Hoewel Blouma en ik woensdagavond uitgeput voet op vaderlandse bodem mochten zetten en ons Israël-verblijf feitelijk alweer verre achter ons ligt, voelen we ons nog steeds in Israël en blijven we denken aan de burgemeester van Sderot. Wat een moed, wat een heldhaftigheid en tegelijkertijd wat een verantwoordelijkheidsgevoel . Maar door zijn stralende ogen heen bespeurde ik toch ook diepe zorg: wat zal de toekomst brengen? Hij bleef benadrukken dat hij een optimist is, dat alle families zijn teruggekeerd en er na 7 oktober zelfs veertig nieuwe families zijn bijgekomen.
Sderot is een grote familie, iedereen kent elkaar, steunt elkaar, vecht voor elkaars leven en enkelen zijn voor elkaar gestorven. Am Jisraeel Chaj, zeker hier. Meer dan honderd sjoels op een populatie van zo’n 35.000 inwoners. De terroristen hadden zich gericht op het politiebureau omdat van daaruit de controle over de stad het eenvoudigst was te verkrijgen. Maar ondanks hun overmacht aan manschappen en aan geavanceerde wapens (met dank aan de Nederlandse belastingbetaler voor de financiële ondersteuning hiervan) zijn ze er niet in geslaagd om Sderot te veroveren. Maar het heeft slachtoffers gekost, jonge onvervangbare levens.
En ondertussen zitten we in de maand Elloel, de maand van voorbereiding voor de Hoge Feestdagen. Dagelijks blazen we op de sjofar, de ramshoorn. De reden van dit sjofarblazen? Maimonides geeft aan dat er geen reden is. Het staat in de Thora dat er op Rosj Hasjana, Joods Nieuwjaar, op de sjofar geblazen moet worden: en dus blazen Joden al eeuwen en eeuwen, zelfs in de meest moeizame omstandigheden. Maar, gaat Maimonides verder in zijn uitleg over de sjofar, ondanks het ontbreken van een rationele verklaring, zit er wel een aanwijzing in de sjofar: wordt wakker! Met een scala aan tegenstrijdige gevoelens blies ik op de sjofar voor de grote uit Nederland afkomstige Menora in Sderot met naast mij Frank van Oordt, de directeur van Christenen voor Israël.
Ik ben inmiddels wakker, het is 5 uur in de ochtend van maandag 20 Elloel. Rosj Hasjana is al heel dichtbij. En toch ben ik veel minder dan andere jaren bezig met de voorbereidingen. De situatie in Israël, de rijkelijke aanwezigheid van antisemitisme, de datum 7 oktober. Van vele kanten word ik uitgenodigd om aanwezig te zijn bij herdenkingen en een toespraak te houden. Zoals het er nu naar uitziet zal ik zondag 6 oktober in Enschede zijn en 7 oktober staan drie demonstraties op mijn programma. Ik zal die dagen de nodige kilometers moeten afleggen en emoties moeten verwerken, maar dat is allemaal erg relatief met de nog steeds gevangen gijzelaars, de gewonde soldaten, de jonge levens die uit het leven werden weggerukt’. Waar gaat dit naar toe?

Maar voordat ik de toekomst ga beschrijven, een terugblik. Donderdagavond in IJsselmuiden een toespraak gehouden en op de sjofar geblazen. Na jaren inzet is het Metaheerhuisje op de Joodse begraafplaats weer helemaal hersteld. Een groot bord met uitleg over de Joodse Gemeenschap die hier ooit was. IJsselmuiden valt onder de gemeente Kampen en dankzij burgemeester Sander de Rouwe, mijn vriend, wethouders en met volledige medewerking van de lokale scholengemeenschap wordt er heel veel aandacht besteed aan wat hier eens was aan Joods leven.
Gistermiddag geen geschiedenis, geen herdenking, maar iets dat volledig leeft: de opening van een Beth Chabad in Amstelveen voor de vele Israëliërs die Israël hebben verlaten en nu in Nederland wonen en werken. Dankzij de inzet van rabbijn Akiva Camissar en zijn echtgenote Taiby, hebben de Israëliërs een plaats om samen te komen. Geweldig! Dank en mazzeltov.
