Over afwisseling heb ik niet te klagen! Ik zit nu in Krakau, had bijna mijn vlucht gemist op vrijdag, ik vind het onacceptabel dat er een geheime onthulling van een monument moet plaatsvinden omdat er gezwicht wordt voor chantage, een caissière heeft zich met de politiek bemoeid, een ontzettend fijne bijeenkomst heeft plaatsgevonden op de ambassade van Israël, ik heb het gevoel dat ik een paar jonge mensen tot steun mocht zijn en ik mocht me verheugen op een aandachtig luisterend publiek uit Engeland, Israël, de VS, Warschau en Antwerpen in een sjoel in Krakau.
Dit zijn de gedachten die bij me opkomen als ik nadenk over de inhoud van het voor mij liggende dagboek, want zo schrijf ik mijn dagboeken: Ik overdenk de afgelopen dagen en probeer de interessante gebeurtenissen voor de geest te halen en ga vervolgens aan de dagboek-slag.
Over enige maanden gaat er op de Joodse begraafplaats in het zuiden van ons land een monument onthuld worden ter nagedachtenis aan de Joodse inwoners ‘die niet terug zijn gekomen’. Ik zet ‘niet teruggekomen’ tussen aanhalingstekens omdat ik dit net zo verkeerd vind klinken als de Joden die ‘overleden’ zijn in Auschwitz. Ik hoop dat dit aanhalingsteken-verhaal geen verdere uitleg behoeft! Een lofwaardig project. Ja, de moord op die Joden is al tachtig jaar geleden, maar beter laat dan nooit en misschien is het juist wel goed dat die herinnering juist nu vanwege het keihard opkomend antisemitisme de verschuldigde aandacht krijgt. Dank dus aan de organisatoren. Maar, en nu komt het, het voorstel is om de onthulling geheim te houden tot na de plechtigheid. De organisatoren hebben, zoals ze aangeven, overleg gehad met de lokale overheid, en besloten omwille van veiligheid publiciteit vooraf te vermijden. Er zal slechts een beperkt aantal uitnodigingen worden verstuurd en men zal zich vooraf moeten aanmelden. Zo’n beleid vind ik onacceptabel en ronduit schokkend. Mij persoonlijk is nadrukkelijk voorgehouden dat ik gewoon te allen tijde mijn werkzaamheden moet verrichten en dat het aan de overheid is om er zorg voor te dragen dat ik dat op een veilige manier kan doen. Het zou van de zotten zijn als de opperrabbijn zijn taken niet meer naar behoren mag uitvoeren omdat er elders in de wereld een conflict bestaat en we ons daarom hier in Nederland laten chanteren. Maar los van het conflict elders: wat heeft Gaza-Israël 2023/24 te maken met de herdenking van de Joden die we hier in Nederland in de jaren ’40-’45 hebben laten vermoorden? Onacceptabel!
Even onacceptabel is het dat een Joodse mevrouw die netjes bij een kassa van een supermarkt van een oorspronkelijk uit Zaandam afkomstige kruidenier, wil betalen, in plaats van een vriendelijk ‘dank u wel dat u weer bij ons uw boodschappen heeft gekocht’ te horen krijgt ‘van de river to the sea…’. Naar ik heb begrepen heeft de baas van die supermarkt de mevrouw gegarandeerd dat de onderhavige caissière zal worden aangesproken, waarmee de kwestie dus hopelijk in deze supermarkt is opgelost. Maar, hoewel ik van geen kant over profetische gaven beschik, vermoed ik toch dat op korte termijn er een oproep zal komen om niet meer te kopen bij supermarkten die producten uit Israël verkopen.
Wat voor een enorm fijn en dankbaar gevoel maakt zich dan meester van mij als ik terugdenk aan donderdagavond toen de ambassadeur van Israël een bijeenkomst organiseerde om Kees van der Staaij en Gert-Jan Segers te danken voor hun bijna onnavolgbare inzet voor Israël en tegen antisemitisme. Twee vrienden van de Joodse gemeenschap werden in het Israelisch-Joodse zonnetje gezet nu ze beiden de politiek verlaten.
Maar nu ben ik dus in Krakau, op uitnodiging van de lokale rabbijn, als gastspreker. Het was een geweldige sjabbat. Een stampvolle sjoel die leek op een treinstation. De rabbijn noemt zijn gemeente een treinstation omdat hij, naast de lokale Joodse inwoners van Krakau, dagelijks vele chassidische Joden in zijn sjoel mag verwelkomen. Krakau was eens een van de meest bloeiende Joodse gemeentes van Europa, bron van vroomheid en Thorastudie. Graven van vele Joodse geleerden worden bezocht. Maar Krakau ligt ook niet ver van Auschwitz. Ook Auschwitz wordt door velen bezocht, om educatieve redenen, maar ook om te dawenen, te bidden, voor de zes miljoen die geen graf konden krijgen.
De sjabbat was geweldig. Een stampvolle sjoel, vrijdagavond vol huis bij de rabbijn, na een zingende en inspirerende sjoeldienst, en sjabbat overdag een non-stop sjoelgebeuren van negen uur tot na nacht. Dawenen, zingen, mijn toespraken, uitgebreide kiddoesj, tjolant en gefilte fish.
