Dagboek van de Opperrabbijn 22 mei 2024

v.l.n.r. Bestuurder van christenen voor Israël, Pim van der Hoff, de burgemeester van Sderot, Alon Davidi en OR Jacobs

Na meer dan zeventien uur onderweg te zijn geweest, waren we, bijna uitgeput maar met een intens goed gevoel, weer thuis. In de vroegere jaren van mijn rabbinale baantje, zat ik dan een paar uur de post door te nemen. Ik hoef nu bijna niets meer door te nemen, want ik was dan nu wel als het ware een kleine week weg van mijn kantoor, maar mijn kantoor was alleen diep in de nacht gesloten. De rest van de dag en nacht lag mijn kantoor of op tafel of, als ik het kantoor niets meer te bieden had, in het kluisje van onze hotelkamer. En toch was er meer post dan gewoonlijk. Zorgvuldig uitgekozen kaarten met bemoedigende woorden, citaten uit de Thora, uit Tehillim-Psalmen of een Joodse zegswijze uit de achttiende eeuw toegedicht aan de Ba’al Shem Tov: Vergeten is ballingschap, gedenken verlossing. Als ik u dan vertel dat deze zegswijze is gebracht door een topper in ons Nederlandse rechtsbestel, dan geeft mij dat als eenvoudige Nederlandse burger toch weer moed. En die moed kan ik wel gebruiken, want soms word ik er moedeloos van.

Het is toch niet te filmen dat in de Uilenburger sjoel (hartje uitgeroeide Amsterdamse Jodenbuurt) een waardige bijeenkomst had moeten plaatsvinden, waar ook ik een bijdrage aan had zullen leveren, om vervolgens te vernemen dat een van de sprekers de gore moed had om zijn toespraak te beginnen met een introductie die niets te maken had met Yad Vashem. Ik spreek wellicht voor u een te cryptische taal. Laat ik het uitleggen en het beestje bij zijn naam noemen:

De Stichting Vrienden van Yad Vashem Nederland organiseerde op 15 mei een Symposium onder het motto HERDENKEN = NIET VERGETEN! In het programma stonden toppers uit onze Nederlandse samenleving als sprekers aangekondigd. En wat gebeurde er?

 

Eén van de sprekers was Martijn Eickhoff, directeur van het NIOD (Nederlands Instituut Oorlog Documentatie). Tegenwoordig onderzoekt kennelijk het NIOD niet alleen meer de Holocaust, maar alle genocides in de wereld. Dat bracht Eickhoff ertoe om zich publiekelijk te verontschuldigen dat hij liever niet op deze dag gesproken had, want het was de Nakba-dag. De dag van de catastrofe die door de Arabieren herdacht wordt wegens de oprichting van de Staat Israël en de vlucht van 600.000 Arabieren naar andere Arabische landen. Het gedenkcentrum van Yad Vashem in Israël staat, volgens zijn zeggen, op Arabisch grondgebied en de regeringen van Israël gebruiken de Holocaust voor politieke doeleinden. Ook ligt er nog een “gefundeerde aanklacht van genocide” tegen Israël. Allemaal onderzoekwaardig voor Eickhoff.

Natuurlijk mag de NIOD-directeur een mening hebben, en zelfs een afwijkende, maar zijn vergoelijken van de zogenaamde Gaza-oorlog op deze plaats en dan ook nog ten overstaan van o.a. overbezorgde Nederlandse Joden, is, op z’n zachts uitgedrukt,  een “gotspe”.

Gelukkig was deze NIOD-directeur niet zo goed te verstaan, naar ik begreep, en waren de andere bijdragen van hoog niveau. Mijn plaatsvervanger, Rob Oudkerk, heeft het geweldig gedaan, naar ik van verschillende kanten heb vernomen. Dank Rob, voor je bereidheid om een half uur plaatsvervangend-opperrabbijn te zijn! Wie had dit ooit kunnen bevroeden!

 

Inmiddels is het wel bekend dat ik niet zoveel slaapbehoefte heb, maar na mijn vlucht van Puerto Rico naar Atlanta, drie uur overstaptijd, vervolgens meer dan acht uur Atlanta-Schiphol en dan Schiphol-Amersfoort (niet per vliegtuig) was ik wel toe aan een redelijk uiltje-knappen. Dat uiltje diende zich ongeorganiseerd aan toen ik even op de bank zat te zitten. Enfin, na een paar uur werd ik wakker uit een droom. Nou behoort dromen niet tot mijn dagelijkse bezigheden, naar ik vermoed, maar nu dus wel. En wat was de droom waaruit ik ontwaakte?  Ik moest naar Schiphol. Dat deed ik, zoals bijna altijd, met Taxi-Boute. Vast laag tarief en altijd op tijd. Maar nu lag er een probleem. Afgezette straten. Nagejouwd. Stenen gegooid. Barricades. En toch heb ik netjes op tijd zonder vertraging en zonder ook maar een krasje op de auto, Schiphol bereikt. Waarheen ik zou vliegen weet ik niet, want net voor aankomst bij de Vertrekhal werd ik wakker.

Fijn, dacht ik, dat er ondanks het antisemitisme, ik toch zonder kleerscheuren veilig Schiphol wist te bereiken. Hoewel ik dus niet zo erg in dromen geloof en bijna nooit droom, gaf de droom me toch wel moed…

 

Wakker zijnde meteen aan het werk. Er ligt een respectabel aantal verzoeken van individuen en van Joodse Gemeenten voor Rabbinale verklaringen. Dat zijn dus verklaringen van mij dat de betrokken persoon Joods is. Zo’n verklaring is vereist om als immigrant Israël binnen te kunnen komen op grond van de Wet op de Terugkeer met de daaraan gekoppelde uitkeringen etc.

Ook verscheidene Hebreeuwse teksten voor matsewot-grafzerken controleren of geheel vervaardigen, liggen (rustig) te wachten.

Maar ik was  dus niet zo rustig  want ik was door rabbijn, collega en  vriend Lody van de Kamp uitgenodigd  voor een gesprek met minister van Gennip in de Gerard Dou sjoel in Amsterdam  om te delibereren over, u raadt het al, antisemitisme. Daarna naar IPC, Israël Producten Centrum in Nijkerk, gespoed, alwaar de burgemeester van Sderot een groot en aandachtig gehoor heeft toegesproken. We kennen elkaar uit het Heilige Land en van een vorig bezoek in Nederland. Het is nu te laat om zijn (helaas) indrukwekkende woorden hier te herhalen. Houdt u tegoed, als ik het niet vergeet, voor mijn volgende dagboek.

O ja, voor vertrek naar de Gerard Dou sjoel had ik tijd ingeruimd voor mijn snel- wandelingetje. Keeps me strong en schijnt beter te werken dan kalmeringspilletjes, die ik dan dus ook niet gebruik.

 

Dagboek van de Opperrabbijn 19 mei 2024

De Baäl Sjem Tov leert ons dat alles dat een mens ziet of hoort een aanwijzing bevat hoe hij in het leven moet staan en de Eeuwige dienen. Aan deze wijze les moest ik denken toen ik vorige week op een zeilboot op de Oceaan naar het toilet ging, een gevaarlijk trapje moest afdalen en toen pijnlijk opliep tegen een bordje met daarop de tekst “Watch your Head”.  Welke les moet ik hieruit leren, voor als ik ook niet op een zeilboot zit? Oppassen om niet je hoofd te stoten, een onjuiste beslissing te nemen, even de verkeerde kant op te kijken.

