Dagboek van de Opperrabbijn 2 januari 2023

In Apeldoorn wordt jaarlijks op Nieuwjaarsdag een stille fakkeltocht voor vrede georganiseerd. Honderden liepen met een fakkel en vele bordjes worden meegedragen. Bordjes waarop de naam van een land waarin een ernstig conflict speelt: een land in oorlog! Jaarlijks loopt de stoet ook langs de synagoge waar wordt gestopt en ik de meute mag toespreken. Mijn bijdrage was in een mum van tijd gepiept en dat kwam me erg goed uit, want ik kwam aangereden uit Maastricht en moest nog naar Almere. Aangekomen in Apeldoorn om 17:20 uur werd ik keurig en warm (hoewel de sjoel ijskoud was!) door het bestuur van de Joodse Gemeente Stedendriekoek ontvangen. We zaten gezellig te keuvelen toen de echtgenote van voorzitter Rob Lezer, zich afvroeg of de stoet misschien al bij de sjoel was aangekomen. En inderdaad, terwijl wij binnen aan de gezellige koffie zaten, stond de fakkelende meute al met smacht te wachten op mijn jaarlijkse toespraak, die ik overigens nog niet had voorbereid. Buitengekomen kreeg ik een goed werkende microfoon in mijn hand gedrukt, beter dan vorige jaren, en mijn toespraak begon automatisch over Chanoeka, want de veelheid aan vuren deed me daaraan denken en Chanoeka was nog maar minder dan een week voorbij. Waarom weet ik niet, maar Mariupol welde ook op in mijn gedachten. Rabbi Mendel Kohen kreeg daags voor Chanoeka een telefoontje uit Mariupol. De eigenaar van het pand, waarin de sjoel sinds een half jaar was gevestigd, ging kijken wat er van zijn pand nog over zou zijn: slechts de muren hadden standgehouden, binnen was het een grote ruïne.  En tussen het puin bemerkte de niet-joodse eigenaar verstopt onder 70 cm rotzooi, de originele menora van de sjoel. Hij had meteen contact opgenomen met rabbijn Mendel Kohen en aangeboden om op dag één van Chanoeka die Menora aan te steken in de ruïne van de grote sjoel van Mariupol. En aldus geschiedde! Deze ervaring, waarvan ik hoop dat u, trouwe dagboekenier, bemerkt dat u dit al eerder heeft gelezen in mijn dagboek, deelde ik met de aanwezige fakkeldragers en legde ze uit, in zo’n twintig minuten, dat zij met hun vuren vergelijkbaar zijn met de Menora uit Mariupol: licht in duisternis! Want de namen van de landen die ze meedroegen op bordjes, hadden stuk voor stuk te doen met ruïnes, moord, vernietiging, verkrachting, intimidatie, oorlog.

De overgang van Maastricht naar Apeldoorn was groot, en niet uitsluitend vanwege de kilometers. In Maastricht waren wij in Hotel Crowne Plaza waar Freifeld, de koosjere cateraar uit Antwerpen, een weekend had georganiseerd onder mijn ORT, Onder Rabbinaal Toezicht. Praktisch betekende dit voor ons een fijne sjabbat ‘even weg en relaxen’.  Dat toezichthouden is verre van intensief in de Freifeld situatie en een paar toespraken en sjioerim, cursussen, op niveau voor strikt orthodoxe toehoorders is voor mij gewoon fijn.

Een ander soort fijn gevoel dan bij de fakkels in Apeldoorn. Datzelfde fijne Maastrichtse gevoel had ik ook bij een bezoek aan een jongere collega in het buitenland. Een echtpaar dat al decennialang meende Joods te zijn, vindt uit dat er een niet-joodse kink in de Joodse kabel zit. Ik mag dan meedenken, ter plekke, hoe dit halagisch en bovenal emotionele probleem op te lossen, zonder beschadigingen aan te richten en tegelijkertijd uiteraard geheel in overeenstemming met de halaga.  Ondertussen wordt er binnenkort in een Slavisch land een jongetje bar-mitswa. Probleem is dat er geen enkel tastbaar bewijs is dat de moeder Joods is. Een gioer doen is om meerdere redenen geen oplossing, want daarmee geef je aan, bewijs je dus in feite, dat de moeder niet-joods is, terwijl dat ook echt weer niet zomaar gezegd kan worden. DNA komt om de hoek kijken. Is DNA een bewijs? Of misschien nog niet, maar wellicht wel in de toekomst, want DNA-wetenschap staat nog steeds in de kinderschoenen. En als in de verre (of nabije) toekomst DNA meegenomen zou kunnen worden bij de bepaling of iemand Joods is, zijn we dan toch een ras? Terwijl iemand die tot het Jodendom in overeenstemming met de Halaga is toegetreden net zo honderd procent Joods is als een mede-jood met vier Joodse grootouders en daarom kan van een ras geen sprake zijn.

En dus treed ik in overleg met een rabbijn die in die DNA-wereld vertoeft. Er ontstaat een papje van Halaga, gevoelens die gerespecteerd moeten worden, gezond verstand. Ik hoop, zoals ik het papje nu zie, dat er wel een bar-mitswa-feest kan plaatsvinden, op een halagisch verantwoorde manier. En mocht dat Halagisch toch onverhoopt niet lukken, dan moeten we kijken hoe hiermee om te gaan om beschadigingen te voorkomen. Sommige klusjes zijn lastig, maar het leven is vaker gecompliceerd dan eenvoudig en dus blijft er (helaas?) werk aan de rabbinale winkel!

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website.

 

 

 

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn 29 dec. 2022

Met de woorden “bijna back to normal” eindigde ik mijn vorige dagboek en de Chanoeka-Toer 2022/5783.  Maar, zo vroeg ik me vandaag af, wat is “bijna back to normal”?

Gisteren was er een Brit Mila in Vinitza, Oekraïne. Rabbijn Mendel Kohen van Mariupol, nu tijdelijk in Israël woonachtig, was ingevlogen eergisteravond en gaat vanochtend, als alles goed is met de baby, weer terug. Hij is dus ook een mohel, een ritueel besnijder en wil niet meteen terug, want stel er moet nazorg gepleegd worden…  De foto van de Brit is niet van erg hoge kwaliteit.  Maar ja, wat kun je verwachten van een huis zonder verwarming en zonder verlichting omdat er geen elektriciteit is!  Omdat rabbi Mendel natuurlijk goed moest kunnen zien wat hij doet, werd er nog ergens een lamp gevonden die op z’n minst een beetje kon bijschijnen. De lamp werkte op batterijen, maar hoe lang nog de batterijen voorradig zullen zijn, is als een gokspel, poker, of, als u dat prefereert: een Russisch Roulette. Is het ‘normal’ dat Mendel even naar Oekraine vliegt en de laatste honderden kilometers rijdt? Als u denkt dat hij betaald wordt voor de brith milah of dat de ouders zijn ticket en kilometers vergoeden, dan heeft u het mis. Ik weet honderd procent zeker dat zelfs als de ouders van de baby een vergoeding zouden aanbieden, Mendel het pontificaal zou weigeren. Is dit ‘normal’?