De rabbijn heeft ons vanochtend uitgebreid bedankt voor onze bijdrage aan deze speciale sjabbat. Maar ik wilde van geen bedanken horen! Blouma en ik voelden veel meer dat wij hem moesten bedanken voor de enorme gastvrijheid.
We vertrekken dadelijk na eerst een wandeltoer langs de Joodse bezienswaardigheden te hebben gedaan. Neen, we gaan nog niet terug naar Nederland, maar naar een ander hotel in Krakau waar morgenochtend een congres zal plaatsvinden voor politici uit de EU. Maandag lezingen en dinsdag Auschwitz.
O ja, halverwege de sjoeldienst op sjabbatochtend kwam een van de beveiligers aankondigen dat er vijftig bussen verwacht werden in Krakau met deelnemers aan een pro-Palestijnse demonstratie. Advies, om vooral voorzichtig te zijn als we op straat lopen. Het kwam dus goed uit dat we de hele dag in sjoel waren. Overigens legde de beveiliger uit dat de politie de vijftig bussen de toegang tot Krakau wilde ontzeggen, in de hoogste staat van paraatheid was en dat we dus niet bang hoefden te zijn, hetgeen ik ook absoluut niet van plan was!
Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het
Joods Cultureel Kwartier.
NIW publiceert nu deze bijzondere

Het is woensdag 17 januari en de klok geeft aan dat het 5:16 uur is in de vroege ochtend. Ja, ik ben al helemaal wakker en ben volledig (bijna) uitgeslapen. Het is nog te vroeg voor het ochtendgebed en te laat om weer naar bed te gaan. En dus begin ik maar vast aan mijn dagboek om dan tegen het eind van mijn dagboek-woensdag de rest te eindigen. Iedere woensdag en iedere zondag geeft mijn agenda een reminder dat ik een dagboek moet schrijven. Dit naast de 3 x per maand NIW- column en de (onregelmatige) toespraken die ik moet voorbereiden, zoals voor vanmiddag. Vanmiddag word ik in de sjoel van Arnhem verwacht vanwege de Dag van het Jodendom, georganiseerd door de Rooms Katholieke Kerk. Kardinaal Eijk zal ook het woord voeren, uiteraard David Simon, voorzitter van de Joodse Gemeente Arnhem, en het geheel zal muzikaal omlijst worden door chazan Sacha van Ravenswade. Omdat ik maar10 minuten spreektijd heb en het niet op de seconde zal aankomen, ga ik geen toespraak op papier zetten, maar wil ik a l’improviste spreken. Dat heeft z’n voor en z’n tegen. Voor is dat zo’n toespraak beter en spontaner overkomt. Nadeel is wel dat het kan gebeuren dat ik na afloop niet helemaal gezegd heb wat ik had willen vertellen en het zou ook zomaar kunnen zijn dat ik minder dan de toebedeelde 10 minuten van me laat horen of, en dit ligt meer in de lijn der verwachting, dat ik te lang spreek. Wat is overigens te lang als mensen aandachtig luisteren?
Mijn korte wintervakantie in Engeland had ik met een dag verkort om aanwezig te kunnen zijn bij de pro-Israël demonstratie, donderdag jl., voor het Vredespaleis in Den Haag. Omdat ik nou eenmaal uitsluitend nuttig bezig wil zijn heb ik een balans opgemaakt. Maar alvorens mijn nuttigheidsrendement met u te delen, hoor ik u vragen: moet alles dan nuttig zijn? Mijn antwoord: absoluut! Het antwoord ‘als je maar gelukkig bent ‘ en ‘als je maar gezond bent’ zijn mijns inziens betrekkelijk, want het moge dan zeker zo zijn dat gezondheid en geluk ontzettend belangrijk zijn en van de Joodse wet topprioriteit vereisen, zijn toch geluk en gezondheid geen doel, maar middel. Het doel dat de Thora van ons mensen verlangt, is om een goed en vroom mens te zijn. Het middel om dat hoge doel te bereiken zijn gezondheid, geluk en voorspoed.
Omdat ik in Londen was voor de jaartijd van onze oudste zoon Yisrolik zl., die drie jaar geleden is overleden en in Londen, zijn geboorte- en woonplaats, is begraven, heb ik een dagboek overgeslagen, waarvoor, mocht u het bemerkt hebben, mijn excuus. We zijn uiteraard bij zijn graf geweest en zijn weduwe, onze schoondochter, bezocht. Het gaf een erg goed en dankbaar gevoel dat Franklin de Liever, die bijna 30 jaar bestuurder/secretaris was van de Joodse Gemeente Amersfoort, van het Inter Provinciaal Opperrabbinaat en lid van de Centrale Commissie van het Ned. Israëlitische Kerkgenootschap, ons op zijn sterfdag een warme en persoonlijke whatsapp stuurde als teken van medeleven. Franklin: geweldig bedankt. Hoewel je geen secretaris meer bent, ben je het kennelijk toch wel in geest gebleven en toon je, zoals altijd, begrip voor gevoelens en ben je een expert in het vinden van de juiste woorden.