Ik ga, na twee koppen koffie die bij mij slaap opwekken, weer op zoek naar mijn bed om nog een paar uur van mijn nacht/dag rust te gaan genieten.
Dadelijk een paar lastige gesprekken, een sjioer online en het volgen van het nieuws. Waarom ik het volg weet ik eigenlijk niet, want mijn volgen heeft totaal geen invloed op wat dan ook. Kost me wel een enorme hoeveelheid energie en maakt me niet altijd even blij.
Er komen steeds meer mensen naar me toe, vanuit de Joodse Gemeenschap, met de vraag: kunnen we hier nog blijven? En vanuit de niet-Joodse samenleving: wanneer vertrekken jullie? En ondertussen speel ik met de gedachte om de moeder van de messentrekker een bezoekje te brengen. Toch afschuwelijk voor haar om zo’n zoon te hebben. Of ik binnengelaten word, weet ik niet.
Ik ga nog even naar bed, hoop na een paar uur slaap bevrijd te zijn van mijn psychische dip en ook wat mooie dingen te mogen beleven, maar vooralsnog zie ik veel te veel duisternis. Maar om met iets positiefs te eindigen: de educatie over de Holocaust schijnt te verbeteren. Hoe ik dat merk?
Naast Free Palestine toegeschreeuwd te krijgen, word ik nu ook regelmatig vanaf de fat bike met de Hitlergroet toe gegroet. Het onderwijs over de Holocaust schijnt dus te werken!

Zondag en maandag stonden geheel in het teken van Chesed, naastenliefde. De opening van de nieuwe vleugel van Shalva. Christeren voor Israël had de gelden bijeen gesjnord en daardoor kon Shalva zijn hulp aan mensen met een verstandelijke handicap gigantisch uitbreiden. Het wemelt bij Shalva van de vrijwilligers en respect voor de medemens met een beperking voert daar de boventoon. Ik voelde me weer een beetje terug in de jeugdafdeling van het Sinai Centrum, waar mijn Blouma en ik veertig jaar mochten werken.
Na Shalva namen we een kijkje in de keuken van Colel Chabad. Wow, wow! Een liefdadigheidsinstelling die ruim tweehonderd jaar geleden werd opgericht om behoeftigen in Israël, toen er nog geen druppeltje sprake was van een Staat, financieel te steunen. Vandaag helpt deze organisatie tienduizenden met opvang, maaltijden, maatschappelijke hulp, geestelijke bijstand, kleding etc. etc. Alles in nauwe samenwerking met de landelijke en lokale overheden.
Een meisje van 17 dat mij een tekening toont die ze zelf heeft gemaakt. Ze legt me uit dat de tekening haarzelf uitbeeldt terwijl ze zich probeert te verbergen en doodangsten uitstaat. Op de tekening is een bommenwerper te zien die zijn dodelijke bagage mikt op het theater in Mariupol waar zij zich verbergt. De bommen bereikten hun doel en zij is een van de weinige overlevenden, zwaar getraumatiseerd. En zo hebben alle deelnemers aan deze sjabbaton hun verhaal, hun verdriet, hun omgekomen dierbaren, hun man of zoon die is achtergebleven en Oekraïne niet kan verlaten vanwege de dienstplicht. En allen hebben ze ook hun toekomst in Israël met nieuwe uitdagingen en onzekerheden en met een nieuwe oorlogsdreiging. Om o/a hen en Reb Mendel met zijn onvervangbare echtgenote te bemoedigen zijn we hier.
