De Ba’al Shemtov benadrukte dat waar een mens zich ook bevindt hij een opdracht heeft. Dat vaak die opdracht onzichtbaar blijft, is een gegeven.
Maar af en toe word je getoond waarom je op een bepaald tijdstip ‘toevallig’ ergens moest zijn.
Toevallig belandde ik in een Joodse Gemeente met een jonge rabbijn, waar ook de oude rabbijn was blijven wonen. Deze oude oud-rabbijn had deze Joodse Gemeente uit het niets weten op te bouwen. Maar ondanks de aanwezigheid van zijn opvolger, die hijzelf had aangetrokken, bleef de oude rabbijn op een aantal rabbinale fronten actief. Zijn maandagavond sjioer bleef bestaan en als hij voor de Thora werd opgeroepen stonden alle aanwezigen op, als teken van respect en dankbaarheid. In zijn rabbinale verleden doceerde hij aan universiteiten en had hij een column in een van de grote nationale kranten. Maar hoe befaamd hij ook was, hij bleef steeds zichzelf, geleerd, welbespraakt en door en door bescheiden. Ik kende hem uit het grijze verleden en ontmoette hem enige dagen geleden bij toeval, toen Blouma en ik, vanuit mijn EU-functie, een sjabbat doorbrachten bij die jonge rabbijn. Blouma sprak zijn echtgenote, de rabbanit, in sjoel en voelde aan dat we na afloop van de kiddoesj echt een mitswe zouden doen door hun thuis te bezoeken. En dat hebben we gedaan en geweten. De eens zo krachtige rabbijn leed nu aan Parkinson, was aan het vereenzamen en voelde zijn einde naderen … Wat mooi dat wij hem toevallig mochten bezoeken en werkelijk tot steun mochten zijn. Uren bleven we bij hem en zijn echtgenote, ze hielden niet op te spreken en we beloofden om via whatsapp contact te houden.
Nog geen dag later ontving ik een email:
“Heel hartelijk dank voor uw column van 1 juli! Misschien herinnert u het zich niet meer, maar in het gesprek dat ik met u mocht hebben zo’n 6 jaar geleden, waren het juist ook deze woorden die u ook toen sprak, (“alles, maar dan ook alles komt van Boven”) die mij weer verder hielpen toen ik vastgelopen was omdat in de kerk waar ik toen predikant was, er binnen een half jaar 5 jonge mensen waren overleden, ondanks alle gebeden…, en ik alleen nog maar ontzettend kwaad was op God… Zonder dit gesprek toen – en deze woorden van u – weet ik niet of ik nu nog predikant zou zijn geweest..”
Een telefoontje uit Florida. Een Joodse jongen van zestien komt met zijn ouders eind juli naar Nederland voor vakantie. Kennelijk had hij toevallig ergens mijn adres gevonden en daarom benaderde hij mij. Hij is de redacteur van de schoolkrant en ergert zich, zoals hij mij vertelde, aan de onwetendheid van de Amerikanen over Europa. De Amerikanen kennen, als het gaat over de Tweede Wereldoorlog, alleen Anne Frank. De Nederlanders probeerden haar te redden en waren dus de good-ones en de Duitsers hebben haar vermoord, de bad-ones. Om deze onwetendheid de US-wereld uit te werken, wil hij eind juli een interview met mij van, zoals hij erbij vertelde, hooguit een half uur.
Terwijl ik dit tweewekelijkse dagboek aan het schrijven was, ontving ik tijdens mijn retraite, die bijna voorbij is, een e-mail over de “March of the living”. Nederlanders en Duitsers gaan binnenkort vanuit Westerbork te voet naar de Hollandsche Schouwburg. Na afloop van deze March zal er een bijeenkomst zijn in Amsterdam-Buitenveldert. Of ik bereid ben daarbij aanwezig te zijn en een paar woorden te spreken. Natuurlijk doe ik dat, en ook nog graag. Ik kan nooit voorzien wat ik met mijn aanwezigheid kan bereiken, merkbaar of onopgemerkt. Het gaat dan wel een flink-aantal-kilometers-dagje worden. Want voordat ik afreis naar Amsterdam mag ik eerst nog een Joodse tentoonstelling openen in de synagoge van Middelburg. Blouma gaat die Middelburg-Buitenveldert-dag ook mee. Twee voor de prijs van één, zeg ik altijd. Want Blouma en ik blijven nooit tijdens bijeenkomsten samen. Wij gaan ieder ons weegs om zo twee keer zoveel toevallige ontmoetingen te kunnen hebben.
Ik ga stoppen, maar niet zonder de volgende e-mail met u te delen:
“Good evening, Rabbi Jacobs, this Yosef Kohen from Miami. I found your name on google.
I’m doing some research regarding Rabbi Yitschak Di Medina and Mordechai Di Medina which has a role in the Machzor I’m researching.
