Chanoeka 5785

Het klopt dat de Hellenistische heerschappij het niet toeliet dat de Joden op hun eigen Joodse manier wilden leven. Het is juist dat het kleine groepje Maccabeeërs de strijd aanbond met de Griekse overheersing en keihard weigerde om mee te doen met de Hellenistische manier van doen en laten, die alles liet draaien om het welzijn van het lichamelijke. En het is ook waar dat op Chanoeka, het Inwijdingsfeest, de Joden hun vrijheid van G’dsdienst heroverden.

Maar het is pertinent onjuist om de vrijheid van G’dsdienst, die de Maccabeeërs wisten te verwerven, te verbreden tot een alomvattende en mondiale vrijheid van denken. Vrijheid kent zijn beperkingen en zijn grenzen, zoals ook democratie zijn beperkingen moet hebben. Als democratie misbruikt gaat worden om andersdenkenden te elimineren…als vrijheid betekent dat respect voor de medemens niet meer van kracht is…als er een zienswijze ontstaat die de mens tot G’d wil verheffen en hem het recht geeft te oordelen over leven en dood… dan is dat niet de vrijheid waarvoor de Maccabeeërs streden. De vrijheid van G’dsdienst kent grenzen en juist daarom is het een echte vrijheid. Maar als we naar de Menora kijken zien we niet alleen de geschiedenis van toen met vertaalslagen naar de huidige samenleving. Het is geen fakkel die brandt in de Menora, maar het zijn kleine zuivere en kwetsbare vlammetjes. Vlammetjes die, naast de grote geschiedenis, ook de individuele mens met zijn emoties demonstreren.

Een jongen van 24 jaar, terwijl hij uit het raam van de trein kijkt, roept luidkeels: Pa, kijk, de bomen verliezen van ons, want wij gaan veel sneller! De vader kijkt naar zijn zoon vol zichtbare vreugde en met een innige glimlach. Een jong stelletje, dat in dezelfde coupé van de trein zit, kijkt verbaasd naar de reactie van de vader. Zij begrijpen niet dat de vader de infantiele opmerking met een glimlach afdoet, maar komen tot de trieste conclusie dat de volwassen ogende zoon lijdt aan een ernstige psychische stoornis. Een tijdje later brult de zoon geëmotioneerd: Papa, de wolken in de lucht gaan net zo snel als onze trein!

Het stelletje kan nu zijn mond niet meer houden en zegt tegen de vader: mijnheer, we willen ons niet bemoeien met uw zoon en met zijn gezondheid, maar het zou verstandig zijn om met hem naar een goede dokter te gaan, bij voorkeur naar een psychiater. Oprechte dank voor jullie advies, reageert de vader, maar mijn zoon komt net terug van een verblijf van enige weken in het ziekenhuis en heeft een ingewikkelde behandeling ondergaan. Niet van een psychiater, maar van een neuroloog. In jullie optiek vertoont mijn zoon een afwijkend en gestoord gedrag. Maar jullie moeten weten dat mijn zoon vanaf zijn geboorte blind was. Vandaag is de eerste dag in zijn leven dat hij kan zien! Voor mij is het een onbeschrijfelijk wonder! Het jonge stelletje schoot vol tranen, was volkomen verbouwereerd en tegelijkertijd vol schaamte over hun foutieve en kwetsende opmerking.

Ieder mens heeft in zich een vlammetje. En ieder vlammetje is uniek. Ieder vlammetje heeft ook een eigen geschiedenis. De Menora wordt aangestoken voor het raam, als het buiten donker is. Meestal zijn alleen de vlammetjes zichtbaar, maar de olie en ook het lontje onttrekt zich aan het gezichtsveld. Waarvandaan het mooie warme lichtje komt, is dus eigenlijk onbekend. Maar tegelijkertijd, zo luidt de Joodse wet, als het vlammetje het resultaat is van een brandstof met een onfrisse geur, dan kan hiermee de Menora niet worden verlicht. Met andere woorden: Als de uitstraling van de medemens afkomstig is van een stinkende bron, dan is het ogenschijnlijk positieve licht niet-koosjer. Maar als de bron zuiver is, ook als wij het lontje en de brandstof niet kunnen zien, de geschiedenis is ons onbekend, dan moeten wij ervoor waken om te (ver)oordelen.

Dit leert ons het licht van de Menora, ook en juist anno 5785 -2024!

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

RSS
Follow by Email