De veroorzaakte schade bleef beperkt tot een builtje. De zeilboot bleef de juiste koers volgen. Maar hoe vaak gebeurt het dat door een onvriendelijke blik of een misplaatste opmerking een medemens zwaar wordt beschadigd? En wat met een verkeerde opvoeding? Een van mijn voormalige bestuurders, een trouwe lezer van mijn dagboeken, attendeerde mij erop dat mijn voortdurende roep om holocaust-educatie in het onderwijs niet zo zinvol is als kinderen vanaf de prille jaren thuis worden groot gedrild met anti-Joodse denkbeelden. Een inkerving in een heel jong stekje maakt voor de toekomst een bijna onherstelbare kreupele boom!

Bij de afsluiting van Bevrijdingsdag was ik toevallig beland, voorafgaand aan het concert op de Amstel, in een discussie over holocaust-educatie. Diezelfde ochtend had ik in Roermond, bij het Bevrijdingsfestival, het indrukwekkende verhaal gehoord over Chris Roemer, de vader van de Gouverneur van Limburg. Chris was een verzetsstrijder en was met een aantal vrienden opgepakt en ter dood veroordeeld. De avond voor de beoogde fusillade had een knokploeg van het verzet Chris en zijn makkers uit de gevangenis bevrijd. Van een van de cellen echter was de sleutel zoek. De jongeman die in die cel zat werd de volgende dag gefusilleerd.

Tijdens het gesprek over holocaust-educatie richtte mijn inbreng zich op het onderwijs. Jaren geleden werd er in een Lyceum in Veenendaal door de rector en een lid van de Tweede Kamer, aanwezig bij dat gesprek omdat ze in Veenendaal woonde, besloten om holocaust-educatie op de agenda te krijgen van de vergadering van rectoren om te kijken hoe de oorlog daadwerkelijk de vereiste aandacht kan krijgen die het behoeft. Het belang hiervan werd door alle rectoren zonder uitzondering erkend, maar de implementatie kreeg de snelheid van een invalide slak!

En terwijl ik dus weer de essentie van holocaust-educatie in het onderwijs aan het benadrukken was, werd door hoofdcommissaris Paauw opgemerkt dat zonder het thuisfront geen enkele educatie gaat werken, op welke school dan ook en hoe goed voorbereid de leraar het onderwerp ook moge brengen. Want de sleutel, om het gezin binnen te komen, is zoek!

Wellicht vraagt u zich af hoe ik op die zeilboot belandde. Ik zit, als u dit dagboek leest, in een vliegtuig tussen San Juan (Puerto Rico) en Atlanta of in een vliegtuig tussen Atlanta en Amsterdam. Met zeventig rabbijnen uit de hele wereld, de meesten uit Israël afkomstig, was ik gevraagd om deel te nemen aan het Congreso Internacional de Rabinos in Puerto Rico van 15 tot vandaag 19 mei. Ik hoor u, een beetje denigrerend denken: Jacobs weer op reis en dan ook nog wel op een zeilboot!?

De zoon van een van de vroegere Sefardische opperrabbijnen van Israël, Baksi Doron, heeft besloten om een internationale conferentie van zeventig rabbijnen te organiseren en omdat de grootste donateur graag die conferentie in Puerto Rico wilde hebben, werd het Puerto Rico. En terwijl het vuur uit de hemel viel, zaten de rabbijnen en hun echtgenotes in de koelte van de airco’s te dawenen, te lernen en, het allerbelangrijkste: te bekijken hoe de Joodse gemeenschappen te kunnen steunen in een periode vol antisemitisme. Want hoewel lernen uiteraard  op een conferentie van rabbijnen aan de top staat, werd de zorg over bestrijding van antisemitisme en de ondersteuning van de gemeenschap het hoofdprogramma. Daar kwam dan nog doorheen dat een aantal van de rabbijnen betrokken werd bij de op handen zijnde executie van een Joodse man in Iran. Er werd druk getelefoneerd en het resultaat was een letterlijk voorlopig uitstel van executie. Ondertussen stapelen de e-mailtjes zich op, want mijn afwezigheid heb ik niet aan de grote klok gehangen en ook niet aan de kleine.

Wat was het nut van deze internationale rabbijnen conferentie waarvoor geen van de rabbijnen zich kon opgeven, maar je moest worden uitgenodigd, om zo een breed mogelijke topografische spreiding te kunnen bereiken. Het nut van dit rabbinale bijeenkomen was, zoals de organisator in zijn openingstoespraak zo netjes verwoordde: “samen een kopje koffiedrinken”. En B”H heb ik heel wat kopjes koffie kunnen drinken. Uitgebreid kennis gemaakt met collega’s die ik nooit eerder had ontmoet, gesproken met de mogelijke nieuwe Opperrabbijn van Israel, een van de gezaghebbende dayanim van Canada en met de Israëlische Minister van Onderwijs en Educatie,

Dagboek van de Opperrabbijn 15 mei 2024

Nadat ik op diverse plaatsen heb geventileerd dat afgelopen sjabbat wederom gepoogd was om onze tuindeur in te trappen, stonden er dinsdagochtend twee politieagenten voor mijn deur om de schade op te nemen. Het gaf een veilig gevoel dat ze poolshoogte kwamen nemen, maar van schade was geen sprake. Later op de dag kwam ook nog onze wijkagent en dus heb ik aan belangstelling niet te klagen gehad. Tegelijkertijd heb ik van doen met een familie met jonge kinderen die gewoon helemaal klaarstaan om zodra het nodig is naar Israël te vertrekken. Weer anderen zijn al vastbesloten om eeuwen Nederland achter zich te laten en een nieuw leven te gaan opbouwen in het Heilige Land. In ons land zien ze geen toekomst meer.

Ik begrijp hun zorg, ze willen vertrekken voor het te laat is. In hun gedachten speelt dan duidelijk de jaren ’40-’45. Maar is het vergelijkbaar? Toen was er een Overheid die werd gedreven door Die Endlösung. Dat kunnen we nu absoluut nog niet zeggen. Ik schrijf ‘nog’ niet, maar ben het eigenlijk met het woordje ‘nog’ oneens. Ik ben er toch wel van overtuigd dat er in onze Overheid geen sprake is van antisemitisme, maar ja, dat dachten vele Joden voor de oorlog ook. Ik blijf in Nederland en ga ervan uit dat het allemaal wel weer zal overwaaien, maar weet het natuurlijk toch ook weer niet zo zeker. Een dilemma in mijn denken.

In Amersfoort, mijn woonplaats, is er een initiatief genomen vanuit B en W. “Voel jij je thuis in de stad?” Het uitgangspunt is dat er gesproken moet worden, de dialoog. De wethouder die dit begeleidt doet dit met overgave en absoluut met de beste bedoelingen. Maar gaat het werken? Zelfs als er ook moslims komen opdraven, dan zullen dat de moslims zijn waarmee ik geen probleem heb. Ik niet met hen en zij niet met mij. Maar het gesprek moet zijn met de schurken die uitsluitend met gezichtsbedekking het gesprek willen voeren. Dit soort ‘studenten’ zal echter bij het goedbedoelde theekransje niet verschijnen. Ik verwacht een opkomst van zo’n vijf Joden en hooguit twee moslima’s. En ondertussen wordt een concert in het Concertgebouw afgelast omdat de musici Joden zijn. Een slopend dilemma: Ik moet kiezen tussen paniek zaaien en doen alsof het allemaal wel meevalt. De geschiedenis zal uiteindelijk moeten bepalen welke opstelling de juiste was/is. Ik ben zwaar gekant tegen pappen en nathouden, maar even zozeer tegen spoken zien en overdrijven.

