Van een verontruste voormalige voorzitter van het NIK ontving ik de volgende email: “Nu het NIK en het voormalige IPOR het Joods Cultureel Centrum in Amsterdam moeten verlaten, is de vraag wat er met de archieven gebeurt die daar liggen opgeslagen. Het is van het grootste belang dat de archieven bewaard blijven of anders gedigitaliseerd worden. Zouden de archieven in het “ronde” archief verdwijnen (hij doelt in het vuilnisvat!) dan weten de Rabbinaten binnen afzienbare tijd niet meer wie Joods is en wie niet. Voor de continuïteit van Joods Nederland (en ook de Joodse dagscholen) van wezenlijk belang. Ik sluit niet uit dat we dan anders Russische toestanden tegemoet gaan.” Op het NIK archief heb ik geen invloed, maar hopelijk wel op het IPOR-archief. Regelmatig, juist nu na 7 oktober, word ik (want mijn voormalige medewerkers zijn ontslagen, dus kan ik niet meer schrijven ‘worden we’) benaderd voor Rabbinale Verklaringen. Ik bedoel dus Jood-verklaringen, maar dat woord doet me zo denken aan de jaren ’40-’45 en daarom spreek ik liever over ‘Rabbinale Verklaringen’. Het aantal verzoeken is drastisch toegenomen. Nederlanders die tot nu toe nauwelijks wisten dat ze Joods waren , geen Joodse familienaam hebben en slechts per gerucht hebben vernomen dat ze Joods zouden kunnen zijn, willen dat nu bewezen hebben om eventueel aanspraak te kunnen maken op de Wet op de Terugkeer om zo makkelijker Israël binnen te kunnen komen. Ja, u leest het goed! Deze onbekende Joden willen juist nu, hun vermoedelijke Jodendom bewezen hebben! De moraal van het verhaal : zet alles in het werk om de archieven van de vuilnisbelt te redden, opdat we nu en in de toekomst verdwaalde Joden kunnen helpen bij hun terugkeer.
Maar ik schrijf tegen dovemansoren oren en dus regel ik zelf alles wel, wetend dat daarvan wordt uitgegaan door de HH bestuurders. Ik moet nu stoppen met hierover verder uit te wijden omdat ik het begin van boosheid in mezelf voel opkomen en dat is niet gezond en nooit juist. Nu we over boosheid spreken:
Vandaag was de onthulling van het monument, de grafzerk zonder graf, voor 83 vermoorde Joodse inwoners van Roermond. Op de begraafplaats waar ze ongetwijfeld zo graag normaal begraven hadden willen worden, prijken nu hun namen op twee grote grafzerken zonder graven. Het was een indrukwekkende bijeenkomst met indrukwekkende toespraken die een balans creëerden tussen het herdenken van de 83 nimmer teruggekeerde slachtoffers van het naziregime en het fel opkomend antisemitisme vandaag de dag. In één woord: indrukwekkend, waardevol en respectvol (sorry: In drie woorden… Maar dat klinkt niet!).
Maar behalve Roermond was het allemaal erg negatief. Ja, de bijeenkomst vrijdagmiddag in koosjer restaurant Meat Me met Dilan Yeşilgöz en Mirjam Dikker was niet goed, maar geweldig! Het is duidelijk waar ze staan ten opzichte van de Joodse gemeenschap: in de voorste gelederen. Maar zullen ze de kracht hebben om de kudde de juiste kant op te krijgen? Mijn mond zal koekjes eten!
Ondertussen zijn drie zichtbaar Joodse gasten, die bij mij de sjabbat-maaltijd hadden gevierd, op weg naar de synagoge uitgescholden voor kankerjoden, vanuit een auto. En ik werd tijdens mijn vredige sjabbatmiddag wandeling, door vier jongetjes bestookt met Arabische kreten die, afgaand op de toon, niet vlijend of complimenteus bedoeld waren.
Verder: mocht u daarover twijfels hebben: ik ben nadrukkelijk vóór Netanyahu. Mocht u tegen zijn, dan verzoek ik u om dat niet kenbaar te maken. Wij hebben namelijk het recht om voor te zijn. Israël is een democratie en Netanyahu is de democratisch gekozen Minister-President. De noodzaak om luidkeels voor te zijn, ook als u misschien tegen bent, kreeg ik vanavond nog even bevestigd tijdens de receptie van de verloving van zoon-twee van rabbijn Menachem en Chawa Sebbag. Een vriend die regelmatig spreekbeurten geeft op scholen vertelde me dat hij vandaag op een school had verteld over de Shoa en het opkomend antisemitisme. Hij had, naar zijn zeggen, goed contact met de klas, er werd aandachtig (en verplicht) geluisterd. Bij de gelegenheid-tot-vragen-stellen kwam de vraag of hij voor of tegen Netanyahu was. En toen hij spontaan zei dat hij tegen Netanyahu was, kreeg hij een langdurig staande ovatie van de snotaapjes van 12 jaar! De gastdocent heeft inmiddels besloten om weliswaar zeker tegen Netanyahu te blijven, maar voor de klas gaat hij de waarheid aanpassen omdat voor en tegen bij hem en bij mij niet gekoppeld zit aan goed of slecht, leven of dood… maar bij anderen wel!

