Dagboek van de Opperrabbijn 29 juni 2025

Waarschijnlijk heeft u van mij de indruk gekregen dat ik de laatste tijd veel in de lucht zit. Ter geruststelling: dat valt erg mee. Alleen, zo werken media (helaas) ook: de uitzonderingen krijgen meer aandacht dan de gewone dagelijkse routine. Een autoritje naar Medemblik is aanzienlijk minder interessant, dan een vlucht naar Belgrado. En naar Belgrado-Servië was ik woensdagochtend om tien over acht gevlogen om vervolgens om drie uur ‘s middags op donderdag weer op Schiphol te landen. Na aankomst kreeg ik de gelegenheid om even een uurtje bij te komen en toen aan de rabbinale-slag. Wat hield die rabbinale-slag dan in, hoor ik u vragen. Er waren vier families over wiens Jood-zijn discussies waren. Zijn ze wel of niet halagisch, Joods wettelijk, Joods. Omdat de lokale rabbijn en de opperrabbijn van Servië, opperrabbijn Isak Asiel, zich te dicht bij de families betrokken voelden, werd ik als een onpartijdige rabbinale outsider ingevlogen. Details zijn uiteraard niet bestemd voor een dagboek, maar het fenomeen om vanwege de zuiverheid zelf afstand te nemen en in goed overleg met alle betrokkenen een buitenstaander in te schakelen, toont oprechtheid, moed en rabbinale collegiale eenheid. Uiteindelijk waren allen tevreden en dankbaar.

Heb ik dit uitstapje als een snoepreisje ervaren? Niet echt, of zelfs nog sterker: echt niet! Ik heb alleen het vliegveld van Belgrado gezien, de binnenkant van taxi’s en de synagoge waar alle besprekingen plaatsvonden en waar ik ook de nacht van woensdag op donderdag heb doorgebracht. Omdat ik ook als ik niet thuis ben probeer vast te houden aan mijn dagelijkse therapeutische snel-wandeling, heb ik woensdagavond om 23:30 uur de koele sjoel verlaten om enige snikhete buitenlucht in te ademen. Overdag scoorde de temperatuur 37 Celsius. Niet ver van de sjoel was een demonstratie, die ik al kende van mijn vorige voorbereidende bezoek aan Belgrado, twee weken geleden. Ik ging ervan uit dat de demonstratie tegen Israël zou zijn, want tegen wat anders kan een mens anno 2025 protesteren! Maar het bleek dus met Israël en met Joden niets van doen te hebben en dus kon ik met keppel, baard en zichtbare tsietsiet (u weet wel, van die Joods-religieuze touwtjes die uit mijn broek hangen) gewoon tussen de protesterende jeugdige Serviërs heen lopen zonder dat het bekende riedeltje From the River to the Sea weerklonk. Zelfs het woord Jood (in het Servisch dan) heb ik niet één keer gehoord en van nakijken was totaal geen sprake. De duidelijk herkenbare synagoge had geen enkele vorm van beveiliging, iets wat in ons Nederlandse polderlandje ondenkbaar is. En dat terwijl het naar Servië maar twee uur en een kwartier vliegen is.

Na een warme en rustige sjabbat was ik vandaag op de snikhete culturele markt in Enschede.  Ter gelegenheid van 700 jaar Enschede ontving ik de volgende uitnodiging:

Wij zouden het zeer op prijs stellen als u, namens de Joodse gemeenschap in Nederland, aanwezig zou willen zijn bij de opening van de culturele markt. Uw aanwezigheid zou een grote eer zijn voor de Suryoye gemeenschap. Daarnaast zouden wij het zeer waarderen als u een korte toespraak van vijf minuten zou willen houden om dit bijzondere moment te markeren.

Fijn dat ik was uitgenodigd en uiteraard had ik de uitnodiging aanvaard. Spreken ‘namens de Joodse gemeenschap’ is altijd lastig, want wie bepaalt of ik namens alle Nederlandse Joden mag spreken. Omdat ik me er toch van bewust ben dat velen mij beschouwen als (de niet benoemde) spreekbuis van Joods Nederland en denken dat ik ‘namens’ spreek, ben ik altijd alert op mijn woorden en probeer hokjes-overstijgend te denken. Eenheid is onze grootste kracht en het is precies die boodschap die ik ook de organisatoren van Suryoye culturele markt op het hart heb gedrukt. Want ook in hun gelederen bestaan hokjes die een heleboel gemeenschappelijks hebben, maar soms te veel bezig zijn met verschillen. En dus heb ik de aanwezigen opgeroepen als de belerende rabbijn, om vooral de eenheid te versterken. Dat ze moeten integreren, heb ik ze niet hoeven uit te leggen, want ze zijn volledig geïntegreerd. Sommige huidige nieuwe Nederlanders kunnen van hen leren. Dat ze ook vooral hun eigen identiteit moeten behouden, hun taal en hun gewoonten, hoefde ik ook niet te vermelden, want dat doen ze bij voortduring. Alleen aan die eenheid schort het af en toe, vandaar mijn oproep. En gezien mijn relatie met al hun denominaties, hokjes dus, durfde ik publiekelijk die oproep te doen en die les te leren.

En terwijl ik tot interne eenheid opriep, kreeg ik de Telegraaf aan de lijn over de Jom Ha-voetbal waar de ingehuurde zanger weigerde te zingen, maar het podium misbruikte voor politiek waarmee deze jeugdige voetballertjes niets te maken hadden en hebben. Jom Ha-Voetbal gaat over voetbal, over Joodse kinderen bijeenbrengen, gezelligheid, ontspanning en… alle Joodse hokjes even vergeten en de kinderen vanuit eenheid en saamhorigheid samen tegen dezelfde bal laten trappen. Jammer dat de zanger dit positieve heeft gemist en uit zichzelf (of opgejut door derden?) het voetbalspel van een valse interpretatie heeft voorzien en hiermee mijns inziens zichzelf buitenspel heeft geplaatst.