Ik blijf intussen gematigd optimistisch, hoop ik.

Inmiddels ben ik aangekomen in New York voor een tussenstop. Morgen, over twaalf uur en vijfentwintig minuten, wordt mijn reis vervolgd. Een internationale rabbijnen conferentie in Midden Amerika. Wat ik daar precies te zoeken heb, weet ik eigenlijk niet, maar ik werd bijna gesmeekt om deel te nemen. Achteraf bezien had ik beter in Nederland kunnen blijven vanwege de spanningen. Maar het ticket was al lang voor 7 oktober gekocht en ik wilde geen spelbreker zijn. Het onderwerp: hoe kunnen rabbijnen een bijdrage leveren aan mondiale vrede. Op zichzelf een goed thema dat reeds lang voor 7 oktober was gekozen en nu uiterst belangrijk en actueel is. Maar kunnen rabbijnen invloed uitoefenen op de wereldvrede, hoor ik u denken? Laat rabbijnen zich bemoeien met religie. Schoenmaker houd je bij je leest! Maar deze goede vraag wil ik graag met een wedervraag beantwoorden: als de politici zich bemoeien met politiek, zoals ze doen, en zich dus duidelijk bij hun leest houden, is er dan wel  wereldvrede ?  

Wie weet leer ik daar van collega’s hoe om te gaan met mijn Nederlandse dilemma?  Maar een zaak moge duidelijk zijn:  Rabbijnen, als ze hun taak naar behoren vervullen, hebben invloed. En invloed bepaalt hoe mensen aankijken tegen medemensen en tegen andersdenkenden, die                                                                                                                                                                                            anders mogen blijven denken en ook anders mogen doen en laten….

Ik heb geen last van jetlag.

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn 12 mei 2024

Het is nu 23:20 uur zondagavond 12 mei. Een enorme veelheid aan indrukken heb ik de laatste dagen moeten verwerken. Fijne en mooie, maar ook nare. Lastig was de oorspronkelijke aankondiging van de Jom Hazikaron vanavond in de Amos sjoel in Amsterdam. Om veiligheidsredenen stond er op de aankondiging geen locatie en geen tijdstip. Alleen de datum van vandaag. Triest dat dat noodzakelijk is! Voor mij wel lastig, want ik kon dus aanvankelijk niets plannen voor vandaag. Het heeft zich uiteraard wel opgelost en dus vertrok ik om 17:45 naar Amsterdam en ben ik een paar uur geleden thuis gearriveerd na een dag met in totaal 487 km te hebben afgelegd. Hulde aan Bert Huizing, een van mijn trouwe vrijwillige chauffeurs, die behalve de laatste rit van vandaag, alle kilometers heeft gereden en ook nog foto’s heeft gemaakt en mijn tank heeft bijgevuld. 

Om negen uur vertrokken we naar Dokkum om er om 11:00 uur vooraan te lopen in een anti-antisemitisme-stoet van aanvankelijk 400 mensen. Maar al lopend richting centrum kwamen er steeds nieuwe groepen bij om vervolgens aan te komen in het hart van Dokkum waar zo’n 800 mensen bijeen waren om te zingen, naar toespraken te luisteren en samen te demonstreren tegen iedere vorm van antisemitisme in ons land. Hoewel Dokkum niet tot de grootste steden ter wereld behoort, was procentueel deze vredige demonstratie waarschijnlijk de grootste pro-Israël betoging ter wereld. Alle kerken, die net klaar waren met hun zondagochtend-diensten, deden mee. Alle kerken! Geweldig. Dank.

Helaas mocht de Dokkumer burgemeester van zijn College geen toespraak houden en was hij nauwelijks aanwezig. Ik zeg nauwelijks, want hij stond onopvallend tussen het publiek, ik heb hem niet de hand kunnen schudden en toen hij werd geïnterviewd door TV-Friesland gaf hij duidelijk te kennen dat hij aanwezig was om erop toe te zien dat er geen ongeregeldheden zouden plaatsvinden, maar wel benadrukte hij met kracht dat antisemitisme onaanvaardbaar is.

Mooi was ook dat jongetje uit onze straat, vrijdagmiddag, dat graag met mij wilde voetballen en mooi ook, neen, indrukwekkend, was de toespraak van de gouverneur van Limburg de heer Roemer tijdens het Nationale Bevrijdingsfestival, dit jaar in Roermond, alweer een week geleden, maar tot op heden nog niet vermeld in mijn dagboek. De vader van Roemer, Chris Roemer, was als jongeman opgepakt door de nazi’s als verzetsstrijder. Zijn groep was verraden en allen belandden ze in het gevang en hadden de doodstraf gekregen. Maar de avond voor de terechtstelling had een knokploeg alle gevangenen bevrijd. Alleen van een cel was de sleutel zoek… en dus werden de jongemannen uit die cel de volgende dag gefusilleerd. Chris heeft zijn zoon, de gouverneur, nooit het verzetsverhaal verteld. Ik bekijk de gouverneur nu anders dan toen ik nog niets wist over zijn vader!

Terwijl ik braaf stond te luisteren in Roermond op die vijfde mei, zoals het betaamt, kreeg ik onverwacht een dreun op mijn rug. Mark Rutte, onze Minister-President!  Hij feliciteerde me met het resultaat van een onderzoek waaruit bleek dat meer dan 90% van de Nederlanders tegen antisemitisme is. Ik greep toen mijn kans. Nu of nooit, dacht ik met een nieuwe regering in het vooruitzicht. Uitgebreid heb ik hem uitgelegd dat de anti-antisemieten alleen dan van nut zijn als ze openlijk voor hun mening durven uit te komen. Als ze dat niet durven, hebben we weer met kuddegedrag te maken. Ik dus mijn hele riedel afgestoken in de hoop dat er iets van mijn riedel zou blijven kleven. En inderdaad,  mijn woorden waren overgekomen, zoals ik mocht vernemen, want de toespraak die onze Mark Rutte hield bij de opening, was duidelijk geïnspireerd door ons gesprek.  ‘s Avonds kwamen we elkaar weer tegen in Carré en ook de volgende dag bij de Sjoa-herdenking in de Hollandsche Schouwburg troffen we elkaar weer. Minister-president Rutte: dank voor de vriendschap die u, geheel op uw eigen initiatief, uitstraalde naar Joods-Nederland.  Morgen, maandag dus, zal er een ontmoeting zijn in het Catshuis met de Joodse Gemeenschap. U zei nog tegen mij ‘tot maandag’, maar helaas gaat me dat niet meer lukken.

Na afloop van de indrukwekkende en wederom perfect georganiseerde bijeenkomst in de Hollandsche Schouwburg, liepen we, Blouma en ik, naar de parkeergarage. En wie zien we vrij onopvallend in een zijstraat staan? Femke Halsema, de burgemeesterin van mijn geboortestad Amsterdam. Ik heb haar een lift aangeboden, maar ze bleek wel vervoer te hebben (grapje!), maar stond vertwijfeld en bezorgd te wachten. Wat te doen met de bezetting van de Universiteit. ‘Ik zal vannacht moeten laten ontruimen’ en aldus geschiedde. Geen eenvoudige beslissing, we weten het inmiddels allemaal.

