Ik heb de balans opgemaakt voor 2021. Dagboek van een Opperrabbijn 23 december 2020

Dagboek 23 december 2020

Ik heb de balans opgemaakt voor 2021

“De Joden zijn de hele geschiedenis door gehaat. Dat komt niet door de mensheid maar door de Joden zelf vanwege het feit dat ze een ras of een etniciteit vormen. Een gesloten systeem dat veel nare eigenschappen in zich heeft, zoals hoogmoed en wat de wereld nooit zal en kan accepteren. Als wij vroeger een Arisch ras hadden gevestigd, zoals Hitler wilde, waren de effecten hetzelfde geweest…Het enige dat vrede brengt in de wereld is afschaffen van het Joodse ras…”.  Laat ik nou nooit kijken of er reacties komen op mijn dagboeken of andere artikeltjes.  Eén keer doe ik dat wel en zie bovenstaande reactie op CIP, het christelijk informatie platform.

De vraag die in mij opkomt is of deze reactie op een christelijke website een uitzondering is of wordt deze zienswijze breed gedragen maar niet zo breed aan het digitale papier toevertrouwd. Of misschien is dit soort gedachten wel op vele sites en in vele boeken te vinden. Ik ben een beetje verbaasd dat de redactie van CIP, die dit soort opmerkingen zeker afkeurt, niet verwijdert. Maar misschien is het juist beter dat het blijft staan, zodat op z’n minst ondergetekende geconfronteerd werd met de realiteit van het dagelijks leven. Waarom ben ik eigenlijk gaan kijken naar reacties? Omdat het erg stil was, buiten in de straat, maar ook qua telefoontjes en e-mails. Misschien was het trieste weer hier debet aan. Los hiervan is de eindejaar periode altijd een stille tijd. En wat heb ik gedaan om de tijd te vullen, behalve kijken naar mallotige reacties? Ik ben financieel aan de slag gegaan! Daar kijkt u van op, vermoed en hoop ik. Waarom hoop ik dat? Omdat ik het niet passend vind dat een rabbijn in verband wordt gebracht met geld. Mijn lieve moeder heeft mij 46 jaar geleden, toen ik naar Nederland terugkwam om binnen de Joodse gemeenschap te gaan werken, het volgende advies gegeven: Neem nooit geld aan als een fooi, want het zal je altijd blijven achtervolgen! En omdat ik altijd een braaf, gehoorzaam en verlegen jongetje was, heb ik dat ook bijna nooit gedaan. Bijna nooit. Want een keer werd mij na afloop van een huwelijk, dat ik net had ingezegend, ten overstaan van alle gasten met veel bombarie een enveloppe overhandigd. Als mensen aandrongen om toch iets te geven, dan maakte ik dat bedrag over naar een goed doel en liet een kwitantie sturen. Overigens herinner ik mij dat in die enveloppe het gigantische bedrag van Fl. 5 (zegge: vijf gulden) zat. Betekent dit dan dat ik geen geld wil hebben of tegen betaling ben? Zeker niet. Maar ik ben er sterk tegen gekant dat een rabbijn, een dominee, een pastoor of een imam zichzelf degraderen tot zakenlui. Ik weet dat in bepaalde christelijke gemeenschappen de predikant een zeer bescheiden salaris krijgen en ik denk dat dat goed is. Een geestelijke moet geestelijk blijven! Helaas zijn er plaatsen in de wereld waar de rabbijn een hoog salaris krijgt en als hij een aanbieding krijgt voor een positie waar hij meer kan verdienen, vertrekt hij. Begrijp me niet verkeerd, ik wil graag financieel niet in de problemen zitten en ik wil best comfortabel kunnen leven, maar no way wil ik verworden tot een zakenman. Had mijn vader gewild dat ik een zakenman zou worden, dan had hij er zeker op aangedrongen om zijn zaak over te nemen. Hij was opticien/optometrist en had een bloeiende zaak.  Hij heeft er bij mij op aangedrongen om rabbijn te worden, gelijk zijn grootvader die Opperrabbijn was van Overijssel en waarnemend Opperrabbijn van Brabant.

Maar waarmee was ik dan financieel bezig, vraagt u zich af. Niet de balans opmaken, want die heb ik nauwelijks, maar met het invoeren van periodieke afschrijvingen. Ik weet namelijk precies wat mijn pensioen en AOW uitkeren. En ik weet ook dat ik van de Joodse wet tussen de 10% en de 20% aan liefdadigheid moet geven. En dus heb ik braaf zitten uitrekenen hoeveel en waarheen ik mijn jaarlijkse tsedaka-liefdadigheid maandelijks ga vastleggen. En daarnaast wil ik natuurlijk een bedrag overhouden voor onvoorziene giften. Overigens heb ik een verkeerde vertaling gegeven van het woord tsedaka. Tsedaka is geen liefdadigheid. Liefdadigheid benadrukt dat het lief is van mij als ik vrijwillig arme mensen steun. De letterlijke vertaling van tsedaka luidt: gerechtigheid. Het is niet meer dan rechtvaardig dat ik het geld dat de Eeuwige mij heeft toevertrouwd deel met de medemens die niet genoeg heeft om van te leven. Sterker nog. Ik ben dankbaar dat iemand mij in de gelegenheid stelt om het gebod van G’d uit te voeren. En dus was ik bezig om mijn financiële beleid voor 2021 vast te leggen. Heb ik toch nog mijn tijd nuttig besteed!

 

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

Minister Slob: boete refoscholen Dagboek van een opperrabbijn 22 december 2020

Toen ik de krantenkop “Slob: in uiterste geval boete refoscholen” zag in het RD, moest ik denken aan een moeder van een schoolgaande zoon die ik zo’n tien jaar geleden heb gesproken. Wat was er aan de hand? De school had besloten dat er een boek behandeld zou worden voor het vak Nederlands dat, ik druk me voorzichtig uit, qua inhoud niet geheel strookte met de levensvisie van de moeder en van de school. Het ging niet over homoseksualiteit, waarover Minister Slob wel spreekt, maar over pedofilie. Uitgebreid en gedetailleerd wordt beschreven hoe een oudere man omgang heeft met een meisje van negen jaar. De omgang wordt dusdanig goed, levendig en gedetailleerd beschreven dat het zonder enige twijfel valt onder het begrip pornografie. Wat er ontbrak waren alleen nog de foto’s. Doel van het verplichte lezen van dit boek was om kinderen weerbaar te maken tegen misbruik. Fantastisch. En dat terwijl het vak Inburgering nog niet eens was uitgevonden.