En of het nog niet genoeg is, ontving ik een mededeling van de Stichting Synagoge Middelburg dat op 10 juli in de sjoel een tentoonstelling zou worden geopend door de burgemeester van Middelburg. Enkele weken geleden vond er echter in Middelburg een incident plaats, waarbij geprotesteerd werd tegen een busmaatschappij die banden heeft met een Israëlische busmaatschappij.  Er werd een rookbom gegooid en er vond zelfs een handgemeen plaats.

Dit incident heeft de Stichting ertoe doen besluiten de tentoonstelling, en dus ook de officiële opening, niet door te laten gaan omdat ze op geen enkele wijze het risico wilden lopen dat de synagoge het doelwit zou worden van protest en ongeregeldheden.  En dus is er in 2025 een einde gekomen aan een mooie dertig jaar oude traditie die door velen als heel zinvol en bijzonder werd ervaren.

 

Dagboek van de Opperrabbijn 25 juni 2025

Binyomin, liet een niet-Joodse politicus mij daags na de beruchte PvdA-GL vergadering weten, de PvdA-GL Israël-haat raakt niet alleen de Joodse Gemeenschap, maar ook mij, je niet-Joodse Nederlandse medeburger. In 1948 werd de Staat Israël opgericht als een vluchthaven voor Joden, overlevenden van de gaskamers. Wij, Nederlanders, hadden 102.000 medeburgers laten vergassen en hebben daarom keihard en met volle overtuiging meegestemd in de Verenigde Naties voor de oprichting van een eigen Joodse Straat. Als nu Israël de mogelijkheid om zichzelf te verdedigen wordt ontnomen, we de ballistische raketten hun moordende werk ongestoord laten verrichten, dan is de weg geopend om tot de vervolmaking van de Endlösung te komen en daaraan weiger ik mee te werken.

Inmiddels ligt die onwaardige anti-Israël bijeenkomst alweer enige dagen achter ons en hebben een aantal van onze zogenaamde vrienden hun ware aard getoond. Wat we hiermee moeten doen? Geen idee. Ik wil er niet te veel aandacht aan besteden, maar prefereer om mijn gedachten te concentreren op een aantal mooie belevenissen.

Vandaag was ik eerst in Maastricht waar Ellen van Praagh (voorzitter van de centrale commissie van het NIK), Ernst Reus (voorzitter van de Joodse Gemeente Limburg) en mijn persoontje, een goed gesprek hadden met de voorzitter van de Universiteit, Rianne Letschert. Ons doel was om onze zorg kenbaar te maken over de veiligheid van Joodse studenten en medewerkers. Het was een warm gesprek en, hetgeen belangrijker is, ze begreep onze zorg en heeft toegezegd alles eraan te zullen doen wat in haar vermogen ligt om de Joodse medewerkers en studenten een veilig gevoel te geven. Ik heb er alle fiducie in.

Van Maastricht reden we met (te) hoge snelheid naar Urk voor de grote en grootse JNF-Experience die als motto droeg: Samen Sterk voor Israël. Ik mocht de verloting van de tickets naar Israël leiden en het gebed voor de Staat Israël en haar soldaten uitspreken, waarna het Hatikwa werd gezongen door de meer dan driehonderd aanwezigen. Het was een grandioos feest, wat een sfeer, wat een ontlading van spanning. Na afloop werd mij de gelegenheid gegeven om B&W van Urk via een filmopname te bedanken voor de pro-Israël motie die zij, als enige gemeente in Nederland, hadden aangenomen, waar de meeste gemeenten zichzelf ontsierden met anti-Israël moties. Voor de Amsterdammers onder mijn dagboeklezers, die meestal niet zo briljant zijn in topografie: Urk en Maastricht liggen iets verder uit mekaar dan Buitenveldert en Amstelveen.

Donderdagmiddag waren Blouma en ik bij de borrel van de medewerkers van cvandaag. Cvandaag is de grootste christelijke website van ons land en gezien ook zij regelmatig mijn dagboek publiceren, was onze aanwezigheid een vanzelfsprekendheid. Sterker nog: we voelden ons meer dan welkom! Speciaal voor ons hadden ze koosjere maaltijden geregeld. De warmte die we daar voelden, was geweldig. Een en al steun voor Israël, geen antisemitisme. Bijzonder!

En toen, vrijdagmiddag, nog ruim voor het begin van sjabbat: SGP! Even een uitleg. Mij was ter ore gekomen dat de SGP een studiedag of zoiets had in Nijkerk in het gebouw van Christenen voor Israël. Chris Stoffer, de fractievoorzitter, had ik benaderd met de vraag of ik ook even mocht komen om de SGP-bestuurders te danken voor hun niet aflatende steun aan Israël, dat vond hij een goed idee en hij was bereid om 5 minuten van zijn kwartier spreektijd aan mij af te staan. Die 5 minuten liepen, zoals te verwachten was, uit tot een kwartier. Toch mocht Chris Stoffer ook nog spreken. En toen een groepsfoto.

Zondag mocht ik van 14:00 – 16:00 uur invallen voor rabbijn Katz die vastzat in Israël. Hij had in de sjoel van Apeldoorn een lezing zullen geven. Ik mocht voor hem invallen. Zijn onderwerp: Sjawoe’ot – het Wekenfeest. En o ja, ook nog een paartje ontvangen die besloten hebben om choepa te nemen, Joods te trouwen dus.

Alles bij mekaar heb ik de laatste dagen veel warmte en steun ondervonden en hoop en bid ik dat er eindelijk sjalom zal zijn voor alle bewoners van Uw aarde en niet uitsluitend voor Israël. Want, mijnheer Timmermans, denk ook eens even iets minder aan Israël en Gaza en wat meer aan de veel grotere brandhaarden in Soedan, Syrië, enz. enz. enz. of aan de onderdrukking van vrouwen in grote delen van de wereld. Denk aan de behandeling van medemensen met een afwijkende geaardheid. Of wilt u liever problemen van elders hier niet importeren? Daarvoor heb ik alle begrip, maar laat dan ook Gaza gewoon waar het zich afspeelt.

Morgen opstaan om vijf uur (in de ochtend), vandaag bijna zeshonderd km afgelegd en nu is het precies middernacht en krijg ik nog een whatsapp met de vraag of ik opensta voor een gesprek. Helaas…ik ben te moe.

