Antenne ‘aan’ of ‘uit’ ? Dagboek van een opperrabbijn 6 januari 2021

Soms word ik blij en na enig nadenken een beetje verdrietig. Vanuit Israël werd mij bovenstaande foto gestuurd van de sjoel uit Terborg! Eerst dacht ik dat een Israëlische toerist in Terborg was geweest, maar toen realiseerde ik me dat er vanwege corona geen Israëlische toeristen in Nederland kunnen zijn en dat de sjoel in 1945, net voor het einde van de oorlog, getroffen was door een bom van de geallieerden en totaal verwoest. Maar na even nadenken en het bijgevoegde bericht gelezen te hebben begreep ik dat het een replica betreft van de sjoel die eens in Terborg stond en nu in een stadje in Israël staat. Prachtig, dacht ik. Een soort eerbetoon aan de leden van Terborg die niet ‘terugkwamen’. Leeft Terborg toch nog een beetje en dan nog wel in Israël. Maar anderzijds een keihard teken dat wat eens was er echt niet meer is. De Thorarollen waren overigens in de oorlog verborgen en overleefden dus wel. De leden van de Joodse gemeente nauwelijks.

Eindelijk kwam Mishpacha weer in de bus. Mishpacha is een magazine dat wekelijks uitkomt in het Engels en in het Ivriet. Een wereld aan bijzonder interessante artikelen vanuit de gehele Joods orthodoxe wereld. Al meer dan twee maanden niets meer ontvangen, terwijl ons abonnement echt betaald was. Na de nodige telefoontjes werd het een paar weken in een reguliere onherkenbare envelop gestuurd. Dat het ‘Joodse post’ was, kon niet gezien worden. Het kwam aan, en daar ging het om. En vandaag weer de eerste ontvangen zonder onherkenbare envelop maar gewoon in een doorzichtige plastic verpakking. Duidelijk herkenbaar Joods. Aangekomen uit Israël, alleen op de kop af twee maanden te laat. Ik ben benieuwd of de andere zeven ontbrekende uitgaven ook nog aankomen. Ik denk nu iets wat ik eigenlijk niet mag denken: misschien werd het niet doorgestuurd omdat het duidelijk Joods oogde. Niet goed dat ik zo denk! Maar het blijft vreemd dat hetzelfde magazine in een onherkenbare envelop moeiteloos op tijd komt en een zichtbaar Joods tijdschrift maanden later of helemaal niet. En toch zie ik absoluut niet achter iedere boom een antisemiet. Maar soms is het lastig om de balans te vinden tussen naïviteit, realiteit en achterdocht.

Wat belangrijk is voor een rabbijn, speciaal in deze periode, is om het Nederlands meer dan goed te beheersen. Ik herinner mij dat ik ooit een aanbod heb gekregen om de opperrabbijn van Zürich te worden. Hoog salaris, emolumenten, dienstwoning en de vorige rabbijn van Zürich, de voormalige opperrabbijn van het Israëlische leger Piron, had mij voorgedragen. Ik had dus zeer goede papieren, zoals dat heet. En toch heb ik er nauwelijks over nagedacht. Een van de redenen was dat ik, hoewel ik goed Duits sprak, toch bang was de nuances niet voldoende te kunnen oppakken. In het Nederlands meen ik daartoe erg goed in staat te zijn. En dus deed een heel onschuldig bijna inhoudsloos emailbericht, dat ik gisteravond heel laat ontving, mij vermoeden dat er achter de letters een grote zorg schuilging. Ik dus gewoon de telefoon genomen, hoewel het al tegen middernacht liep. Het klopte. De schrijfster, een door-en-door goede vrouw, was erg bezorgd. Angst voor corona, angst voor het welzijn van haar kleindochter die net met de corona was begonnen. Ik hoop en vermoed dat mijn telefoontje op het juiste moment met, naar ik meen, de passende woorden, heeft geholpen. Een rabbijn wordt geacht zijn antenne en voelhorens steeds uit te hebben staan. ‘Uit’ te hebben staan? Of moet ik schrijven ‘aan’ te hebben? Maar of het ‘uit’ of ‘aan’ is doet er niet echt toe, want het gaat om de vaak onzichtbare betekenis, emotie en diepgang die ‘achter’ de woorden verborgen kan liggen. Een diepgang die niet alleen te vinden is achter het geschreven woord, maar ook en vaak juist in het visuele contact, de lichaamshouding, de blik in de ogen. En dat uiterst belangrijke ‘vertalen’ gaat verloren in deze voor velen uiterst moeizame en deprimerende corona-periode. En dus wordt er een extra beroep gedaan op rabbijnen om ook achter geschreven en telefonische woorden vertaalslagen te maken en signalen op te vangen. Of die antenne nou uit of aan staat is niet relevant, zolang de drager van de antenne maar door de woorden kan heen kijken.

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

RSS
Follow by Email