nota bene de geboorteplaats van haar ouders, was met verdriet en zorg vervuld over de onschuldige slachtoffers. Maar tegelijkertijd, en dat maakt haar voor mij zo wijs, was ze bezorgd over polarisatie waaronder zij ook heel voorzichtig vermeldde het onnodig kwetsen van de godsdienst van een ander. Ik begrijp haar. Iedere vrijheid moet grenzen hebben, anders is de vrijheid een soort gevangenschap die fanatisme en polarisatie in de hand werkt. Fanatiek vrij kan net zo problematisch zijn als fanatiek gelovig. Of, zoals we dat lezen in de Spreuken der Vaderen (hoofdstuk 2:1): “Wat is de juiste weg die de mens moet kiezen? Iedere weg die eer geeft aan hem die hem volgt en waardoor hij bij mensen geëerd wordt.”

En verder ben ik nog bezig geweest, achter de schermen, met de Duitse begraafplaats in Ysselsteyn waar vele collaborateurs en moordenaars begraven liggen. En mijn wekelijkse zoomcursus voor RabbijnenNL. En, heel belangrijk: ik heb mijn snel-wandeling gemaakt!

 Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Ze hebben mijn schoonvader niet kapot gekregen, Dagboek van een Opperrabbijn 4 november 2020

Aanstaande zondag wordt de Kristallnacht herdacht. Uiteraard, helaas, zonder publiek. Met weemoed, als je zo kunt spreken over een herdenkingsbijeenkomst, denk ik terug aan al die jaren dat ik aanwezig was in de Portugese Synagoge in Amsterdam. Toch kan het heel wel zijn dat juist dit jaar er meer deelnemers zullen zijn. Gisteravond sprak ik namelijk via Livestream over “Gebed in de Joodse traditie”. Als er een volle zaal zou zijn geweest, dan hadden we misschien honderd deelnemers gehad. Maar nu waren het minstens vier keer zoveel, en dit dan nog even los van mensen die op een later tijdstip gaan kijken. Overigens was ik wel enigszins beducht dat er veel minder kijkers zouden zijn dan gewoonlijk als ik via Livestream spreek, vanwege de persconferentie van premier Rutte. Ik had vermoedelijk wel iets minder kijkers dan de premier, maar toch, volgens de deskundigen, had ik een hoge score! Toen ik begon te spreken bekroop mij wel even het negatieve gevoel dat er geen hond zou luisteren. Maar dat gevoel werd meteen in de kiem gesmoord omdat de presentatrice, Sara, haar hondje had meegenomen die zonder een keer te blaffen de hele lezing braaf heeft gevolgd.

Het is dus bijna zeker dat er dit jaar veel meer ‘aanwezigheid’ zal zijn bij de Kristallnacht herdenking, die via een of andere inloglink te volgen zal zijn, dan vorige jaren. 

‘Joods bij de EO’ wil graag na afloop van de uitzending van zondag 16:00 uur een reactie van mij in hun tv-uitzending later die avond NPO2 om 23:00 uur. En dus zat ik vandaag van 12:15 uur tot 15:30 uur in de synagoge van Amersfoort met een cameraploeg die 8:40 minuten heeft opgenomen met mijn reactie en dan ook nog 3:53 minuten van Eddo Verdoner, voorzitter van het CJO, het Collectief Joods Overleg. Overigens was de cameraploeg al in de synagoge om 11:00 uur. Dus al met al: vier en een half uur opname voor 12 minuten en drieëndertig seconden uitzending. Maar het gaat wel een mooie uitzending worden vanuit de prachtige oudste-in-gebruik-zijnde synagoge van West-Europa, met ook nog wat beelden van de pittoreske omgeving, de binnenstad van Amersfoort.