 

Dagboek van de Opperrabbijn 16 juni 2025

Er bestaan echt ook mensen die me niet aardig vinden en een van deze non-fans was aan het rondtetteren dat ik in de vrije tijd zwem en daarom, om toch iets omhanden te hebben, mijn dagboeken schrijf, als een soort bezigheidstherapie. Wat er wel of niet van waar is, weet ik niet precies, maar de laatste dagen ben ik dusdanig bezet dat ik zelfs mijn bezigheidstherapie heb moeten overslaan. En daarom ben ik te laat met dit dagboek dat ik donderdag jl. had moeten aanleveren, terwijl het inmiddels al de maandagochtend is geworden. Bij deze mijn excuses aan mijn trouwe dagboekeniers, waarvan er al een (piep)klein aantal had gebeld met de vraag of ik soms gestopt was met het dagboekenieren.

Ondertussen ben ik in Belgrado geweest, in Vught, Haarlem en Enschede en tussendoor ook nog thuis. Belgrado was vanuit mijn functie bij de RCE- Rabbinical Center of Europe om de lokale rabbijnen met een halagisch klusje te helpen. RCE is een soort vakvereniging voor rabbijnen en waar mogelijk helpen en adviseren we aan lokale rabbijnen die ergens alleen zitten en daardoor (Halachische) steun door een senior-rabbijn kunnen gebruiken. En hoewel ik mezelf nog ver verwijderd zie van het senioren schap, kon ik in dezen wel iets voor ze betekenen.

Haarlem was de March of Life, een demonstratie vóór Israël en tegen antisemitisme. Enschede was de jaarlijkse herdenking van de Armeense Genocide in 1915. En in het Nationaal Monument Kamp Vught, Konzentrationslager Herzogenbusch, was de jaarlijkse herdenking van de Kindertransporten

Leest u de woorden, die ik in Vught voor Jizkor, Kaddiesj en de minuut stilte, heb uitgesproken en voel de actualiteit van het toen naar het heden:

 “Tien jaar geleden stond ik hier ook voor het kindermonument en waarschuwde, als een roepende in de woestijn, voor het opkomend antisemitisme. En terwijl ik die zorg uitsprak reed er iemand langs op de fiets, luidkeels brullend: Heil Hitler. Toen was dat nog een uitzondering, nu is het gewoon.

Twee weken geleden stond ik met tweehonderdvijftig Europese rabbijnen in Auschwitz-Birkenau. De kinderen van de kindertransporten verschenen in mijn gedachten. Als zij toen niet zouden zijn vermoord en nu nog als kinderen zouden leven, dan zouden ze naar een openbare school gaan en daar worden uitgescholden voor kankerjood.  Dat zou gewoon zijn. En als ze op de Joodse school zouden zitten, dan zou die school meer het aangezicht hebben van een zwaarbewaakte bunker dan van een school, ook dat zou gewoon zijn. Toen in de jaren ’40-’45 Joden werden opgepakt en afgevoerd, was dat gewoon. En dat velen van de enkelingen die de hel overleefden, bij terugkomst niet welkom waren, was gewoon.

Wij zijn hier bijeen om te herdenken, te waarschuwen tegen de verwording van het onacceptabele tot gewoon, te strijden tegen de levensgevaarlijke polarisatie die zich gewoon in ons vredige Nederland meer en meer voltrekt en waar vele media gewoon aan meewerken. We spreken een gebed uit en smeken de Eeuwige voor vrede, sjalom, voor alle bewoners van Zijn aarde, ongeacht hun geloof, ras, afkomst, geaardheid. Maar bovenal zijn we hier bijeen om te herdenken en te bidden voor de zielenrust van onze kinderen van de Kindertransporten, even uitsluitend aan hen te denken, aan het onbeschrijfelijke leed dat ze moesten doorstaan alvorens hun onschuldige zieltjes gewoon het aardse bestaan verlieten.

In Haarlem, bij de March of Life, was mijn voornaamste doel om de meer dan driehonderd, voornamelijk niet-Joodse, deelnemers een riem onder het hart te steken (hart onder de riem, mag ook) en te tonen hoezeer wij, Joods-Nederland, hun onvoorwaardelijke steun aan Israël en hun strijd tegen het antisemitisme waarderen en als intens bemoedigend ervaren.

En toen, na Haarlem, de jaarlijkse herdenking van de Aramese genocide in 1915 in het Volkspart te Enschede. Het was een perfect georganiseerde happening met vele goede sprekers, waaronder Caroline van der Plas. Onze Tweede Kamer heeft een motie aangenomen waarin de genocide van 1915 door de Jonge Turken in het Ottomaanse Rijk ten tijde van de Eerste Wereldoorlog wordt erkend. Maar de regering weigert om aan die motie uitvoering te geven en dus de genocide te erkennen, hetgeen zeer pijnlijk is voor de Aramese gemeenschap. Helaas is dit niet de eerste keer, zo benadrukte Caroline van der Plas in haar toespraak, dat geopolitieke motieven rechtvaardigheid naar de achtergrond duwen. Daarom, zo benadrukte ik in mijn toespraak, blijven we herdenken en om aandacht vragen voor onrecht uit het verleden, gelijk ook de Holocaust herdacht moet blijven worden en in de geschiedenislessen op onze scholen niet mag ontbreken.

Omdat ik toch in Enschede was kon ik het niet nalaten om Pieter Omtzigt en zijn zorgzame en intelligente echtgenote Ayfer thuis een bezoekje te brengen. Ik voeg het woord thuis erbij, omdat Pieter en Ayfer als vanouds ook aanwezig waren in het Volkspark en daar was feitelijk genoeg gelegenheid om na afloop even bij te praten. Maar dat voelde voor mij niet als voldoende. We hadden namelijk een regelmatig WhatsApp-contact en nu hij niet meer van politiek belang is voel, ik me juist geroepen om dat contact in ere te houden. Ik begrijp zijn terugtrekking uit de landelijke politiek. Politiek is niet altijd even koosjer, zoals Caroline even tevoren had aangegeven in haar toespraak, en daarmee om te kunnen gaan is lastig en vaak of op of over het randje van het ethisch aanvaardbare. Overal is politiek: in de Academische Ziekenhuizen, in de Bankenwereld, in de wereld van het onderwijs, van het vastgoed, van de industrie, van de kerkgenootschappen… overal. En zelfs in de wereld van de rabbijnen.