Dat ‘weerbaar te maken tegen misbruik’ kan mijn volledige instemming krijgen. Als kinderen niet weten waar gevaren op de loer liggen kan dat tot ernstige en uiterst schadelijke situaties leiden. Daarom moeten we onze kinderen waarschuwen tegen misbruik en andere gevaren die helaas in de huidige samenleving veelvuldig aanwezig zijn. En zelfs als ze in vorige generaties ook al aanwezig waren en in het onderwijs werd er geen aandacht aan besteed, dan is dat meer dan betreurenswaardig. Maar daar kunnen we helaas nu niets meer aan doen. De klok kan niet teruggedraaid worden. Dus ik ben er een fervent voorstander van dat de huidige jeugd weerbaar wordt gemaakt om misbruik te voorkomen. En weerbaar maken kan niet door om de hete brei heen te draaien en niet duidelijk te benoemen waar de gevaren zijn. Ook ben ik de mening toegedaan dat nooit en nimmer medemensen gediscrimineerd mogen worden om welke reden dan ook. Maar weerbaar maken tegen misbruik moet niet gedaan worden door kinderen pornografische literatuur voor te schotelen. Is dat nodig om weerbaar te maken? Helemaal niet. Integendeel! Je loopt het risico dat het kind door dit soort beelden inderdaad geen slachtoffer zal worden, maar misschien wel dader. Dit soort beelden worden, juist bij kinderen, opgeslagen en kunnen, G’d behoede, gebruikt worden om te ge(mis)bruiken op latere leeftijd. Niemand wordt als zedendelinquent geboren. Een zedenmisdadiger wordt gemaakt door zichzelf of door zijn entourage. Als iemand een boek doorbladert, een ongepaste foto ziet en snel verder gaat, is het beeld al opgeslagen en kan toeslaan op het moment dat het niet gewenst is. U zult mij waarschijnlijk ouderwets en niet van deze tijd vinden. Klopt. Maar wat is daar mis mee? Beter ouderwets en gezond, dan modern en ziek. Ja, een samenleving waarin overspel en ontrouw gewoon zijn geworden, een maatschappij waarin foto’s van schaars geklede dames gebruikt worden als lokmiddel om aandacht te trekken voor producten die niets van doen hebben met deze dames, vind ik ziek en schadelijk. En hoewel het soms veel beter kan zijn als ouders gaan scheiden dan dag en nacht ruzie maken, betekent het niet dat een scheiding van ouders goed is en een zegen voor kinderen. Een scheiding is voor de kinderen een drama, waarmee waar nodig omgegaan moet worden, maar dat wel zoveel mogelijk voorkomen dient te worden. Ook pedofilie is een fenomeen dat zeer onwenselijk is, onacceptabel. Maar dat ga je niet verdrijven door kinderen te laten ‘meegenieten’ van een pedofiel die geniet van zijn misdaad. En zelfs als het lezende kind fysiek nog niet kan ‘meegenieten’ omdat hij nog te jong is: het beeld blijft in zijn hoofd aanwezig en kan opspelen op het moment dat het kwaad zijn slag wil slaan.

Ik ben het volledig eens met de boete van de minister, maar wel zie ik graag dat die boete niet alleen bij discriminatie van geaardheid wordt toegepast maar ook bij het laten lezen van pornografische teksten die misdadigers kunnen fabriceren.

Een trouwe lezer van mijn dagboeken gaf me een compliment voor de inhoud, maar vond dat ik te veel het zoetste jongetje van de klas speel. Ik moest prikkelender zijn, scherper en aanvallender. En vooral niet alleen uitspraken doen die de goegemeente mooi vindt. Vandaag heb ik, denk ik, wel tegen de nodige schenen getrapt en verwacht een storm aan kritiek. Ik hoop dat ik nog lezers behoud.

 

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Cohen uit Schin op Geul. Dagboek van een Opperrabbijn 21 december 2020

De wereld staat volledig op z’n kop. Het Verenigd Koninkrijk in isolement. Mijn kleinzoon, woonachtig in Londen maar studerend aan een Talmoed Hogeschool in Israël, komt dadelijk bij ons. Hij was voor een week vanuit Israël naar Londen gevlogen om aanwezig te zijn bij de Choepa-bruiloft van zijn oudere broer, maar kan nu niet meer terug. En dus is hij gisternacht via Dover naar Calais gereisd, bevindt zich nu in België en komt dadelijk hier in de hoop/verwachting dat hij vanuit Nederland nog wel naar Israëll kan vliegen. Overigens is hij getest op corona en is hij volgens de test in het bezit van een zeer groot aantal antibody’s en hoeven wij ons over besmetting geen zorgen te maken, hoewel we natuurlijk wel de 1½ meter in acht zullen nemen.

We zijn Chanoeka toch nog redelijk doorgekomen, maar onzekerheden beginnen meer en meer te knagen en dus wordt de beperktheid van het menselijk kunnen steeds meer zichtbaar. Maar ondertussen verspreid dat andere virus zich ook: in het ND, het Nederlands Dagblad word ik geciteerd:

Opperrabbijn Jacobs: ‘Verbod koosjer slachten was door de eeuwen heen voorloper van Jodenvervolging’. ‘Wij willen uiteraard meewerken aan het welzijn van dieren’, benadrukt opperrabbijn Binyomin Jacobs. ‘Welzijn gaat niet alleen over slachten, maar ook over alles daarvoor: de stallen, het transport. Men concentreert zich nu op één punt: de slacht. Ik wil graag met de PvdD samen zitten, maar dan voor het totale welzijn.’  Jacobs is geraakt door de uitspraak van het Europees Hof. ‘Als ze zich echt zorgen maken over dierenwelzijn, laten ze dan dierenmishandeling en sadisme in slachthuizen en de grote vleesindustrie bespreekbaar maken.’ De opperrabbijn ziet de wil om koosjer slachten te verbieden als een teken van opkomend antisemitisme. ‘Het eerste verbod dat Hitler in Nederland uitvaardigde was dat op koosjer slachten. Het is absoluut niet zo dat ik de mensen die nu voor een verbod pleiten beschuldig van antisemitisme. Maar het fenomeen is wel altijd voorloper geweest van opkomende Jodenvervolging. Dat baart me grote zorgen.’ ‘Dierenwelzijn staat heel hoog in het Joodse vaandel’, vervolgt hij. ‘Koosjer slachten gaat juist om het welzijn der dieren. En ook als het dier verdoofd is, verlamd dus, weet niemand of het beest lijdt als het in stukken wordt gesneden. De wetenschap geeft hierover geen duidelijkheid.’ Jacobs voorziet grote consequenties als Nederland, net als Vlaanderen, een verbod instelt op on-verdoofd koosjer slachten. ‘Dan kunnen we geen vlees meer eten. Of we moeten het importeren. Het zou consequenter zijn als de Partij voor de Dieren een algemeen verbod op vlees bepleit. Dan zou ik vegetariër worden.’ De gevolgen zijn volgens hem nog verstrekkender: ‘Orthodoxe Joodse mensen zullen wegtrekken uit Nederland. En het orthodox-joodse leven is al zo schraal. Zij vormen de kern van de Joodse gemeenschap. Als die verdwijnt, verdwijnt de periferie van de Joodse gemeenschap ook.’ Het Europees Hof voor Justitie steunt voor haar oordeel mede op de wetenschap. Die is volgens Jacobs echter niet eenduidig. Een verbod op ritueel slachten is voor de Joodse gemeenschap ingrijpend. ‘Het is een uitholling van de geloofsgemeenschap.’