Het was weer een herdenkingsweek. Zondagmiddag herdenking van de ontruiming van Kamp Vught , 80 jaar geleden. Vanwege de oprukkende geallieerde troepen heerste er paniek bij de SS’ers en moest Vught acuut ontruimd worden. De mannen werden afgevoerd naar Mauthausen en de vrouwen naar Sachsenhausen. Bijna niemand heeft het overleefd. Maar voor de transporten werden eerst nog honderden ter plekke gefusilleerd. Blouma en ik waren aanwezig. We hadden er geen functie, ik hield er geen toespraak, heb geen gebed uitgesproken en zelfs niet op de sjofar geblazen. Het enige dat we deden was meelopen in de stille tocht en bij de herdenking op de fusieladeplaats op de eerste rij zitten op gereserveerde plaatsen. Had u dan niets beters te doen, hoor ik een aantal van u vragen. Antwoord: inderdaad, we hadden niets beters te doen. Ondanks dat ik deze keer niet iets moest doen, meenden wij er juist daarom te moeten zijn en hiermee te tonen dat wij de organisatie van deze herdenking van groot belang achten, juist in deze tijd van opkomend antisemitisme, juist omdat Kamp Vught niet alleen Joodse slachtoffers herdenkt maar vooral verzetsstrijders die hun leven gaven in de strijd tegen het nazisme en juist omdat we niet aanwezig waren vanwege een verplichting, maar enkel en alleen om er te zijn!

Vandaag de eerste dag van de Joodse maand Elloel, de voorbereidingsmaand voor de Hoge Feestdagen. Iedere dag wordt er kort op de sjofar, de ramshoorn, geblazen: wordt wakker! Onderwerp jezelf aan een jaarlijkse controle. Hoe gaat het met je, met je gedrag? Je omgang met jezelf en met de ander? Onderwerp jezelf aan een check up, een soort jaarlijkse APK. Terwijl ik zat te wachten in mijn garage om een rood lampje dat opriep met een paar uitroeptekens om vooral mijn remmen te laten controleren, legde ik die link tussen APK en het sjofarblazen.
Gisteren werd mijn heilige sjabbat ziekelijk verstoord door een demonstratie die als motto had: Nee, tegen zionisme! Iedere vorm van zionisme moest volgens de honderd vijftig demonstranten uit Amersfoort verdreven worden. Omdat er geen zionist in Amersfoort te vinden is, kan het niet anders dan dat ze gewoon de Amersfoortse Joden bedoelden. Ze hoefden hiervoor niet eens te erkennen dat antizionisme = antisemitisme. Overigens was aan duidelijkheid geen enkele twijfel, want de afsluitende en inspirerende woorden aan het begin van de demonstratie logen er niet om:
Het gebeurt niet vaak dat ik me afvraag: waarover zal ik nu eens schrijven. Kennelijk waren er geen gebeurtenissen die mijn aandacht trokken en dus mij inspireerden om er een dagboek-verhaal aan te wijden. En toen kreeg ik geheel onverwachts een vraag die misschien negatief klonk, maar, de vraagsteller kennende, gewoon oprecht gemeend was. Waar was G’d 7 oktober? Ik was meteen weer bijna 50 jaar terug. Mijn eerste week als rabbijn werkzaam in het Sinai Centrum en de confrontatie met overlevenden van de hel, het zien van medemensen met een ziekte die hun volledig gek maakt en het voelen hoe mensen tegen mij aankeken en me maar niets vonden omdat ik werkte in een gekkenhuis met medemensen die gewoonweg niet functioneerden en niet-functioneren al een terminologie is die voor hen te hoog is gegrepen.
Ik mag me dagelijks verheugen met veel e-mails en probeer iedere e-mail te lezen en waar nodig te beantwoorden. Soms lijkt een e-mail gezeur, maar ook wat ik als gezeur beschouw, kan voor de zeurder iets heel waardevols zijn en is dus geen gezeur. Met andere woorden, zoals het ook in de Spreuken der Vaderen wordt gebracht: verplaats je in de gedachtewereld van de ander. En dat probeer ik dus braaf te doen, maar soms is dat verdraaid lastig en uit ik dan sporadisch mijn frustratie via dit dagboek waarmee mijn dagboek plotsklaps een extra dimensie krijgt, namelijk die van een therapeutische. Is overigens niets mis mee, maar was niet mijn dagboek-opzet. Neen, het doel dat ik voor ogen had en heb is om de medemens, ieder medemens, tot steun te zijn, want dat is de essentie van af en toe een e-mail met u delen.