Maar in de echte politiek, het summum van politiek, is ieder en alles politiek. Daar moet je over een olifantshuid beschikken en weloverwogen meer dan eens wegkijken.

De opstelling van een aantal Nederlandse burgemeesters heden ten dage riekt naar het stevig de ogen sluiten om bewust een conflict van elders, Gaza-Israël, binnen hun gemeentemuren te importeren…  Onnodig, contraproductief en schadelijk!

Ik heb er begrip voor dat Pieter zich heeft teruggetrokken, hoezeer ik dit ook betreur. Maar als ik het goed heb begrepen…

Dagboek van de Opperrabbijn 9 juni 2025

Na mijn recente bezoek aan Auschwitz-Birkenau met meer dan tweehonderdenvijftig Europese rabbijnen, kreeg ik de (gebruikelijke) vraag wat het met me had gedaan. Mijn (gebruikelijke) antwoord luidde: weinig! Ook mijn bezoek in Eindhoven aan de Replica Hamas Tunnel deed me niet veel. Ben ik dan gevoelloos, vroeg ik me af, is er iets mis met me? Of weiger ik mezelf te verplaatsen in de gaskamers en in de Hamas Tunnel, om mezelf te beschermen tegen de hel van emoties die zich van mij meester zou maken om mijn normale functioneren ernstig te beschadigen. Het antwoord moge duidelijk zijn: emotionele zelfbescherming. En toch ga ik vast eens per jaar, en dit jaar zelfs twee keer, naar de bergen menselijk haar, schoenen, brillen om Europese leiders en politici te tonen waartoe systematische indoctrinatie en antisemitisme kan leiden. Maar of de boodschap overkomt hangt af van de bereidheid om te zien en te horen. En daarom weet ik het zo net nog niet of zo’n uitstapje Polen altijd en voor iedereen zinvol is als er op voorhand besloten is om ogen en oren keihard dicht te houden… Idem geldt voor de Replicatie Hamas Tunnel die vrijdag op het 18 Septemberplein in Eindhoven stond en komende weken ook in Wageningen en Maastricht zal verschijnen. De hoop is natuurlijk dat mensen wakker zullen worden, maar of veel van de slapende en wegkijkende meerderheid zijn ogen zal openen, betwijfel ik. En ondertussen werkt de indoctrinatie en brainwashing gestaag door. Een intelligente en goed opgeleide politicus weet me zonder blikken of blozen te vertellen dat wetenschappelijk is aangetoond dat de Hebreeuwse taal eigenlijk aan het Palestijnse volk toebehoort, maar door de Joden is gekaapt, en dat ook wetenschappelijk is bewezen dat de Palestijnen eigenlijk de echte Joden zijn, maar dat de Joodse identiteit hun is ontnomen door de huidige Jood, die dus geen Jood blijkt te zijn. Zo redenerend zou dus de huidige Imam eigenlijk een rabbijn zijn, maar of ik ook een wetenschappelijk bewezen Imam ben, is me nog niet helemaal duidelijk. Maar het zou dus zomaar kunnen!

Zegt de naam Bart Heller u iets? Als u in Hilversum woont zeker wel. Hij was wethouder, nam zijn ontslag, omdat de opperrabbijn had verkondigd dat hij een antisemiet is, vervolgens zeggen de kranten dat de opperrabbijn op zijn woorden is teruggekomen, terwijl de opperrabbijn, dat ben ik dus, keihard ontkent ooit hem van antisemitisme te hebben beschuldigd, en vervolgens wordt hij weer als wethouder aangesteld. We zijn inmiddels bijna vriendjes en gisteren was Bart weer bij ons op bezoek en ontving ik zojuist een whatsappje van hem:

Hoi Binyomin, Goed dat we gistermiddag weer hebben bijgepraat. Mooi dat we deze gesprekken kunnen hebben, ondanks onze diepgaande verschillen van mening – of misschien wel juist dankzij die verschillen. 😉 De antisemitische gevallen van bedreiging en intimidatie die je noemde, zijn verontrustend. Het debat moet gevoerd kunnen worden, in alle scherpte als dat nodig is, maar intimidatie en bedreigingen horen niet thuis in onze vrije, democratische samenleving. Onacceptabel! Groet, Bart.

En ondertussen ontvang ik een appje met het dringende verzoek om toch vooral in mijn toespraken en artikelen te vermelden dat onze huidige wereld bomvol zit met afschuwelijke oorlogen in Jemen, met een half miljoen doden de afgelopen tien jaar, in Soedan 150.000 slachtoffers, Syrië honderdduizenden, enz. Als Arabieren elkaar uitroeien wordt er gezwegen en kijkt de wereld weg.

Maar is het zinvol dit te vermelden? Wordt er naar mij geluisterd? Bij de Replica Hamas Tunnel ontmoette ik globaal gesproken drie soorten bezoekers: categorie één zijn leden van de Joodse gemeenschap en pro-Israël christenen. Geschrokken en emotioneel geroerd komen ze de tunnel uit. Groep twee ziet waarover het gaat en loopt ongeïnteresseerd en zichtbaar geïrriteerd door, want ze aanbidden from the River to the Sea. Groep drie zijn jongeren die de vriendelijke uitnodiging om de tunnel binnen te gaan aanvaarden, maar totaal niets weten over Joden, Israël, Hamas, Gaza. Het is alsof ze van een andere planeet komen, niet van deze wereld zijn.

Wat doen we aan educatie? Onbekend maakt onbemind. Maar als de school weigert aandacht te besteden aan de Nederlandse oorlogsjaren ’40-’45, als een rondleiding door Joods-Zutphen wordt afgelast, als mijn deelname aan een panel over intimiteit voor de medische faculteit van de Leidsche Universiteit vanwege ‘omstandigheden’ geen doorgang kan vinden en als we ernstig verzuimd hebben in de asielzoekerscentra de nieuwe Nederlanders erop te wijzen dat bij ons in Nederland vrouwen geen gebruiksvoorwerpen zijn en Joden, andersdenkenden of medemensen met een andere geaardheid niet vermoord of gehaat mogen worden, dan moeten we helaas niet verbaasd zijn dat Nederland daar staat waar het nu is beland… Mijn vriend Bart is het daar ook volledig mee eens.