Op tafel staat bij ons een 24-uurs kaarsje te branden, net aangestoken. Mijn vrouw heeft Jaartijd van haar vader. Jaartijd is de sterfdag. Acht jaar geleden is hij in Londen overleden. Hij was een Refugé Polonais, een Pools vluchteling. Maar dat was hij dus geheel niet. Hij is een overlevende van de USSR, de Sovjet-Unie, en van de Duitsers. Na de oorlog in Poking, een ontheemdenkamp in Duitsland, opgevangen door de Joint, een Amerikaans Joodse organisatie die Joodse vluchtelingen hielp. Vandaar naar Parijs, Dublin en tenslotte beland in Londen. Daar heeft hij de Britse nationaliteit aangenomen, maar hij bleef vijf jaar ouder dan hij was vanwege de valse papieren als Refugé Polonais. Dus vijf jaar langer moeten doorwerken en in het ziekenhuis moest er steeds worden uitgelegd dat hij jonger is dan hij was, want 65 is niet gelijk 70. En 90 is net iets ouder als 85! Hij kreeg overigens vaak te horen door de artsen dat hij er jonger uitzag dan hij was. Mijn schoonvader heeft een geschiedenis meegemaakt onder het communisme, die hier in Nederland nauwelijks bekend is. Alleen het communisme was goed. Anders denken was een doodzonde, een staatsgevaarlijke activiteit waarop verbanning naar Siberië stond, ondervraging door de NKGB, martelingen, uithongering, veelal tot de dood erop volgde. Ieder was verplicht gelijk te denken. Vrijheid van meningsuiting werd beschouwd als een poging om het regime omver te werpen…….Hoe dankbaar moeten wij dan zijn met onze vrijheid van Godsdienst en vrijheid van meningsuiting. Hoewel: een telefoontje van een oude wijze dame. Ze maakt zich zorgen en geeft aan dat ze mij een gekke vraag gaat stellen. Wat is mijn mening over de vrijheid van pers. Wat vind ik ervan dat alles vandaag gezegd mag worden. Cartoons gemaakt mogen worden die andere godsdiensten belachelijk maken. Ze refereert aan de afschuwelijke aanslag in Wenen, die van geen kant goed te praten is. Maar is het juist dat….. Mijn mening als rabbijn en als mezelf is dat vrijheid van godsdienst een groot goed is, dat we moeten koesteren. Ook vrijheid van meningsuiting, is goud waard. Kijk hoe mijn schoonvader heeft geleden onder een gezag dat godsdienst en vrije meningsuiting verbood op straffe van verbanning. En toch ben ik de mening toegedaan dat ook godsdienstvrijheid zijn beperkingen moet hebben en idem vrijheid van meningsuiting. Stel ik richt vandaag een nieuwe godsdienst op en een van mijn Tien Geboden is om ieder medemens van het vrouwelijk geslacht in het gezicht te spuwen. Moeten we dat dan tolereren? En het tweede gebod oproept om alle ongelovigen te doden. Mag ik dat klakkeloos aanvaarden, vanwege vrijheid van Godsdienst? En hetzelfde geldt ten aanzien van vrijheid van meningsuiting. We moeten innig dankbaar zijn dat ieder zijn eigen mening mag vormen en uiten. Maar ook daar dienen er beperkingen te zijn. Als mijn mening andersdenkenden vervloekt of hun Godsdienst diep beledigt, dan wordt er misbruik gemaakt van de vrijheid van meningsuiting en vereist die vrijheid een grens die niet mag worden overschreden. 18 Chesjwan, morgen dus, is de Jaartijd van mijn schoonvader. Vanavond dus begonnen, omdat de nacht voorafgaat aan de dag op de Joodse kalender. Maar vandaag was het 17 Chesjwan. De dag waarop de hele Joodse gemeenschap van Bobroisk, niet ver van Moscou, in 1942 werd uitgeroeid door de moffen, nadat ze Rusland waren binnengevallen. Een klein meisje van twee jaar die bij niet-joden in huis was, heeft het overleefd. Maar niemand weet waar ze is en wie ze is. Bobroisk was de geboorteplaats van mijn schoonvader. Zijn ouders, hun gezin en familieleden waren nog net op tijd uit Bobroisk gevlucht. Waarheen? Niet meer te achterhalen. Velen zijn in weeshuizen terecht gekomen, anderen moesten het leger in, weer anderen verbannen naar Siberië en weer anderen in Duitse concentratiekampen vermoord. Mijn schoonvader had acht kinderen, zevenenzestig kleinkinderen en bijna twee honderd achterkleinkinderen toen hij het aardse bestaan acht jaar geleden inruilde voor een hoger leven. Niet het communisme en niet de nazi’s hebben hem kapot gekregen!