Based on the info I have so far, it’s seems like there are two options
- Prominent Rabbi born in Greece back in the 16th century.
He was a rabbi in the Ottoman Empire. Author of a number of Jewish books and an Expert in Halacha.
- Prominent Rabbi in the 17th century who was involved in the leadership of the Sefardi community in Amsterdam and contributed to establishing an organization of Jewish life in the city. He was seemingly involved in the Portuguese shul and yeshivas etz chaim.
Im trying to see if there are anyone that would know more about rabbi Yitschak Di Medina and Rabbi Mordechai Di Medina.
If you know anything or have any leads, please let me know.”
Dus mocht u bekend zijn met deze rabbijnen, laat me weten.
Maar de les/conclusie uit deze bovenstaande toevalligheden: ieder mens is op deze aarde met een opdracht. Wat die opdracht precies is, kan onduidelijk zijn en zelfs totaal onzichtbaar. Maar wel of niet zichtbaar: waar we ons ook bevinden, daar moeten we zijn, daar moeten we onze bijdrage leveren, daar ligt onze taak, zelfs in een roeibootje op het zwoele water.

Succes!

Hoewel ik me bijna fanatiek had voorgenomen om mijn dagboek een gewoon dagboek te laten zijn en dus geen belerend verhaal of een uitleg over de “Sidra van de week”, wil ik daar vandaag van afwijken om de simpele reden dat ik me de laatste dagen intensief in geest heb bezig gehouden met de moeizame geschiedenis van de zogenaamde Verspieders. Ik geloof dat er geen geschiedenis zoveel vraagtekens en dus ook even zoveel antwoorden heeft veroorzaakt, als de Verspieders.
Deze foto is mij vanuit de meest onverwachte hoeken toegestuurd, o.a. door een demissionair minister, een voormalige rechter en een tiental mensen die in mijn contactgegevens zitten maar met wie ik al jarenlang geen contact meer heb gehad. Ik vroeg mezelf ook af of ikzelf wellicht de verspreider ben, mede gezien ik de laatste dagen nogal hoest. Hoewel het een met het ander niets van doen heeft, weet je het trouwens echt niet meer. Als intelligentie kunstmatig kan zijn, waarom zou dan een gewoon fysieke virus niet kunnen overslaan op een computer? Een van mijn fanatieke volgelingen dacht dat de foto van mij was en ik in dat ziekenhuisbed lag. Ik ben de foto nader gaan bekijken, zag mezelf niet in dat ziekenhuisbed liggen en herkende de orthodoxe ‘arts’ die achter het bed stond, als mijn vriend rabbijn Mendel Cohen, de held uit Mariupol! Honderden heeft hij uit Mariupol weten te redden. Hij woont nu in Israël maar bevindt zich om de haverklap weer in Oekraïne om als Moheel, ritueel besnijder, pasgeboren baby’s op de achtste dag, conform de wet van de Thora, binnen het verbond met Abraham te brengen. Maar stel dat een Joodse man/jongen niet de achtste dag werd besneden, dan kan het altijd nog. En zo zien we dat vele Joden die vanwege assimilatie geen Brith Milah kregen, op latere leeftijd dit alsnog wilden en willen ondergaan. Juist door de oorlog (Rusland-Oekraïne bestaat nog in alle hevigheid!) is er een onverwachte vraag ontstaan om deze mitswa, dit gebod, alsnog op latere leeftijd te vervullen. En dus gaat rabbijn Mendel met een collega Moheel, die ook uroloog is, regelmatig terug naar zijn Oekraïne. En dat is die foto.
Maar ik stop nog niet, omdat ik wil vermelden dat we hoog bezoek hadden. Rabbijn Sholom Duchman, de directeur van Colel Chabad. Colel Chabad klinkt erg Chabad, maar is dat de facto helemaal niet. Colel Chabad verzamelt in de hele wereld geld voor mensen in nood die in Israël woonachtig zijn. Ook in Israël heerst op zeer veel plaatsen armoede, zijn er mensen met een verstandelijke handicap, zijn helaas velen die ledematen hebben verloren vanwege de oorlogen, gezinnen zonder vaders, bestaat behoefte aan psychologen en psychiaters. Colel Chabad helpt daar waar geholpen moet worden, zeker na 7 oktober. En als er financiën nodig zijn om projecten in Israël te steunen, tot wie kunnen we ons dan wenden? Wie zijn de grootste donateurs voor Israël in ons land? Ook in een tijd waarin de meerderheid van onze Nederlandse bevolking zich tegen Israël keert? Antisemitisme hoogtij viert? Christenen voor Israël! Niet-Joden die achter Israël stonden, staan en zullen blijven staan. Overigens niet alleen áchter Israël, maar ook vóór, links en rechts van. Rabbijn Duchman heeft het IPC- Israël Producten Centrum wederom bezocht om zijn dankbaarheid kenbaar te maken voor de geweldige steun van de afgelopen jaren. Duchman was zeer onder de indruk van de onnavolgbare inzet van CvI ten behoeve van bijna alle vormen van hulp aan Israël. Maar even zozeer was de directie van CvI vol bewondering voor de manier waarop Duchman zich inzet. Met hart en ziel, vol toewijding, dag en nacht. Voor mij gold het als een eer om samen met hem een paar uur te mogen optrekken en samen met mijn niet-Joodse vrienden Colel Chabad te mogen steunen.
