Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit naar Dubai. Dagboek van een Opperrabbijn 9 december 2020

Het was weer een aaneenschakeling van e-mails beantwoorden. Verrassend was het initiatief van een mij onbekende die alleen een Joodse vader heeft. Hij wil een website opzetten met als titel: “vraag het de rabbijn”. Ik vond het fijn dat juist iemand die dus halagisch niet-joods is mij hiervoor benadert. Ik heb dus meteen contact gemaakt en mijn participatie toegezegd. De bedoeling is dat mensen hun vraag online stellen en dat de beheerder, hij dus, dan de vragen doorstuurt naar een van de deelnemende rabbijnen. Dat er een soort voorselectie plaatsvindt lijkt me verstandig, maar hoewel hij dacht dat de vragen zich zouden beperken tot vragen over kennis, verwacht ik veel meer hulpvragen. Een hulpvraag is erg lastig schriftelijk te beantwoorden. En dus is mijn voorstel dat de rabbijn vanaf een onherkenbaar nummer de vraagsteller belt. De ervaring heeft mij geleerd dat de meeste vragen die bij mij komen verkleed zijn in een eenvoudige feitelijke vraag, maar dat achter die simpele vraagstelling een veel diepere vraag of probleem schuilgaat. Die problematiek kan ik niet bemerken als de vraag schriftelijk is gesteld. En dus gaat de master van de website aan de slag en kijken hoe we het kaf van het koren kunnen scheiden, maar tegelijkertijd het kind niet weggooien met het waswater. Ik ben benieuwd! Hoewel ik dus te laat was opgestaan, doordat ik veel te laat naar bed was gegaan, werd mijn werkdag te klein. Speciaal ook omdat ik voor de SGP naar Veldhoven moest komen voor een Israel uitzending waarin een soort debat over antisemitisme en over de vraag hoe de politiek omgaat met Israël. En dat was dan net leuk. Ik had namelijk aan mijn vriend Louk de Liever een fles Israëlische wijn gebracht speciaal uit Judea en Samaria, die door de anti-Joodse-lobby gebombardeerd zijn tot zogenaamde ‘bezette gebieden’ en deze besmette producten moeten voorzien worden van een label waarop de origine herkenbaar is. Dus product van Israël is natuurlijk uit den boze, maar ook afkomstig uit Judea en Samaria wordt niet geaccepteerd. Er moet staan: product uit ‘bezet gebied’. En terwijl ik net na mijn wandeling uit de binnenstad van Amersfoort, waar Louk woont, was teruggekomen, zie ik een bericht dat in Dubai producten uit de zogenaamde ‘bezette gebieden’ mogen worden verkocht zonder label omdat dat de economie van de Palestijnen ondersteunt. Ik ben benieuwd of de Verenigde Naties nu een resolutie gaan aannemen tegen de Verenigde Arabische Emiraten en nog meer ben ik benieuwd hoe ons Ministerie van Buitenlandse zaken zal reageren. Sturen ze nu een aantal medewerkers om de Kamer van Koophandel in Dubai te bekeuren, zoals ze dat een paar maanden geleden in Nijkerk hebben gedaan? Ervoor zorgen dat het dierenleed in de abattoirs wordt beperkt, daarvoor was er niet genoeg personeel beschikbaar, maar die paar flesjes heerlijke Israëlische wijn uit de ‘bezette gebieden’, daarvoor was kennelijk genoeg tijd en personeel en dat was echt belangrijker dan onnodig dierenleed. Maar zelfs als die berichtgeving nog niet klopt, maakt dat niet uit. Want in de politiek kan de waarheid van vandaag, de leugen van morgen zijn of andersom!

Om 18:00 uur vertrokken naar Veldhoven, vlakbij Eindhoven, voor de Israël-avond van de SGP. Het begon om 20:00 uur en duurde tot 21:15 uur. Wat een geweldig programma, wat een energie heeft de SGP hier ingestopt. Wat een pro-Israël warmte.  En wat ben ik dankbaar dat ik hieraan mocht meewerken. De achtergrond was een grote foto van Jeruzalem met daarvoor de brandende menora. Perfecte muziek, live-interview met iemand uit Israël en iemand anders uit Irak. Het was geweldig. Maar ik moest natuurlijk wel nadenken wat ik zou zeggen. Het kost energie, maar G.Z.D. heb ik die. Om 23:15 uur was ik thuis, gevloerd. Het dagboek geschreven en nog een gesprek gehad met een politieke topper om te proberen een visum te krijgen voor een vader die in Israël woont, gescheiden is en zijn twee kleine kinderen, die bij zijn ex wonen in Nederland, wil bezoeken. Probleem: een visum wordt niet toegekend vanwege corona. De topper gaat kijken wat hij kan betekenen. En nu, mijn trouwe dagboekenier, als u een uur en vijftien minuten niet weet wat te doen met uw tijd, klik dan op deze link:  https://youtu.be/NYJQaIjQIt8 . Geniet van onze Israël vrienden, want die hebben we echt!

 

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Een Gemiste Kans. Dagboek Van Een Opperrabbijn 8 december 2020

Vanochtend werd ik pas om 9:15 uur wakker. Geen idee waarom. De meest voor de hand liggende reden was dat ik gewoon moe was en dus langer sliep dan normaal. Om 10:15 uur was ik klaar met het ochtendgebed en om 14:30 uur ontbeten. Wel natuurlijk een flink aantal koppen koffie, maar voor het ontbijt wel eerst nog even kijken naar de WhatsApps en e-mails. Dat is bij mij een bijna neurotische verplichting alvorens ik mag ontbijten. Gevolg is vaak dat er zoveel te beantwoorden is, dat het ontbijt automatisch verandert in een lunch en nog net niet de avondmaaltijd wordt. Nog voordat ik dus aan de e-mail ging, het klinkt bijna als een verslaving, kreeg ik een onverwacht telefoontje van een goede vriend die al bijna negen jaar in Israel woont. Tot zijn vertrek spraken we elkaar bijna dagelijks. Hij was ook werkzaam in het Nederlands Joodse circuit en zodoende hadden we veel gemeen aan ervaringen. Het was leuk om hem even te spreken. Dat even duurde overigens meer dan een uur. En daarna dus eerst de Apps. Een noodkreet van een vader die in Israel woont, gescheiden is en die van plan is om zijn kleine kinderen, die bij zijn ex in Nederland wonen, te bezoeken. Hij doet dat twee keer per jaar. Probleem is dat hij nu geen visum krijgt vanwege corona. Of ik dat even kan regelen. Was daar dus meteen mee aan de slag gegaan, maar is nog steeds niet gelukt. Maar ik geef niet op! De vader heeft zich laten testen en heeft dus volgens hem en volgens het ziekenhuis in Rechovot, dusdanig veel antibodies dat hij niet meer ziek kan worden en ook niet anderen ziek kan maken. Het is me nog niet gelukt. Iemand die wellicht soelaas zou kunnen bieden stuurt me zojuist (om 23:52 uur) een bericht dat het nu te laat is om te bellen. Misschien kan ik morgen iets bereiken voor deze zielige, aardige en zachtmoedige vader.