Nog veel meer indrukken mocht ik verwerken deze dagen. Maar ik brei er een eind aan want ik wil namelijk nog met u delen dat er gisteren, sjabbat, wederom is gepoogd om onze tuindeur in te trappen.  De daders, die ik achterna ben gehold (en ik kan erg hard hollen), hadden het uiteraard niet gedaan… Omdat er aan de zijkant geen camera’s zijn, kan ik niets bewijzen. Maar het geeft geen veilig gevoel. Inmiddels had ik een zware balk laten aanbrengen op advies van niet-Joodse vrienden die zich zorgen maken over mijn veiligheid, waardoor het schorrie morrie er niet in slaagde de deur te forceren.  Ik had wel toen ik in de tuin zat een keppeltje op, maar dat is niet vanaf de straat zichtbaar, dus van uitlokking (zoals een keppeltje door enkelingen wordt bestempeld) was geen sprake…

Vanmiddag, vanuit de auto, deels geïnspireerd door het sjabbat-voorval, heb ik een persbericht doen uitgaan:

Opperrabbijn Jacobs wil dat Academie Beeldende Kunst predicaat KONINKLIJK wordt ontnomen AMERSFOORT De in Amersfoort woonachtige opperrabbijn Binyomin Jacobs vraagt het Koninklijk Huis om de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag deze instelling het predicaat KONINKLIJK te ontnemen nadat de academie onder druk van de eigen vakbond het samenwerkingsverband met de Bezalel University in Israël heeft opgezegd. “Dat lijkt me weinig “Koninklijk” aldus de opperrabbijn. De opperrabbijn staat regelmatig bloot aan de grofste antisemitische beledigingen. Nog afgelopen weekend hebben vandalen getracht het tuinhek achter zijn woning in te trappen. Naar het oordeel van opperrabbijn Jacobs zouden instellingen die zich sieren met het predicaat Koninklijk nimmer betrokken mogen worden bij haatcampagnes “, aldus Jacobs die erop wijst dat de banden tussen de Joodse gemeenschap in Nederland en Israël vele eeuwen teruggaan. Indien ook instellingen die haat en onverdraagzaamheid verspreiden in aanmerking komen voor het predicaat koninklijk zou men zich moeten afvragen of daarmee de waarde hiervan niet ten zeerste wordt aangetast.

En toch heb ik een fijn gevoel: Dokkum was geweldig, de toespraak van Emile Roemer indrukwekkend en het geïntensiveerde contact met Rutte bemoedigend. Het gaat dus best (ook) goed met Joods Nederland! Of ben ik nu irrealistisch optimistisch?

 

Dagboek van de Opperrabbijn 5 mei 2024

Minister President Rutten bij het Bevrijdingsfestival. Ermindo Armino

Tot mijn verbazing las ik dat EO-directeur Arjan Lock verheugd is dat zijn serie over de Joodse Raad mijn visie op de Joodse Raad, die ik “jarenlang als verraders zag”, heeft doen veranderen doordat ik, na het zien van de serie,” begrip kreeg voor de onmogelijke situatie van toen”. Laat ik vooropstellen dat het helemaal waar is wat de EO-directeur zegt, maar desondanks begrijp ik de verbazing niet. Een verbazing die ik op complimenteuze wijze van vele kanten te horen kreeg. Kennelijk is het veranderen van je mening, tot ander inzicht komen,  niet normaal en gaan we uit van een onwrikbaar gelijk, terwijl mijns inziens ieder mens bij voortduring juist zijn visie onder de loep moet nemen en daar waar nodig, door voortschrijdend inzicht, zijn mening mag en misschien ook moet bijstellen.

En toch is wat ik schrijf niet helemaal correct! Want niet alles kan en mag onderworpen worden aan verandering, want sommige visies, waarden en normen, dulden geen voortschrijdend inzicht. De matzes zijn weer op, de Hagada is weer opgeborgen tot volgend jaar, de zilveren Seiderschotel netjes gepoetst in de kast en we zijn weer helemaal terug naar normaal. Maar wat is normaal?

De Uittocht uit Egypte wordt dagelijks in onze gebeden vermeld. De reden? De Uittocht was niet alleen een eenmalige gebeurtenis, maar is een voortdurend levenslang en bijna eeuwig proces. Toentertijd, meer dan 3300 jaar geleden, waren de Joden weliswaar uit Egypte vertrokken, maar Egypte, de slavernij, nog niet uit de Joden. En daarom kon het gebeuren dat toen de Joden met de eerste beproeving werden geconfronteerd, de Schelfzee voor hen en de oprukkende Egyptische legerschare van achteren, een deel van de Joden terug wilde keren naar de entourage van waaruit ze op bovennatuurlijke wijze net waren bevrijd!

Wat was de reactie van Mozes: 1/ vertrouw op G’d en 2/ vervolg je weg naar de berg Sinai. Dieper vertaald: 1/  accepteer zonder te begrijpen en 2/ gebruik je verstand. Dit klinkt onlogisch en dat is het ook. Maar zo moeten we  leven: we mogen bijvoorbeeld van mening verschillen over de vraag wie we nu wel en wie we niet herdenken op 4 mei. Ook de vraag mag gesteld worden of 4 mei nog wel zinvol is. Daarover mag ook een fel debat ontstaan. Maar als het debat ontaardt in een diepgewortelde haat en oproep tot moord op andersdenkenden, dan wordt een dodelijke grens overschreden en belanden we in een verleden van waaruit we in 1945, dus nog maar kort geleden, waren bevrijd.

4 Mei was voor mij dit jaar gewoon sjabbat. Op sjabbat treuren we niet en naar de Dam gaan, hoewel uitgenodigd, was voor mij, los van het afstandsprobleem, dus onmogelijk. Maar vijf mei heb ik rijkelijk en dit jaar extra bijzonder beleefd. Eerst het Nationaal Bevrijdingsfestival in Roermond en daarna het Bevrijdingsconcert aan de Amstel in Amsterdam. Beide evenementen waren perfect georganiseerd en een en al vriendelijkheid. We voelden ons echte welkome gasten. En dat goede gevoel hadden we, Blouma en ik, wel nodig, want het antisemitisme neemt onacceptabel snel toe, zowel kwantitatief als kwalitatief. Neem nou de televisie-uitzending van PowNed over de reacties van moslims op een keppeltje. Een en al haat. Waarom wordt er niet ingegrepen? Waarom geeft de lokale overheid verbaal aan dat antisemitisme bestreden moet worden, maar zonder praktisch ingrijpen. De schreeuwers die de Joden dood wensen zijn zondermeer herkenbaar. De wijkagent kan ze allemaal binnen tien minuten opsporen, het gesprek aangaan, desnoods mij van huis halen om met ze te spreken. De oproep van B en W tot gesprek juich ik helemaal toe. Maar de schelders en verwensers weigeren te spreken. Maar, zou ik aan de (lokale) overheid willen zeggen: vergeet de harde anti-Joodse kern, de Islamitische schreeuwers. Laten we ons concentreren op de 90% toekijkers die het zien en laten gebeuren, de kudde die de makkelijkste weg kiest, de weg van de minste weerstand. Zowel in Roermond alsook ’s avonds bij het Bevrijdingsconcert,  heb ik aan onze Minister-President mijn zorg over het kuddegedrag, herkenbaar uit de jaren ’40-’45, benadrukt. Rutte, een geboren optimist, deelt mijn zorg. En ook burgemeester Halsema, de Amsterdamse politiechef Frank Paauw en niet te vergeten de burgemeester van Roermond, Mevrouw Yolanda Hoogtanders, zien, erkennen en ervaren het probleem van de foute kudde.  “We strijden samen verder (tegen Jodenhaat, polarisatie en de zwijgende meerderheid)”, heeft onze/mijn Minister-President naar mij geappt. Ik voelde me gisteravond goed, dankbaar en niet meer alleen. En toen ontving ik een whatsapp van een door en door betrouwbare en zorgvuldige kennis:  In het informele circuit gaat rond dat het 4 en 5 mei Comité van Gemeente X voor de herdenking dit jaar geen Joodse spreker heeft willen uitnodigen vanwege ‘al het gedoe’  Ja, u leest het goed: geen Joodse spreker op 4 mei. En dat in een plaats waar voor de jaren ’40-’45 een levendige Joodse Gemeente was met dagelijkse sjoeldiensten. Niets meer van over, zelfs geen Joodse spreker.