Maar gelukkig laat het zich aanzien dat het vandaag een mooie zonnige dag gaat worden en ben ik al ingecheckt voor mijn vlucht morgenochtend naar Servië. Maar maakt u zich geen zorgen, als u dit dagboek leest ben ik alweer lang en breed terug in mijn mooie en bijzonder tolerante Nederland.

Dagboek van de Opperrabbijn 4 juni 2025, Ik zal nooit zwijgen en nooit buigen!

Vanaf zondagavond tot gisteravond, dinsdagavond, 23:00 uur, heb ik vanwege Sjawoe’ot geen Telegraaf en RD gelezen, geen radio geluisterd, mijn laptop niet aangeraakt. En wat gebeurt er? Een kabinetscrisis! Had mijn aanwezigheid, vroeg ik mezelf bijna af, de val van het kabinet kunnen voorkomen? En als het antwoord negatief is, waarom volg ik het nieuws dan op de voet en probeer ik in mijn dagboeken te waarschuwen tegen een samenleving die ziekelijk aan het polariseren is en waar de grap, ‘Wie is er schuldig, de lantaarnpaal of de Jood? Hoezo lantaarnpaal??’ inmiddels helemaal geen grap meer is.

Precies een week geleden was ik, als deelnemer en medeorganisator, met meer dan tweehonderdvijftig Europese rabbijnen in Auschwitz. Maandag en dinsdag in Krakau lezingen en voordrachten over diverse rabbinale onderwerpen en uiteraard kwam het antisemitisme uitgebreid aan de orde. Unaniem werd besloten dat wij, de EU-Rabbijnen, onze posten niet zullen verlaten en alles in het werk zullen stellen om het Jodendom voor Europa te behouden. De conferentie werd afgesloten met een bezoek op woensdag aan Auschwitz-Birkenau met een indrukwekkende herdenking bij het monument vlak bij de gaskamers en de ovens… in aanwezigheid van de twee Israëlische opperrabbijnen.

Een mens is verplicht om G’d te danken even zozeer voor een nare tijding als voor een goede tijding, zo leert ons de Misjna, de Mondelinge Leer. Alles komt uiteindelijk van Boven, ook het onverhoopte negatieve, ook het summum van kwaad, zelfs Auschwitz. Is dat met ons menselijke verstand te vatten? Neen! Maar moet ik dus achteroverleunen en het kwaad de ruimte geven? Het Joodse antwoord op die onmogelijke vraag is een keihard neen! En dat is nou precies de centrale gedachte van Sjawoe’ot, het Wekenfeest. Op Sjawoe’ot gedenken we dat meer dan drieduizend jaar geleden het Joodse volk bij de berg Sinai stond om de Thora van G’d te ontvangen. De Thora leert ons hoe te leven, als mensen onder mekaar en als mens ten opzichte van G’d. Maar voordat de Thora-les begint, wordt de Schepping beschreven. In den beginne schiep G’d de hemel en de aarde (Bereesjiet-Genesis 1:1). De Schepping moeten we aanvaarden, we kunnen begrijpen dat die heeft plaatsgevonden, maar een voorstelling maken van de creatio ex nihilis, hoe en dat onze wereld uit het niets is ontstaan, is een kwestie die het menselijke brein volledig overstijgt. De Thora is ons gegeven als een cadeau van Boven. Een cadeau krijg je, gelijk een erfenis, het komt zoals het komt, je hebt er geen inhoudelijke invloed op. Maar hoe je het geschenk aanvaardt, hoe je ermee omgaat, dat heb je zelf in de hand. Als een mens onverhoopt ziek wordt, dan komt dat van Boven en zal hij het moeten aanvaarden. Maar tegelijkertijd is hij van de Joodse wet, de Halaga, de Thora, verplicht de ziekte te bestrijden en naar de dokter te gaan. Het Auschwitz van toen is niet te vatten en ook het snel oprukkende antisemitisme van nu, is verre van rationeel. Maar laat een ding duidelijk zijn: het kwaad moet bestreden worden, wegkijken is niet aanvaardbaar en accepteren en zwichten voor geestelijke en fysieke chantage al helemaal niet.

 

De volgende hartenkreet belandde in de inbox van mijn laptop: “Ik schaam me diep, omdat ik zie wat velen niet durven te aanschouwen. Omdat ik voel wat velen wegduwen. Omdat de haat tegen Joden, anno 2025, weer groeit als onkruid in een vergeten veld — openlijk, brutaal en in volle bloei. En bijna niemand lijkt zich daar nog echt druk om te maken. Het raakt me. Het kwetst me. Want dit is niet zomaar iets. Dit is het fundament van onze beschaving dat langzaam afbrokkelt terwijl we collectief doen alsof het niet gebeurt. De vrijheid om te zijn wie je bent, om te geloven wat je wil, om onbezorgd te leven in dit land dat ooit synoniem stond voor verdraagzaamheid — het staat allemaal op het spel. En waar zijn de waakhonden van onze democratie? De media? De scholen? De rechters? De politici? Ze slapen. Of erger: ze werken mee aan de normalisering van haat. Onder het mom van ‘diversiteit’ en ‘begrip’ worden extremen getolereerd, worden daders beschermd en slachtoffers genegeerd. Alles is links. Alles is politiek correct. Alles moet kapot, lijkt het wel. Mijn opa zou zich omdraaien in zijn graf. Hij was Engelandvaarder. Hij zette zijn leven op het spel voor onze vrijheid. Hij vloog als boordschutter door kogels en vuur om te vechten tegen de tirannie van toen. Omdat hij geloofde in iets groters: een vrij Nederland. Een land waarin niemand onderdrukt zal worden, niemand opgejaagd, niemand vermoord om wie hij of zij is. En kijk nu. Hoe wij die vrijheid verkwanselen. Hoe laf het stil blijft als mensen worden uitgescholden, bedreigd of erger, alleen omdat ze Joods zijn. Alsof we niets geleerd hebben. Alsof het niet nog steeds begint met woorden. Maar laat één ding duidelijk zijn. Ik zal nooit zwijgen. Ik zal nooit wegkijken. Ik zal nooit buigen. Ik sta voor de vrijheid van ieder mens in Nederland. Of je nu Joods bent, christen, moslim, atheïst, hetero, homo, zwart, wit of wat dan ook — iedereen heeft recht op vrijheid. Op veiligheid. Op een toekomst. En wie dat niet begrijpt, die is niet meer aan het denken. Die is gehersenspoeld. Geïndoctrineerd door een wereld waarin waarheid niet meer telt, en waar principes zijn ingeruild voor politieke leugens. Maar ik blijf vechten. Zoals mijn opa vocht. Met woorden. Met waarheid. Met moed. Want de vrijheid is te kostbaar om te vergeten. En te heilig om in te leveren voor een slap excuus. Dus ja, ik schaam me. Maar ik laat me niet breken. Vrijheid sterft in stilte. Maar ik ken geen stilte. Ik heb een stem, die ik luid en duidelijk zal laten horen…”