Overigens liet hij mij weten dat hij geen moeite had om gisterochtend op tijd wakker te worden, hoewel hij bekaf in Vinitza was aangekomen, want bij afwezigheid van een elektrische wekker, hebben de Russen ervoor gezorgd dat het luchtalarm afging en de vermoeide rabbi Mendel zich niet heeft verslapen maar op tijd was om naar het ochtendgebed in sjoel te gaan. We mogen ons afvragen of de ochtenddienst, de middagdienst en de avonddienst wel zo ‘normal’ zijn, te midden van rakettenregen.

Als u de foto ziet, kijk dan even naar het gezicht van Shaul, de rabbijn van Vinitza. Het is een door-en-door vrome uitstraling die hij heeft. De eerste rabbijn die ik in Oekraine op mijn eerste Oekraine-reis ontmoette, jaren en jaren geleden, was rabbi Shaul. Midden in de nacht reed hij mij naar het graf van de Ba’al Shem Tov in Mezibush, een urenlange reis op een nagenoeg onbegaanbare snelweg vol met diepe kuilen. Overdag bestond er geen mogelijkheid want het dagprogramma was door de Christenen voor Israël voor mij dusdanig ingevuld, dat er nergens een ontsnappingsmoment was om even ergens naartoe te gaan, zeker niet enige uren! Die rabbijn Shaul is een en al rust en vertrouwen. Zijn uitstraling voor en na het begin van de oorlog is hetzelfde gebleven. Indrukwekkend. Dat is echte vroomheid, dat is een echte rabbijn. Waarmee ik Rabbi Mendel niet tekort wil doen, want in Vinitza valt nog te leven, de huizen staan nog overeind. Maar Mariupol is nagenoeg geheel verwoest en het gezag is door de Russen overgenomen. Het moet pijnlijk zijn voor Mendel te zien hoe Rabbi Shaul z’n rabbinale taak nog kan uitvoeren, maar zijn Joodse Gemeente is totaal verwoest en zijn Joden of gevlucht, velen via hem naar Israël, of bezweken aan verwondingen.

Ik zit nu in de lounge van Schiphol op weg naar Bazel, Zwitserland. Mijn vlucht vertrekt om 9:10 uur en vanavond ben ik weer terug. Reden van mijn bezoek? Kan ik niet vermelden vanwege privacy… Maar waarom vermeld ik dan überhaupt dat ik naar Bazel vlieg?  Een goede vraag. Mijns inziens behoort een rabbijn inzage te geven in zijn activiteiten omdat leden en bestuurders daar recht op hebben. Iets afdoen met ‘ik kan het niet vertellen om reden van privacy’ vind ik niet acceptabel. Want als het inderdaad niet verteld mag worden, zwijg dan. Maar anderzijds dienen ook bestuurders te beseffen dat privacy gerespecteerd moet worden. Het is voorgekomen dat ik bestuurders neuzend in mijn archief heb aangetroffen. Ook was een notitieboek zoek met vertrouwelijke informatie en werd maanden later gevonden op een bureau waar het zeker niet had mogen liggen. Conclusie: privacy moet gerespecteerd worden, maar nooit misbruikt. En dus geen zwart-wit verhaal, maar een gezonde en verantwoorde balans, de gouden middenweg. Ik denk dat dat ‘normal’ is, en het verdwenen en teruggevonden notitieboek met persoonlijke en vertrouwelijk informatie een schoolvoorbeeld van grensoverschrijdend gedrag. En als ik als rabbijn iets vertrouwelijk moet houden, is het onjuist om te vertellen dat ik een geheim heb, maar niet wil vertellen wat dat geheim is. Ik moet dan gewoon niets zeggen en ook niet laten blijken dat ik op Schiphol zit op weg naar Bazel.

Wat Mendel en Shaul in levensgevaarlijk Oekraine doen is geweldig! Wat het geheim is van hun kracht, opofferingsbereidheid en naastenliefde, weet ik niet. Maar het is verre van ‘normal’.

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website.

 

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn van 25 december 2022

De Chanoeka-Toer zit er voor dit jaar weer op. Vandaag heb ik de laatste 390 km gereden en geschiedde er een wonder. Het plensde. Om 16:15 uur zou op de Markt van Bourtange de Menora worden aangestoken, maar om 15:50 uur belt de heer Willem Fokkens, voorzitter van de Stichting Synagoge Bourtange, dat het weer dermate slecht is dat we het aansteken moeten verplaatsen naar de sjoel. Mijn opmerking dat de gebruikelijke belangstelling zeker niet in de sjoel past, werd afgewimpeld met de opmerking dat er nauwelijks publiek zal zijn. Net voordat ik Bourtange binnenreed, stopte de regenbui. En toen ik enige minuten later de Vesting binnenreed, stond triomfantelijk de Menora op de Markt omringd door een iets kleinere meute dan andere jaren, maar in sjoel zou het zeker niet gepast hebben! Voor de 30ste keer heb ik, samen met de burgemeester, en zonder regen, in het hoge noorden het licht mogen brengen. Voor talloze Joden uit de Duitse grensstreek en uiteraard voor Joodse inwoners van de brede omgeving is dit een van de hoogtepunten van het Joodse jaar. Maar ook zien we jaarlijks inmiddels bekende niet-joodse gezichten. Omdat mijn benzinetank bijna leeg was, absoluut niet genoeg om thuis te kunnen komen, vroeg ik de aanwezige politie waar ik (na de toespraken, na het aansteken van de Menora, na het Ma’oz Tsoer en na de broodjes) een tankstation kan vinden dat open is. Het bleek dat ik twee jaar geleden aan dezelfde politieagent dezelfde vraag had voorgelegd. Alleen toen had hij mij voorgereden en dit jaar kreeg ik uitsluitend instructies en moest ik het zelf maar uitzoeken. Hetgeen overigens wel goed is gelukt. Donderdag hebben we genoten, nadat de Menora was aangestoken, van soep en van cabaret Quatsch in Arnhem. Uitgaande sjabbat was Kampen aan de Chanoeka-beurt. Een gigantisch grote opkomst en voortreffelijk georganiseerd. Locatie? De steeg naast de sjoel. In Winterswijk en in Enschede was ik gevraagd om niet alleen de Menora aan te steken, maar ook een korte lezing te geven. Maar kort is relatief en de korte lezing in Winterswijk nam bijna 50 minuten. In Enschede werd mij slechts 10 minuten spreektijd gegeven. Maar ik denk dat ik met vlag en wimpel de 10 minuten heb overschreden en dat er meerdere spelden hadden kunnen vallen… Beide plaatsen hadden zeer goed voor de inwendige Chanoeka-mens gezorgd, dus het was goed toeven in de bovenzaal van de mooiste sjoel van Nederland en in de volle sjoel van Winterswijk.