Am Jisraeel Chaj – het Joodse volk leeft!

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

 

Dagboek van een Opperrabbijn, 3 november 2020

Vandaag heb ik maar eens, bij hoge uitzondering, een agenda voor mezelf gemaakt:

  1. 7:30 opstaan en ochtendgebed
  2. 9:00 uur e-mails bekijken en beantwoorden en bordje havermout
  3. 11:00 u vertrek naar Leerdam met mijn trouwe chauffeur *
  4. 12:00-12:45 uur begraafplaats ontmoeting met Eduard Huisman, consulent voor de begraafplaatsen
  5. 14:00 – 16:00 uur overleg met rabbijn Den Haag en PC-leden in synagoge Den Haag over het Brit Mila besnijdenis protocol.
  6. 18:00 uur thuis overleg op hoog niveau over Ysselsteyn
  7. 19:00 uur vertrek naar Nijkerk
  8. 19:30-20:30 uur lezing via Stream over “de plaats van het gebed in het Jodendom”
  9. 21:30 uur gevloerd thuis
  10. 21:30-22:00 uur w.v.t.t.k. (wat verder ter tafel komt)
  11. 22:00 uur: dagboek

* Onderweg in de auto: lezing voorbereiden voor vanavond; e-mails bekijken; telefoontjes; Bat Mitswa op Kerstmis zien op te lossen.

Nu zit ik dus bij punt 11 na een bomvolle dag. Maar wel een goede dag, in de betekenis dat er van alles soepel is verlopen. De begraafplaats in Leerdam. De consulent van de begraafplaatsen, Huisman, doet zijn werk met veel overgave en inzet. Het probleem was een muur van het huisje dat dreigt weg te zakken en/of om te vallen en zou dan terecht komen op de onderliggende Joodse begraafplaats. En dus moet er een L vormige stut worden geplaatst op de Joodse begraafplaats…maar ik zal u er niet verder mee vermoeien. Het eind is dat alles goed en naar tevredenheid van weerskanten, B&W en NIK, wordt opgelost. Het huisje wordt gered en de grafrust op de Joodse begraafplaats wordt niet aangetast. En dus heb ik het weer goed gedaan, vind ik van mezelf.

Onderweg ook de Bat-Mitswa opgelost. Wat was het probleem: het meisje zou Bat Mitswa moeten worden op de eerste Kerstdag. Maar dan krijg je niet zo snel je vriendjes en vriendinnetjes. Klopt! Maar die krijg je dus naar alle waarschijnlijk toch al niet vanwege Corona en dus: uitstellen tot betere tijden en een gelukkigere datum. Natuurlijk wordt zij Bat Mitswa – Joods meerderjarig, op de dag van haar 12de verjaardag, maar het feestje kan later. En, zo heb ik aangeboden, ik zal dan ook graag aanwezig zijn.