In de e-mail een adviesvraag. De persoon woont in een buurt waar het vuurwerk de hele dag door weerklinkt. Hij voelt zich daar niet meer veilig, durft niet meer de straat op en weet niet wat te doen. Ik werd dus kennelijk geacht het antwoord te geven.

Dan een mevrouw die duidelijk uit een zwaar Christelijk milieu afkomstig is, maar recentelijk heeft uitgevonden dat haar overgrootmoeder Joods was via de vrouwelijke tak en zelfs op een Joodse begraafplaats ligt begraven. En dus is ze Joods en wil ze terug naar haar oorsprong. Wel lastig voor haar man en kinderen die trouwe kerkgangers zijn. Ik heb haar meteen gebeld en uitgenodigd voor een ontmoeting, waarbij ik wil dat ook haar niet-joodse man aanwezig zal zijn. Voor hem is haar verlangen om naar haar Jodendom terug te keren een schok en een bedreiging, juist omdat ze samen christelijk zijn grootgebracht en zij een kant opgaat die met de christelijk opvoeding niet te rijmen valt. Overigens is ze erg dankbaar aan haar betovergrootmoeder, want doordat die zich had afgekeerd van het Jodendom zijn haar nazaten in staat geweest de oorlog te overleven. Terwijl haar broer en zus in Sobibor werden vermoord.

Een artikel uit het FD, dat ik al had gelezen, werd me toegestuurd. Roofkunst die niet is teruggegeven aan de Joodse eigenaren of hun nazaten. Lag en ligt gewoon in Nederlandse musea. Er is heel wat afgestolen door de Nederlanders. Denk even aan die kwestie Menten. Vele Nederlandse grootheden hadden schalen met boter op hun hoofd.

Aan Kamp Amersfoort heb ik nog niets kunnen doen: wat was er gaande in Kamp Amersfoort in en na de oorlog? Welk geheim nam die oud-gedetineerde mee z’n graf in?

Om 16:00 uur had ik mijn tweewekelijkse Zoom cursus voor de 65-plussers uit Amersfoort. Die had ik dus grondig willen voorbereiden, maar om 15:00 uur een telefoontje van iemand die het echt niet meer zag zitten. Ik moest hem dus even uit het dal halen. Gelukt! En dan nog net voor het begin van de cursus een jonge man die geschorst is omdat hij voor zijn religieuze waarden wilde opkomen, en dat was uiteraard in ons landje niet geoorloofd. De cursus had ik dus helaas niet kunnen voorbereiden, maar misschien juist daarom liep het gesmeerd. Later op de dag kwam er nog onverwacht bezoek en helemaal aan het eind een e-mail uit Brussel van de EJA – European Jewish Association met de vraag of ik bekend was met Huize Doorn. In Der Spiegel had een heel artikel gestaan over roof van Joodse kunst of zoiets, want ik had het nog niet echt begrepen. Zal er mogen voor gaan zitten, want het is een groot artikel en voordat ik reageer is het wel zaaks dat ik weet waarop ik reageer. Tijdens de 65+ cursus werd er gebeld. Ik even de cursus, die ik zelf dus geef, verlaten om open te doen. Een pakje met een dure fles wijn, zoals ik later uitvond. De bezorgster vroeg wat die (Joodse) letters op mijn deur betekenden. Ze vroeg het met belangstelling, maar ik kon haar niet antwoorden omdat ik dus midden in die cursus zat. Jammer want ze wilde het echt begrijpen en door niet te antwoorden kweekte ik geen goodwill, terwijl we dat echt nodig hebben als Joodse Gemeenschap in Nederland. Helaas dus een gemiste kans.

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Bijna vier opnames, Dagboek van een Opperrabbijn, 7 december 2020

Het was een opnamedag. In mijn Sinai periode, toen ik daar nog zeer actief was als geestelijk verzorger, was dat gewoonlijk een zwaarbeladen dag, want wie wil er nou worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis? Opname in de psychiatrie is toch immers een schande! Fel heb ik steeds gestreden tegen deze zienswijze. Het is geen schande om naar een huisarts, een internist, een oogarts of psychiater te gaan. Sterker nog: het getuigt van moed en realiteitsbewustzijn als iemand de moed heeft en het gezond verstand om zo nodig een psychiater in te schakelen. Het taboe dat er hangt rondom de psychiater moet doorbroken worden. Anderzijds heeft een patiënt ook het recht om zich te generen. Ik mag hem of haar niet forceren om zich niet te schamen, hoe onterecht ik dit persoonlijk ook vind. Mezelf verplaatsen in de gedachtewereld van de ander vind ik essentieel. Bekend is toch die grap van A en B die een meningsverschil hebben. A komt bij de rabbijn, legt zijn visie uit en de rabbijn geeft hem gelijk. B gaat ook naar dezelfde rabbijn en krijgt ook gelijk. C gaat naar de rabbijn en zegt tegen de rabbijn dat het toch niet zo kan zijn dat de rabbijn zowel A alsook B gelijk geeft. Waarop de rabbijn aan C zegt: U hebt ook gelijk! Deze grap heeft u wellicht al eens gehoord. Het toont het gedraai van een rabbijn, erg komisch! Maar in feite is dit helemaal geen grap. Als ik A heb aangehoord en mij verplaatst heb in zijn gedachtewereld en in zijn specifieke situatie, dan is het heel wel mogelijk dat ik van mening ben dat hij gelijk heeft. Idem kan ik ook overtuigd zijn van het gelijk van B die vanuit zijn perspectief inderdaad volkomen gelijk kan hebben. En ook C heeft gelijk. Vanuit mijn eigen beleefwereld zal ik of het eens moeten zijn met A of met B. Alleen word ik geacht om niet vanuit mijn eigen zienswijze te luisteren, maar van mij wordt verwacht dat ik me in de wereld van de vraagsteller verplaats. Toen ik zojuist een langdurig gesprek had met een mevrouw die slaande ruzie had met haar man, vond ik dat zij echt gelijk had, nadat ik me in haar situatie geheel had ingeleefd. Alleen gelijk hebben en gelijk krijgen is niet hetzelfde. En dus moest ik me gaan verplaatsen in de denkwereld van haar man, die ik nauwelijks ken, om haar in zijn denkpatroon in te voeren en zo tot een oplossing te komen. Zoiets heet dus ook tolerantie. Bereid zijn om vanuit de zienswijze van de medemens te denken en zo tot respect voor de ander te komen, ook als zijn achtergrond, manier van denken, intelligentie, gender, financiële situatie enz. enz. sterk van de jouwe verschilt. Betekent dat dan ook dat ik een crimineel moet respecteren? Of iemand die overspel pleegt of anderzijds verslaafd is aan een onzedelijk gedrag of aan gokken of drugs? Natuurlijk niet, maar de vraag is wel of ik optreed als rechter of als hulpverlener. En als hulpverlener is het natuurlijk goed als ik zelfs de crimineel begrijp. Maar als zijn optreden tegen de Wil van G’d ingaat, zal mijn doel toch echt moeten zijn: correctie. Ik benader hem met liefde, want ik begrijp hem. Maar krom mag ik niet recht praten. In onze alles-mag-en-alles-kan samenleving wordt onder tolerantie verstaan een bijna onbegrensd “alles accepteren”. In het Jodendom bestaan er grenzen en wordt liefde soms tot uitdrukking gebracht door correctie. Maar om te kunnen corrigeren zal ik hem of haar toch echt moeten begrijpen.