En in het RD, het Reformatorisch Dagblad, zegt rabbijn v.d. Kamp woorden van soortgelijke strekking en elders zag ik ook dat Loonstein dezelfde zorg uitte. Mooi is wel dat juist door een aanval op een religieus aspect van het Jodendom iets heel unieks zichtbaar wordt, iets waarop ik onder andere werd geattendeerd door een niet Joodse medewerker van Joods bij de EO. Ik was namelijk enige dagen geleden bij de EO voor de opname van een podcast voor de Joodse Omroep. Na afloop praat je dan nog even na. Als een lid van een van de PKN Gemeenten het geloof niet meer ziet zitten, schrijft hij zich uit en is dus niet meer protestant. Maar de Jood blijft altijd Jood, legde hij mij uit! Ik herinner mij een zekere mijnheer Cohen uit Schin op Geul. Hij was atheïst, anti-zionist, fel tegen de Israëlische politiek en wilde met Jodendom niets te maken hebben. Uiteraard wilde hij niet met mij spreken, legde hij mij uit middels een gloedvol betoog van minstens een half uur. Maar toen enige jaren later de lokale predikant hem verzocht om een lezing te geven voor zijn kerk over de bijzondere positie van Israël in het Midden-Oosten en hem dus eigenlijk gevraagd werd om Israëls politiek te verdedigen en voor de onaantastbare verbintenis tussen Joden en het heilige Land op te komen, belde hij mij met het verzoek hem te helpen bij de voorbereiding van zijn lezing.

En datzelfde zien we nu ook. Want ook Joden die echt geen enkel belang hechten aan koosjer eten en al helemaal niet aan koosjer vlees, voor wie het koosjer slachten geen enkele waarde heeft en die van geen kant gedupeerd worden indien er een verbod komt op de koosjere slacht, staan hand in hand met mij in de strijd tegen de uitspraak van het Europese Hof. Waarom? Omdat ook zij voelen dat het hier niet primair gaat over dierenwelzijn, maar over het voortbestaan van de Joodse Gemeenschap in Europa. Maar heeft de ongelovige Jood (als die al bestaat) dan behoefte aan het voortbestaan van het religieuze Jodendom? En dan citeer ik maar even die niet-Joodse medewerker van de EO: het Jood-zijn gaat dieper dan alleen het geloof en is al helemaal niet gekoppeld aan het lidmaatschap van de Joodse gemeente.

Ik vind die mijnheer Cohen uit Schin op Geul hiervan toch wel een exemplarisch voorbeeld.

 

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Bovenop de stapel culturen, brandt de Menora! Dagboek van een Opperrabbijn 20 december 2020

Vrijdag was de laatste dag Chanoeka. De acht lichtjes straalden de duisternis in en brachten licht en warmte. Van diverse kanten werd mij gevraagd naar “Wat is het verschil tussen deze Chanoeka en alle andere jaren Chanoeka?”. En dus ben ik gaan evalueren en viel het mij op dat ik, zelfs dit jaar met alle corona-restricties en dus veel minder publiek, toch voorafgaand aan ieder Chanoeka-bijeenkomst door de lokale politie ben gebeld om me te laten weten dat ze aanwezig zullen zijn.  En ze waren inderdaad duidelijk overal waar ik de Menora mocht aansteken aanwezig. In Bourtange vormde de aanwezige politie 50% van de aanwezigen met twee politieauto’s en in Eindhoven twee motoragenten! Hebben we dit jaar dan minder mensen bereikt? Ik denk het niet. Ik durf zelfs te beweren: integendeel! Dankzij zoom, YouTube en andere social media hebben we een aanzienlijk groter bereik gehad. Vorige jaren was er zeker ook aandacht in de (lokale) krant en misschien heel af en toe op de lokale televisie, maar dit jaar was er steeds voor gezorgd dat er media-aandacht zou zijn. Los van Facebook had bijvoorbeeld het eerste lichtje 4702 bekijkers op YouTube.  De YouTube over de Menora in de Tweede Kamer had op een Facebook 10.000 klikken en een speciale uitzending over Israel in de schaduw van de Menora had meer dan 6700 kijkers. Het bereik was dus groot en het aantal uren auto was iets minder dan vorig jaar, maar toch aanzienlijk. Maar wat ontbrak was de over-sjabbat Chanoeka en de persoonlijke ontmoeting na afloop. Zo’n aansteek plechtigheid duurt alles bij mekaar misschien een half uur, maar de ontmoeting na afloop is normaliter veel langer en vooral persoonlijker. Ik denk terug aan de ontmoeting in Leeuwarden enige jaren geleden. Een mevrouw die al meer dan dertig jaar in Leeuwarden woont, maar nog nooit contact heeft gehad met de Joodse Gemeente. Waarom niet? Bevreesd voor een aanslag heeft ze steeds haar Jood-zijn angstvallig verborgen. Bewust geen mezoeza aan haar deurpost. Maar op dat grote plein tussen de honderden aanwezigen kon ze haar Joodse ei kwijt. Ik denk ook terug aan die bijeenkomst in Elburg. In totaal waren er slechts, voor zover ik kon nagaan, twee Joden aanwezig. Een oude man, ik schat hem eind zeventig, die me huilend de hand drukte. Oorspronkelijk afkomstig uit Polen. We spraken met elkaar in het Jiddisch, terwijl de tranen hem over de wangen biggelden. Al enkele decennia had hij geen Jiddisch meer horen spreken. Van zijn Jodendom was nagenoeg niets meer over, maar de vlammetjes van de Menora doorkliefden zijn hart. Misschien was die ene handdruk veel meer waard dan die 6700 kijkers op de YouTube. En dan de televisie-uitzending op de lokale Omroep Zeeland: geen duizenden, maar wel meer dan 700 kijkers. Het mooie was dat leden van de Joodse Gemeente Zeeland op de uitzendingen, want het werd op zondagochtend zes keer uitgezonden, waren geattendeerd. Nijmegen en Eindhoven hadden ervoor gezorgd om naast de publieke media ook voor hun eigen leden een programma te verzorgen van het aansteken van de Menora, gelijk ook Utrecht en Amersfoort hadden gedaan. En gelijk burgemeester Marcouch van Arnhem en Bruls van Nijmegen hadden aangedrongen om toch vooral ook dit jaar de Menora te laten branden, vernam ik van een collega rabbijn dat de burgemeester van Parijs wil dat volgend jaar de Menora, gelijk dit jaar, weer op de Eiffeltoren zal branden. De Menora moet van de burgemeester, mv. Anne Hilago, een jaarlijks terugkomend evenement worden. Het Jodendom moet in Europa blijven! Maak ik me daarover dan zorgen? Zie het Nederlands Dagblad van vrijdag jl. het artikel met de kop: “Jacobs: Joden zullen uit Europa wegtrekken.” Het gaat over de uitspraak van het Europese Hof dat ieder land zelfstandig mag beslissen of koosjer slachten wel/niet geoorloofd is. Zo’n beslissing maakt me droevig. Maar als ik dan zie met hoeveel egards bijvoorbeeld de burgemeesters van Nijmegen, Eindhoven, Bourtange en Kampen mij ontvingen. Het hoeveel liefde ik welkom werd geheten, hoeveel licht er overal werd verspreid. Als ik die warmte voel dan kan ik slechts denken aan die foto van al die op mekaar liggende geschiedenisboeken over De Griekse Cultuur, de Romeinen, de Babyloniërs, Egypte, de Duitse Endlösung enz. En boven op al die stapel boeken over vergane culturen staat een Menora te branden die al die wereldmachten van weleer heeft overleefd! Am Jisraeel Chaj – Het joodse Volk leeft!