Wat ik niet heb kunnen oplossen was een mevrouw, waarvan ik me niet herinner haar ooit ontmoet te hebben, die me al eerder deze week had gebeld. Ze geeft aan dat wij elkaar al een keer hebben ontmoet in Brussel, op mijn kantoor van de RCE Rabbinical Center for Europe, in verband met een gioer, toetreding tot het Jodendom. We spreken met elkaar in het Frans, geen probleem, maar ik weet haar dus echt niet te plaatsen. Hoe doe ik zoiets? Ik heb thuis een schrift met alle ontmoetingen en de daarbij behorende aantekeningen. Maar met dat schrift loop ik niet dag en nacht rond. Ik dus braaf geluisterd en proberen uit te vinden wat precies haar vraag is en, nog belangrijker, wie zijzelf eigenlijk is. Mijn Frans is redelijk, maar haar Frans buitengewoon gebrekkig en met een enorm Russisch accent. Uiteindelijk heb ik begrepen dat ze me uitlegt dat er een probleem is met corona en dat ze daarom nu niet haar zoon naar Antwerpen kan brengen naar de Joodse school en ook de afspraak met mij op mijn Brussels kantoor aanstaande zondag moet afzeggen. Dat komt mij overigens wel goed uit omdat 1: er een negatief reisadvies is naar België en 2: ik helemaal niet van plan was om aanstaande zondag naar Brussel te gaan, dat nergens in mijn agenda staat en ook ons secretariaat hiervan niet op de hoogte was. Het is mij dus nu niet helemaal duidelijk of ik wel of niet iets heb opgelost. Maar ik ga dus niet naar Brussel, dat is het enige dat duidelijk is.  Dat komt prima uit, want ik word zondag aanstaande op 11:00 uur in Arnhem verwacht. Daar mag ik een krans leggen met een bestuurslid van de Joodse Gemeente Arnhem bij het monument ter nagedachtenis aan de vermoorde Arnhemse Joden. Ik zal wel een paar woorden spreken en ook de burgemeester komt. Hopelijk zal de lokale omroep aandacht hieraan besteden, anders sta ik tegen mezelf te spreken of alleen tegen burgemeester Marcouch, die ook aanwezig zal zijn, hoewel ik het woord ‘ook’ beter kan weglaten.

Overigens heb ik vanavond wel een training gehad om tegen niemand te spreken. Bijna 1½ uur een lezing over de “De plaats van het gebed in het Jodendom’. Ik stond dus letterlijk tegen niemand te praten, uitsluitend tegen een camera die niet reageert en zelfs niet in slaap valt van verveling. Een leuke grap verteld, en niemand lacht. Een spitsvondige opmerking, en niemand reageert. Ik vraag me af of als ik halverwege in slaap zou zijn gevallen, of iemand dat zou hebben opgemerkt! Ik ben gewend dat ik tegen een groep mensen spreek. Dat niet iedereen altijd aandachtig luistert, het is niet anders. Ook als mensen ongeduldig op hun horloge kijken aanvaard ik gedwee. Als ze na het kijken op hun horloge gaan luisteren of het klokje nog werkt, raak ik pas geïrriteerd!

Maar er is vandaag nog iets gebeurd. Een belangrijke bespreking in verband met de onacceptabele herdenking van SS-ers en SD-ers op de begraafplaats in Ysselsteyn. Die bespreking heb ik niet geagendeerd en ook de positieve uitkomst die heeft geleid dat ik morgen weer een overleg heb, treft u niet vermeld. Heel vaak is een gevoelig probleem het best oplosbaar als het achter de schermen is en onzichtbaar blijft. Het lastige is alleen dat als het zichtbaar wordt dat het probleem is opgelost, er velen uitroepen dat zij het hebben opgelost. Twee weken geleden sprak ik een predikant wiens vader zwaar in het verzet had gezeten. Hij vertelde mij dat in de oorlog in hun dorp er maar weinig verzetsstrijders waren, maar na de oorlog was iedereen een verzetsstrijder geweest!

