Dagboek van de Opperrabbijn van 2 november 2025

In de Sidra van sjabbat jl. lezen we dat G’d aan Abraham opdracht geeft om zijn vaderland, zijn woonplaats en zijn ouderlijk huis te verlaten en te gaan naar het land ‘dat IK u zal tonen’. Anders uitgedrukt en op mezelf toegepast: alles wat ik tegenkom, heeft zo moeten zijn en daar ligt mijn/onze opdracht.

Maar donderdag jongstleden werd mij wel erg veel getoond. Na een scala van ontmoetingen de hele dag door kwam ik uitgeput na middernacht weer veilig maar bekaf thuis. Het was eigenlijk te veel, maar ik ben niet zo goed in uitstellen en al helemaal niet in het nee-zeggen en dus had mijn agenda zich gevuld met te veel opdrachten. 

De dag begon met een kennismaking bij mij thuis met de nieuwe directeur van de Bond tegen vloeken. Ik zit in het Comité van aanbeveling van deze zwaar christelijke organisatie en voel me daar ook best thuis, niet vanwege het christelijke, maar wel omdat ze strijden tegen de secularisatie, tegen de verbanning van G’d uit de maatschappij.

Aansluitend had ik een delegatie op bezoek van de politie midden-Nederland en een vertegenwoordiger van de NCTV, de Nationaal Coördinator Terrorisme Bestrijding. Met hen ging het gesprek niet over secularisatie, maar wel over veiligheid. Over dreiging naar de brede Joodse gemeenschap. Het is onacceptabel dat ieder Joods uitstapje, bijeenkomst, school, feestje, herdenking enz., beveiliging behoeft.

Daarna rabbinaal overleg met Amsterdamse collega’s die zowaar de tocht van Amsterdam naar Amersfoort hadden afgelegd, een unicum want gewoonlijk is in de Amsterdamse optiek, de afstand Amsterdam- Amersfoort aanzienlijk groter dan Amersfoort-Amsterdam.

Een half uur later, omstreeks drie uur, verscheen een delegatie van het IKC, het Interkerkelijk Kennis Centrum, dat programma’s maakt voor zo’n achthonderd scholen en was het aan mij om antisemitisme aan de kaak te stellen.

De rest van de dag en avond gaf ik een lezing in Ljussens. Onderwerp? Antisemitisme. Hoewel vanwege veiligheid de organisatie mijn komst niet breed had aangekondigd, waren meer dan honderd man aanwezig. Met ‘man’ bedoel ik ook natuurlijk ‘vrouw’, maar op mijn lagere school mocht je nog gewoon spreken over ‘man’ zonder dat daarmee de ‘vrouw’ werd uitgesloten. Of dat nog zo is, is me niet meer duidelijk, vanwege het opgefokte gender-gedoe. Voor het geval u denkt dat er sprake is van een typefout omdat u Ljussens niet op de lagere school tijdens topografie hebt geleerd, kan ik u geruststellen: ik was echt in Ljussen in de Dorpsstraat nummer zestien. Afstand van mijn huis naar die Dorpsstraat? 194 km. Naar mijn woorden werd meer dan aandachtig geluisterd. Als iemand per ongeluk een speld zou hebben laten vallen…

 

Om acht uur begon ik mijn verhaal en om tien uur werd er afgesloten met het onderstaande gezang op de melodie van het Hatikwa.

Door de eeuwen heen zwierf een volk,

voortgedreven en vervolgd;

in verdrukking hield het stand,

smachtend naar een vaderland.

 

Refr.: G’d van toekomst en verleden,

           Sterk uw volk met hoop en kracht;

           Geef het wijsheid, schenk het vrede,

           In het land waar U hen bracht

 

In Europa’s zwartste nacht

werden velen omgebracht.

Uit de as van dood en pijn

rees een volk, nog zwak en klein.

Refr.

 

In het vroeger vaderland

kwam een nieuwe staat tot stand;

dwars door strijd en grote druk

vocht men moedig voor geluk.

Refr.

 

Van het dorre, droge zand

maakten ze een vruchtbaar land.

Hoop bloeit op in de woestijn;

laat het tot een teken zijn!

Refr.

 

In de dreiging om hen heen,

stond het volk heel vaak alleen,

maar door trouwe vriendschapsband

kwam er uitkomst, hield het stand.

Refr.

 

En nog altijd brengt de strijd

dat men aan twee zijden lijdt.

Heer, hoe lang nog duurt dit voort?

Kom, vervul uw hoopvol woord.

Refr.