Dank, onbekende schrijver, voor de warme en bemoedigende woorden. Ik zal u volgen en ook mijn stem en mijn woord, waar ik ook maar kan, laten horen. Am Jisraël Chaj – het Joodse volk leeft en zal overleven, ondanks alle tegenstand door de eeuwen heen.

 

 

dagboek van de Opperrabbijn, 25 mei 2025

Het is niet ondenkbaar dat je een verkeerd medicijn krijgt toegediend.

Om drie uur was ik dinsdagmiddag in Budapest aangekomen voor de afronding van een klusje waarvoor ik al meerdere keren was ingevlogen. Ondertussen werd het me wederom duidelijk dat (bijna) ieder probleem oplosbaar is als beide partijen elkaar in essentie respecteren en beiden een oplossing willen. Als beide partijen of een van beiden echter vol haat zitten is de klus lastig, want vanuit sinat chinam, haat zonder reden, valt met logische argumenten weinig op te lossen. Enfin, mijn Boedapest-missie is geslaagd, de onderliggende problematiek opgelost en ik ben dankbaar dat mijn vele vluchten naar Budapest resultaat hebben gehad. Maar pas op, zeg ik tegen mezelf, ook zonder zichtbaar succes moet je je inzetten. Met andere woorden: het gaat om de inzet en altijd om het (zichtbare) resultaat en nooit om het applaus. Regelmatig moet ik kiezen tussen aanwezigheid bij een bijeenkomst die brede media-aandacht zal opleveren en een vrij anoniem gebeuren met slechts een zeer beperkt publiek. Mijn ego en mijn pr-adviseurs hebben weinig bedenktijd nodig om te kiezen, maar ik begrijp gelukkig nog net dat mijn ego niet mijn besluitvorming mag bepalen en public relations een middel is, maar nooit je doel mag zijn. En dus sprong ik woensdagochtend in Budapest half vier uit mijn bed, met nauwelijks drie uur slaap, om naar Amsterdam te vliegen en aanwezig te zijn in de Pijp bij een kleine bijeenkomst waar twee Stolpersteine werden geplaatst voor het huis van de ouders van mijn vriend de heer Soesan, voormalig voorzitter van de kleine Joodse Gemeente Breda. Het aantal aanwezige journalisten was nul en omdat nagenoeg de hele familie natuurlijk was afgevoerd om nimmer terug te keren, waren er niet meer dan vijftien belangstellenden. Er viel dus met mijn aanwezigheid geen eer te behalen. En toch, zonder wie dan ook te willen kwetsen, betekende mijn aanwezigheid voor mij persoonlijk meer dan mijn participatie aan de vele perfect georganiseerde bijeenkomsten van de laatste weken ter gelegenheid van 4-5 mei en Jom Ha’atsmaoet. Die twee kleine herdenkingssteentjes en één foto, die per ongeluk de oorlog had overleefd, is het enige dat er van de ouders van Philip Soesan nog tastbaar over is gebleven. Zelfs een graf werd hen niet gegund. Met een brok in mijn keel sprak ik het Jizkor, het herdenkingsgebed, uit terwijl mijn gedachten afdwaalden naar de vele huizen waar voor de oorlog Joden woonden en waar geen Stolpersteine werden geplaatst, omdat zij vernietigd werden met al hun kinderen, broers, zusters, opa’s en oma’s…

Vanuit een groep medische studenten van een Universiteit bereikte mij een verzoek om zitting te nemen in een panel over intimiteit/seksualiteit binnen het Jodendom. Ook een dominee en een Imam zouden participeren. Over politiek zou niet worden gesproken, sterker nog, als vanuit de zaal iets politieks zou worden ingebracht, zou er worden ingegrepen. Ook voor de beveiliging zou worden gezorgd. Maar helaas, en ik had niet anders verwacht, het werd o.a. om geopolitieke redenen niet toegestaan.

 

Een gemiste kans, denk ik dan. Maar ik vermoed dat kwade krachten als hoofddoel hebben: anarchie en het voorkomen van oplossingen en vooral geen sjalom!

De jaarlijkse receptie van de Ambassade van Israël ter gelegenheid van Jom Ha’atsmaoet, donderdagavond, was perfect georganiseerd, een prima opkomst, maar er ontbraken dit jaar zichtbaar Nederlandse politici en er waren meer ambassadeurs niet gekomen dan wel. Het is wat het is, de Jodenhaat floreert en vele burgemeesters kiezen voor escaleren onder de titel de-escaleren!  Dit is een nadenkertje. Maar desondanks: Am Jisraeel Chaj!