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Koffie met gebak om landverraders te herdenken! Dagboek van een opperrabbijn 2 november 2020

Vandaag had ik me moeten concentreren op het voorbereiden van een Zoom Cursus binnen de Joodse gemeenschap en voor de Stream Uitzending van morgenavond over “de Plaats van het gebed in de Joodse Traditie” voor Christenen voor Israël. Daarnaast rustig nog wat zelfstudie (moet ook kunnen) en mijn dagelijkse snel-wandeling. Maar ik was nog nauwelijks mijn bed uit of de consulent voor de Joodse begraafplaatsen aan de telefoon met een probleem over noodzakelijke herstelwerkzaamheden op de Joodse begraafplaats te Leerdam. En dus morgenochtend naar Leerdam om e.e.a. ter plekke te bekijken, want grote zorgvuldigheid is vereist. Het betreft de stoffelijke overschotten van onze voorouders en hun eeuwige grafrust. Dit is niet effe af te doen per telefoon of met Whatsapp. En gezien ik toch morgen naar Den Haag moet voor een afspraak over een ander onderwerp, dat hoog op de lijst van importantie staat, gaan we het combineren. En onderweg kan ik gewoon mijn werk doen, want mijn chauffeur rijdt! Maar het rustige dagje werd chronisch verstoord. Bij de Joodse Gemeente Twente was een schrijven in de brievenbus gevallen met het volgende verzoek:

“Enschede, vrijdag 23 oktober 2020. Dag mensen. Graag uw aandacht voor de aanplant van de olijfgaard “Hope from Enschede (NL) in Palestina. Voor de sponsering van dit project vragen wij u bijgaande informatie te delen via uw medium, nieuwsbrief of anderszins. Dank namens de Palestina Werkgroep Enschede”. En dus belt de voorzitter van de Joodse Gemeente mij op of hiermee wel of niet iets te doen. Een waanzinnig verzoek uiteraard en direct de prullenbak in, wilde ik adviseren. Iedere minuut die we hieraan kwijt zijn is er een teveel.

Maar toen kreeg ik een website onder ogen met naast een paar mooie bijna idyllische foto’s de volgende tekst: “Onze Brasserie is gevestigd op een van de meest bijzondere plekjes van de regio. Herdenken op de begraafplaats en overdenken in de brasserie bij een vers kopje koffie met gebak en een heerlijke lunch”. Reclame voor een vrij recent geopende Brasserie op de Duitse Oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn waar nazi’s begraven liggen die zonder enige twijfel vallen onder de categorie weerzinwekkende moordenaars, collaborateurs en landverraders. Die kunnen we dus gaan herdenken bij een vers kopje koffie met gebak. En nog steeds heeft de ambassadeur van Duitsland niet aangegeven dat hij principieel niet aan deze herdenking wenst deel te nemen. Zelfs afzeggen met als smoesje corona, zal het niet worden.