In Winterswijk werd de Sjammasj aangestoken door de burgemeester van Lochem. De locatie waar een antisemitisch incident vorige week had plaatsgevonden. Enerzijds wordt de dader opgespoord, anderzijds had ik de burgemeester voorgesteld om in Winterswijk samen de Menora aan te steken om met licht de duisternis van het antisemitisme te verdrijven, de positieve benadering dus. Uiteraard ontstond er een gesprek tussen Lochemse burgervader en ondergetekende.

Van ’t Erve, de Lochemse burgervader, had zich al lang voor het recente incident verdiept in de geschiedenis van Joods Lochem. Hij juicht het toe dat de voormalige synagoge nu een educatief monument is. Een monument, ter nagedachtenis aan de Lochemse Joden, en educatief, een wapen in de strijd tegen antisemitisme. Na de oorlog had zijn voorganger het pand gekocht van het NIK, de wettelijke vertegenwoordiger van de nagenoeg geheel uitgeroeide Joodse Gemeente Lochem.  Helaas, zo vertelde mij de burgemeester vol schaamte, heeft de burgemeester van direct na de oorlog (of misschien ook nog in de oorlog) de synagoge voor een sluw en onacceptabel zacht prijsje verworven. Er werd een fikse korting op de aankoop van het gebouw bedongen “want de synagoge functioneerde niet meer als gebedsruimte”. De enkele overlevenden moesten dus betalen voor… Hopelijk worden dit soort smerige spelletjes opgemerkt en meegenomen bij de restitutie van oorlogstegoeden.

Overigens was ik decennia geleden in Venlo waar een soortgelijk probleem speelde: er was een bom gevallen op de synagoge, waardoor er in de waterleiding een gat was ontstaan en water wegstroomde, maandenlang. De voorzitter van de Joodse Gemeente Venlo, een van de zeer weinig overlevenden, kreeg na de oorlog meteen een gepeperde rekening gepresenteerd voor het watergebruik en heeft die ook nog braaf in bevrijd Nederland betaald!

De jaarlijkse Chanoeka-toer was weer geweldig. Op negen plaatsen ben ik geweest. En net voor Chanoeka, hadden Blouma en ik ook nog even snel ons 50-jarig huwelijksjubileum gevierd.  Kinderen waren ingevlogen en nadat de meute was vertrokken hebben we sjabbat jl. aan de Joodse gemeente Amersfoort, onze thuishaven, een kiddoesj aangeboden. Ons huis staat nu vol met bloemen, JNF-bomen en andere presentjes.

Morgenochtend minjan in Almere. En daarna: bijna back to normal.

 

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website.

 

 

Het wonder (?) van de Menora van Mariupol. Dagboek van de Opperrabbijn 18 december 2022

Ik ben er helemaal klaar voor: mijn Chanoeka-Toer 5783. Vandaag eerst Eindhoven en daarna Zutphen, dacht ik. “Dacht ik”, want er kwam een onverwachte prelude. En ik doel nu niet op de kennismaking met de nieuwe burgemeester van Eindhoven, Jeroen Dijsselbloem, en de Commissaris van de Koning van Brabant, geënsceneerd door het bestuur van de Joodse Gemeente Brabant. Want die ontmoeting zat al in de planning. Ook de aanwezigheid in Eindhoven van Mevrouw Fentay Rachel Alamu, First Secretary van de Israëlische ambassade, was mij al bekend. Neen, de prelude kwam uit Mariupol! Gisteravond, knap laat, kreeg ik een telefoontje van rabbijn Mendel Kohen met de vraag of ik zijn whatsapp al had gezien. Omdat ik in de auto zat en appen en rijden bij mij niet samengaat, want dat mag ik niet van Blouma, was mijn antwoord negatief. Mendel kon zich niet meer inhouden. Ik moest en ik zou zijn whatsapp acuut bekijken. Ik dus een parkeerplaats op en in mijn whatsapp bijgaande foto van een Menora. Niets bijzonders, hoor ik u denken, gewoon een Menora!

Mijn gedachten dwaalden af naar de Chanoeka-video’s van afgelopen jaren. Rabbijn Mendel presteerde het om honderden toeschouwers bijeen te krijgen voor het publiekelijk ontsteken van een gigantische Menora. Er waren toespraken, muziek en er werd uitbundig gedanst. Natuurlijk was er spanning, want sinds 2014 verkeerde Mariupol in oorlog en ontregelden de Separatisten het dagelijkse normale leven met raketinslagen en andere oorlogshandelingen. Diverse keren ben ik er geweest en steeds weer nieuwe onaangename verrassingen. De eerste keer de confrontatie met het massagraf uit de oorlog. Tien meter breed en 11,6 kilometer (ja, u leest het goed) lang. Zeventigduizend slachtoffers waarvan zestienduizend Joden.

Bij een van mijn volgende bezoeken de ontmoeting met de hoogbejaarde vrouw die als jong meisje de moord op de eerste slachtoffers, de Joodse gemeenschap van Mariupol, had gezien. Voor het eerst durfde ze haar verhaal met de meest afschuwelijke details te delen! De afgrijselijke beelden had ze haar hele leven meegedragen.

Omdat de sjoel van Mendel te klein was geworden en een mislukte aanslag bijna z’n leven had gekost, kwam er een groter en beter te bewaken gebouw. Rabbijn Mendel was druk aan het inzamelen om het nieuwe gebouw te kopen in plaats van te huren, maar toen gooide Covid roet in het Oekraïense eten. Mendel werd met spoed in een privévliegtuig, een soort vliegende ambulance, naar Israël overgebracht en Baroeg Hashem: kantje boord heeft hij Covid, na weken IC in een Israelisch ziekenhuis, overleefd. Maar dankzij Covid en de verkeerde medicatie die hem in Mariupol was toegediend, bleef hij na herstel mank lopen. Om dat te repareren was hij bij toeval (dat niet bestaat), in Israël toen Mariupol door Poetin werd veroverd en volledig in puin werd geschoten. Van het levenswerk van rabbijn Mendel Kohen was niets meer over. Zijn nieuwe sjoel was letterlijk een ruïne. Slechts een honderdtal Joden bevindt zich nog in Mariupol. Dit jaar zou uiteraard geen grote Menora publiekelijk worden aangestoken en ook niet de kleinere Menora in sjoel, dacht Mendel. En over dat “dacht Mendel” ging die WhatsApp, die ik op de parkeerplaats gisternacht moest en zou bekijken.