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

Rouholla Zam (47). Dagboek van een Opperrabbijn, 17 december 2020

Deze week werd in Iran Rouholla Zam (47), de Iraanse journalist, geëxecuteerd. In de Telegraaf stond hierover een uitstekende column waarop ik door iemand werd geattendeerd net voordat ik vertrok naar Bourtange om daar de Menora in zijn volle glorie, alle acht kaarsen, te laten branden.  Dit dagboek is slechts een dagboek van ‘een opperrabbijn in Coronatijd’. Niet meer en niet minder. En dus gaat het niet over de wereldpolitiek, maar gewoon over wat ik, met alle beperkingen, onmogelijkheden maar ook mogelijkheden in deze duistere periode zoal doe of juist moet nalaten. Maar bovenal: ‘Wat houdt me bezig?’ Nou precies ook dit soort tegenstrijdigheden. Waarschijnlijk zullen over enige tijd de sancties tegen Iran worden opgeheven omdat Iran zijn goede wil toont door een paar controleurs toe te laten die onder begeleiding van het Iraanse gezag op een aantal goed voorbereide plaatsen zullen mogen zien dat Iran wat betreft het niet aanmaken van atoombommen echt het braafste jongetje van de klas is. En Rouholla Zam (47)? Ach, dat was gewoon verleden tijd, zal er gezegd worden, terwijl geen normaal denkende hond dat gelooft. De schrijver van deze column in de Telegraaf, zelf een vluchteling uit Iran, toont de rijkdom van ons land. Terwijl onze Rutte de Coronamaatregelen aanscherpt wordt er luidkeels tegen zijn maatregelen geprotesteerd. Niemand wordt verdreven, niemand gearresteerd en niemand zal worden geëxecuteerd! Dat is in ons land GZD normaal. Zijn we ons bewust van die rijkdom of zijn we dat alweer vergeten? Inmiddels meer dan 75 jaar geleden was dat nog anders in ons Nederland en was het normaal dat in opstand komen tegen het gezag als hoogverraad werd beschouwd. Maar niet uitsluitend in opstand komen: ook anders zijn qua afkomst of qua zienswijze. Betekent dat dan dat ik het eens ben met de anti-Rutte fluiters? Helemaal niet! Maar ik ben wel erg dankbaar dat er gefloten kan worden.

Regelmatig hoort u van mij dat ik me zorgen maak over de nieuwe godsdienst genaamd: secularisatie. Nog recentelijk stond er een artikel van twee pagina’s in het Reformatorisch Dagblad over de dwingelandij van de Inspectie van het Onderwijs ten aanzien van het vak Burgerschap.  Op zichzelf is het mijns inziens een vereiste sine qua non dat onze kinderen worden opgevoed met respect voor andersdenkenden. Ook als dat anders denken volledig afwijkt van mijn/onze zienswijze, mijn/onze kijk op de wereld. Maar gelijk ik mijn kinderen moet opvoeden met dit respect, mag ik mijn kinderen ook opvoeden vanuit mijn eigen levensvisie en ik mag ze ook uitleggen dat een andere manier van leven niet goed is omdat dit vanuit de Bijbel bezien indruist tegen de Wil van de Eeuwige. Het volledig oneens zijn met de leefwijze van een ander is niet hetzelfde als de ander als persoon haten of verachten. Ik ben het 100% oneens met secularisatie, maar heb goede seculiere vrienden. Trouwens heb ik ook heel goede zeer gelovige Christelijke contacten, terwijl het Christendom echt niet mijn manier is om de Eeuwige te dienen.

Ja, ik ben van mening dat secularisatie een probleem is. Maar problemen mogen er zijn want G’d heeft een wereld geschapen vol met problemen, verleidingen en valkuilen. Aan ieder van ons om de juiste keuzes te maken en niet blind in valkuilen te belanden. Niets mis met al die dagelijkse beproevingen. Waarom G’d al die verleidingen en beproevingen heeft meegenomen in Zijn Schepping? Waarom de diversiteit? Geen idee. Maar we zullen ermee moeten leven.  

Maar als polarisatie om zich heen grijpt, dan verandert een verschil van mening van een ernstig en elementair meningsverschil tot een Staatsgevaarlijke activiteit en wordt de andersdenkende geëxecuteerd. Zie Iran. En laten we toch ook niet vergeten wat er gebeurt in China met de Oeigoeren of met Christenen in vele landen. We naderen Kerstmis. Weten Christenen die anti-Israel zijn, ik denk aan een organisatie als Sabeel, dat sinds de Palestijnse Autoriteit het gezag heeft overgenomen van Israel in Bethlehem, het aantal Christenen dat de wijk heeft genomen gigantisch is? Reden? Polarisatie! Anders dan Islamitisch denken werd niet getolereerd op straffe van….

Ik heb vandaag in Bourtange de acht lichtjes van de Menora aangestoken. Het was een goede en mooie bijeenkomst. Buiten aansteken leek ons niet verstandig omdat de burgemeester dan wellicht in de problemen zou kunnen komen. En dus in sjoel met een piepklein gezelschap. Maar de journalisten waren er, zoals afgesproken, om het licht te verspreiden in het Noorden van ons land. En nog voor ik thuis was en 410 km had afgelegd, stond het al op de site van Het Dagblad van het Noorden en op Westerwolde Actueel. De acht kaarsjes brandden in dat hele kleine sjoeltje in die hele kleine Vesting. Maar de boodschap was gigantisch groot. Als die Iraanse rechters de betekenis van Chanoeka hadden gekend en tot zich genomen, zou Rouholla Zam (47) zeker nog bij ons zijn geweest.

Gedurende de coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

YouTube met echte mensen en echte lichtjes. Dagboek van een Opperrabbijn van 16 december 2020

Het was vandaag wel en niet gezellig. Wel gezellig omdat we onze kleinkinderen in Nederland Chanoeka-geld zijn gaan brengen. Maar niet gezellig vanwege een woedende e-mail die ik kreeg. Niet woedend op mij, maar ik was de uitverkorene om het probleem op te lossen! Wat was, en is nog steeds, het probleem? De briefschrijver is een student, die naar ik begrijp tot de categorie eeuwige studenten behoort. Dat eeuwige zit echter niet vast aan het studeren. De student heeft al meer dan tien jaar een betalende baan en is sindsdien niet meer op de universiteit geweest. Maar voordat hij afgestudeerd was, was hij dus student en was daarom lid van een Joodse Gemeente tegen betaling van een studententarief. Maar inmiddels heeft de eeuwige student, die niet meer studeert, dus een baan, een echtgenote en twee kleine kinderen. Qua gezin is hij dus uitgebreid ten opzichte van zo’n tien jaar geleden. En ook qua inkomen. Maar, en nu komt het, zijn lidmaatschap van de Joodse Gemeente zit nog onveranderd op het studentenniveau! Hij was daarop door de penningmeester geattendeerd, maar het kwam niet verder dan attenderen. Want verzoeken van de penningmeester werden gewoon niet beantwoord. En dus toen er recentelijk, ondanks de corona, een Chanoeka feestje was met 1.5 m afstand en alle anderen RIVM-verordeningen, werd hem verzocht om, gelijk niet-leden, een bescheiden bijdrage te leveren aan het feestje. En omdat de eeuwige niet studerende student van mening is dat leden niet hoeven te betalen voor een feestje van de Joodse Gemeente en hij en zijn dochtertje dus onder de categorie leden vallen, weigerde hij een kleine bijdrage die nodig is om de kosten te dekken. En dus ontstonden er ‘woorden’ en liepen vader en dochtertje boos weg. En wat doe je dan als je thuiskomt? Een brief met een zware klacht naar Jacobs. Ik mag het dus kennelijk oplossen! Maar ik doe hieraan even niet mee! Ik heb gewoon de klacht doorgestuurd naar de penningmeester van de desbetreffende Joodse Gemeente.