Maar, en nu ga ik even terug naar het begin van mijn dagboek van vandaag: het was vandaag een opname dag! Eerst een opname voor een toespraak van iets meer dan zeven minuten die een onderdeel gaat worden van de jaarlijkse (virtuele) overhandiging en de (virtuele) plaatsing van een Menora in het gebouw van de Eerste en Tweede kamer, daarna een toespraakje van drie minuten voor de derde dag Chanoeka, vervolgens een opname voor Family7 van een uur en tenslotte zou ik in de sjoel van Amersfoort zijn van 20:00 tot 21:30 uur voor een gesprek met Roelof Bisschop, de parlementariër van de SGP, over antisemitisme. Dat had dus vandaag mijn vierde opname zullen zijn! Had zullen zijn, want net voor ik naar sjoel zou gaan werd het gesprek afgelast omdat de cameraman in quarantaine moest en naar ik begreep ook de heer Bisschop zelf. Maar geen zorgen. Aanstaande woensdag krijg ik een herkansing met Cees van der Staaij. Maar dan niet in de sjoel van Amersfoort, maar op een corona-vrije locatie in Eindhoven! Wat ik dan vanavond doe? Gewoon voorbereiden voor de komende week met vele Chanoeka toespraken. En, o ja, zojuist een telefoontje uit IJsland van de echtgenote van de nog jonge rabbijn die daar vrij recentelijk vanuit de USA naartoe is verhuisd. Een van de leden van de Joodse Gemeente heeft een kanjer van een probleem. En dan mag ik, als bestuurslid van de RCE, the Rabbinical Center of Europe, te hulp schieten met advies. Wel leuk! Het probleem helemaal niet, maar dat er een hulpvraag bij mij komt van een jonge collega, geeft een nuttig en fijn gevoel. Hopelijk zal ik goed kunnen adviseren en het probleem oplossen of op z’n minst verkleinen.

En het gesprek met de mevrouw die echt in een erg conflicterende situatie zit met haar man, van wie zij zegt dat hij moet worden opgenomen, omdat hij hard aan een psychiater toe is? We gaan er uitkomen. Het zal de nodige uurtjes gaan kosten. Haar man is bereid tot een gesprek. Een opname gaat er G.Z.D niet van komen!

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Foute Rechters, Dagboek van een Opperrabbijn, 6 december 2020

Probleem: voor het eerst sinds mijn corona dagboek nr. 1 heb ik het dagboek van donderdag jongstleden niet geschreven. Heeft niets met Corona te maken gehad, maar met Chanoeka moet ik op zoveel plaatsen spreken, dat ik dat even liet voorgaan. Maar, hoor ik u denken, dat doe je toch ieder jaar? Klopt, alleen dit jaar wordt er in de week vóór Chanoeka reeds van alles opgenomen op YouTube, Webex, Livestream, Microsoft-teams en allemaal nieuwe woorden/systemen waarvan ik tot voor Corona nog nooit had gehoord, laat staan gedroomd, omdat ik van het bestaan geheel niet op de hoogte was. Een toespraakje is voor mij nooit zo’n probleem, maar als ik bijvoorbeeld morgen drie verschillenden toespraken moet inspreken, voor verschillende groepen maar wel over hetzelfde onderwerp, namelijk Chanoeka, dan moet ik voorbereiden en aantekeningen op schrift zetten om te voorkomen dat ik alles door mekaar ga halen. Vandaar dus mijn eerste spijbelen, waarvoor excuus. Mocht u nu denken dat ik dus voor morgen alles al klaar heb op dit tijdstip van de dag (het is inmiddels 22:00 uur) dan vergist u zich. Zonder dat u dat hebt gemerkt was ik een paar dagen afwezig en ben vannacht weer thuisgekomen. Waar ik was? Privé! En dat mag, want op mijn dagboek waarin ik melding maakte dat ik mijn hoed had thuisgelaten en naar het strand was gegaan met pet en dus zonder hoed werd betrapt, kreeg ik veel bijval met de opmerking dat ik, ondanks mijn rabbijn-schap, toch recht heb op privacy. Dus ik was een paar dagen privé afwezig. Nou ja afwezig: de e-mails en telefoontjes gingen gewoon door. Maar vandaag werd ik opgeslorpt door een bericht in het FD waarin een Duitse rechter openbaar maakte dat 50% van de rechters na de oorlog een nazi verleden hadden. Onder hen ook een rechter die in Den Haag belast was met het ontvreemden van het geld van o.a. mijn familie. Hun foto’s hangen voor eerbetoon aan de muur van een officieel Duits Regeringsgebouw! Daarna las ik dat Biden Trump had vergeleken met Göbbels, de public relation man van het Duitse Rijk, en vervolgens viel mijn aandacht op een aantal artikelen over Forum voor Democratie waar het antisemitisme welig schijnt te tieren. Om de dag nog ‘gezelliger’ te maken werd mij een YouTube gestuurd waarin een Joodse man zijn zware en emotionele afkeer kenbaar maakte over een tentoonstelling in het Holocaust Museum in New York. https://www.youtube.com/watch?v=luawko-fboA&feature=youtu.be De tentoonstelling had niets met de Holocaust te maken, maar was een soort eerbetoon aan de door de politie gedode/vermoorde George Floyd. De Joodse man met keppeltje had geen goed woord voor de moord op deze Floyd, maar de vergelijking met de Holocaust vond hij onacceptabel en onaanvaardbaar. Meer dan zes miljoen mensen weren vermoord. Het plan was om een heel volk uit te roeien middels een buitengewoon goed georganiseerd misdadig en industrieel systeem. Nadat de hele wereld zweeg hebben de Joden recht op een gedenkplaats dat uitsluitend voor hen is, althans dat was de mening van de Joodse man die geëmotioneerd pleitte om de Holocaust niet te gaan veralgemeniseren door een man als George Floyd als het ware te gaan maken tot een deel van die Holocaust. Pijn moet niet met pijn worden vergeleken. Ieder verdriet mag zijn eigen plaats hebben. Die plaats wegkapen, want zo wordt dat beleefd, maakt de pijn buitengewoon en nodeloos pijnlijk. Gun de overgebleven Joden een plaats voor hun eigen verdriet, kaap die plaats niet weg! Ondertussen werd ik gebeld door een man en vrouw die een gigantisch huwelijksprobleem hebben. Goed luisteren en proberen advies te geven.