De eigenaar van het gebouw, van wie Mendel de sjoel huurde, is een niet-joodse man die in een dorp op zo’n twintig km van Mariupol woont. Hij had gisteren, sjabbat, besloten om de ruïne van zijn pand te bekijken. Valt er nog iets te herstellen? En in die ruïne, naar zijn zeggen onder zeventig centimeter puin, vond hij op de eerste etage de ongeschonden Menora uit wat eens de synagoge was. Meteen een bericht naar Mendel met de vraag, van de niet-joodse eigenaar, of en hoe hij morgen ingaande Chanoeka de Menora kan aansteken…en dus, als dadelijk in Eindhoven voor het Stadhuis van Eindhoven in de grote Menora het eerste lichtje wordt aangestoken en Mendel in Israël zoveel mogelijk leden van zijn voormalige Joodse Gemeente Mariupol voorziet van Menora’s en kaarsjes, steekt de niet-joodse eigenaar van de voormalige sjoel van Mariupol ook het eerste kaarsje aan. Teken van hoop, licht in duisternis? Weliswaar niet het wonder van het kruikje olie, maar toch!  Van alles gonsde door mijn hoofd gisteravond op die parkeerplaats. En als het bij mij al gonsde, hoe moet dat dan zijn in de gedachten van Mendel als hij zijn Menora ziet branden op wat eens zijn grote sjoel was, het centrum van zijn levende prachtige Joodse Gemeente.

Voorlopig kan Mendel niet terug en is er ook niets om naar terug te keren. Ik ga mijn toespraken voorbereiden. Om 16:30 uur zullen Blouma en ik fysiek in Eindhoven zijn en om 19:30 uur in Zutphen.  Maar ik weet zeker dat mijn gedachten zullen afdwalen naar Mariupol-Oekraïne.

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website.

 

Dagboek dagboek van de Opperrabbijn van 13 december 2022

Een goede morgen. Ik ben weer terug! Of het is opgevallen dat ik een dagboek weg was, weet ik niet, maar ik heb dus één dagboek overgeslagen. De reden was van persoonlijke aard: de bijzondere verjaardag van mijn Blouma en onze zoveelste trouwdag. En dus: een familiebijeenkomst en een onvergetelijke mooie en vermoeiende sjabbat jl. Count your blessings! Maar ook een bezoek aan Muiderberg naar mijn ouders, grootouders en overgrootouders die daar begraven liggen. Natuurlijk ging het reguliere (gezeur & niet-gezeur) ook gewoon door. De meeste e-mails heb ik even geparkeerd, maar gecompliceerde en eenvoudige vragen gewoon beantwoord en een nieuw probleem dat op mijn weg kwamen gepoogd op te lossen. En bij die poging werd ik onaangenaam geconfronteerd met een nare eigenschap. Niet iedereen heeft de moed om onderscheid te maken. Uitleg: ik krijg een telefoontje uit het buitenland. Een uiterst schrijnende kwestie, een drama in de privésfeer, dat zich in Nederland afspeelt. Hulp zou geboden kunnen worden door iemand met wie ik jaren geleden een conflict heb gehad dat er toentertijd nogal hard aan toe ging. Maar toen heeft niets met nu te maken. En dus neem ik contact op met mijn toenmalige tegenstander om een medemens in zeer grote nood te helpen. Geen reactie!  Menselijk drama nu mag kennelijk niet opgelost worden vanwege een al niet meer bestaand conflict toen. Zonder mezelf op de borst te slaan en zeker bewust van vele persoonlijke tekortkomingen die ik nog moet zien op te lossen in mezelf, zal ik nooit weigeren medemensen in nood te helpen met volle overgave. Ook als die medemens me ooit dwars zou hebben gezeten en mij pijn heeft gedaan. En zelfs als het conflict van toen zich ook nu afspeelt. Ik verwacht van mezelf als rabbijn en van een academisch geschoolde tegenstander onderscheid te kunnen maken en nimmer uit een soort gevoel van wraak een medemens hulp te weigeren en zelfs overleg te weigeren. Sic, maar helaas wel een veel voorkomend probleem! Maar wat zich in mijn kleine wereldje afspeelt zien we ook in het grote bestaan. De corruptie in de EU, de zwendel en ontucht in de sportwereld, het gemak dat Qatar geaccepteerd wordt, de rellen vanwege een buitenlandse voetbalploeg die geweldig presteert en Free Palestine (en dus antisemitisme) dat te pas en meestal te onpas te berde wordt gebracht. Overigens heb ik nog steeds geen reactie ontvangen van mijn wijkagent over het gesprek dat ik inmiddels een half jaar geleden heb aangevraagd met de ouders van een klein snotaapje dat meende mij op sjabbat te moeten toeroepen Free Palestine. Het conflict tussen Poetin en Zelenski zal zonder onderhandelingstafel niet opgelost kunnen worden. En hetzelfde geldt voor de ouders van het snotaapje en mij als Jood. Uiteraard ben ik ervan doordrongen dat mijn Free Palestine ruzie totaal qua ernst in het niet valt bij de oorlog in Oekraïne, maar oorlogen beginnen zeer kleinschalig en hebben alles te maken met piepkleine beginsituaties. Het moge duidelijk zijn dat ik me als zichtbare Jood verre zal moeten houden van voetbal-overwinningsfeestjes, in mijn eigen Nederland, waar ik al zeker tien generaties woonachtig ben. (Kijk maar naar de foto waar mijn kleinkinderen die voor de graven staan van de grootouders van mijn grootouders!)  En toch ben ik van mening dat Nederland zijn grenzen moet openstellen voor vluchtelingen die hun eigen land vanwege vervolging moeten ontvluchten en ben ik er trotst op dat ik, aan het begin van mijn werkzaamheden voor het Sinai Centrum, 36 jaar geleden, vele vrouwen uit Marokko mocht helpen. “Want in Marokko gingen ze ook naar de Rabbi.” Ja, de rellen rondom het WK deugen niet en zijn onaanvaardbaar. Maar generalisering deugt ook niet.

We gaan weg. Uitstapje naar de Zaanse Schans, bezoek aan de Snoge in Amsterdam en natuurlijk onze eigen sjoel bekijken met een rondleiding door Louk de Liever, mijn vriendje. Ik wil dat mijn kleinkinderen hun afkomst kennen, de plaats zien waar hun moeder of vader iedere sjabbat naar sjoel ging. En het zien van en luisteren naar een overlevende van drie concentratiekampen is in mijn optiek (mijn vader was opticien!) van grote educatieve waarde.

 

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website.