Ma Nisjtana – Wat verschilt dit jaar Chanoeka van alle andere jaren Chanoeka? Alle andere jaren Chanoeka kan de Menora zonder problemen ook buiten worden aangestoken, dit jaar geeft dat problemen. En dus waren er verschillende Joodse Gemeenten die ervoor kozen om maar niets te doen dit jaar en andere Joodse Gemeenten waren van mening om juist dit jaar extra actief te zijn. Andere jaren had ik hiermee geen enkele bemoeienis, dit jaar werd ik op verschillende plaatsen ingeschakeld om óf het bestuur over de Chanoeka-streep te krijgen óf de burgemeester. En daar waar ik werd ingeschakeld of (stiekem) mezelf inschakelde kregen we óf buiten óf binnen een gloedvolle Chanoeka bijeenkomst. De laatste hobbel is morgen. Bourtange, de 31ste keer. Op het Marktplein wordt het toch niet, maar in de synagoge wel. Met helaas  een heel klein aantal aanwezigen. Maar in aanwezigheid van een paar journalisten die het Chanoeka-wonder in Bourtange breed zullen laten stralen in de extra duisternis van dit corona-Chanoeka-jaar tot ver buiten de muren van de Vesting.

En die extra brede uitstraling zien we nu al! Kijk even naar de synagoge van Middelburg https://www.youtube.com/watch?v=FbVUX-511t0. En als u gaat zoeken vindt u dat de YouTube van de eerste avond gezien is door meer dan 4.400 geïnteresseerden en het SGP-programma over Israel, waar achter mij de menora brandde, heeft al 6.500 kijkers mogen verwelkomen. Ook het programma van de CU dat de titel droeg: “Licht in het Parlement” staat op een blog (vraag me niet wat dat betekent!), maar ook op twitter en daar was het een paar dagen geleden meer dan 10.000 keer bekeken.

En dus, ondanks de extra corona-duisternis, is het licht van de Menora dit jaar (met nog één dag te gaan) waarschijnlijk veel breder gekomen dan andere jaren. Wat leren we hieruit? Dat we ook andere jaren meer gebruik moeten maken van social media, maar dan wel samen met het echte aansteken. Want voor mij blijft dat vlammetje voor het Stadhuis met mensen die echt voor me staan indrukwekkender dan de vele YouTube ’s, hoe mooi, indrukwekkend, professioneel en warm ze ook mogen zijn. Hoewel: bij sommige lokale Joodse Gemeenten waren de YouTube ‘s een beetje sukkelig waardoor de leden van de joodse gemeente wel de Menora konden zien, maar nagenoeg niets konden horen. Dus volgend jaar dus gewoon weer in de open lucht met goede livestream, zoom en/of YouTube.

 

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Extra duisternis en dus: extra licht. Dagboek van een Opperrabbijn 15 december 2020

Er liep weer van alles door mekaar. Laten we beginnen met het leukste. Omdat de coördinator antisemitisme bestrijding nu toch echt in aantocht lijkt te zijn, kreeg ik een mazzeltov-email van de ambassadeur van Oekraïne in Nederland., mijn vriend Vsevolod Chentsov. Kennelijk dacht hij dat óf ik het had geregeld óf vermoedde hij dat ik benoemd was als de coördinator! Andere positieve gebeurtenissen: meegewerkt aan twee tv-programma’s die reeds nu, gedurende Chanoeka, zijn opgenomen, maar pas omstreeks Oud en Nieuw worden uitgezonden. Het ene programma is een terugblik op o.a. de positie van Israël in 2020, met name vanwege de Abraham akkoorden. Het tweede programma is meer een Nieuwjaars-show van twee uur waar ik een stichtelijk woord moest inbrengen van acht minuten. (Vanwege de acht kaarsjes van de Menora of gewoon toeval?) Ook heb ik vandaag een opname laten maken van een half uur, waarin ik een sjioer, college, moest geven over de laatste Sidra, Schriftlezing, van Bereesjiet-Genesis. Het is bestemd voor een breed Europees publiek en moest in het Nederlands worden gegeven!? En ik moest de opname/link naar een collega in Midden-Amerika sturen. Geen idee waarom voor een niet Nederlands sprekend publiek een cursus in het Nederlands. Maar ik heb het braaf gedaan en soms is het verstandig om gewoon niets te vragen. Zondag waren mijn echtgenote en ik in Eindhoven. Voor het Stadhuis werd de Menora aangestoken, alles werd opgenomen en kon door de leden van de Joodse Gemeente gevolgd worden via zoom. Mooi om te zien hoe rabbijn Steinberg en zijn echtgenote bijna uit het niets hebben opgebouwd en het Joodse leven weer langzaam aan het terugkomen is.  En geweldig dat de burgemeester aanwezig was en ook een toespraak hield. Mijn oprechte dankbaarheid betreft ook de burgemeester van Kampen die zaterdagavond in de voormalige synagoge van Kampen had gesproken. En heden in Nijmegen sprak burgemeester Bruls in de synagoge bij het zesde kaarsje. In principe had er een grote menora aangestoken moeten worden midden in de stad, maar, hoewel toegestaan, verwachtte de burgemeester dat daaruit gezeur zou kunnen voortkomen en dus, op zijn nadrukkelijke verzoek: Wel aansteken, maar in de synagoge! Het licht moet doorgaan, zo was de boodschap van burgemeester Bruls. Het is nu 23:50 uur.