 

Uit volle borst werd door allen meegezongen. Wat een warmte, wat een verbondenheid, wat een eendracht en liefde voor Israël. Goed na middernacht kon ik mijn bed induiken en was ik vandaag, zondag, in Maastricht, 197 km zuidwaarts, om aan een groep trouwe Limburgse leden van de Joodse Gemeente een instructief verhaal te houden over de tahara, de religieuze wassing van een overledene. Geen gezellig onderwerp, maar hoort wel bij het leven. De betrokkenheid van de deelnemers was indrukwekkend, oprecht, geïnteresseerd. We, Blouma en ik, begonnen om 13:45 uur onze sjioer en om 16:15 uur verlieten we Maastricht, op weg naar Schiphol om vandaar te vliegen naar…

 

Wat niet bij het leven mocht en mag horen is Auschwitz. We zitten nu in de lounge van Schiphol. Om 21:05 vliegen we naar Krakau – Auschwitz waar morgen een tweedaagse conferentie begint van de EJA, European Jewish Association, voor Europese parlementariërs om ze bij te brengen hoe het toentertijd fout kon gegaan en dat, als we niet oppassen, het morgen weer kan gebeuren. En terwijl ik met deze pessimistische en hopelijk irreële woorden mijn dagboek van vandaag ga afsluiten en lees dat het jaarlijkse Chanoeka-concert door het concertgebouw wordt geweigerd, hoor ik in mijn gedachten uit het verre Friese Noorden, uit de Dorpsstraat in Ljussen, het refrein op de wijs van het Hatikwa:

 

G’d van toekomst en verleden,

 Sterk uw volk met hoop en kracht;

 Geef het wijsheid, schenk het vrede,

 In het land waar U hen bracht.

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn van 27 oktober 2025

Geen druppel regen heeft dit jaar ons verblijf in de soeka verstoord. Meestal is het dak-open, dak-dicht, kachel-aan, kachel uit. Het was aangenaam warm en het woord regen was uit ons vocabulaire verdwenen, geen druppel water te bekennen. Maar nu zitten we in onze serre, die gedurende Soekot omgebouwd was tot een loofhut, met een enorme waterschade. Het plenst en om de een of ander reden komt de regen naar binnen met bakken. Serre en keuken beiden onder water. Regen, waarvoor we sinds Soekot een speciale bede dagelijks invoegen, is een zegen, speciaal in Israël.  Maar voor ons voelt het meer als de zondvloed en doet ons denken aan de ark van Noach waarover afgelopen sjabbat in alle synagogen ter wereld werd gelezen. Hoewel: de ark van Noach was omringd met water, maar was binnen kurkdroog en had geen lekkage zoals bij ons. Lees verder “Dagboek van de Opperrabbijn van 27 oktober 2025”

Dagboek van de opperrabbijn van 23 oktober 2025

Er zijn van die dagen dat ik zo’n beetje de hele dag achter de computer zit en als ik er niet achter zit, zit ik wel in de auto of ben ergens aangekomen waar ik dan gewoonlijk een toespraak mag houden. Maar woensdag, gisteren, was het wel erg vol. Een zoom-vergadering van de Adviesraad van de Oorlogsgravenstichting, een online interview met een journalist over een (weer) op handen zijnde aanval op de sjechita en een interview met een Rechtenstudent van de Universiteit Leiden en aanwezigheid bij het vijftienjarig bestaan van Zikna. Lees verder “Dagboek van de opperrabbijn van 23 oktober 2025”

Dagboek van de Opperrabbijn van 21 oktober 2025

Hoewel er van alles speelt in het Midden-Oosten en het onbegrijpelijk is dat de moordpartijen in Gaza door Hamas nauwelijks in de Nederlandse media aandacht krijgen, ben ik daarover geheel niet verbaasd. Joden zijn namelijk schuldig en als ze ergens niets mee van doen hebben, dan nog hebben de Joden het gedaan. Ik wil dan ook voorstellen dat in plaats van het verzwijgen van de onderlinge moordpartijen, er gepubliceerd gaat worden dat ook de onderlinge wrede en onmenselijke moordpartijen indirect veroorzaakt zijn door Israël want als… De verdere onderbouwing laat ik graag aan onze Nederlandse media en politici over. Zo nodig ben ik bereid om te adviseren hoe e.e.a. te verwoorden! Lees verder “Dagboek van de Opperrabbijn van 21 oktober 2025”