 

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn 8 dec. 2022

Omdat mijn kinderen en kleinkinderen dadelijk moeten worden afgehaald van Schiphol, ze komen uit Montreal aanvliegen, ben ik al door de wekker wakker geworden. Ik had nog naar bed terug willen gaan, maar in plaats daarvan zit ik nu achter mijn computer mijn dagboek te schrijven. Overigens vraag ik me wel af of mijn dagboek voor mij een dagboek is of een therapie. Mijn antwoord, na vluchtig nadenken: therapie!  Als ik mijn dagboek schrijf filter ik wat ik wel en wat ik niet kan neerschrijven en dus reflecteer ik op de afgelopen dag(en). En dat filteren en nadenken is voor mij een goede zaak en brengt mij tot geestelijke rust. En dat heb ik zeker nodig, want ik krijg nogal wat te verwerken!  Een van de rabbijnen uit Oekraïne, die ik overigens slechts oppervlakkig ken, wonend in G. zit nu in Berlijn als vluchteling en kan niet meer terug. De reden: G. was door de Russen veroverd. Hij bleef in G. en wilde, zo vertelt het bericht, zijn kehilla niet in de steek laten en ‘terwijl de Russische en Oekraïense kogels om z’n oren vlogen’, bleef hij helpen waar nodig met voedselpakketten voor de zieke en zwakke bejaarden. In zijn sjoel kwamen Russische Joodse soldaten dawenen. Inmiddels is G. heroverd door de Oekrainers en wordt hij beschuldigd van landverraad, omdat hij de Russische soldaten onderdak bood. Zijn goede vriend is inmiddels gearresteerd, want die had een Russische piloot verstopt, nadat de Oekrainers G. weer hadden heroverd, en hem veilig en wel teruggebracht naar de Russische troepen, een paar straten verderop. Hem staat levenslang te wachten. Een dierbare vriend van mij, een van de gevluchte rabbijnen uit Oekraine, is de mening toegedaan dat zijn collega te vriendelijk is omgegaan met de Russen. Als je decennialang gesteund bent door Oekraine en nu dus kiest voor de Russen en met hen zonder blikken en blozen aanpapt, dan was je verkeerd bezig. Dat de rabbijn, die nu rabbijn is op de Krim, mee is gegaan met de Russen en meteen na de inval niet de benen heeft genomen, vindt mijn vriend-rabbijn ook onacceptabel. Oeps, dacht ik spontaan. Ik ben ook, notabene als gast van Poetin, met veel honneurs ontvangen op de Krim nadat die veroverd was door Poetin. Er werd een monument onthuld ter nagedachtenis aan de Joden die in WO II waren omgekomen. Poetin zag ik als een grote vriend van Joden en Israél. Ik heb nog een prachtige foto van Poetin met de rabbijnen in het Kremlin. Volgens mijn bevriende rabbijn had ik nooit naar Poetin mogen gaan.  Maar ja, een uitnodiging afslaan had ook toentertijd zijn repercussies kunnen hebben. Maar als ik mezelf eerlijk de spiegel voorhoud, dan was ik gewoon buitengewoon vereerd om deel te mogen uitmaken van een EU-rabbijnen-delegatie die waren uitgenodigd op het Kremlin. Voeg daarbij dat ik nooit een hoge pet (hoed) ophad met Oekraïne en al zijn massagraven en net een bezoek had gebracht aan het Joodse museum in Moskou. Want in dat, door Poetin opgerichte museum, had ik ook de meest afschuwelijke foto’s gezien van de Oekraïense moordpartijen in WO II en mijn antipathie voor Oekraine kreeg een gevoelige boost. En nu, nog maar weinig jaren later, kan geen fatsoenlijk mens meer accepteren hoe de Russen omgaan met Oekraine en is de anti-Oekraine-boost al totaal niet meer werkzaam bij mij.

Ik ontving een schrijnend telefoontje uit het buitenland. Een vader is ernstig ziek en heeft nog maar kort te leven. Zijn dochter, woonachtig in Israël, roept mijn hulp in. Haar broer, die in Nederland in een psychiatrisch ziekenhuis al tientallen jaren verblijft, wordt bedreigd met uitzetting. Of ik kan helpen. En dus ga ik aan de slag. Dochter zou gisteren om 18:00 uur terugbellen. Is niet gebeurd. Een advocaat die ik wilde inschakelen en met wie ik ooit een conflict heb gehad, was door mij benaderd. Hij zou in deze situatie volgens velen kunnen helpen. En mijn conflict van toen heeft voor mij niets met het nu te maken. Een medemens in grote nood helpen overstijgt voor mij alles. De advocaat zou me terugbellen. Is niet gebeurd!

Goed en slecht. Loyaal of verrader.  Proactieve inzet en gemakzucht. Het loopt vaak gecompliceerd door mekaar.

Em ondertussen, nog maar net terug uit Sofia waar twee dagen is gefilosofeerd over Hate Speech, werd er in Lochem een deur ingetrapt voor de woning waar enige tijd terug Stolpersteine werden gelegd. De dader moet en zal, zo geeft burgemeester Sebastiaan van ’t Erve aan, worden gevonden. In zijn gemeente is geen plaats voor antisemitisme. We gaan samen op donderdag 22 december publiekelijk de Menora aansteken. En na afloop van de menora-ceremonie een lezing van mij over ’Vrijheid’. De essentie van Vrijheid, zo zal ik vertellen, is: Vrijheid moet beperkt zijn. Maar waar die beperking ligt, is lastig. Vereist zuiverheid van geest, echte vroomheid en G’dvrezendheid. Had die Oekraïense rabbijn die Russische piloot moeten uitleveren aan Oekraine? Is het juist dat die advocaat vanwege een conflict van jaren en jaren geleden niet reageert? Had ik Poetin toentertijd mogen bezoeken en bijna vereren?

Mijn dochter liet me net weten dat ze zijn geland op Schiphol en dat de stewardessen haar complimenteerden voor het gedrag van haar zes kleine kinderen. Zoiets heet een Kidoesj Hashem, een heiliging van G’ds Naam of in moderne terminologie: een goede PR voor Joden en Israël!

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website.

 

Dagboek van de Opperrabbijn 4 deember 2022

Mijn KLM-airmiles probleem is opgelost, maar het blijft een moeizame kwestie dat er zo’n gigantisch tekort is aan personeel. Of het nu bij KPN is, in de ziekenhuizen of waar dan ook. Het is zoals het is en wat van ons, en dus zeker ook van mij, wordt verlangd is: geduld! Het opbrengen van geduld wordt natuurlijk wel een pijnlijke kwestie als iemand medische hulp nodig heeft. Voor hoeveel medemensen komt de medische hulp te laat?

Jaarlijks komt een bewoner van onze woonwijk een prachtige bos amaryllis brengen. De reden is me niet erg duidelijk, maar die jaarlijkse bloemenhulde wordt door ons buitengewoon gewaardeerd. Bij deze dus, als u ook behoort tot mijn dagboekeniers en dit dus leest: dank!