Ik moet morgenavond naar de nationale Shoa Herdenking in de Hollandse Schouwburg in Amsterdam. Ik hoop dat ik kan herdenken en niet te veel bezig zal zijn met het nu…want het nu kan zomaar het toen worden.

Foto:  Ermindo Armino

Dagboek van de Opperrabbijn 1 mei 2024

Na een Pesach-afwezigheid hebben we weer voet gezet op Nederlandse bodem. We hebben totaal niets gemerkt van antisemitisme in Londen, hoewel mijn zoon wel heeft aangegeven dat met hoed en baard in de Underground bijna per definitie nagescholden betekent. Maar in de Joodse wijken Golders Green en Stamford Hill hebben wij niets gemerkt. Je leeft daar als het ware in een cocon van orthodox en vredig Jodendom.  Niets mis mee, zolang je natuurlijk wel beseft dat de cocon wordt omgeven door een moeizame entourage en je je ogen niet sluit voor de bittere werkelijkheid.

Tijdens de overtocht van Hoek van Holland naar Harwich, op weg dus naar Engeland, liep het wel een beetje mis. Toen ik langs de wachtenden bij een van de restaurants liep, werd mij vanuit de rij Free Palestine toegeroepen.  Ik draaide me om en zag drie jongemannen die via hun lichaamstaal bij voorbaat al aangaven dat zij het niet hadden gezegd, Ik naar de receptie om mijn beklag te doen en meteen werd ik verzocht om aan te wijzen wie de schreeuwers waren. De steward plaatste zich krachtig voor de drie en gaf ze in duidelijke bewoordingen te verstaan dat op zijn schip van de Stena Line voor antisemitisme geen plaats is. Zijn resolute optreden gaf me een geweldig fijn en dankbaar gevoel. De drie jongens zwegen, zoals te verwachten was, want voor gesprek is nooit plaats bij dit soort figuren.

Maar de tientallen anderen in de rij zwegen ook. Er werd eendrachtig weggekeken. En dat is nu precies het probleem waarover ik me ernstig zorgen maak. De zwijgende meerderheid, die het zag en ziet, het liet en laat gebeuren en angstvallig het noodzakelijke gesprek vermijdt.

Pesach 5784 ligt alweer achter ons. We zijn weer terug in Nederland, aan het werk, aan de telefoon, achter de computer. Mijn agenda zit de komende weken redelijk volgepropt met allerlei soorten afspraken bij mij thuis, lezingen in den lande, artikelen schrijven en representatie. Speciaal rond 4 en 5 mei is het van belang dat ik zichtbaar ben, onze aanwezigheid laat zien. We zijn er nog, ondanks ’40-’45 en ondanks 7 oktober. En of ik besluit mijn geboorteland, waar ik zeker meer dan vijftien generaties deel van ben, te verlaten bepaal ik zelf en laat ik niet door angst beïnvloeden. Even voor de goede orde: ik heb slechts één paspoort, ben geboren en getogen in Nederland, bezat en bezit de Nederlandse nationaliteit en ik spreek gewoon Nederlands!

Pesach hebben we dus als het ware in een cocon gevierd, acht dagen lang. Die tijdelijke afzondering van de wereld met zijn vaak grimmige realiteit, past bij Pesach. Vanwege de extra strenge kasjroet-voorschriften zijn er beperkingen. Pesach staat voor matzes, het ongerezen deeg, dat spiritueel benadrukt dat iedere vorm van gerezenheid, hoogmoed, onacceptabel is. Voordat Pesach begon hebben we al het chameets, iedere vorm van hoogmoed, verbrand. Letterlijk en figuurlijk. Daarna acht dagen uitsluitend matzes, bescheidenheid. En nu, na de acht dagen durende matze-vaccinatie, weer terug naar de realiteit en het gevecht aangaan tegen iedere vorm van hoogmoed en egoïsme. Als ik te filosofisch word, beste dagboekenier, gewoon even reageren met: ik snap het niet! Maar wees ervan doordrongen dat iedere oorlog, iedere vorm van discriminatie en ook gewoon iedere vorm van ruzie, het gevolg is van de afgod genaamd IK. Zelfs als iemand gelovig is en het bestaan van de Eeuwige volledig erkent, maar de IK en de Eeuwige zijn gelijkwaardig, dan nog is er sprake van afgodendienst, omdat uiteindelijk de wereld ook om zijn/haar eigenbelang draait en niet uitsluitend om de Eeuwige G’d. ‘Maar dat is toch menselijk’, hoor ik u denken, ‘want eigenbelang prevaleert toch altijd’. Klopt! Maar Pesach heeft juist benadrukt dat de verafgoding van jezelf in essentie de basis is van alle oorlogen. En dus aan ons mensen om bij voortduring te strijden, en dat mag dan fanatiek, tegen die afgod IK.

Maar voortdurend strijden en bestrijden is ongezond. Ontspanning is mijns inziens ook zeker noodzakelijk om te overleven. En daarom blijf ik hechten aan mijn dagelijkse snel-wandeling, hoewel ik beken dat ik soms ook een inwendig gevecht moet leveren om me aan die snel-wandeling te houden.

Wat is me dit jaar het meest bijgebleven van de acht dagen Pesach? Een tekening van onze veertienjarige kleindochter. Ze is buitengewoon creatief en geeft hieraan uiting door middel van tekeningen. Ze doet het goed op school, werkt hard aan haar huiswerk, spreekt netjes haar Joodse gebeden uit, vertoont een beleefd gedrag en weet zich ook te ontspannen door te tekenen. Met name dat ontspannen door te tekenen vind ik bijzonder! Kijkt u zelf. Doet u het haar na?

 

Dagboek van de Opperrabbijn 21 april 2024,

Goedemorgen, ik kijk terug op een waardevolle bijeenkomst (donderdag jl.). Uw oproep was helder, uw verhalen indringend. Maar ook hoopvol; we staan in verbinding en geven geen ruimte aan antisemitisme. Een goede dag gewenst 👋🏻 Sander de Rouwe, burgemeester Kampen.

Met de indrukwekkende plechtigheid in Kampen nog vooraan in mijn gedachte, lees ik in de Telegraaf  “Verstoren Dodenherdenking voorstelbaar”. Sorry, Telegraaf, maar ik vind het verstoren van een dodenherdenking op 4 mei volledig “onvoorstelbaar”! Maar de realiteit gebiedt me om het vorig jaar nog onvoorstelbare, gewoon te moeten aanvaarden als voorstelbaar en dus normaal.