PAUZE

Omdat ik te moe was, was ik gisteravond gestopt. Het is inmiddels 7 uur in de ochtend. Het is nog te vroeg om het ochtendgebed uit te spreken. Terug dus naar eergisteren, want ik lig achter. Ik ontving een e-mail van een bekende. Een man van mijn generatie, dus van direct na de oorlog. Zijn ouders hadden de oorlog overleefd, maar wel ernstig beschadigd. In die ernstig beschadigde entourage werd hij grootgebracht. De vraag die hij mij stelde was: waar was G’d in Auschwitz? Waarom zoveel misère op deze wereld. Natuurlijk kan ik hem uitleggen dat G’ds wegen niet te doorgronden zijn en de vergelijking brengen met de pijnlijke operatie waarmee dit zijn op aarde wordt vergeleken. Er is iets vóór en er is iets ná. De operatie kan zeer pijnlijk zijn, maar heeft een doel. Probleem is dat wij mensen kunnen zien bij een fysieke operatie hoe de toestand vóór was, we volgen de operatie en zien vervolgens het resultaat na de operatie. De patiënt was ziek, ondergaat de operatie en vervolgens is hij beter. Maar bij de operatie die ‘het leven hier op aarde’ heet, kunnen we niet ervoor en niet erna kijken. Het heeft geen zin om hem dit te schrijven. Ik moet hem bellen, spreken, luisteren, aanhoren, proberen licht te brengen in zijn leven. Het was eergisteren, maandagavond dus, het vijfde lichtje van de Menora. Het vijfde kaarsje valt nooit op een vrijdagavond, nooit dus op de sjabbat. Als de menora op een vrijdagavond brandt, is er dubbel licht. Het licht van de menora en het licht van de sjabbat-kaarsen die we iedere vrijdagavond, ingaande sjabbat, aansteken. Het vijfde lichtje heeft dus een extra zware taak, namelijk nog meer duisternis verdrijven dan de andere zeven lichtjes. Want op de andere dagen is er eens in de zoveel tijd toch ook nog, behalve de duisternis, het licht van de sjabbat. En dus bestaat de gewoonte om juist op de avond dat we het vijfde lichtje aansteken extra vrolijk te zijn. We geven de kinderen “Chanoeka-geld”. Want als er duisternis heerst moeten we daartegenover iets positiefs stellen, een extra inzet, extra licht. En dus zal ik schrijver van de e-mail, die gebukt gaat onder de duisternis, moeten gaan bezoeken of op z’n minst bellen. Aanhoren, heel goed luisteren en op z’n minst de duisternis met hem delen. Dat is namelijk de boodschap van Chanoeka: waar mogelijk licht brengen.

 

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Dagboek van een opperrabbijn, 14 december 2020

Probleem!  In deze Chanoeka periode gebeurt er zoveel per dag dat het onmogelijk is om in één dagboek het dagelijks gebeuren te kunnen verwerken en dus loop ik achter. Aan het derde lichtje, dat na afloop van sjabbat werd aangestoken, heb ik nog geen aandacht kunnen besteden. Maar los van Chanoeka gaat het dagelijkse gewoon door. In gewone niet-corona-dagen was ik bijna uitsluitend bezig gedurende Chanoeka met Chanoeka. Vergaderingen en besprekingen vonden gewoonweg niet plaats. Maar in dit corona-Chanoeka-jaar gaan de reguliere besprekingen gewoon door, want die gaan toch per zoom. Dat is het gewone vergaderen geworden.

Dus even recapituleren: Vrijdag, een dag dat ik zeker in deze periode van het jaar vanwege het vroege begin van de sjabbat, nooit vergaderingen heb, had ik dus een vergadering van 1½ uur. Ik zit q.q. in tal van Comités van Aanbeveling. Daarin doe je niet meer dan ‘erin zitten’. Maar er zijn besturen die geen ‘in-zit’ maar ‘in-zet’ vereisen. Speciaal als die te maken hebben met ethische vraagstukken die op gespannen voet kunnen staan met de gangbare huidige visies van alles-mag-en-alles-kan. Als er wetgeving is, dan is het duidelijk, maar niet alles laat zich in wetgeving vertalen en dan ontstaat er een ‘strijd’ tussen opvatting over vrijheid van G’dsdienst, over ‘mijn waarden’ en ‘hun waarden’. Eigenlijk dus de Chanoeka-strijd. Laat ik iets concreter zijn. In een van de dagbladen las ik dat er ook in Nigeria baby-fabrieken zijn. Straatarme tienermeisjes worden van de straat geplukt, zwanger gemaakt met als doel kinderen te kweken die verkocht kunnen worden. Onacceptabel! Wij Nederlanders nemen hiervan met afschuw kennis. Maar in ons geciviliseerde Nederland gebeurt precies hetzelfde! Iedereen weet het! Vrouwen uit Oostbloklanden worden naar Nederland gelokt en belanden als slavinnen in de prostitutie. En niemand doet er iets aan. Waarom hiertegen niets wordt ondernomen? Vraag het de verantwoordelijken die bij machte zijn om er nu iets tegen te ondernemen, maar dat nalaten. Te zijner tijd over een x aantal jaren krijgen we vast en zeker een analoge toestand over dit onderwerp, gelijk er nu gaande is over de kindertoeslagaffaire. Maar het leed is dan al geschied en zal onherstelbaar zijn. De vergadering ging niet over de kindertoeslag-affaire en zelfs niet over de uitbuiting van buitenlandse vrouwen, maar wel over waarden en normen die onder vuur liggen. Nederland is een multiculturele samenleving waar ook voor afwijkende visies, binnen het kader van de wet, ruimte moet zijn.

Na deze vergadering snel bloemen gekocht, mijn taken verricht die ik altijd doe voor het begin van de sjabbat, de menora aangestoken en toen: kwam sjabbat, kwam rust!

En direct na sjabbat, zaterdagavond om 17:23 uur, begon bijna meteen de voortzetting van de Chanoeka-toer. Om 17:30 uur was Sara van Oordt hier met camera. Ik moest het derde kaarsje aansteken en daarbij in het Nederlands een Chanoeka gedachte brengen. Die moest dan meteen worden opgestuurd naar het secretariaat van de RCE, Rabbinical Center of Europe ten behoeve van LIGHTINGEUROPE#. Wat ze er precies mee gaan doen, was me niet helemaal duidelijk, maar: u vraagt en wij draaien. Daarna met het derde lichtje op de achtergrond brandend een toespraak in het Engels met daarin een oproep om juist vooral thuis de menora aan te steken, juist nu het buiten niet kan. Ik ben een half uur bij de menora blijven zitten en toen naar Kampen, waar in de voormalige sjoel de Menora zou worden aangestoken.  Voorafgaand aan Kampen was er donderdag onduidelijkheid ontstaan. Vorige jaren werd een grote Menora voor de voormalige synagoge aangestoken, buiten aan de IJsselkade. Maar dit jaar werd, zo had ik het begrepen, geen toestemming gegeven om deze happening buiten te doen in verband met Cororna. En dus bood de conservator van Gemeentemuseum, waaronder de voormalige synagoge valt, aan om het aansteken van de Menora in de voormalige synagoge te doen. Maar dan kunnen er slechts een paar mensen aanwezig zijn. Uiteindelijk had de burgemeester geen bezwaar tegen buiten, maar toen had de idee om binnen de Menora aan te steken al zoveel emoties losgemaakt, dat het organiserend comité niet meer naar buiten wilde. Maar nu bleek binnen ook een probleem te hebben want je kunt natuurlijk niet in een museum, waar waardevolle kunstwerken aanwezig zijn, een vuurtje gaan stoken. En hoewel het vlammetje van de Menora maar heel klein is, toch… Uiteindelijk werd ik dus zaterdagavond om 19:45 uur in de Gouden Zaal van het Stedelijk Museum van Kampen ontvangen door de conservator van het museum en de burgemeester en de bestuurders van het organiserend comité. Waarom al die eer en dankbaarheid? Ik weet het niet en om heel eerlijk te zijn: ik kan er niet zo goed tegen. Maar ik heb het bijzonder gewaardeerd. Die bijeenkomst had een heel merkwaardig karakter. Chanoeka is het inwijding -feest. Het is dus een feest. Maar toen ik de kaarsjes in de voormalige sjoel aanstak benam de emotie mij. Sinds 1942 was in deze synagoge geen menora meer aangestoken, omdat er in Kampen geen Jood meer was overgebleven. En daar stond ik dan. Gesteund door de conservator van het museum, de burgemeester en de leden van het organiserend comité en een scala aan lokale pers. De vlammetjes van de Menora in de sjoel van Kampen spraken boekdelen. Hoop, verwachting. Vlammetjes die de eeuwen hebben weten te trotseren, ondanks alles. Maar ook vlammetjes waarin de namen van allen die vermoord waren bijna te lezen waren. Iets van voor de oorlog kwam heel kort weer even terug, dertig minuten lang……