Het was gisteren, zondag, een bijzondere dag. Nadat ik ‘s nachts slechts enkele uurtjes had geslapen, zat ik gisterochtend om 4:15 uur in de taxi naar Schiphol op weg naar Sofia. Omdat ik in Parijs moest overstappen heb ik mijn dagelijkse 20 minuten snelwandelen wel gemaakt. Charles de Gaulle is een doolhof waar ook doolhof-specialisten verdwaald raken. Dan moest ik weer mijn paspoort laten zien, trap op, trap af, shuttle in, shuttle uit. Uiteindelijk ben ik aan boord gekomen en zette ik om precies 13:55 uur voet op Bulgaarse bodem. En toen begon het proces van het intens verhogen van mijn gevoelens van hoogmoed. Nou moet u beseffen, beste dagboekenier, dat hoogmoed gelijk staat aan afgodendienst. De door hoogmoed geleide mens gelooft weliswaar in het bestaan van G’d, maar tegelijkertijd is hij een fervent aanhanger van de afgod IK. Nu klinkt deze opmerking weliswaar nogal zalvend, maar laten we er geen pijnstillende doekjes om winden: de oorlog in Oekraine heeft als enige oorzaak de hoogmoed van een enkel persoon die door ieder, koste wat het kost, gediend moet worden. Iedere ruzie en dus iedere oorlog heeft als diepe oorzaak de afgod IK.

Maar ter zake: waarom zit ik nu in het peperdure Balkan Hotel in Sofia naast het presidentiële paleis, de woning van de Premier en het gebouw van het Bulgaarse Parlement. Menachem Margolin, de algemeen directeur van de EJA, European Jewish Association, wilde dat ik aanwezig zou zijn bij een bijeenkomst, een soort congres over Hate Speech. Aanwezig zullen zijn, allerlei openbare aanklagers en juridische grootheden uit Bulgarije en de rest van Europa en er lopen ook een paar Israëliërs rond, waaronder ook twee Druzen. De rest van de ca. honderd deelnemers zal vandaag, naar ik verwacht, verschijnen. Omdat ik een georganiseerd mens ben (eigenlijk een beetje te, maar daarover nu even niet) wilde ik vooraf ook alvast kijken of de terugreis, dinsdag aanstaande om 6:00 uur, goed geboekt staat. En inderdaad staat het er goed in op de website van Air Bulgaria, alleen kan ik er niets aan toevoegen, zoals bijvoorbeeld mijn paspoortnummer, omdat bij het hokje ‘gender’ niets staat. Who cares, dacht ik, maar ik kan dus niet inchecken als dat gender niet staat ingevuld. Dat was verbazing nummer één. Toen ik uit het vliegtuig was gestapt werd ik, aan het eind van de slurf, opgewacht door twee dames die wisten wie ik was en die ik moest volgen. De een liep voor mij en de ander linksachter. Een sanitaire stop werd niet toegestaan, ondanks mijn redelijk hoge nood. Een aantal deuren van het vliegveld gingen open en na een minuut of twee zat ik in mijn eentje in een snikhete shuttlebus. De dames zaten naast de chauffeur, een van de dames deed me denken aan Maigret, maar dan in vrouwelijke uitvoering. We reden recht af op een gebouw dat voorzien was van zo’n beetje alle vlaggen die onze aardbodem rijk is. Daar werd mij op vriendelijke wijze mijn koffertje ontnomen door een mijnheer die mij daar stond op te wachten. Vervolgens werd ik, na m’n paspoort te hebben afgegeven aan iemand anders, het toilet ingeloodst. Toen ik na enige minuten weer in de zaal was, waar inmiddels nog een paar heren en dames waren verschenen, werd ik voorgesteld aan een man die aangaf van een of ander ministerie te zijn en dat hij mijn beveiliger zou zijn voor de komende twee dagen en dat ik me dus geen zorgen hoefde te maken. Nou had ik er helemaal niet aan gedacht om dat wel te gaan doen, maar nu ik daarop zo nadrukkelijk werd geattendeerd en inmiddels in een kogelvrije auto was geduwd, van een privéchauffeur was voorzien en achter mijn geblindeerde auto een politieauto met zwaailicht stond opgesteld, begreep ik dat ik veilig was en me geen zorgen hoefde te maken.

Aangekomen bij het Balkan Hotel werd ik door staf en medewerkers aan alle kanten begroet, automatisch ingecheckt, en mijn koffertje naar mijn kamer gebracht. Jaäcov, een oudere man die ik recentelijk nog in Krakau/Auschwitz had ontmoet, bleek vloeiend Hebreeuws en Engels te spreken, terwijl in Krakau en ook op eerdere congressen ik alleen met hem kon spreken in het Engels via zijn assistente/tolk. Het was inmiddels 15:00 uur en ik kreeg te horen dat ik tot 19:00 uur mocht gaan rusten. Nou is rusten, en dan ook nog vier uur, niet echt iets dat bij mij past en dus beleefde ik dit bijna als Hate Speech. Dat werd begrepen en vervolgens kreeg ik toestemming om de grote sjoel van Sofia te gaan bezichtigen en heb ik een paar uur als toerist door deze prachtige stad gelopen. Uiteraard mocht ik me niet vrijelijk bewegen, maar werd ik vergezeld door mijn bewaker en een van de politiemannen die achter ons had gereden en nu dus kennelijk 24/7 voor het hotel de wacht hield. Het is nu bijna 7 uur in de ochtend. Om 8:15 uur komt mijn bewaker me ophalen en word ik naar een echte sjoel gebracht. Met echte bedoel ik de synagoge van Chabad waar het ochtendgebed plaatsvindt. De schitterende synagoge van gisteren (zie foto) is helaas voornamelijk gedegradeerd tot museum. Overigens heb ik heel rustig bijna zeven uur geslapen. Ik vermoed dat deze unieke slaapprestatie het gevolg was van een veilig gevoel. In de kamer naast de mijne sliep mijn beveiliger. En, zo verzekerde hij mij, ik hoefde me niet ongerust te maken, want als hij sliep werd hij afgewisseld door een tweede medewerker van de Nationale Veiligheidsdienst die in de kamer tegenover mij de nacht zou doorbrengen. Op mijn wellicht ietwat onnozele vraag waarvoor dit allemaal nodig is, kreeg ik als antwoord dat dit van hogerhand was opgelegd. Dit antwoord inspireerde mij en ik hoop dat ook ik steeds zonder te veel vragen te stellen steeds mijn levensopdracht, die ook door Hogerhand wordt bepaald, zal mogen opvolgen. Er wordt geklopt op mijn deur. Ik moet naar sjoel.

.

 

 

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website.

 

 

 

Moordenaars kregen (in KLM-terminologie) een upgrade. Dagboek van de 30 november 2022

In een column van mijn vriend Afshin Ellian schreef hij over de nazimethoden die Rusland nu gebruikt tegen Oekraïne onder het mom van het denazificeren van Oekraïne. Nu waren de Oekraïners ook niet zulke lekkere jongens gedurende de Holocaust, gezien de honderden massagraven die door de Oekraïners spontaan werden gevuld zodat de Nazi’s, eenmaal in Oekraïne, veel werk bespaard bleef. Maar het bewust verhongeren van burgers was het patent van nazi-Duitsland die ze van Stalin hadden overgenomen uit de begin jaren dertig. En die manier van oorlog voeren is nu overgenomen door Poetin. Ik vermeld dit niet alleen vanwege mijn bijzondere band met Oekraïne, waar ik gewoonlijk twee keer per jaar kwam, maar ook omdat mijn Blouma vernoemd is naar haar grootmoeder die in het door Duitsland belegerde Leningrad door honger en uitputting is omgekomen. Ook haar man, Blouma’s grootvader, omgekomen twee dagen voor Chanoeka, en twee van hun kinderen, broer en zus van mijn schoonmoeder, lieten het leven bij het beleg van Leningrad. Wat dus in eerste instantie werd verteld door mijn schoonmoeder als een stuk door haar beleefde geschiedenis, herhaalt zich. De geschiedenis is geen geschiedenis meer! De ouders, broertje en zusje van mijn lieve en moedige schoonmoeder rusten in een massagraf, ergens in Leningrad.