Dagboek van de Opperrabbijn 16 oktober 2025

“Namens de Friese Joodse gemeenschap en ook namens onze Opperrabbijn Jacobs, (dat ben ik dus) spreken wij onze oprechte dank uit aan allen die zich in de afgelopen periode betrokken hebben getoond bij de aanslag op 7 oktober 2023, de verschrikkelijke nasleep daarvan en al het leed dat daaruit voortgevloeid is. Wij zijn diep geraakt door de vele vormen van steun – zowel tastbaar als geestelijk – en in het bijzonder door de wekelijkse samenkomsten waarin gebeden wordt voor de behouden thuiskomst van de gegijzelden en voor het beëindigen van de oorlog in het Midden-Oosten. Onze gedachten en gebeden gaan uit naar alle onschuldige slachtoffers, ongeacht wie of wat ze zijn of waren. Wij hopen en bidden dat er wijsheid en menselijkheid zal zijn bij alle betrokkenen, zodat verzoening, vrede en vertrouwen kunnen groeien. Ook willen wij onze dank uitspreken aan iedereen die bijdraagt aan de wederopbouw en aan het delen van kennis en begrip. Laten wij samen blijven bouwen aan vertrouwen en elkaar met menselijke waardigheid, normen en wederzijds respect tegemoet treden. Dit alles is mede mogelijk gemaakt door de inzet en de gebeden van velen. Hiervoor zeggen wij: toda raba — hartelijk dank.” Lees verder “Dagboek van de Opperrabbijn 16 oktober 2025”

Dagboek van de Opperrabbijn 5 oktober 2025

Van nature, beste lezer van mijn dagboek, ben ik zeer geordend. Ik regel doorgaans alles op voorhand (nou ja, alles ook weer niet, maar wel veel), ga uit van worse case scenario (= doemdenken) en wil dus ook dat mijn dagboek op tijd bij u aankomt. En dus had ik al voor Jom Kippoer mijn dagboek van vandaag netjes voor driekwart klaarstaan. Dat dagboek bestond voor een groot deel uit de toespraak die ik in sjoel had zullen uitspreken voor het Slotgebed, Neïla. Maar gedurende de korte pauze in de Jom Kippoer-dienst vernam ik van een van de politie beveiligers over de aanslag op een synagoge in Manchester en dus had ik mijn toespraak aangepast, met als gevolg dat dit dagboek door mij gewist werd en ik nu weer een blanco document voor me heb. Lees verder “Dagboek van de Opperrabbijn 5 oktober 2025”

Dagboek van de Opperrabbijn, 29 sept. 2025

Rosj Hasjana ligt alweer achter ons, het Joodse nieuwe jaar 5786is begonnen en de luide klanken van de sjofar galmen nog na in mijn hoofd en mijn gedachten. De honderd tonen van de ramshoorn riepen ons op om wakker te worden, niet in te dutten, niet weg te kijken en vooral ook aan zelfonderzoek te doen. Want het is veel eenvoudiger om de brede samenleving en anderen te bekritiseren, dan aan jezelf te werken, je eigen fouten en misstappen te herkennen en vooral te erkennen. De 48 uur van Rosj Hasjana was de periode van de goede voornemens, geweldig, maar blijven de goede voornemens slechts voornemens of worden ze ook uitgevoerd? Om te bezien wat er van goede voornemens is terecht gekomen hebben we de zeven dagen tussen Rosj Hasjana en Jom Kippoer, dagen van zelfonderzoek, introspectie. En dan Jom Kippoer, de Grote Verzoendag, vergelijkbaar met de dag van het eindexamen, de dag waarop Boven wordt gekeken hoe oprecht mijn voornemens beneden waren. Lees verder “Dagboek van de Opperrabbijn, 29 sept. 2025”

Dagboek van de Opperrabbijn 25 sept. uitgaande Rosj Hasjana,

Een normale rabbijn is erev (ingaande) Rosj Hasjana-Joods Nieuwjaar uitgebreid bezig zijn toespraken aan het voorbereiden voor de synagoge-diensten. Los daarvan zal hij zijn echtgenote bijstaan met de voorbereiding van de uitgebreide en feestelijke Jom Tov maaltijden waarbij uiteraard gasten aanwezig zullen zijn en omdat de gewone dagelijkse rabbinale beslommeringen ook doorgaan, zit zijn dagje wel vol.