Inmiddels was ik een beetje wakker geschud door die nazi’s die nu plotseling netjes als hoogst betrouwbare rechters prijkten aan de muur van een of ander Regeringsgebouw. En daardoor kwam bij mij iets heel anders, maar toch soortgelijk naar boven: Voormalig Kamp Amersfoort! Cees Biezeveld, toenmalige directeur van de Politieschool die op het terrein van het voormalige kamp wilde een herinneringscentrum maken om te voorkomen dat de herinnering aan Kamp Amersfoort zou vervagen. Zijn plan werd niet door iedereen met gejuich ontvangen. Het herinneringscentrum mocht er niet echt komen. Ik herinner me dat ik toen een afspraak heb gemaakt met de toenmalige Commissaris van de Koningin, Jkh. Beelaerts van Blokland. Het herinneringscentrum kwam er uiteindelijk. Een dag na de onthulling, waarbij ik had gesproken, zat ik in de gevangenis van Groningen vanwege een herdenking van de Expoge, ex-politieke gevangenen. Naast mij een oude man met een waslijn aan medailles. Hij had mij horen spreken bij de inwijding van het herinneringscentrum Kamp Amersfoort. Hij was daar aanwezig als voormalig gevangene. Ik, nieuwsgierig als ik ben, vroeg hem wat er precies speelde rondom   de onwil om een herdenkingsruimte te maken. Zijn antwoord luidde: Ach er zijn van  die afschuwelijke kwesties die je liever meeneemt in je graf……….Daar kon ik het mee doen. Maar nu, geprikkeld door de nazirechters, wil ik toch proberen uit te vinden wat er heeft gespeeld in Kamp Amersfoort

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

 

Betrapt met pet! Dagboek van een Opperrabbijn 2 december

Het is lastig om het midden te vinden tussen overdrijven en naïviteit. De gulden middenweg is de juiste weg om te bewandelen, dat moge duidelijk zijn. Maar waar ligt die gulden middenweg? Van een oudere intelligente dame, een moedige vrouw, had ik al enige weken niet meer vernomen. En dus belde ik haar op en bleek ze al een tijdje een beetje te sukkelen met haar gezondheid. Goed dat ik haar had gebeld, maar ik voel me wel schuldig dat ik nu pas, na een paar weken, haar afwezigheid had bemerkt. Ondertussen, omdat ik haar had gebeld, is ze een paar van mijn dagboeken gaan lezen en stuurt me de volgende reactie: “Beste rabbijn Jacobs. Ik lees uit uw dagboeken dat u veel mensen ontmoet met persoonlijke problemen en dat u zich ernstige zorgen maakt over het opkomend antisemitisme. Dat lijkt me erg zwaar. Ikzelf vind het verschrikkelijk die ervaringen te lezen. Het is me te veel. Ikzelf ben groot geworden met de woorden ‘mag niet, anders maken ze je dood’ gedurende de oorlog. En na de oorlog moest ik in geuren en kleuren alle verschrikkingen aanhoren van overlevenden van de kampen. Voor mij begon de oorlog na 5 mei ’45. Ik wil al die ellende die u moet aanhoren liever niet lezen.” En dus, na deze reactie, vraag ik me af wat de gulden middenweg is. Ik probeer te waarschuwen voor het opkomend antisemitisme, maar ik moet, mag en wil absoluut geen paniek zaaien en zeker niemand die al pijn heeft, nog meer pijn bezorgen. Heel veel WhatsApps ontvangen om ‘het Joodse geluid’ te laten horen over de rel rondom Forum voor Democratie. Maar wat is ‘het Joodse geluid’? En ben ik dan ‘het Joodse geluid’? Maar zwijgen? Een goede vriend van mij, een niet-joodse psychiater, heb ik mijn probleem voorgelegd. Als ik m’n mond open doe gaan sommigen gillen of doe ik, bijvoorbeeld deze moedige vrouw, onnodig pijn. En als ik zwijg krijg ik klachten dat ik niets laat horen. Zijn reactie was heel duidelijk: “Als je nu je mond niet opendoet, ben je voor mij geen rabbijn meer. En als mensen door jouw opmerkingen verdrietig worden, help ze. Dat is toch jouw primaire taak als rabbijn.” Maar naast zorgen over het opkomend antisemitisme en alle daaraan gekoppelde spanningen, begint Chanoeka erg dichtbij te komen. Vandaag een telefoontje uit Jeruzalem om tijdens het aansteken van de menora bij mij thuis, zonder gasten, een filmpje te maken met een oproep om ook als het buiten niet mogelijk is vanwege corona de menora aan te steken, het vooral wel binnen te doen. De oproep moet in het Nederlands na het aansteken van het derde lichtje. Een tweede telefoontje, ook vandaag dus, uit Brussel om, ook na het aansteken van het derde lichtje, een boodschap in het Engels over een niet-religieus onderwerp, maar wel over Chanoeka. En de derde opdracht/verzoek kwam uit Zuid-Amerika om een toespraak te houden in het Nederlands van 25 minuten. Dat zal aan nog zeven opperrabbijnen gevraagd worden. Iedere avond zal een rabbijn uit een ander land spreken en voor ondertiteling zal gezorgd worden. Los hiervan heb ik komende week ook nog drie tv-opnames over…Chanoeka! Na al die telefonische verzoeken voor TV, zoom, video’s, Whatsapps en YouTube vraag ik mezelf af of ik wellicht beter regisseur kan worden. Maar ondertussen zal ik de komende week keihard aan de voorbereiding moeten werken. Voor het opnemen van de video’s heb ik al een vrijwillige professional gevonden. Maar aan mij de teksten! Dat is ook een spanning, maar wel fijn. Maar toch geven al die problemen spanning, verdriet en teleurstelling. Het werd me een beetje te veel. En dus heb ik vanavond gespijbeld. Blouma en ik hebben de auto genomen, naar het strand gegaan. Uiteraard ging ik niet met mijn hoed op, maar met een pet. Even incognito. Uitwaaien. Heerlijk! We lopen nog geen twintig minuten op de boulevard, ruiken het water, voelen de wind of plotseling roept iemand achter mij: rabbijn Jacobs! Waarom draagt u geen hoed. U zegt toch altijd dat we niet moeten zwichten voor het antisemitisme en onze Joodse kleding moeten behouden gelijk onze voorouders in Egypte. U zegt toch altijd dat u niet bereid bent uw hoed in te wisselen voor een baseball-cap! Ik wist even niet wat te antwoorden, ik voelde me betrapt met mijn pet, maar de wandeling was wel erg verfrissend.