Maar er speelde zich ook een andere oorlog af, tegelijkertijd. De strijd tegen de Godsdienst in het algemeen en tegen de Joodse Godsdienst in het bijzonder. Communisme was de enige waarheid en je daaraan niet onderwerpen had bittere sancties tot gevolg. Siberië voor de ouders en voor de kinderen communistische heropvoeding. Ook die heropvoeding is geen geschiedenis meer, en zelfs niet alleen in China! Oekraïense kinderen werden/worden bij hun ouders weggehaald. Dit aspect, de strijd tegen de godsdienst, was precies de strijd van Chanoeka, de strijd van de Grieken en de Hellenisten tegen de Joden. Waarbij de aantekening dat de Hellenisten ook Joden waren, maar via heropvoeding en dreiging hadden ze voor de makkelijkste weg gekozen, de weg van meedoen met de (Griekse) meerderheid, helaas ook vaak vrijwillig.

Dit gonsde gisteren door mijn hoofd, toen ik thuis zat te werken nadat ik de afgelopen weken even te veel had gereisd.

Overigens heb ik vandaag uren en uren aan de telefoon gezeten met KLM-klachtenafdeling over mijn vlucht van JFK naar AMS. Het Delta computersysteem gaf aan dat ik niet aan boord was. Na keiharde bewijzen dat ik wel in het vliegtuig zat, zijn de medewerkers van KLM het erover eens dat ik die vlucht heb gemaakt, maar het computersysteem is niet op andere gedachten te brengen.

En terwijl ik verwoede pogingen in het werk stel om de mij toekomende XP’s en punten te krijgen, ontvang ik een ernstig bezorgde e-mail van een overlevende van de oorlog vanwege een uitspraak op TV van de directeur van het Verzetsmuseum in Amsterdam. De directeur probeerde, volgens schrijfster, uit te leggen dat verzetshelden geen helden waren, maar verzetsmensen.

Leest u de onderstaande reactie die ik, en de directeur van het verzetsmuseum, ontving:

Een kleine vraag, wordt u nu niet beroerd van uzelf, waarom moet u als directeur van het Verzetsmuseum nu zulke dingen doen??? Wordt u daar vrolijker van, of wil u laten zien hoe geweldig u wel niet bent?

Ik besta door VerzetsHelden, het zijn mijn Helden en met u heb ik geen ene bal te maken, leuk hè! Ik persoonlijk word misselijk van zulke mensen als u, lekker olie op het vuur gooien.

En mensen wederom uit hun comfortzone halen, hebben wij niet genoeg meegemaakt, geleden?  Knap hoor, wat zal u trots zijn op uzelf! Weest u blij dat u geen overlevende bent van VerzetsHelden die mij het leven hebben gegeven.”

Ook andere (hoogbejaarde) overlevenden voelden zich pijnlijk in de steek gelaten, maar hadden de kracht niet meer om hun  protest te uiten.

De KLM-chaos verdween in het niet. Hoewel de schrijfster van de brief wellicht ietwat ongenuanceerd reageert, slaat ze wel de spijker op de kop (van de directeur van het verzetsmuseum). Natuurlijk zijn ook moordenaars mensen en waarschijnlijk producten van hun opvoeding. Maar met zo’n redenering bestaan er dus überhaupt geen misdadigers meer.

Ik ben een groot voorstander van nuancering. Maar ook de nuance moet zorgvuldig en genuanceerd worden gebracht. Is het verstandig dat de directeur van het verzetsmuseum nuanceert zonder voldoende rekening te houden met (nazaten van) verzetshelden en overlevenden, notabene in een tijd van opkomend antisemitisme? De verzetshelden relativeren/degraderen tot verzetsmensen en de moordenaars een upgrade (om even in KLM-terminologie te spreken) geven? Dat kan de bedoeling niet zijn geweest, maar kwam helaas bij velen wel zo over.

 

 

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website.

 

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn van 27 november 2022

De laatste dagen had ik een flinke kou te pakken. Wisselend weer, een veel te vol programma, gezeur, te weinig slaap en dan moet ik oppassen om het niet te begeven. Gisteren, zondag, na een fijne normale sjabbat, was een dag van uitsluitend simches. Begonnen met een flinke uitslaap en geïnspireerd door een prachtige verklaring die ik sjabbat met mijn lernmaatje Avi tot me heb mogen nemen. Wat was nu feitelijk het wonder van het kruikje olie met Chanoeka? U weet het natuurlijk: er was genoeg olie voor slechts één dag, maar die hoeveelheid koosjere olie bleek acht dagen te voldoen. De acht dagen die nodig waren om nieuwe olie te vervaardigen. Maar hoe was dat in z’n werk gegaan? Een simpele en voor de hand liggende vraag. Er zijn maar liefst vijf antwoorden op.

  1. Alle olie uit het kruikje werd in de menora gegoten. En de volgende dag bleek het kruikje weer vol te zijn en kon de menora weer worden aangestoken.
  2. Alle olie was in de menora gegoten en dus was de volgende dag het kruikje leeg, maar de menora was wel weer op wonderbaarlijke wijze vol.
  3. De Maccabeeërs keken vooruit en verdeelden de olie in acht gelijke hoeveelheden om zo iedere dag op z’n minst een beetje te laten branden. En toen bleek de verbrandingssnelheid van de olie te zijn verlaagd en het achtste deel brandde de volle 24 uur.
  4. Ze deden het hele kruikje in de menora, maar de volle menora verbrandde dusdanig langzaam dat het volume van één dag er acht dagen over deed.
  5. En nu de meest aansprekende verklaring: de olie brandde gewoon met de gewone normale snelheid van verbranding die past bij gewone reguliere olijfolie. De olie brandde en verspreidde licht, maar verbrandde niet!

Wat is de diepere betekenis van deze vijfde verklaring die mij de afgelopen dagen inspireerde? De olie brandde op natuurlijke wijze, maar verbrandde niet. Met ander woorden: leef normaal, maar besef dat ook het normale ons verstand vaak overstijgt. Sta met beide benen in de gewone samenleving, zonder je niet af, trek jezelf niet terug, heb oog voor de realiteit.. Maar weet dat ook het normale vaak niet te vatten is. En dus vraagtekens plaatsen terwijl je weet dat er geen rationeel antwoord zal volgen is zinloos.