De gasten keren nu huiswaarts. Ieder terug naar zijn/haar eigen woestijn. De tafels zijn leeg. Alleen op onze tafel staat nog een prachtige bos bloemen die de hele Jom Tov onze tafel had versierd. Net voor Jom Tov werden wij ermee verrast. Afkomstig van een ons onbekende niet-Joodse familie die hun steun aan Israël wilde betuigen. De bloemen straalden warmte uit en vooral bemoediging.
De conferentie (ben ik nu toch een verslag aan het schrijven?) eindigde met een bezoek aan het Joods Cultureel Kwartier. In de bijna 350-jarige Esnoga werden we opgewacht door de voorzitter (met zwarte hoge hoed) van de PIG, David Samama, die ons allen welkom heette en ons een kort kijkje gaf in de geschiedenis van de Portugese Joodse Gemeenschap. Een indrukwekkende en emotionele bijeenkomst in de Hollandsche Schouwburg, markeerde het einde van de conferentie, althans voor mij, want ik moest mij naar Antwerpen spoeden om nog net, dinsdagavond en woensdag, aanwezig te kunnen zijn bij de dayanim-conferentie van de RCE (Rabbinical Center for Europe). Overigens moest ik woensdagochtend alweer, en dus voortijdig, terug naar huis omdat ik om 14:00 uur met de vertegenwoordiger van de Israëlische Ambassade in het IPC, Israël Producten Centrum, de tentoonstelling “Israël onder de loep” mocht openen.
Ja, Urk is klein, maar het aantal Joden is in ons land dermate laag, dat het oprichten van een Joodse wijk op Urk zeker het overwegen waard is. Urk had nooit een synagoge, maar die zullen ze binnen een mum van tijd bouwen. Een mikwa (ritueel bad) is op het voormalige eiland ook zo uit de zee gestampt. Wij hebben thuis een Thora, die we uiteraard meenemen.
Ik was weer eens onderweg. Nu ging de reis naar Malaga. ‘Die geniet maar’, hoor ik u denken. Nou dat viel wel mee, want om 3:30 was ik opgestaan, om 4:30 uur stond de taxi voor de deur, want mijn vliegtuig naar Charles de Gaulle had om 6:45 uur zullen vertrekken. In CDG zou ik dan overstappen naar een toestel dat me naar Malaga zou brengen. Maar omdat, zoals het werd aangekondigd, “de cockpit niet aanwezig was”, zou er een vertraging zijn van een kwartier. In eerste instantie begreep ik het probleem niet helemaal want we zagen het vliegtuig en alles zat eraan: de vleugels, de wielen, de romp en ook de cockpit! Toen er na vijftien minuten werd omgeroepen dat de nieuwe cockpit was opgeroepen en onderweg was, werd het me duidelijk dat het om de inhoud van de cockpit ging, de piloten. Nou moest ik dus in Parijs overstappen in een vliegtuig naar Malaga en dus zat ik niet in de cockpit, maar in de piepzak want er was minder dan een uur overstaptijd. Om een lang overstap-verhaal kort te houden: Ik heb het vliegtuig gehaald in Parijs met dank aan mijn hard kunnen hollen. Aangekomen om 11:20 uur in Malaga en om 17:30 uur weer terug met een rechtstreekse vlucht naar huis. De hulp en het meedenken van KLM was heel erg subliem. Ze hadden een terugvlucht gereserveerd om 10:15 uur voor het geval ik de aansluiting zou missen in Parijs. Een rechtstreekse vlucht vanuit Amsterdam naar Malaga voor me geboekt en voor de volgende ochtend een retourvlucht.
De bijeenkomst in Harskamp voor de Mannenavond in de Hervormde Kerk was als een warme douche. Allemaal vrienden van Israël. Overigens ook vriendinnen, want ook de dames en zelfs jonge kinderen, waren aanwezig. Het voelde als een thuiswedstrijd, maar dan zonder strijd.
Iedereen uit de buurt was dus welkom. En dat was wonderwel gelukt. Ook de burgemeester en de wethouder waren gekomen. Helaas ontbraken uiteraard de mensen die niet met ons in gesprek willen en die ons naschelden. Maar, en ik blijf het maar herhalen, voor een dialoog heb je minstens twee nodig. En die tweede ontbrak dus zichtbaar. Dus daaraan moet en gaat gewerkt worden.