Ik ben net terug uit Apeldoorn waar ik een lezing heb gegeven over: “De zin van het herdenken”. Het was een volle sjoel, muisstil en een en al aandacht, niemand, ook ikzelf niet, in slaap gevallen! Na de lezing werden herdenkingsstenen onthuld voor de huizen van waaruit de Apeldoornsche Joden werden weggevoerd, om nimmer terug te keren. Het Free Palestina uit de mond van een paar schoffies van een jaar of zeventien, ontbrak uiteraard niet. Verre familieleden waren aanwezig, indrukwekkend. Maar in Apeldoorn zullen voor alle weggevoerde Joden herdenkingsstenen worden onthuld, ook voor hen van wie niemand meer over is. En vanavond in Breda voor de Joodse Gemeente ook weer een sjioer/lezing. Morgen, maandag, vlieg ik naar Krakau voor een driedaagse conferentie van de RCE, Rabbinical Centre of Europe. In Auschwitz zal ik op de herdenkingsplaats een korte toespraak houden, in het Hebreeuws met aan het eind een oproep in het Engels:

I call upon all European Governments, in the name of more than 200 European rabbis gathered here in Auschwitz, to ban any form of antisemitism on the streets and from the media, from universities and schools and to stop demonising Israel and Jews in general and to guarantee the future of European Judaism. Nie wieder, never again Auschwitz!

De nieuwste klacht tegen Joden: Hebreeuws is oorspronkelijk de taal van de Palestijnen die de Joden van hen hebben gestolen. Verzin ik dit? Neen, persoon (een academicus), locatie en in welk gezelschap deze ontvreemding is besproken, zijn mij bekend.

O ja, academische ziekenhuizen houden tien minuten stilte voor Gaza. Dus, beste Joodse Nederlanders en Christenen die pro-Israël zijn, mocht u een afspraakje hebben in een ziekenhuis, probeer die tien minuten dan te mijden want het is niet ondenkbaar dat door de opgefokte emoties het bloedprikje ‘per ongeluk’ misgaat of je ‘per ongeluk’ een verkeerd medicijn krijgt toegediend…

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn van 19 mei 2025

Hoewel dit mijn dagboek van 19 mei behoort te zijn, heb ik pas nu, 20 mei, de gelegenheid om te schrijven. Positief is dat ik sjabbat jl. slechts één keer werd nageroepen en dan ook nog slechts van verre. Maar voorafgaand aan deze rustige sjabbat was ik woensdag in Katwijk, met alle beroering die nadien breed in de media stond uitgemeten, terwijl ikzelf er niets van had meegekregen tijdens deze bijzondere viering van Jom Ha’atsmaoet door Christenen voor Israël.

Donderdag een geweldige bijeenkomst in Leeuwarden (met de inschrijving in het Gouden Boek van twee vertrekkende bestuurders), zondag in Winterswijk en gisteren in Amersfoort (en nu in het vliegtuig naar Boedapest). Wat hadden deze drie bijeenkomsten gemeen? De verbinding met het verleden dat niet meer is, een relatie tussen toen en nu, en een harde waarschuwing voor de toekomst. Maar ook bij alle drie een enorm enthousiasme en overgave om, met hulp vanuit de niet-Joodse gemeenschap, alles in het werk te stellen om overeind te blijven in deze woelige tijden. Indrukwekkend!

In Leeuwarden werd de voormalige Joodse School ingewijd tot Joods Cultureel Centrum. De eigenares is mevrouw Cohen die geheel belangeloos de Joodse School ter beschikking stelt aan de Joodse Gemeenschap voor intern en extern gebruik. Extern, ten behoeve van onze niet-Joodse vrienden om ze informatie te geven over het Jodendom en als onze ambassadeurs te fungeren in de strijd tegen antisemitisme. Hetzelfde geldt voor Winterswijk waar de her-inwijding plaatsvond van de indrukwekkend knap gerestaureerde sjoel mede dankzij de gigantische inzet van Mirjam Schwartz, de voorzitter van de piepkleine Joodse Gemeente.

Zowel in Leeuwarden alsook in Winterswijk heerste vreugde, dankbaarheid, zorg vanwege het alom opkomend antisemitisme, maar ook vastberadenheid om niet te zwichten voor angst en bedreiging en overeind te blijven, al ware het alleen al vanwege de emotionele plicht naar hen die ‘niet terugkwamen’.

Door mijn aanwezigheid in Winterswijk, waar mij de eer was toebedeeld de mezoeza aan te slaan, kon ik niet aanwezig zijn bij het 50-jarig bestaan van Cidi en ook niet bij de presentatie van het door Prof. Knoops geschreven boek ‘Als de rechtsstaat faalt’. Ik voel me daarvoor schuldig, maar Winterswijk moest voorgaan. En combineren was, hoezeer ik het ook had gehoopt, niet mogelijk.

Normaliter spreek ik uit het hoofd, zonder tekst voor me. In mijn hoofd heb ik de essentie die ik wil verkondigen en ter plekke verzorg ik de verbale verpakking, aangepast aan de toehoorders.

Mijn toespraak bij de onthulling van het bijzondere Joodse monument in Amersfoort had ik echter wel op schrift om te voorkomen dat ik de mij gegeven spreektijd zou overschrijden en vanwege de complexiteit. Want: 1/ ik wil en mag geen paniek zaaien, 2/ dank dienen we te betuigen voor de hulp van bevriende niet-Joden, 3/ de inzet van de kleine Joodse Gemeente moeten we prijzen en 4/ tegelijkertijd mogen we onze ogen niet sluiten voor de realiteit en de consequenties van het weelderig bloeiende antisemitisme dat verkleed is als antizionisme.

Ik deel hieronder met u een deel van mijn Amersfoortse toespraak, want wat geldt voor Amersfoort, geldt voor iedere Joodse gemeente in ons land.

“… De overgrote meerderheid van Amersfoort zag en liet het gebeuren: Demoniseren, indoctrineren, wegkijken, de makkelijkste weg bewandelen.

Toen een van de opperrabbijnen van Israël, meer dan tien jaar geleden, gevraagd werd wanneer hij vrede verwacht in het Midden-Oosten, was zijn antwoord: zolang er in miljoenen schoolboekjes haat wordt gekweekt, zal er geen vrede zijn.

Maar wat deze opperrabbijn verkondigde heeft voor mij slechts beperkte relevantie, want ik woon in Nederland en ik weiger om conflicten van elders te importeren.

 

We zijn nu tachtig jaar na de oorlog. Een oorlog waarin niet uitsluitend zes miljoen Joden werden vermoord, maar meer dan vierenvijftig miljoen medemensen omkwamen, als dienstplichtig soldaat, als burger, als verzetsstrijder, vanwege geaardheid, of gewoon als mens.