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

“De arts belandt in de hel” Dagboek van een Opperrabbijn 1 December 2020,

Een bezoek aan iemand die ziek is neemt volgens het Jodendom een deel van zijn ziekte weg. Vandaar dat we dagelijks in het begin van het ochtendgebed vermelden dat het gebod om zieken te bezoeken vruchten afwerpt tijdens het aardse bestaan, maar de echte beloning wordt pas verkregen na dit aardse bestaan. Dit is mij natuurlijk al vele decennia bekend. En ik beken dat ik even zo lang tegen mezelf twijfelend zei: als een zieke maar genoeg bezoek krijgt, zou hij in principe gezond moeten worden. Daar heb je dus geen arts voor nodig! En het antwoord dat ik mezelf gaf was dan dat het natuurlijk niet zo letterlijk is als het er staat. Het is meer een beeldspraak. Met dat antwoord heb ik het al die jaren gedaan. Maar enige dagen geleden heb ik een passender antwoord gevonden, naar aanleiding van een ‘medisch’ advies dat ik aan iemand min of meer ongevraagd had gegeven. En ook naar aanleiding van een recent artikel in de weekend bijdrage van het RD.
In de Talmoed staat geschreven: “de beste der artsen belandt in de hel”. Het woord dat hier wordt gebruikt voor “de beste” is het Hebreeuwse woord “tov”. Ook als u het Hebreeuws niet beheerst dan nog kent u dit woord van bijvoorbeeld “mazzeltov” of van “een toffe jongen”. “Tov” betekent “goed”. Maar als dat zo is, wat vertelt ons dan de Talmoed met de bemerking dat “de beste der artsen belandt in de hel”? “Tov” is in numerieke waarde zeventien. Het hoofdgebed dat wij drie keer per dag uitspreken is het achttien gebed. Dit gebed wordt het achttien-gebed genoemd omdat er achttien lofzeggingen in voorkomen. Welke arts maakt een goede kans om na dit aardse bestaan in de hel te eindigen? Die artsen die weigeren om alle achttien lofzeggingen uit te spreken. Ze zijn bereid om er zeventien te vermelden. Zeventien keer G’d te danken. Maar de achttiende weigeren ze te zeggen, in die achttiende geloven ze niet: “Geprezen bent U onze G’d, die de zieken geneest”. Ze denken namelijk dat zij de zieken genezen! Vol hoogmoed benaderen zij hun patiënten, want zij, de dokteren, zijn immers de beslissers over leven en dood, over ziek en gezond. Artsen met zo’n opstelling belanden uiteindelijk in de hel.
Maar andersom werkt het ook. De arts die bescheidenheid uitstraalt, naar de patiënt luistert, meeleeft. Zo’n arts zal na dit aardse bestaan rijkelijk beloond worden. Maar dat niet alleen. Zijn begripvolle opstelling, zijn oprecht meeleven is voor de patiënten van wezenlijk belang. Ook bij een hopeloze medische diagnose zal de patiënt zich aanzienlijk minder gestresst voelen, want de arts leeft met hem mee. En daarover ging dat artikel in de bijlage van het RD. De genezende of op z’n minst de kalmerende werking die uitgaat van het woord van medeleven. De arts moet dus ook een beetje rabbijn zijn, zoals de rabbijn ook een beetje arts. Recentelijk had ik contact met een redelijk depressieve jonge vrouw. De pilletjes van de dokter nam ze niet, want ze had geen vertrouwen in het pilletje en al helemaal niet in de behandelend arts. Door goed naar haar te luisteren, door haar aandacht te geven, door oprecht begrip en medeleven te tonen, heb ik haar langzaam aan de medicatie gekregen en voelt ze zich recentelijk aanzienlijk beter. Pillen werken, maar woorden ook. En soms is medicatie de primaire genezer en het woord en begrip zijn slechts de hulptroepen. Maar vaak ook heeft het medicijn slechts een placebo werking en doet het woord de hoofdzaak. Toen het beroep “arts” nog niet bestond waren de rabbijnen vaak de artsen en de artsen de rabbijnen. De arts moet ervan doordrongen zijn dat hem door de Eeuwige de taak is gegeven om te genezen, maar dat alleen pilletjes niet voldoende zijn. En tegen mezelf zeg ik: wees er steeds van doordrongen hoe waardevol aandacht en begrip van de rabbijn kan zijn. Ik moet mezelf niet onderschatten en vooral in deze niet denken: wie ben ik? Hoogmoed: neen! Maar met valse bescheidenheid wordt ook niemand geholpen. Ja zeker, over het leven wordt uiteindelijk Boven beslist. Maar tot die beslissing er is………