Anders verging het mij maandag jl., de dag voor Rosj Hasjana. Om 11:00 uur werd ik in de Bijlhouwerstraat te Utrecht verwacht bij de ingang van het Natuurkundig Laboratorium, voor de onthulling van een Stolperstein ter nagedachtenis aan Prof. dr. L.S. Ornstein. In mei 1941 overleed deze hoogbegaafde wetenschapper die in het collegejaar 1931-1932 rector magnificus was van de Utrechtse Universiteit, hij was medeoprichter van de Nederlandse Natuurkundige Vereniging en genoot grote mondiale bekendheid als directeur van het Fysisch Laboratorium. Maar na de bezetting kwam aan zijn carrière een abrupt einde. Door zijn collega’s werd hij als hoogleraar en directeur van ‘zijn’ Fysisch Laboratorium ontslagen, niet vanwege disfunctioneren, niet vanwege bezuiniging, zelfs niet omdat hij een gedreven zionist was. Neen, zijn enige zonde was: hij was een Jood! Onder grote belangstelling werd hij op de Joodse begraafplaats te Utrecht ter aarde besteld. Kennelijk bestond er toen ook al ‘meer respect voor dode Joden dan voor levende Joden’, flitste door mijn hoofd, een gedachte die ik vandaag de dag ook regelmatig hoor vanuit de brede Joodse gemeenschap. Interessant trouwens dat toentertijd zionisme nog geen misdaad was… Lees verder “Dagboek van de Opperrabbijn 25 sept. uitgaande Rosj Hasjana,”

Dagboek van de Opperrabbijn 21 september 2025,

We zijn drukdoende om ons voor te bereiden voor de Jamiem Noraïm, de Hoge Feestdagen. Morgenavond begint Rosj Hasjana. Ondertussen stond in Den Haag e.e.a. op z’n kop vanwege anarchie. Ik herhaal maar weer even: het begint met antizionisme, gaat sluipend over in antisemitisme, vervolgens ontstaat een polarisatie en dan wordt het einddoel bereik: anarchisme! Alles mag en alles kan. Respect voor andersdenkenden bestaat niet meer, politie wordt voor rotte aap uitgemaakt en uiteraard zijn Israël en de Joden de schuld…

Zojuist ben ik teruggekomen van de onthulling van twee grafzerken op de Joodse begraafplaats te Zutphen. Het was een goede bijeenkomst. Ik heb op de sjofar geblazen, de overledenen beschreven en benadrukt hoezeer zij beiden, de heer en mevr. Senator, zich jarenlang geheel belangeloos hebben ingezet voor de Joodse Gemeenschap, intern en ook naar buiten toe. Een geweldige prestatie, zeker als we hun geboortedata op de zerken zagen: eind 1930. Dus beiden bewust de oorlog meegemaakt. En dan ondanks alles verder gaan en jezelf inzetten om dat wat gepoogd werd uit te roeien, weer enigszins te laten overleven.

Ik deel met u, trouwe dagboeklezers, mijn herderlijk schrijven en wens u een sjana towa oemetoeka, een goed en zoet jaar, een jaar van sjalom, echte vrede!

Van de eerste klank tot de laatste dans…

Op de eerste Elloel (precies een maand voor Rosj Hasjana) vindt de aftrap plaats voor de periode van de Hoge Feestdagen met het blazen op de sjofar. Onwillekeurig zullen we dit jaar bij dat eerste inspirerende geschal van de ramshoorn, ook het gekerm van 7 oktober 2023 horen en het pijnlijke zwijgen van de wereld. De beruchte 7 oktober was toen, op de Joodse kalender, de dag dat het Slotfeest werd gevierd, het einde van de periode van Hoge Feestdagen. Die afsluiting was voor velen in Israël een abrupt en gruwelijk einde en voor de gijzelaars het begin van een onbeschrijfelijk en onacceptabel lijden. Lees verder “Dagboek van de Opperrabbijn 21 september 2025,”

Dagboek van de Opperrabbijn 17 september 2025

We zijn nog steeds aan het bijkomen van “ons vijftig jaar rabbijn feestje” zondag jl. Het was me min of meer opgedrongen en buiten mij om geregeld, want hoewel ikzelf pro-feestjes ben, zie ik liever een feestje om iets of iemand anders. Wat was er zo geslaagd, vroeg ik mezelf af en na enig nadenken was mijn conclusie: de eenheid, in een sjoel, met een Joods koor en de diversiteit van de aanwezigen. Maar binnen die diversiteit, de onderliggende en voelbare verbondenheid: Am Jisraeel Chaj. En ik bedoel dan niet alleen onze Joodse verbondenheid, maar ook de verbondenheid met de niet-Joodse aanwezigen die ons als het ware omringden met hun steun in moeizame tijden. Want dat de tijden moeizaam zijn, behoeft weinig betoog. Het anti-Israël geluid wordt met de dag luider en luider en de steun naar ons Joden zwakker en zwakker, ook in ons vredig ogende polderlandje. Ja, er wordt door de overheid gewaakt over mijn persoonlijke veiligheid, zoals inmiddels wel bekend is, en de wijze waarop dat geschiedt is meer dan warm, maar dat extra beveiliging nodig is bij Joodse bijeenkomsten, bij sjoeldiensten, bij privé feestjes…was toch vijftig jaar geleden onvoorstelbaar. Lees verder “Dagboek van de Opperrabbijn 17 september 2025”