Maar ook, en dan ga ik even een dag terug, mooie dingen meegemaakt. In Nijmegen gesproken met een familie die het Joodzijn niet kan bewijzen, maar wel generatie na generatie, al vanaf de tijd van de Inquisitie, per overlevering heeft meegekregen dat “wij stammen van Joden”. En nu willen ze terug en natuurlijk gaan we daarbij helpen. Dat wil zeggen dat de lokale rabbijn Levine hen steunt en helpt en ik ben (helaas, dat is mijn lot) de tegenpartij. Want toetreden tot het Jodendom is best lastig. Maar als de motivatie er is, is het een mooi dankbaar groeiproces. Natuurlijk, als het aantoonbaar zou zijn geweest dat ze inderdaad via moederslijn afstammen van Joodse voorouders, is er geen vuiltje aan de Joodse lucht. Zielig? We hebben erover gesproken. Alles komt van Boven, ook de positie waarin iemand is beland, waarin ik me bevind en waarin zij zich bevinden. Aan de lokale rabbijn dus om te steunen en aan mij om te beproeven. Maar ik had er een goed gevoel bij, ook rabbijn Levine en ook het echtpaar! We gaan het met z’n drieën maken. Ondertussen zie ik dan ook meteen de inzet van de lokale, onder mij ressorterende rabbijn, zijn gedrevenheid en zijn overgave. Stemt tot dankbaarheid. Dat gevoel van dankbaarheid bekroop me ook toen mijn echtgenote en ik een ‘werkbezoek’ brachten aan een rabbijn die het erg moeilijk moet hebben. Rabbijn Dov Pinkovitch en zijn echtgenote. Nog maar pas in Nederland zijn zij belast met het Beth Chabad, een soort zoete inval voor toeristen, in de Albert Cuypstraat in Amsterdam. De meesten zijn uit Israë l afkomstig en als ze dan Amsterdam aandoen willen ze toch, in het Centrum, ergens een plekje hebben waar ze koosjer kunnen eten, gebeden uitspreken en, kort samengevat, gewoon “thuis-weg-van-huis”, speciaal op de Sjabbat. Met veel enthousiasme en speciaal op Sjabbat een volle zaal met zang, woorden uit de Thora en bovenal een echte Sjabbatsfeer, zijn ze begonnen. En toen corona! En toch gaan ze verder, zonder toeristen, met veel kleinere aantallen, maar met een ongekende gedrevenheid en met de weet dat uiteindelijk “alles van Boven komt”. En rabbijn Steinberg en zijn echtgenote Rina Aidel, dochter van de Nederlandse rabbijn Heintz uit Utrecht, die met veel inzet en overgave Joods Brabant aan het opbouwen zijn. Lichtenpunten in de duisternis. De belachelijke Brasserie op de nazi begraafplaats te Ysselsteyn en het idiote verzoek van het Palestina Comité Enschede met het verzoek aan het bestuur van de Joodse Gemeente om hun eigen leden aan te sporen Israël de zee in te drijven (want dat staat nog steeds in de doelstellingen van de Palestijnse Autoriteit, die veel geld heeft, maar geen autoriteit!) vervaagt en maakt plaats voor dankbaarheid als ik deze hardwerkende rabbijnen de duisternis op een positieve wijze zie bestrijden en verdrijven.

En net voor ik naar bed wilde gaan: Wenen! Whatsapp’s stromen binnen. In Karlsruhe heeft de politie laten weten aan de lokale rabbijn dat alle synagogen in Duitsland nu bewaakt gaan worden, maar de herdenking in Ysselsteyn gaat gewoon door……..

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

 

 

Vaccin verliest van de Minister, Dagboek van een Opperrabbijn 1 november 2020

Mijn blik viel vandaag op de column in het NIW van Michel Waterman waarin hij schrijft: “Ik moet vandaag mijn column inleveren en heb nog geen onderwerp. Ik kan u verklappen dat mijn bewondering voor columnisten die dagelijks produceren, sterk is toegenomen.”

Toen ik dit had gelezen vroeg ik mezelf gevleid af of dat compliment voor mij bedoeld was. En dus rees bij mij de vraag: Ben ik nou rabbijn of columnist? Maar toen dacht ik ook even terug aan die psychotherapeut die mijn dagboek zag als een therapie. Na enig denkwerk kwam ik tot de conclusie dat mijn dagboek een combinatie is van 1: rabbijn 2: columnist 3: therapie. En dus was het compliment van Waterman niet aan mij gericht. Jammer, want af en toe heb ik wel behoefte aan een schouderklopje (met de ellenboog uiteraard, vanwege corona!), speciaal als ik weer eens onder vuur lig.

Een ietwat uit de context gehaalde krantenkop haalde een paar voorpagina’s, waarna mensen gingen reageren. Dat was geweldig want dat betekent dat ik niet tegen dovenmansoren schrijf, mijn boodschap komt aan. Wat mij bijna stoorde was dat een (buitenlandse) collega, die kennelijk weinig anders te doen heeft dan het volgen van mijn dagboek, in contact is getreden met de niet-joodse journalist om tegen de (onhandige) krantenkop te protesteren. Het vloog even door mijn gedachte om hem een WhatsApp te sturen met mijn telefoonnummer. Dan kan hij bij een volgende gelegenheid eerst even bellen alvorens van een mug een olifant te maken bij de journalist die mij dan weer belt en niet snapt waarom hij boos wordt benaderd. Maar die WhatsApp heb ik niet gestuurd en ga ik ook niet sturen. Reden?