Binyomin Jacobs, opperrabbijn

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

Dagboek van een opperrabbijn 30 november 2020

https://collive.com/91st-street-shul-shul-for-a-blossoming-neighborhood/

Klikt u even op deze link. Mijn zoon in New York heeft in zijn basement een sjoel. Waarom deel ik dat met u? Trotse vader? Zeker, maar daarom deel ik het niet. Vorige week mocht ik Amir en Annet Betsalel toespreken via een Zoom-bijeenkomst van de Joodse Gemeente Bussum. Even een uitleg: Amir is de chazan van deze bloeiende Joodse Gemeente. Ze zijn al vijfentwintig jaar in dienst van deze bloeiende  Joodse Gemeente. Ik schrijf heel duidelijk ‘ze’, want Annet is niet bepaald het type dat in de schaduw van Amir staat. Ze is ook zeer duidelijk aanwezig, zicht- en hoorbaar!  Als een van u, mijn trouwe dagboekeniers, nu denkt dat ik in de aanval ben en haar beticht van te luidruchtig, dan heeft u het mis. Net zoals Amir er altijd is voor zijn kehilla, zo ook is Annet 24/7 bereikbaar en aanwezig. Ze vierden dus beiden hun vijfentwintig-jarige-verbintenis met Joods Bussum. Vanaf deze plaats dus nogmaals: Mazzeltov! Mazzeltov! De nieuwe voorzitter van de Joodse Gemeente Miriam Nir had, met drie medebestuurders, een prachtige corona-proof party georganiseerd. Amir en Annet waren uitgenodigd ten huize van de oud-voorzitter Paul Joseph (Oud? Hoge leeftijd maar verre van oud). Daar stond een koosjer gecaterd diner klaar en na de maaltijd kwam bijna de hele kehilla op bezoek. Maar niet alleen de kehilla, ook kinderen en kleinkinderen vanuit de hele wereld. En ook ik mocht aanwezig zijn en gedurende drie minuten het jubilerende echtpaar toespreken. En dus ging mijn toespraakje over het getal drie. 1: Hashem (G’d), 2: het aardse en 3: de verbintenis leggen tussen Boven en het aardse: en dat is nu precies de taak van Amir en Annet die ze zo voortreffelijk tot uiting brengen, implementeren, om een modern woord te gebruiken. Maar ik heb nog iets gezegd, waarvan ik vermoed dat niet iedereen dat begrepen zal hebben en dat alles te maken heeft met bovenstaande link. Mijn zoon (Dovid) in Brooklyn New York heeft een sjoelgemeenschap opgericht, overigens al jaren geleden. Die sjoel groeide op de vorige locatie uit zijn voegen, is nu alweer enige jaren in zijn basement en dat is ook alweer te klein vanwege de groeiende gemeenschap. En dus gaan ze nu een echte grote sjoel bouwen, zoeken de publiciteit en hopen zo de financiën bijeen te krijgen. Maar daarvoor stuur ik u niet bovenstaande link! De naam van de sjoel is “Awraham Jitschak”. Jitschak was de schoonvader van een van de oprichters van de sjoel. Maar ook was hij een van de Rabbinale rechters van de grote chassidische Joodse gemeenschap van Crown Heights-Brooklyn. Omdat hij geen geld wilde verdienen met zijn rabbijn-schap was hij ook accountant en vanuit die hoedanigheid was hij de oudere collega van mijn zoon, die dus ook accountant is. Deze zeergeleerde rabbijn Yitschak overleed geheel onverwacht en op veel te jonge leeftijd.

Maar de sjoel draagt nog een naam: Awraham. Awremmel was het oudere broertje van Dovid, de oprichter van de sjoel. Onze Awremmel zl. overleed op 15-jarige leeftijd. In die sjoel leeft hij dus ook voort. Annet en Amir hebben ook een zoontje verloren als gevolg van een dramatische gebeurtenis. We delen onze werkzaamheden met Joods Nederland, maar ook delen we een soortgelijk verdriet dat een diepe en hechte band heeft gesmeed, wel en niet helaas. Volgens Blouma, die een ijzeren geheugen heeft, woonden Annet en Amir ten tijde van het drama nog in Oss en was het mijn idee dat Betsalel naar Bussum zou gaan. Ik herinner me dat niet meer, maar mocht dat kloppen (en dat zal haast wel als mijn Blouma dat zegt), dan ben ik erg trots dat ik de koppelaar ben geweest van die verbintenis. Jammer dat ik dan niet ook een persoonlijke mazzeltov heb gekregen van de Joodse Gemeente Bussum. Want als het klopt, had ik dat toch echt wel verdiend! Treur niet, bestuur van de Joods Gemeente. Ik ben bereid om alsnog de mazzeltov’s te ontvangen, want voor een mazzel-tov, (letterlijk: een goed gesternte) een goede wens, is het nooit te laat!

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

“Zeer geachte Opperrabbijn”. Dagboek van een opperrabbijn 29 november 2020

“Steeds frequenter en steeds intenser lees ik de volgende aflevering van uw dagboek.

Het is voor mij (vooral) de ethiek, de aanwijzingen daarvan, waar (ook) ik zoveel aan heb. Zo belangrijk (vooral ook) in deze tijd.

Het is vooral ook zo belangrijk dat u ons daarmee richting geeft dat wij (vooral van u) zo nodig hebben.

Ik denk daarbij, om maar iets te noemen, wat dat betreft wat u zegt over de Ysselsteyn-kwestie. Wat mij zo goed doet is dat u uw eerste visie, resultaat van oppervlakkige waarneming, feitelijk gedeeltelijk herroept en nuanceert nadat u zelf in Ysselsteyn bent geweest en u uzelf heeft laten voorlichten en goed heeft geluisterd naar de achterliggende bedoeling, waardoor u de nuance kon aanbrengen.  Zeer gefeliciteerd.”

Bovenstaande geeft mij een goed gevoel, want ik ben mezelf voortdurend aan het afvragen of ik wel goed bezig ben. Ik herinner mij Prof. Hans Bloemendal, de chazan-voorzanger, die na afloop van een uitvoering meestal drijvend nat van het zweet was, zo heeft hij mij persoonlijk verteld. Altijd weer was hij bang niet optimaal te hebben gezongen! Als ik een toespraak houd of een lezing geef, voel en zie ik of het overkwam. Maar een digitaal dagboek dat bij de lezer ergens heel ver weg op een scherm verschijnt, verklapt geen enkele reactie. Ik weet zelfs niet of het wordt gelezen! En als er wel reacties zijn, dan verschijnen die op facebook, waartoe ikzelf geen toegang heb. Maar mijn doel en mijn opdracht als rabbijn is om mensen tot steun te zijn vanuit het Jodendom. En daarom was bovenstaande reactie belangrijk voor mij. Binnen dit kader was het ook fijn dat ik een korte bijdrage mocht leveren aan een vergadering van zakenmensen die bijeenkwamen om te spreken over de ethiek van het zakendoen. Ik heb daar de volgende geschiedenis verteld. Een succesvolle zakenman bracht een bezoek aan zijn Rebbe. Het was de eerste keer dat hij de Rebbe thuis bezocht en wat hem opviel was de armoedige inrichting. Alles wat nodig was, was er, maar meer dan ook niet. Rebbe, vroeg de zakenman, waarom woont u zo armoedig? Een man van uw niveau, met uw contacten en uw invloed behoort in een riante villa te wonen, niet in een armoedig flatje. Mag ik je wat vragen, vroeg de Rebbe op zijn beurt. Waar woon jij dan? Ik, antwoordde de zakenman, ik woon in een paleis van een huis met alle voorstelbare luxe. En, vroeg de Rebbe verder, als je voor inkopen naar Leipzig gaat, waar woon je dan? In Leipzig, waar ik slechts een paar keer per jaar kom, heb ik een flatje. Maar, zo vervolgde de Rebbe, het past toch niet voor een groot zakenman als u om in een eenvoudig flatje te vertoeven! Dat klopt antwoordde de zakenman, en daarom heb ik een schitterende woning in mijn vaste woon- en verblijfplaats, maar in Leipzig ben ik maar tijdelijk. Hetzelfde geldt voor mij ook, reageerde de Rebbe. Mijn vaste woonplaats bevindt zich na dit aardse bestaan en daar hoop ik een riante bungalow te verwerven. Maar mijn verblijf hier op aarde is slechts tijdelijk. Geld is een middel, maar geld is niet het doel, probeerde ik de zakenlui bij te brengen. Of ze het hebben begrepen, weet ik dus niet want niemand was aanwezig.