“Op dinsdagavond 26 december 2023 plaatsten we in het liveblog over de oorlog tussen Israël en Hamas een kort bericht over beschuldigingen die Hamas doet aan het adres van Israël, over “orgaandiefstal van 80 lichamen”. Daarvoor is geen bewijs, en het bericht had niet op deze manier gepubliceerd moeten worden. Het miste (historische) context en uitleg, en voldeed daarom niet aan onze eigen kwaliteitseisen”, aldus las ik op de website van de NOS. Fijn dat de NOS tot inzicht is gekomen dat ze Israël valselijk hadden beschuldigd, maar ondertussen was het kwaad natuurlijk wel al geschied en de beeldvorming bepaald of, zo u wilt, bevestigd.

“ Het laten vollopen van de tunnels zou de culturele expressies en de praktijken van het Gazaanse volk, zoals kunst, literatuur en folklore die geïnspireerd worden door de tunnels, kunnen raken”, aldus de VN-mensenrechtenraad. U leest het goed ! De tunnels zijn, volgens de Verenigde Naties, een culturele expressie van het Gazaanse volk! Ik vroeg me af, dit gelezen hebbend:
De Chanoeka-Toer 5784 behoort alweer tot de voltooid verleden tijd. In mijn dagboek dien ik alleen nog de woensdag en donderdag te vermelden, het zevende en achtste kaarsje. Zijn die twee laatste vieringen anders dan de voorgaande? Niet echt, maar toch heeft iedere bijeenkomst iets eigens en unieks. Neem nou bijvoorbeeld die woensdagavond in Groningen. Aan die Buiten-Menora was heel wat denkwerk voorafgegaan: wel of niet de Menora buiten voor de sjoel aansteken of, om veiligheidsredenen, dit jaar uitsluitend binnen. En als de menora binnen blijft, wordt het wel of niet met ‘toeschouwers”. Het werd dus buiten, mede na overleg met burgemeester Schuiling, die duidelijk aangaf dat de Joodse Gemeente gewoon moet doen wat het altijd doet en dat de beveiliging zijn probleem is en niet van de Joodse Gemeente! Het was een enorm goede bijeenkomst, met duidelijke boodschappen van zowel de burgemeester alsook van René Paas, de commissaris van de koning, prima georganiseerd door de Joodse Gemeente en rabbijn Spiero en met heel veel cadeautjes voor de kinderen. Ook mijn waarschuwende boodschap kwam over.
“Ik ben niet joods. Maar lichtjes neerzetten voor het raam met elke dag eentje extra dat lukt me wel, bedoeld als teken van protest tegen Jodenhaat, en teken van solidariteit met u en alle joden in Nederland en in Israël.” Dit bericht ontving ik van een mij onbekende. Ik ben ervan overtuigd dat zijn boodschap de voorpagina van de
Telegraaf niet zal halen omdat hij niets schokkend zegt en omdat hij een onbekende is. En toch kwamen deze woorden van solidariteit bij mij binnen en waren mij tot steun en correctie, juist met Chanoeka. Ik leg het uit: gisteren zat ik welgeteld negen uur en zevenenveertig minuten in de auto en hebben we 703 km gereden om een toespraak te houden in Nieuws Poort, de menora aan te steken in Bourtange en daarna in Arnhem, waar ook de coördinator antisemitismebestrijding aanwezig was en de aanwezigen heeft toegesproken.
De aftrap voor Chanoeka 5784 begon eigenlijk voor mij op donderdagochtend in Den Haag, nog voordat Chanoeka was begonnen. Ik mocht vooroplopen in de stille tocht vanaf het Malieveld via de Tweede kamer en het hoofdkantoor van het Rode Kruis, waar petities werden overhandigd, en dan weer terug naar het begin van de lange imposante pro-Israël wandeling door Den Haag. Maar ’s avonds was het echte begin, het aansteken van het eerste lichtje op de Grote Markt van Nijmegen. Burgemeester Bruls was dik op tijd aanwezig om met de aanwezigen te spreken en ze te bemoedigen. In zijn toespraak gaf hij duidelijk aan dat er in Nijmegen geen sprake kon en mocht zijn dat uit angst voor dreiging dit jaar de menora niet publiekelijk zou worden aangestoken. En dus gingen de burgemeester en rabbijn Mendel Levine, de Nijmeegse Rebbe, in een hoogwerker omhoog, om gezamenlijk het eerste lichtje te ontsteken om de duisternis te verlichten. Rabbijn Levine ontpopte zich als een gedreven ceremoniemeester, alles was tot in de puntjes geregeld en toen rabbijn en burgemeester geland waren en nadat ik mijn toespraak had mogen afsteken, was er rijkelijk gezorgd voor de inwendige mens. Dank rabbijn en mevrouw Levine, burgemeester Bruls en alle vrijwilligers en niet in de laatste plaats de velen die zich de moeite hadden getroost om juist in deze moeizame periode voor de Joodse gemeenschap hun solidariteit te tonen met hun aanwezigheid.