Vrijdag eerst een vergadering, een lekke band en toen herdenking Kamp Amersfoort en daarna gesprek met burgemeester Bolsius van Amersfoort. Sjabbath was uiteraard rust: geen telefoon, geen televisie. Een grote serene heiligheid met dwars er doorheen een bar-mitswa van een kleinzoon in Almere. Maar wat kunnen we doen aan het steeds zichtbaarder wordende antisemitisme? Educatie, educatie, educatie. Terwijl ik natuurlijk weet dat het antisemitisme onuitroeibaar is. Het blijkt dat sommigen denken dat racisme en antisemitisme identiek zijn en dus hoor ik regelmatig dat er gestreden moet worden tegen racisme, tegen antisemitisme, tegen discriminatie, tegen genderongelijkheid en natuurlijk tegen islamofobie. Voor de goede orde: tegen al deze misstanden moet gevochten worden, maar door de en-en-en benadering wordt de antisemitisme bestrijding ernstig verzwakt. Antisemitisme is haat zonder reden want tijdens de kruistochten hadden we J. vermoord, in de Middeleeuwen waren wij de veroorzaker van de pest, mijn ouders hadden het verkeerde ras in WO-II en nadat we enige jaren geleden nog de veroorzakers waren van corona, zijn nu alle Joden per definitie zionisten. Maar los daarvan: stel ik kom bij mijn dokter met pijn in mijn teen omdat iemand moedwillig op die teen heeft getrapt. In plaats van een zalfje voor te schrijven vertelt de arts mij dat een van zijn andere patiënten ook pijn had in zijn teen. Dat is inderdaad erg zielig, maar ik kom voor mijn teen en niet voor zijn teen. Bovendien als die andere patient toevallig degene was die opzettelijk op mijn teen had getrapt, dan komt dat niet goed over en heb ik er geen boodschap aan. Mijn (klein)kinderen hebben nog nooit anderen uitgescholden vanwege hun geloof of achtergrond. En ze moeten het ook niet in hun hoofd halen! Maar hun leeftijdgenootjes… het wordt met de paplepel ingegeven. En dus is mijn oproep naar onze lokale en landelijke overheden: pak antisemitisme aan, zonder MAAR…

Tijdens de presentatie van Sporen van Joods Leven in Kampen werd in een indrukwekkende presentatie door historicus prof. Maarten Duijvendak aangegeven dat Kampen en IJsselmuiden in de jaren ’40-’45 het hebben gepresteerd om zich van 90% van hun Joodse medeburgers te ontdoen. Tijdens zijn presentatie werd er op een groot scherm een foto getoond van de familie Boektje. Beppie Caneel-Boektje heb ik goed gekend. Zij en een van haar zusjes hadden Auschwitz weten te overleven. Vanwege zogenaamde medische experimenten heeft ze nooit kinderen kunnen krijgen. Tante Beppie, zoals mijn kinderen haar noemden, kwam altijd bij ons thuis. Op hoge leeftijd werd ze ziek en ging mijn Blouma met haar naar het ziekenhuis en bleef bij haar tijdens het medische onderzoek. De behandelende chirurg zag plotseling dat ze een nummer op haar arm had staan en vroeg aan Beppie of dit haar telefoonnummer was. Gelukkig was Beppie doof, maar mijn Blouma niet. Een hoogopgeleide arts, een jonge man, die geen verschil meer weet tussen een telefoonnummer en de gaskamers. Wat kunnen we dan verwachten van de nieuwe-Nederlanders?

Lieve mensen. Het is bijna Pesach. Eet de matzes in gezond. Slavernij was niet alleen meer dan 3300 jaar geleden, maar helaas anno 5784 ook weer keihard aanwezig. We gaan maandagochtend het chameets, al het gerezene, verbranden. De matze staat symbool voor nederigheid en het gerezen deeg voor egoïstisch denken. Natuurlijk moeten we het antisemitisme met alle middelen bestrijden. Maar tegelijkertijd hoogmoed en eigenbelang verbranden en daarna het ongerezen brood tot ons nemen, bescheidenheid, om daarmee ook de interne noodzakelijke eenheid te bevorderen.

Hedenochtend kreeg ik een paniektelefoontje. Uit de Israëlische matzes die bij de Hema waren gekocht, was een stukje gebeten. En dus werd ik gebeld. Een typisch Opperrabbinaal probleem. Misschien waren alle matzes vergiftigd en of ik daarom uit voorzorg via een matze-alert de Joodse gemeenschap kon waarschuwen. En dus trad ik meteen in contact met de Hema en zie het bericht hieronder dat binnen een uur vanuit de Aviv Matze fabriek werd verstuurd:

Hello Arjan, further to our phone conversation, the breakage as seen on the picture above happens from a problem in our packing machine. if the bag is sealed the matzos are perfect for consumption. this can happen in some of the matzos, not all boxes. Hope that it clarifies the issue. Wishing you Happy Passover.

Eet de matzes in gezond en excuus dat ik vanwege Pesach t/m 30 april gesloten ben, dus even geen dagboeken!

 

Dagboek van de Opperrabbijn 17 april 2024

Omdat het voor de chatan, de bruidegom, erg belangrijk was dat zijn choepa, huwelijksinzegening, conform de Sefardische gebruiken zou worden ingezegend, heb ik er uiteraard in toegestemd dat zijn rabbijn uit Israël zou overkomen om de choepa te geven. Uiteindelijk lukte dat dan weer niet en heeft de Israëlische rabbijn een leerling van hem uit België verzocht om de honneurs waar te nemen. En zo vond er in de bijna 300 jaar bestaande Ashkenazische   sjoel van Amersfoort voor het eerst een Sefardische choepa plaats. Ze zijn dus gelukkig getrouwd en gaan zich vestigen in Amersfoort waar de kalla, de bruid, al enige jaren woonachtig is. Bruidspaar happy, Joodse Gemeente happy. En dus ook opperrabbijn happy. Dat was dus mijn zondag.

Maandag, na eerst urenlang e-mails beantwoorden achter de rug te hebben, reden we naar Leeuwarden. De ‘we’ zijn mijn trouwe vrijwillige chauffeur en ik. Die chauffeur heeft twee redenen. Ten eerste hoef ik dan niet te rijden, maar ten tweede: ik kan in de auto gewoon door blijven werken met telefoneren en e-mails lezen/beantwoorden.

 

 

En toen dus Leeuwarden. Omdat het me niet geheel duidelijk was, wat er van mij werd verlangd, kon ik me niet voorbereiden.

Dat niet-voorbereid een toespraak houden en in Leeuwarden zelfs twee toespraken, heeft ook zijn voordelen. Voordeel nummer een: kost geen voorbereidingstijd. En het tweede voordeel is de presentatie van de toespraak. Want als ik niets heb voorbereid heb ik dus logischerwijs ook geen papier voor me en heb ik weinig andere keus dan uit m’n hoofd spontaan mijn woorden presenteren. Nadeel van zo’n ter plekke gefabriceerde speech is het risico dat je te lang spreekt (te kort en Jacobs bestaat niet!) of dat je niet meer weet wat je moet zeggen. Dat is een reëel gevaar, maar van dit gevaar heb ik nog nooit last gehad. En dus stond ik daar als derde spreker nadat de commissaris van de koning en de burgemeester mij waren voorgegaan. Wat ik had gezegd herinner ik me niet precies meer, maar de laatste woorden van mijn toespraak maakten gewag van een doos vol foto’s van allemaal familieleden, naar ik vermoed, waarvan nog slechts een foto is overgebleven, zonder dat de naam bekend is en hun stem gehoord kan worden. Al met al een bijzondere plechtigheid met even een moment dat ik me letterlijk verloren voelde. Nou ja, verloren? Meer verdwaald. Nadat de zes Stolpersteine waren gelegd, door rabbijn Spiero een speciaal gebed werd voorgedragen voor de zielenrust van degenen die uit hun huizen werden weggerukt, nadat de heer Ben Troostwijk kaddiesj had gezegd en nadat ook ik was uitgesproken, werd ik door TV Friesland, NPO-radio 1, een journaliste van het Friesch Dagblad en de NOS-TV geïnterviewd. En dat was goed! Want, zoals ik ook in mijn toespraak vermeldde, voor de aanwezigen is zo’n plechtigheid niet nodig. Wel voor hen die niet aanwezig waren. En dus mijn oproep: lieve mensen, wordt ambassadeurs tégen antisemitisme en polarisatie, en vóór Israël. Toen de interviews klaar waren en de cameraploeg van de NOS en van TV-Friesland waren vertrokken, stond ik moederziel en in de plenzende regen alleen bij de zes monumentjes. Uiteindelijk werd ik toch nog naar het juiste adres begeleid door een journaliste die plotseling als uit het niets was opgedoken, heb mijn tweede toespraak afgestoken en keerde laat, voldaan en vermoeid huiswaarts.