Omdat ik afgelopen week toch nog even voor een gesprek op mijn Rabbinaat was in Amsterdam, bemerkte ik post die daar al wekenlang op mij lag te wachten. Waarom niemand even de moeite had genomen om de post door te sturen, is mij onduidelijk. Een van de brieven was van meer dan een maand geleden. Een drama wordt beschreven. Een Joodse grootvader die door zijn niet-joodse vrouw wordt verraden en zo in Auschwitz belandt en vergast.  Na de oorlog werd de vrouw door haar kinderen voor het gerecht gedaagd en belandt ze in de gevangenis. Haar kinderen worden op verschillende adressen ondergebracht. Een van hen, die dus volgens de Joodse wet niet-joods is, is nu hoogbejaard en wil graag Joods begraven worden op een Joodse begraafplaats. Haar dochter vraagt mij om te helpen, hoe dat zou moeten weet ik nog niet. Maar zeker is dat ik mijn uiterste best ga doen, maar niet nadat ik eerst mijn excuus zal hebben aangeboden, want een brief van 18 oktober beantwoorden op 26 november, is niet juist, eigenlijk onacceptabel! Welke oplossing het zal zijn, weet ik dus niet, maar ik zal er alles aan doen om een oplossing te vinden. Aan mij om creatief te denken, zonder de halaga ook maar op enigerlei geweld aan te doen, want halaga is halaga. Halaga betekent ‘wet’, maar in het woord halaga zit ook het woord ‘beweging’. Of er bewogen kan worden in dezen en hoe die beweging zal zijn: We gaan het zien. En als het onverhoopt niet gaat lukken, omdat er geen beweging in te krijgen is? Dan heeft dat dan ook zo moeten zijn en gaan we dat accepteren. Maar eerst op zoek naar ruimte om te bewegen!

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

 

Gedoopt ‘met de beste bedoelingen’. Dagboek van deen Opperrabbijn van 26 november 2020

Omdat ik bijna niet op het rabbinaatskantoor kom verstuur ik mijn papieren post, voor zover die nog bestaat, met een papieren enveloppe waarop ik een postzegel moet plakken. Omdat ik door mijn vorige tien postzegels heen was ging ik naar het postkantoor. Het postkantoor bestaat trouwens al heel lang niet meer in onze regio. Het is gewoon een kantoorboekwinkel die ook postzegels verkoopt en waar een doos staat waarin brieven gedeponeerd kunnen worden. Ik geef dus netjes aan dat ik een vel postzegels van €1 wil kopen. De mevrouw achter de balie en dus achter een plastic scherm, toont mij de postzegels en vraagt mij of de afbeeldingen op de postzegels aan mijn wens voldoen of dat ik misschien een ander soort postzegel wil hebben. Vervolgens, nadat ik ingestemd heb met de postzegels zoals ze mij die toonde en ik betaald had, wilde ik een van de postzegels op de enveloppe plakken die ik bij me had en die verstuurd moest worden. Ik had er nog even aan gedacht om de enveloppe op de weegschaal te leggen om te kijken of een postzegel van €1 voldoende was, maar op de weegschaal was een papier geplakt met daarop geschreven: storing. De dame achter de balie begreep kennelijk mijn twijfel en vroeg mij om haar mijn brief te geven opdat ze die kon wegen. En vervolgens legt ze de brief op de weegschaal waarop ‘storing’ stond en liet me weten dat €1 voldoende was. Ik vroeg me toen even af: wie is er gestoord: de weegschaal, de mevrouw achter de balie of ik? Maar na al deze extra service bij de aankoop van 12 postzegels, kwam de aap uit de mouw van de mevrouw achter de balie. ‘Mag ik u wat vragen? Wat vindt u van de hele toestand in de wereld rondom corona? Bent u ook van mening dat we allen in een trechter worden geplaatst?’ Ze heeft dus kennelijk het gevoel dat we door de Overheid of door de corona in een situatie belanden die onomkeerbaar aan het worden is. Ze was duidelijk erg bezorgd. Ik heb haar aangegeven dat uiteindelijk alles van Boven komt en dat we moeten aanvaarden zonder doemdenken en zonder onszelf in een trechter te duwen. Het wegen op de gestoorde weegschaal en de vraag aan mij of de afbeeldingen op de postzegels mij bevielen waren introducties die ze kennelijk nodig had om haar vraag te durven stellen. Ik verliet de winkel en hoop ik dat ik haar heb mogen helpen. Een onbelangrijk voorval, maar wie zegt mij dat deze ontmoeting minder waardevol was dan mijn quotes in het Financieel Dagblad in de krant van heden naar aanleiding van het gedoe rondom het Forum voor Democratie. Wat op onze weg komt moeten we oppakken, daar ligt op dat moment onze opdracht die van Hogerhand wordt aangereikt. Zo ook het gesprek rondom die postegels en zeker ook de ontmoeting die ik had met een overlevende van de oorlog. Als baby hadden zijn ouders hem weggegeven aan een katholieke vriendin. Zijn ouders werden vergast, de baby overleefde. Hij heeft nog wel herinneringen aan zijn onderduiktijd. Zo is hem bijgebleven dat zijn pleegouders hem ‘met de beste bedoelingen’ hebben laten dopen. Een Joods jongetje ‘met de beste bedoelingen’ laten dopen, gonsde het in mijn gedachte. Maar de uitleg volgde meteen. Het kleine Joodse mannetje had zowel hersenvliesontsteking alsook kinderverlamming gekregen, tegelijkertijd. Hij zou het niet overleven. Maar waar zou hij begraven moeten worden? De Joodse begraafplaats was natuurlijk niet aan de orde. Maar de Katholieke begraafplaats kon ook niet want hij was niet gedoopt. En dus hebben ze hem laten dopen opdat hij op z’n minst een graf zou kunnen krijgen. Laconiek reageert hij: ik kan nu dus alle kanten op! Het klinkt leuk, maar toont een tragedie. Hij is al decennialang bestuurder van een van de kleine Joodse gemeenten in ons land, omdat hij zich verbonden voelt met zijn ouders die hij nooit heeft gezien, maar die vermoord werden omdat ze Joden waren. Voor mij is deze man een held! En terwijl ik in het nu leef en vooruitdenk aan hoe we Chanoeka toch nog een beetje Chanoeka kunnen maken en dit jaar juist meer licht in duisternis, ben ik vandaag gebeld door Family7, door Christenen voor Israel en door EO-podcast van Margje Fikse NPO1 met het verzoek om mee te werken aan een oudejaars programma waarin ik met nog een aantal genodigden ga terugblikken op het afgelopen jaar, dat voor mij vandaag, met Chanoeka voor de boeg, nog lang niet voorbij is.