 

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Beste Philip, voorzitter van de Joodse Gemeente Breda, Dagboek van een Opperrabbijn 13 december 2020

Ik ben wel een beetje boos. Een beetje maar natuurlijk, want boos worden op Philip Soesan kan niet zo makkelijk, want daarvoor ben je veel te beleefd en te vriendelijk. We hebben gedurende de twintig jaar veelvuldig contact gehad en vaak heb je mij vragen voorgelegd, maar de vraag of ik akkoord ben dat je je voorzitterschap van nog maar twintig jaar gaat neerleggen, heb ik (nog) niet voorgelegd gekregen. Het antwoord zou zijn: zeker niet! Maar je hebt me niets gevraagd en dus heb ik het maar te accepteren, helaas!

Philip, weet dat ik je erg bewonder en heel veel van je heb geleerd. Waarop ik doel? Als baby de oorlog te hebben overleefd, nooit je ouders gekend te hebben, pas op latere leeftijd, toen je zelf al met Els was getrouwd en zelf al vader was, voor het eerst een foto van ze te hebben gezien en desondanks zo normaal te blijven, althans voor het oog van de buitenwereld, is erg knap, bijna onmogelijk. En dan ook nog in staat zijn om scholen te bezoeken en pogen uit te leggen aan de jeugd waartoe onderscheid maken tussen mensen en übermenschen kan leiden. En mij dan ook nog heel zakelijk, bijna zonder emotie, kunnen vertellen dat er leerlingen waren die demonstratief hun stoel omdraaiden omdat ze niet van hun ouders naar de Jood Soesan mochten luisteren… Dit alles getuigt van grote wijsheid en van een enorme kracht.

Het is geen toeval, want toeval bestaat niet, dat je afscheid neemt gedurende Chanoeka. Chanoeka staat voor het verspreiden van licht, het verdrijven van duisternis, het brengen van warmte aan de medemens. Als voorzitter was je er voor iedereen, vaak als een zuiver vlammetje als anderen geen licht meer zagen. Dat is een voorzitter! En toen je vermoedde dat mijn persoon en/of mijn positie onder vuur lag vanwege bestuurlijke ressortale ruzie, waar ik overigens buiten stond, was je vraag aan mij: “Het is toch niet tegen jou, hè? Want dat zal ik niet accepteren.”  Maar het meest is mij bijgebleven het cadeau dat je me gaf na afloop van een lezing bij jouw/onze Joodse Gemeente Breda. Gewoonlijk krijg ik niets en als ik wel iets krijg is dat meestal een bos bloemen, hetgeen ik overigens zeer waardeer. Maar jij had iets afwijkends. In een interview met het NIW had gestaan dat ik iedere ochtend een bord Brinta eet. En dus kreeg ik maanden later na afloop van een sjioer een pak Brinta. Ik denk dat er weinig rabbijnen of geestelijken van andere denominaties zijn die thuiskomen met Brinta als een vergoeding voor een lezing. Moet ik dit pak Brinta opgeven aan de Belasting? Overigens ben ik inmiddels van de Brinta af en zit ik nu reeds jarenlang aan de Quaker Havermout Naturel. Dit even een seintje naar je opvolger.

Philip, dank voor je inzet, je toewijding, je vriendschap en speciaal voor het licht dat je naar zovelen en zeker naar mij uitstraalde. Je was, bent en zult nog vele jaren gelijk een Menora zijn, die uitstraalt naar de medemens.

 

Het ga je goed en we blijven zeker contact houden!

Binyomin

Bovenstaand mijn afscheidsbrief aan Philip Soesan, de inhoud spreekt voor zich. Hij is een van die mensen die getekend door de oorlog het Jodendom overeind wilde houden.

Toevallig, maar toeval bestaat niet, kreeg ik recentelijk een foto toegestuurd. Op de foto staan Joop Sanders, de voormalig secretaris van het NIK. Als weeskind kwam hij uit de oorlog. Dr. Manus Wikler zl., jarenlang voorzitter van het NIK en voordien voorzitter van het bestuur van mijn opperrabbinaat, Meir Groen zl., de opvolger van Wikler als voorzitter van het IPOR. Decennialang hebben wij samen opgetrokken. Hij was mijn steun en toeverlaat. Vele keren per dag hadden wij contact. Heel veel heb ik aan hem te danken. Samen zijn wij naar Israël gevlogen voor de lewaja-begrafenis van opperrabbijn Berlinger, mijn voorganger. En jaren en jaren later vloog ik alleen naar Israël voor de onthulling van zijn matsewa-grafzerk. En ook staan Mevrouw zl. en Opperrabbijn Berlinger zl. op die foto. Tijdens het 25-jarig bestaan van het Sinai Centrum heeft hij publiekelijk gesproken over “mijn opvolger rabbijn Jacobs”. Van het Chassidisme, waartoe ik mezelf reken, moest Berlinger niets hebben. Maar, zoals hij mij meerdere keren liet weten, “Uw opstelling om naar de mensen toe te gaan en niet te wachten tot men bij U komt, dat hebben wij gemeen”.  Berlinger was een van die mensen die achter het overbrengen heeft gezeten van de Joodse bevolking van Denemarken naar Zweden op die bewuste Jom Kippoer in de oorlog. Met die repatriëring van veroverd Denemarken naar neutraal Zweden werden duizenden levens gered. Berlinger was toen rabbijn in Malmö.  Tenslotte sta ook ik op die foto, als jong rabbijntje, maar reeds assistent van Berlinger zl. Wat hadden allen op de foto gemeen (behalve ik)? Allen overlevenden die gezworen hadden het Jodendom te herbouwen op de ruïnes van wat eens was. Voelt u de link naar oud-voorzitter Philip Soesan? En ziet u de relatie met Chanoeka? Het licht van de Menora trotseert de eeuwen, laat zich niet doven, dankzij het zuivere vlammetje van mensen als Joop Sanders, Manus Wikler zl., Meir Groen zl., Opperrabbijn Berlinger zl., mevrouw Berlinger zl. Wat ben ik trots om met deze overlevenden op de foto te mogen staan.

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

 

Toespraak Menora Tweede Kamer. Dagboek van een Opperrabbijn, 10 december 2020

Allereerst mijn oprechte dank aan mevrouw Arib, voorzitter van onze Tweede Kamer, omdat ze zelfs dit jaar weer bereid was de Menora in ontvangst te nemen en die Menora een plaats te geven in het hart van ons Parlement. Waarmee automatisch, zonder woorden, ook getoond wordt dat dat kleine Joodse vlammetje, de Nederlands Joodse Gemeenschap of wat daarvan nog over is, onlosmakelijk verbonden is met de brede Nederlandse samenleving.