Geleerd uit het gesprek tussen Awraham en Lot waarover sjabbat jl. werd gelezen in alle synagogen ter wereld: “Er ontstond twist tussen de herders van de kudden van Awram en de herders van de kudden van Lot…. Toen zei Awram tegen Lot: Laat er toch geen twist zijn tussen mij en jou en tussen mijn herders en jouw herders….Maak je toch los van mij; als het naar links is, ga ik naar rechts, is het naar rechts, dan ga ik naar links (Bereesjiet/Genesis 13:7-9). Waarom, mogen we ons afvragen, laat Awraham de keus aan Lot. Het gebied, het latere Israël, was toch het eigendom van Awraham. G’d had hem dit stuk grond toegezegd. Hij had Lot kunnen aantonen dat hij de beste papieren had!? Als we de Hebreeuwse tekst even grammaticaal bekijken zien we dat het Hebreeuwse woord voor twist de eerste keer in de mannelijke vorm staat en de tweede keer in het vrouwelijk. Twisten ontstaan het snelst tussen mensen die heel veel met elkaar samen zijn. De meest geschikte plaats voor twisten is dus het huwelijk! Hoe gaan we hiermee om? Moet de man proberen zijn gelijk te halen? Moet de vrouw voet bij stuk houden? De beste manier om met (huwelijkse) meningsverschillen te dealen is: accepteren! En daarom staat het woord twist een keer in de vrouwelijke verbuiging en een keer in de mannelijke. Awraham begreep dat hij zijn gelijk had kunnen halen bij Lot, maar was er ook van doordrongen dat het beter is om de tegenstander, Lot in dit geval, gewoon z’n zin te geven. Voor de toekomst betekent dit winst. En dus zal ik mijn weleerwaarde collega in dezen niet benaderen en als we elkaar weer tegenkomen gewoon doen alsof mijn neus bloedt! Therapeutisch (3) heb ik het dus bij deze van me afgeschreven, ik heb er een column (2) van gemaakt en, het meest belangrijk, ik heb geleerd (1) van onze aartsvader Awraham!

Wat we dus merken is, dat mensen vaak niet in staat zijn om buiten hun eigen beperkte cocon te kijken en/of te denken. Zoiets heet egoïsme, gevolg van de afgod IK. En dat probleem komen we helaas veelvuldig in onze samenleving tegen en kan zeer schadelijk zijn.

Dr. Marcel Levi, medisch directeur van tien ziekenhuizen in Londen en de zoon van mijn voormalige voorzitter van het Sinai Centrum, is van mening dat het vaccin tegen corona reeds nu toegediend zou moeten worden. Maar de Britse Minister wil dat nog niet omdat misschien één van de 50.000 last zou kunnen krijgen van een bijwerking omdat het vaccin nog niet 100% is uitgetest. Levi legde de Minister uit dat zelfs als één op de 50.000 een ongewenste bijwerking krijgt, het nog steeds de moeite waard is om het vaccin reeds nu in te zetten, omdat daarmee voorkomen kan worden dat honderden besmet worden met corona en een algehele Lockdown de samenleving ernstig ontwricht. De Minister reageerde hierop, volgens de krant die Dr. Levi citeerde, dat als honderden sterven aan corona, hij, de Minister, nauwelijks verwijten zal krijgen. Maar als er ook maar één persoon slachtoffer wordt van het vaccin dat hij heeft goedgekeurd, hij met kritiek zal worden overstelpt. De Britse Minister is dus ook een volgeling van de afgod IK, gelijk mijn collega, met dien verstande dat er door het gedrag van de Minister, G’d behoede, mensen komen te overlijden, maar het gedrag van mijn collega heeft een positief resultaat: een onderwerp voor mijn dagboek van vandaag!

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

 

 

RSS
Follow by Email