Ik was bij een bar-mitswa in het buitenland. In de familie speelt zich een tragedie af. Waarom? Joost mag het weten, zeggen we in het Nederlands. En dus zijn vrienden opgestaan en hebben het initiatief genomen om het bar-mitswa feest tot een groots festijn te maken, zonder vraagtekens, zonder de mogelijke schuldvraag te stellen. Dat is de vijfde betekenis van het kruikje olie.

Met een goede vriendin van ons gaat het niet goed. Psychische en lichamelijke klachten. De artsen tonen weinig belangstelling voor haar. Hoe kunnen we haar steunen? Uiteraard door te helpen om de juiste artsen te vinden en te pogen een afspraak voor haar te regelen. En door voor haar te dawenen. Alleen dawenen is niet genoeg, maar uitsluitend overgeleverd zijn aan de willekeur van de normale wachtlijst in het ziekenhuis is ook niet voldoende.

De olie brandde normaal, maar verbrandde niet!

Het is nog geen Chanoeka, maar de lessen al tot ons nemen kan niet vroeg genoeg!

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website.

 

Dagboek van de Opperrabbijn 16 november 2022

Mislukt! Nadat ik mijn stokpaardje had gelanceerd in Arnhem en daarna in Ysselsteyn, ging het mis op het lyceum.  

Wat is mijn huidige stokpaardje? GRIJS, en dus niet zwart-wit! Polarisatie, de tegenpool van GRIJS, is mijns inziens de bron van zeer veel ellende. Bij de herdenking zondag jl. in Arnhem en daarna op de Duitse oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn, was de leidraad van mijn toespraak het grijze gebied. In de oorlog waren er collaborateurs (zwart) en verzetsstrijders (wit). Maar de overgrote meerderheid, negentig procent volgens de historicus Presser, zat in het grijze gebied. En dat zwart-wit-grijs speelt zich nu wederom af. De Russen zijn de bad-ones en de Oekraïners de good-ones. En het grijze gebied wordt overgeslagen. Ik vermeldde in mijn beide toespraken de ontmoeting met een Joodse vrouw die bevrijd was door de Russen en zwaar had geleden onder de wrede Oekraïense kampbewakers. Velen in Israël voelen die nuance erg goed aan en het was dan ook niet zo verwonderlijk dat de toespraak die de Joodse Zelensky hield via Zoom in de Knesset veel minder werd gewaardeerd dan hij wellicht verwachtte. Begrijp me s.v.p. niet verkeerd. De oorlog in Oekraïne is afschuwelijk. Valt van (bijna) geen kant goed te praten. Maar het lijden treft ook Russische soldaten die als kanonnenvlees weerloos op de fronten worden geplaatst, letterlijk geen kant op kunnen en of zwaargewond of in een kist huiswaarts mogen keren. Maar op die Duitse oorlogsbegraafplaats liggen ook SS’ers en collaborateurs van het meest kwalijke soort. Maar ook een Joodse Duitse soldaat die na de bevrijding in een interneringskamp voor Duitse krijgsgevangen soldaten door een Duitse militaire rechtbank onder toeziend oog van de Canadese bevrijders ter dood werd veroordeeld wegens desertie. En vervolgens werd hij gefusilleerd met door de Canadese bevrijders aangeleverde geweren en wederom onder toeziend oog van de Canadezen. Zijn laatste rustplaats is Ysselsteyn, te midden van (on)schuldige Duitse soldaten, SS’ers en Nederlanders die zwaar fout waren geweest. En de zielige kindsoldaten, die doorgaans inderdaad onschuldig zijn en ook in Ysselsteyn hun laatste rustplaats hebben gevonden, bleken toch niet zo onschuldig te zijn als de benaming kind-soldaat doet vermoeden. Tussen de gesneuvelde Duitse soldaten zaten velen die geen kant op konden en dus tegen wil en dank een regime moesten verdedigen waarmee ze zich geheel niet wilden vereenzelvigen. Maar van die kindsoldaten is het bekend dat ze op fanatieke wijze achter de Nazi-ideologie bleven staan, tot de dood erop volgde.

Vrede wordt niet verkregen door polarisatie, integendeel!  Daags nadien heb ik op een Arnhems lyceum tweehonderd leerlingen mogen toespreken en ze dezelfde boodschap willen overgedragen. Maar dat mislukte dus. Er werd voor mijn gevoel niet geluisterd. Ik kreeg geen grip op de leerlingen. Wellicht is dat niet mijn publiek en was mijn verhaal niet inspirerend genoeg. Maar vorig jaar had ik op een ander lyceum in Arnhem hetzelfde aantal leerlingen mogen toespreken. Een speld kon je horen vallen! Ik hield toen geen toespraak, maar was in gesprek met de leerlingen. Maar maandag lukte dat van geen kant. Complicerende factor was de zaal. De zaal was dusdanig groot dat ik alleen met de voorste rijen oogcontact kon krijgen. Los hiervan stonden er palen in de zaal en was er geen microfoon voor de leerlingen die vragen wilden stellen, waardoor ik tig keer de vraag moest laten herhalen voordat ik kon antwoorden. Vorig jaar op dat andere lyceum zaten de leerlingen als in een arena en kon er dus goed oogcontact zijn. Het bleek, bij navraag, dat ook dit lyceum een theater/arena had, maar die kon niet gebruikt worden. Voor mijn gevoel had ik dus beter niet kunnen spreken want goodwill heb ik niet kunnen kweken door het ontbreken van contact met de zaal. Voeg daar nog aan toe dat ik door het gebruik van een woord, dat ik kennelijk beter niet had kunnen gebruiken, uitgebreid werd uitgelachen en u begrijpt het: missie mislukt!

Een klein succesje had ik wel behaald. Tegen het eind van mijn optreden (afgang) kwam op de eerste rij een leerlinge te zitten met een hoofddoekje. Ik was juist aan het vertellen dat er in ons land door velen ontzettend wordt gegeneraliseerd over ‘de’ moslims. ‘De’ moslims bestaat niet. Er zijn schurken die moslim zijn, maar er zijn ook heel veel moslims die keihard afstand nemen van ieder vorm van geweld en discriminatie. Er wordt vergeten dat de meeste slachtoffers van IS moslims zijn en dat in WO-II in ons land geen moslims woonden maar wel 80% van mijn familie werd vermoord en dat het de Nederlandse politie was die doorgaans de Joden uit hun huizen haalden om ze vervolgens in Nederlandse treinen naar de vernietigingskampen af te voeren.

Toen ik de zaal al had verlaten kwam dat meisje van de eerste rij met het hoofddoekje naar me toe. Ze was volledig overstuur en huilend dankte ze mij omdat ik de nuance had aangebracht en de polarisatie, richting de moslims, keihard had veroordeeld.

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website.

 

 

 

RSS
Follow by Email