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Omdat het virus blijft: symptoombestrijding.  Dagboek van een Opperrabbijn, 25 november 2020

Ik ben nu officieel auteur! In het Joods Historisch Museum heb ik in aanwezigheid van Emile Schrijver mijn handtekening gezet onder het contract met uitgeverij Scholten. Er werden gedurende de korte ceremonie foto’s genomen en ik moest na afloop nog even wandelen met de uitgever en daar werden we, de uitgever en mijn persoontje, dan ook weer gefotografeerd. Hoe is dat boek tot stand gekomen? Wilde ik een boek? Had ik überhaupt gedacht aan een boek? Helemaal dus niet. Aan het begin van de coronatijd, net na Poerim, toen ik nog maar enige dagen in Montreal was om Pesach bij onze kinderen en kleinkinderen te vieren, kreeg ik een telefoontje van Prof. Emile Schrijver, directeur van het Joods Cultureel Kwartier. Of ik bereid was om een dagboek te schrijven met als titel: Opperrabbijn in coronatijd. Ik heb daar snel over nagedacht en omdat ik altijd met veel liefde “Kuifje in Afrika” had gelezen, trok het me wel “Opperrabbijn in Corona”. En wat zouden ze doen met dit dagboek? Nog niets. Te zijner tijd een tentoonstelling of een uitgave of niets. Ik dus braaf aan het schrijven vanuit het principe dat als iets op mijn weg komt, het wel een doel zal hebben. Maar na een paar weken schrijven met als enige lezer Emile Schrijver en ik inmiddels weer terug was in Nederland, belandde ik bij CIP, Christelijk Informatie Platform die mijn dagboeken erg graag online wilde zetten. Het zou uniek zijn volgens CIP: een opperrabbijn op een Christelijke site! Ondertussen plaatste ook Joods bij de EO drie keer per week mijn dagboek en verscheen het ook op een aantal andere Facebooken. Ik maar trouw en braaf schrijven en er maar op vertrouwen dat ik niet voor dovemans oren mijn tijd aan het verprutsen was/ben. Het dagboek belandde bij de EJA, European Jewish Association, en die lieten het vertalen in het Engels en ook daar wordt het één keer per week geplaatst. En naar ik langzaam begin te vernemen wordt het ook door Nederlanders in Israël gelezen. Maar wat is er nou zo interessant aan mijn dagboek? “Een inkijk in het leven van een rabbijn”, krijg ik steeds te horen. Maar begrijpen doe ik het nog steeds niet. Maar, en dat is een belangrijke regel in mijn leven, ik probeer niet alles te begrijpen.

Ik had een uitgebreid gesprekje (ik zet het maar even in het verkleinwoord omdat het gesprek van bijna een uur slechts vijf minuten had zullen zijn…) met een journalist over Forum voor Democratie. Uiteraard niet over hun politieke opstelling, want daarmee houd ik me niet bezig, maar over antisemitisme in ons land en dan specifiek de emotie rondom dit fenomeen. Welke oplossing ik zie. Heel simpel: ik zie geen oplossing. Antisemitisme was er, is er en zal blijven. Het is een onuitroeibaar virus. Is dat logisch, neen. Kunnen we er iets aan doen? Neen. Maar wel kunnen we werken aan het bestrijden van de symptomen. Het was een fijn gesprek dat voor mij ook erg interessant was. De journalist was namelijk toch wel erg verbaasd en geschrokken over de brede aanwezigheid van antisemitisme in onze huidige samenleving. Het leek nieuw voor hem. Dus het was goed dat ik hem heb gesproken. Hoe moet mijns inziens de symptoombestrijding worden aangepakt? Wat is de grote boosdoener? POLARISATIE.  En dus moet de nadruk liggen op de NUANCE. Maar, en nu ga ik weer terug naar mijn onbegrip over het kennelijke nut van mijn dagboek: hoezo belde de journalist naar mij om mijn mening te horen over Forum voor Democratie? Hoe wist hij van mijn bestaan? Hij had mijn dagboek een paar keer gelezen!

Ondertussen ligt Nijmegen nu definitief vast. De Menora wordt publiekelijk aangestoken op 15 december. Burgemeester zal spreken, de Nijmeegse rabbijn Mendel Levine steekt aan, muziek van mijn tandarts en daarna spreek ik. Even een korte uitleg over ‘muziek van mijn tandarts’. Hij is Joods, afkomstig uit Armenië (vluchteling), heeft in Israël gewoond, nu woonachtig in Nijmegen en heeft een tandartsenpraktijk genaamd Welcome in Arnhem. Klinkt dus erg Joods! Joden leven nu eenmaal erg verspreid over de wereld als gevolg van vluchten door de eeuwen heen. Op vliegvelden tref je, althans in mijn beleving, veel Joden. Als een kind uit een gezin in Bunschoten gaat verhuizen na zijn huwelijk naar bijvoorbeeld Amersfoort, is dat al heel wat, bijna een traumatische ervaring voor de ouders vanwege de afstand. Als wij onze kinderen willen zien, moeten wij per KLM en niet met de lokale bus of trein. Dat is ons normaal.  Als ik bij ‘mijn muzikale tandarts’ in de stoel zit is de helft van de tijd het gezeur in mijn mond en de andere helft kletsen we bij in het Ivriet over de situatie van Joods Nederland en in de rest van de wereld. Ook hij leest mijn dagboek, af en toe, zoals hij me vertelde. Ik denk trouwens dat het meer af is dan toe. Maar los hiervan ben ik benieuwd hoe de muziek van mijn tandarts, na het ontsteken van de Menora, zal klinken. Ik hoop beter dan het geluid van zijn boor.

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

RSS
Follow by Email