Dinsdag was triest: een oud-leerling van mij, 52 jaar oud, overleden. Een ramp voor zijn ouders en zusje. Veel te jong. Vandaag, woensdag, de lewaja, begrafenis. Wat kan ik hierover schrijven? G’ds wegen zijn niet te vatten en Zijn gedachten en Zijn daden overstijgen ons verstand en zijn niet vergelijkbaar met de onze… Er was voor Joods Nederland een ongekend grote opkomst op die kleine Joodse begraafplaats in Barneveld. En wonder boven wonder plensde het de hele dag, maar gedurende de begrafenis was het droog en aangenaam. Hopelijk hebben de ouders en zus Jaffa kracht geput uit dat zonnetje dat doorkwam en warmte verspreidde toen het lichaam van Flip aan het stof der aarde werd toevertrouwd en zijn ziel in het Gan Eden werd ontvangen. Bij deze mijn complimenten aan de Joodse Gemeente Amersfoort voor hun geweldige inzet en zichtbare betrokkenheid.

Vanochtend een plechtigheid in Velp. Op 16 april 1945 werd Velp namelijk bevrijd van de moffen en  daarom vandaag Stolpersteine. Omdat ik toch al in de buurt was van Arnhem heb ik nog een paar mensen thuis kort bezocht en ze een speciale sjemoera handgebakken matse gegeven om op de Seideravond te nuttigen.

Verder? Bemoedigende kaarten;  een prachtig boeket bloemen; bezoek van buren die achter ons blijven staan; vraag voor lezingen; scholen die graag willen dat ik kom vertellen over Joden, Jodendom en Israël; reserve wijkagent die zich kwam voorstellen en echt in ons welzijn, ook geestelijk, belangstelling toonde: heel veel tekeningen van kinderen; warm whatsapp-contact met mijn vriend Ahmed Marcouch, burgemeester van Arnhem.

Morgen naar Kampen voor de presentatie van het onderzoeksrapport Sporen van Joods Leven; overmorgen herdenking bevrijding Kamp Amersfoort; en ook een ontvangst, op zijn verzoek, bij burgemeester Bolsius van Amersfoort

Ondertussen staat de deur naar Pesach al op een kier. Maandagavond de eerste Seideravond waarop Joden in de hele wereld aan tafel zitten en vertellen over de uittocht uit Egypte 3336 jaar geleden. De drie matzes, het brood der ellende,  staan  voor ons op tafel.  Vier bekers wijn, teken van vrijheid, zullen worden gedronken. Slavernij  en bevrijding lopen door mekaar: Toen en Nu.

Dagboek van de Opperrabbijn14 april 2024

Vrijdag werd ik om 9:25 uur verwacht voor het Holocaust Museum. Uiteraard had ik rekening gehouden met files en was dus, zoals voor mij te doen gebruikelijk, keurig op tijd aanwezig.  Voor het museum was het interview met AT5 en vanaf 10:00 uur tot 12:45 uur werden we, Rob Oudkerk en mijn persoontje, uitgebreid en erg vriendelijk/meelevend geïnterviewd door de journaliste van Het Parool. Woensdag aanstaande verschijnt ons interview over de serie De Joodse Raad in de bijlage. AT5 heeft inmiddels het interview uitgezonden. Was goed en bracht precies de boodschap over die we voor ogen hadden: pappen en nathouden werkte niet in de oorlog met de Joodse Raad en zal dus ook nu niet werken ten aanzien van antisemitisme! Ook de NOS heeft er in het journaal een paar minuten aan gewijd.

Afgelopen sjabbat zat ik met Avi in de tuin te lernen. We lernen al bijna twintig jaar iedere sjabbatmiddag. Met diepgang bestuderen we de Sidra van de week, de Schriftlezing, die die sjabbat in iedere synagoge ter wereld centraal staat. Achteraf bezien was er nog geen raket richting Israël afgevuurd, de zon scheen en de rust overheerste bij ons beiden, het was sjabbat…tot we plotseling een geschreeuw hoorden en een groepje tieners keihard tegen de tuindeur aanschopte in een poging die in te trappen. Mislukt! Ook onze tuindeuren zijn sinds kort (helaas) extra anti-intrap beveiligd. Hoewel ik een bijna fanatiek tegenstander ben van generaliseren hoorde ik aan het gebrul dat de afkomst van dit anti-Joods opgevoede tuig niet Nederland was.

Een paar uur voor het begin van sjabbat werd er aan onze voordeur gebeld. Een vriendelijke man met een prachtige bos bloemen met een briefje waarop ons een goede sjabbat werd gewenst, sterkte in deze zware tijden, Am Jisraeel Chaj, sjalom… Een gelovige Christen die ons kwam bemoedigen. Dit soort bemoedigingen, brieven, zakken met Jaffa sinaasappelen, e-mails en whatsapps, reacties op mijn dagboeken en laat ik vooral niet vergeten de veelvuldige spontane begroetingen als ik gewoon op straat loop: Sjalom! We staan achter jullie!

Wie zijn die vrienden die ons zo goed gezind zijn? Ook hen herken ik zonder ze gesproken te hebben: onze medebewoners van de Bijbelbelt.

De sjabbat was afgelopen om 21:27 uur. Nog voor ik vernam over de aanval van Iran op het Heilige Land kreeg ik van meerdere kanten toegestuurd hoe bij een vredige pro-Israël bijeenkomst in een kerk in Friesland een stelletje antisemieten poogde de rust en de vrede te verstoren. Met enig geweld, maar vooral met spontaan en onder luid gezang van heweenoe sjalom alleegem – een bede voor sjalom- werden de vredeverstoorders de kerk uitgewerkt. Tranen stonden in mijn ogen en ook nu weer, terwijl ik me tot u richt, komen de emoties van dankbaarheid boven. Dit zijn onze vrienden in donkere tijden.

En toen vernam ik hoe vanuit het Perzische Rijk honderden raketten op weg waren om Israël te vernietigen. Minder dan drie weken geleden vierden we Poerim, het feest waarop we herdenken hoe de snode Haman, nazaat van Amalek, het Joodse volk ook had willen vernietigen.

Hoe het nu verder moet gaan in de wereld, weet ik niet. Of Israël wel of niet de tegenaanval moet inzetten weet ik ook niet. En een mening hierover heb ik ook al niet. Waarover ik wel een mening heb zijn de velen woorden die van overheidswege worden gesproken. Maar spreken kan erg nuttig zijn, maar: daden zonder woorden zijn nuttiger dan woorden zonder daden.