Na een zeer enerverende week en bijna een dagboek te hebben overgeslagen, zit ik dus nu weer, in de zeer vroege uurtjes van vrijdag (bijna lijdend aan een DMC -dagboek missing complex) achter mijn computer. Woensdag was ik voor mijn doen al zeer vroeg on the road, op weg naar Gooise Meren. Wat een fantastische organisatie. Ik doel op de Stichting Struikelstenen Gooise Meren.
Het waren erg vreemde dagen. Een nagenoeg lege agenda die overvol geraakte. Het is nu zondagavond en zojuist heb ik deel drie van De Joodse Raad bekeken. Tot voor kort was dit de geschiedenis van mijn ouders en mijn grootouders. Ik hoefde niet bang te zijn, want, zo vertelden mijn ouders mij, dit zal nooit weer gebeuren. Maar nu ik de documentaire bekijk zie ik dat het nu weer aan het gebeuren is. Zie ik spoken? Zal de Overheid ons aan de Jihadisten, of hoe dat rapalje ook moge heten, overdragen omdat ze anders zelf gevaar zullen lopen? Die Staatssecretaresse die ons daar in de Tweede Kamer stond te verkopen en het antisemitisme stond te relativeren. Allemaal mooie woorden die ons worden verteld. Hard optreden. Onaanvaardbaar… En ondertussen word ik door kleine islamitische snotaapjes nagescholden, gaan autoraampjes omlaag en worden er foto’s van mij genomen door haatdragende blikken. Wanneer zal de overheid ingrijpen of beter uitgedrukt: willen ze ingrijpen? Ik heb een uitnodiging ontvangen van het comité 4 en 5 mei om aanwezig te zijn in Roermond bij de viering van de Bevrijdingsdag en ’s avonds bij de afsluiting bij het concert aan de Amstel. Maar hebben wij Joden wat te vieren als het inmiddels overduidelijk is dat Nederland niet eens meer langzaam de verkeerde kant opgaat.
“Helaas komen we niet alleen in Nederland maar in de hele wereld steeds meer alleen te staan. Na het incident dat onlangs met Lenny Kuhr plaatsvond, heb ik het gevoel dat de volgende stap zal zijn dat we bordjes gaan tegenkomen ‘verboden voor Joden’.”
“Activisten grijpen Poerim aan om aandacht te vragen voor een van de Israëlische gijzelaars die nog in handen van Hamas zou zijn”, einde citaat NOS. Dit was het bericht dat onze NOS in plaats van een Vrolijk Poerim aan Joods Nederland aanbood. Leest u het even rustig en laat de suggestieve leugen/insinuatie tot u doordringen.
Mijn dagboek over de opening van het Holocaustmuseum kreeg 19 duizend lezers op de website. Eigenlijk begrijp ik dat aantal niet zo goed. Ik snap dat het onderwerp met de protesterende anti-Joodse meute qua public relations aanspreekt, maar hoe weet de lezer voordat die het dagboek heeft gelezen of het een artikel is dat hem aanspreekt? Ik weet niet of ik me erin moet gaan verdiepen om te snappen hoe een en ander gekoppeld aan algoritmen werkt, maar duidelijk is dat ik bereik heb/krijg en dat dien ik ten goede aan te wenden.
We witness here today the combination of the normal and the abnormal, the acceptable and the not acceptable, a regular new Jewish cemetery and the awful 7 October monument. And we see with tears in our eyes that the world accepts the non-acceptable by condemning Israel and by accepting antisemitism. Met deze woorden eindigde ik mijn toespraak gisteren in Porto bij de inwijding van de nieuwe begraafplaats en tegelijkertijd met de onthulling van het monument waarop de namen van allen die op 7 oktober op beestachtige wijze werden vermoord.
Ik benadruk keer op keer dat de meeste slachtoffers van ISIS islamieten zijn. En toen een topper uit onze overheid tegen mij zei, toen we over antisemitisme spraken, dat in Nederland het huidige antisemitisme voor 98% afkomstig is van de in ons land woonachtige moslims, heb ik hem aangegeven dat toen 80% van mijn familie werd vermoord er in Nederland geen enkele moslim te bekennen was, zo schreef ik in mijn dagboek van 7 februari 3 dagen geleden. Ik wil hieraan toevoegen dat daags na 7 oktober ik een telefoontje kreeg van onze Minister van Algemene Zaken, van Gennip, die belangstellend vroeg hoe het met mij ging en mij vertelde dat zowel de Marokkaanse als de Turkse gemeenschap in Nederland de gebeurtenissen van 7 oktober niet acceptabel vinden.
Dinsdag waren we bij de première van de film ‘Rebellie van de hoop’’ en de presentatie van het gelijknamige boek. Het was eigenlijk geen première, maar een geweldige happening. Maar… vooropgesteld dat het een perfecte film was en weergave van de geschiedenis uit de jaren
Deze week wordt voor ons een filmweek.