‘Zelfs dit jaar’, want het gezamenlijk aansteken van de kaarsjes, de vlammetjes, met daaraan gekoppeld de ontvangst van de rabbijnen zoals voorafgaande jaren, heeft niet plaatsgevonden. De brandende vlammetjes, de essentie van het hele Chanoeka gebeuren, ontbraken dit jaar. De essentie ontbrak! En dus rijst de vraag: Hadden we dit jaar Chanoeka, het aansteken van de Menora wellicht moeten overslaan, in het Parlement en op zovele andere plaatsen?

We weten allen dat de gedachte achter het kruikje olie en het vlammetje dat daaruit voortkomt is: het verlichten van duisternis. In de Sjoelchan Aroeg, het Joodse Wetboek, staat dat de Menora moet worden aangestoken als het buiten duister is en zolang er mensen buiten in de straat lopen. Maar wat als er niemand in de straat het licht kan zien en de boodschap van tolerantie niet kan horen? Als Joden in situaties verkeerden of verkeren waarin het voor het raam plaatsen van de Menora gevaarlijk is, of als er gewoon helemaal niemand buiten te zien is omdat ik bijvoorbeeld in woestijn woon, helemaal alleen?  Steken we dan geen Menora aan? Het antwoord op deze vraag is heel duidelijk: hoewel het tijdstip van aansteken alles te maken heeft met de zichtbaarheid, het verdrijven van duisternis juist bij de ander, toch moet de Menora zonder enige twijfel ook worden aangestoken als niemand maar dan ook niemand de zuivere vlammetjes kan zien.

En dat is nu precies wat ook dit jaar gebeurt. Publiekelijk de Menora aansteken, met een grote menigte, zit er dit jaar niet in. Zelfs met een paar rabbijnen de Menora overhandigen en de lichtjes ontsteken in het gebouw van de Eerste en Tweede Kamer, hebben we niet willen doen. En desalniettemin wordt in ieder Joods huis het licht ontstoken. Een licht dat hoger is dan de ratio, een licht dat als taak heeft licht te verspreiden Maar ook als het niets verspreidt moet het toch branden.

Is dat rationeel? Kunnen we dat verklaren? Neen, het is een soort contradictio interminis. Totaal niet te vatten. Zolang mensen het vlammetje kunnen zien moeten we de Menora aansteken, maar ook als niemand het ziet en het rationele deel dus ontbreekt, steken we het toch aan?! Laat ik het anders verwoorden: Stel we zetten een actie op poten om geld in te zamelen voor mensen die straatarm zijn. Ze hebben geen financiële mogelijkheid om eten te kopen. Iedereen zal doneren. Maar als op een gegeven moment de armen in staat zijn om zich in hun eigen levensonderhoud te voorzien hebben ze geen gaarkeuken meer nodig. Op dat moment is het zinloos om aan die gaarkeuken geld te geven. Sterker nog, volgens de Joodse wet mogen die armen, die inmiddels niet meer arm zijn, geen geld aannemen van Tsedaka, liefdadigheid, want het zou dan onterecht zijn, tegen de gerechtigheid indruisen.

Wat zou er dus logischer zijn geweest dat de Menora alleen dan wordt aangestoken als de lichtjes van de Menora worden gezien door derden. Mensen die zich in de duisternis bevinden, ongeacht of dat een tastbare duisternis is, het is gewoon buiten donker, of een spirituele duisternis. De Menora zit gekoppeld aan het verspreiden van licht en dus het verdrijven van duisternis. Maar er bevindt zich niemand in duisternis!

En dan zien we het volkomen onlogische: als de armen niet meer arm zijn, kunnen ze uiteraard niet meer nemen van de armenbedeling.

Maar als er niemand aanwezig is die zich in de duisternis bevindt, zijn we toch verplicht om licht te brengen. Maar aan wie? Aan niemand. Totaal onlogisch! Niet te beredeneren.

En dat is nu juist precies de essentie van Chanoeka. In de Talmoed wordt gevraagd: Wat is Chanoeka? En het antwoord is dan het wonder van het kruikje olie. Geen woord over het wonder dat een klein groepje onervaren strijders een gigantische Griekse professionele legerschare wist te verslaan. De reden?

De Grieken waren geen antisemieten. Joden werden niet vervolgd zoals in de tijd van de inquisitie of in de Tweede Wereldoorlog. Joden mochten zelfs de Thora bestuderen. Maar er zat één maar aan: G’d, de spiritualiteit, de ziel moest eruit verwijderd worden. Alleen logica telde. Alles moest begrepen worden. De afgod Ratio moest vereerd worden.

Dat was de strijd van toen en is ook de strijd van nu: Het licht van de Menora moet gezien worden, maar ook als niemand het ziet moeten we het toch aansteken.

Het vlammetje van de Menora straalt uit dat we niet alles kunnen begrijpen. G’d moet aanwezig zijn in onze maatschappij. Niet alles is te vatten. We weten meer niet, dan wel. Als we daarvan doordrongen zijn, dan pas gaan we proberen te begrijpen. Die boodschap straalt dit jaar sterker uit dan andere jaren, met dank aan corona.

Nog vele jaren Chanoeka, in gezondheid en met de echte sjalom, voor ieder medemens!

Bovenstaande toespraak heb ik gebruikt als dagboekvulling: twee vliegen in één klap!

Wat ik verder heb gedaan? Vanuit Zeeland waren een cameraman en een presentator gekomen naar ons huis om mij vijf minuten op te nemen voor TV Zeeland. Die vijf minuten worden dan wel, als ik het goed heb begrepen, zondag zes keer uitgezonden als onderdeel van een Chanoeka programmaatje waarin ook de menora wordt aangestoken in de sjoel van Middelburg door de onnavolgbare Luuc Smit, chazan van de Joodse Gemeente Zeeland. In datzelfde programma weerklinkt vanuit het carillon van de Grote Kerk het Ma’oz Tsoer.

Vanavond bijna twee uur vanuit het Israel Producten Centrum in Nijkerk (bijna mijn tweede thuis!) het aansteken van het eerste kaarsje door Joop Elzas, voorzitter van het NIK, de federatie van Joodse Gemeenten, gevolgd door het zingen van Ma’oz Tsoer door mijn Canadese schoonzoon en aansluitend een lezing van mij over……Chanoeka! Ondertussen heb ik me nog wel even opgewonden over een relletje dat hopelijk na een gesprek met een burgemeester tot bedaren is gebracht. En ook begrijp ik nog steeds niet, waarschijnlijk vanwege mijn beperkte politieke verstand, waarom in Dubai producten uit de zogenaamde bezette gebieden zonder label mogen worden verkocht, maar in Nijkerk niet. Misschien moet het IPC – Israel Producten Centrum zijn wijn vanuit Israel naar Dubai laten sturen en dan vanuit Dubai naar Nederland. Als ons Ministerie dan gaat gillen krijgen ze de Verenigde Arabische Emiraten op hun dak. Ik snap dat dit voorstel niet erg klopt, maar dat is inherent aan de politiek. Als het maar goed en aannemelijk klinkt. En dat doet het zeker!

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

RSS
Follow by Email