Vannacht heb ik uiteraard met grote zorg het nieuws gevolgd en bezorgde whatsapp- en e-mail-schrijvers, zoveel mogelijk mogen geruststellen, hoewel ik een bezorgde ouder wiens zoon in Israël zit, niet kon afdoen met een nietszeggend: het komt wel goed. Want of het goed zou komen, wist ik echt niet.

Dwars er doorheen nog iemand mogen helpen met mijn luisterend oor die met een ernstig probleem te maken heeft, niet gekoppeld aan Israël of antisemitisme. Het gewone dagelijks (en nachtelijk) leven gaat gewoon door met z’n gewone narigheden.

Net terug van een choepa, een huwelijksinzegening. Omdat de chatan, de bruidegom, een Sefardische achtergrond heeft, zijn vader komt oorspronkelijk uit Egypte, wilde bruid en bruidegom liever een rabbijn die de Sefardische gewoonten kent. In essentie is iedere choepa hetzelfde, maar op details en melodieën zijn er verschillen. En dus heb ik mijn collega en vriend rabbijn Serfaty uit Antwerpen geïmporteerd en samen hebben we de choepa gegeven. Bruid en bruidegom en wederzijdse ouders waren meer dan tevreden, ook de gasten hadden niets dan lof. Een mooie receptie, prachtig weer, een fantastische sfeer en: weer een nieuw huis, want zo noemen we, het bruidspaar, is gebouwd binnen het Joodse volk. In mijn toespraak wees ik op het doel van een Joods huwelijk. Het gaat niet alleen om de gezellige dag, het feest, het diner. De essentie is dat vandaag, de huwelijksdag, het begin is van de oprichting van een huis dat uitstraalt en een positieve bijdrage levert aan de lokale joodse gemeente, aan Joods Nederland en aan de samenleving in haar volle breedte. Want ook hebben wij als Joods volk de plicht om aan de brede samenleving een positieve bijdrage te leveren. En wat is positief? Ervoor zorgen dat de zogenaamde zeven Noachidische wetten in het dagelijks leven worden geïmplementeerd.

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn 10 april 2024

We waren twee dagen afwezig, maar ik denk niet dat iemand dat heeft gemerkt, Ik was gewoon per telefoon en per e-mail bereikbaar. Het werk ging dus ook gewoon door. Ik heb twee columns geschreven voor het NIW en met dank aan het CIDI die de cijfers van antisemitische incidenten van de laatste periode naar buiten heeft gebracht, werd ik door kranten en nieuwsprogramma’s gebeld voor commentaar en/of voor namen van scholieren die daadwerkelijk last hadden gehad van Jodenhaat. Dat afwezig-zijn hebben we in Londen gedaan vanwege de choepa van een nichtje, dochter van Blouma’s jongste broer. Morgen gaan we met de ferry vanuit Dover weer terug en vrijdag word ik om 9:00 uur in het Holocaust Museum verwacht voor een paar interviews met de media. Onderwerp: de Joodse Raad. Rob Oudkerk, kleinzoon van de voorzitter van de Joodse Raad Prof. Cohen, zal ook aanwezig zijn. Sinds ik de voorpremière van de documentaire De Joodse Raad heb gezien, is Rob mijn vriendje en zie ik in hem meer de zoon van zijn moeder dan de kleinzoon van zijn grootvader.

Omdat het kennelijk bekend was dat ik naar Londen zou komen, werd ik reeds op volle zee gebeld door een oudere collega-rabbijn uit Londen met het verzoek of ik iemand kon ontmoeten. Een gescheiden vrouw leeft in de veronderstelling dat ze, ondanks de scheiding, nog steeds met haar ex, die inmiddels al vele jaren hertrouwd is, samenwoont, samenleeft en samen is. Het verzoek van de collega-rabbijn is dus of ik de kwade geest die in haar zit, kan verdrijven. We gaan ons best doen en als het lukt ben ik dus behalve opperrabbijn ook boze-geest-bezweerder.

Ik schrok van de brute en onterechte behandeling van twee vrouwen uit Israël op Luchthaven Schiphol, louter en alleen omdat ze Joods zijn. Hoe gek gaat het worden? Veel gekker kan het toch bijna niet! Kan ik nog wel veilig op Schiphol landen of van Schiphol vertrekken, vraag ik mezelf af!  Van harte hoop en bid ik voor de uiteindelijke vrede, de sjalom die de gehele mensheid tot inkeer en tot rust zal brengen. Maar tot die sjalom er zal zijn…  Jona Metzger, de voormalige opperrabbijn van Israël, toen hem werd gevraagd wanneer er in het Midden-Oosten vrede zal zijn, was zijn antwoord dat zolang in miljoenen schoolboekjes in de Arabische landen haat wordt gekweekt tegen Israël en tegen Joden, de vrede er niet zal zijn.

Dat overigens niet alles kommer en kwel is werd weer eens duidelijk na mijn vorige dagboek. Ik gaf aan dat vanuit bestuurlijke kant nogal onzorgvuldig is omgegaan met het archief van ons Inter Provinciaal Opperrabbinaat, terwijl zo’n archief van grote historische waarde is en ook praktisch bezien onmisbaar is voor de toekomst van Joods Nederland. Zonder verleden is er namelijk geen heden en geen toekomst. Nadat een oud-voorzitter van het NIK, Federatie van Joodse Gemeenten, mij had geattendeerd op het belang van het IPOR-archief en ik daarop in mijn dagboek had gereageerd, kamen er reacties binnen van vrijwilligers die willen helpen om het archief te digitaliseren. Geweldig toch!

Vrijdag in de vroege ochtend word ik verwacht in het Holocaust Museum voor een groot interview voor een of ander tv-programma en met een of twee dagbladen. Het zal voornamelijk gaan over de documentaire De Joodse Raad, het verleden en wat de wrange les is voor het heden. Het pappen en nathouden tegen bijna beter weten in, is helaas ook vandaag ten aanzien van Jodenhaat uitgebreid herkenbaar. Geen woorden maar daden, maar dan in omgekeerde volgorde. Praten, verklaren, polderen en de-escaleren en dan maar hopen dat het gaat werken. Maar de geschiedenis heeft ons door de eeuwen heen geleerd dat dat pappen en nathouden niet werkt. Maar:  er is mijns inziens één wetmatigheid die we van geschiedenis kunnen leren en dat is dat we nooit van geschiedenis leren!

Terwijl ik de laatste alinea schreef belde de mevrouw met de boze geest. Ik heb haar goed aangehoord en ze heeft me beloofd om met “beide handen” de boze geest te lijf te zullen gaan. In feite zou ze naar een psychiater moeten gaan, maar ze gelooft niet in psychiatrie, was me verteld door mijn collega-rabbijn, en dus heb ik haar dan ook niet naar een psychiater verwezen om het vertrouwen niet te schaden. Wat wordt er bedoeld met het verdrijven “met twee handen”? Met één hand het kwaad uit je lichaam verdrijven betekent dat er een soort interne discussie gaande is: welles, nietes! Maar die discussie deugt niet want zelfs met een positieve uitkomst van de discussie heb ik ruimte gegeven aan het kwaad. En dus moet er opgetreden worden “met twee handen”.  De slechte gedachte of de boze geest geen enkel podium gunnen, volledige negering zonder discussie. Ik heb de dame heel resoluut en zelfverzekerd toegesproken en nu maar hopen dat het of gaat werken of dat ze alsnog besluit om naar een psychiater te gaan die dan hopelijk met medicatie haar boze geest kan verdrijven,!

Het is nu 15:30 uur: op naar de choepa, eten, dansen, zeven berachot, weer dansen, snel naar bed, want morgen rijden en varen we terug.