Willen wij de hele wereld veranderen? Ik wil het misschien wel, een wereldomvattende vrede voor alle bewoners van Uw, van G’ds, aarde. Maar het is niet realistisch en dus zinloos. Neen, laten we proberen samen onze directe omgeving te verbeteren.

 

Jaren geleden, toen 4 mei op zaterdag viel en ik vanwege de sjabbat niet in de gelegenheid was om naar een officiële herdenking te gaan, werd er voor mijn huis op een speelplaats tijdens de twee minuten stilte luidruchtig door een groep jongeren gevoetbald. Hoewel ik bijna nooit kwaad word, holde ik, inwendig kokend van woedde, na afloop van de twee minuten naar hen toe. Op mijn wenken kwamen ze naar mij toe en ik legde ze uit dat we zojuist twee minuten stilte hadden, de dodenherdenking. Ik gaf ze aan dat 80% van mijn familie was vermoord. Ze schrokken, vroegen of ze alsnog twee minuten stil zouden zijn: niet thuis en niet op school hadden ze hierover vernomen.

Maar sindsdien kan en mag ik niet meer met jongeren spreken. Kleine kinderen hollen voor mij weg, ze zijn doodsbang, want ze hebben onder andere gehoord dat ik hun ogen wil uitsteken om die aan kindertjes te geven die niet goed kunnen zien, Joodse kinderen in Israël.

Laten we proberen samen te werken aan een Amersfoort dat intern vele van elkaar afwijkende meningen mag hebben, maar waar in shalom met elkaar wordt geleefd. Een Amersfoort waar ik en niemand anders meer word uitgescholden, waar ieder die ik groet een vriendelijke teruggroet geeft.

Educatie begint bij jezelf, van kindswijs af aan. En als je je dan afvraagt wat kan ik, als eenling, betekenen, weet dan dat een heel klein vlammetje een gigantische hoeveelheid duisternis kan verdrijven.

Zij die omkwamen hebben geen monument nodig, want zij bevinden zich in een wereld waar de echte shalom, alomvattende vrede, vol licht overheerst.

Maar wij hebben dit monument wel nodig, om te voorkomen dat onze nazaten over tachtig jaar hier weer een monument zullen moeten onthullen…”

 

Dagboek van de Opperrabbijn, 14 mei 2025

Eigenlijk had ik nog een extra dag in Madrid zullen blijven om Toledo te bezoeken, maar omdat ik het gevoel had dat ik niet mocht ontbreken bij “Vier Jom Ha’atsmaoet” van Christenen voor Israël woensdagavond in Katwijk, heb ik mijn ticket gewijzigd en ben ik gisteravond/nacht thuisgekomen, Blouma in Madrid achterlatend. Maandagochtend waren we om 4:15 uur vertrokken en om 10:30 uur zaten we al in ons hotel om deel te nemen aan de conferentie van de EJA, de European Jewish Association, voor bestuurders van Europese Joodse Gemeenten. Het onderwerp was Building or Leaving, decision time for Europe’s Jews, met andere woorden: wel of niet uit Europa vertrekken.  De conclusie was nagenoeg eensgezind dat we ons niet weg laten treiteren, maar hoe verder om te gaan met het explosief groeiende antisemitisme was waarover werd gesproken en gedelibereerd.

Een van de sprekers was een soldaat die, toen ik hem vertelde dat ik woensdagavond, vanavond dus, zou gaan spreken voor Christenen voor Israël, mij een whatsapp stuurde met de volgende door google vertaalde, en door mij bijgeschaafde, tekst:

Mijn naam is Ohaviah Sharabi. Ik ben van beroep journalist maar ben ook een van de vele dienstplichtige soldaten in het Israëlische leger. Sinds 7 oktober zit ik als reservist onder de wapenen. Vorige week nog was ik actief betrokken bij de bescherming van ons land. Ik kom uit een orthodox-joods gezin en heb twaalf broers en zussen. Voor mij en enkele van mijn broers was het niet weggelegd om de hele dag Thora-studie te bedrijven. Wie dat kan – gezegend is hij, het is een grote verdienste. Maar een paar van mijn broers en ikzelf voelden het als onze plicht om het leger in te gaan hoe afschuwelijk oorlog ook moge zijn. Bij een raketinslag heb ik vrienden, waaronder mijn eigen commandant, voor mijn ogen zien sneuvelen.

Maar ook heb ik gezien, en daarvan was ik het meest ontdaan, muren van kinderkamers en van scholen: posters, tekeningen, bebloede handen, heil Hitler en hakenkruizen die het vermoorden van Joden verheerlijkten. Het was nadrukkelijk niet alleen tegen Israëliërs gericht, maar riep op tot een diepe haat naar alle Joden, in Europa en waar ook ter wereld. Zolang er op deze wijze haat wordt gekweekt zal vrede een illusie zijn. Ik wil jullie, Christenen voor Israël, persoonlijk danken voor jullie steun aan Israël – moreel, maatschappelijk, politiek en economisch. Jullie inzet voor Israël is in de huidige wereld vol vijandschap geen vanzelfsprekendheid. Het geeft ons kracht om door te gaan, dagelijks biddend voor vrede, shalom voor alle bewoners van G’ds aarde.

De conferentie werd vandaag afgesloten met een bezoek aan Madrid, een plaats vol Joodse historie. Overigens was het goed dat we er even tussenuit waren, want we hadden wel een bijzondere sjabbat achter de rug. Toen Blouma na de Kiddoesj naar huis wilde gaan trof ze een man in de steeg voor sjoel met lucifers, stukjes papier en een blik haarspray. Omdat dat niet zo gebruikelijk is, heeft ze de gabbe van de sjoel gewaarschuwd. Vervolgens is het geëscaleerd want de man dook meteen in de slachtofferrol en heeft een aantal sjoelbezoekers achtervolgd, gefilmd, bedreigd en geïntimideerd. Het ‘slachtoffer’ brulde dat hij nu wist waar bijna alle sjoelbezoekers wonen en verklaarde de Drieringensteeg tot Gaza, door Joden bezet gebied, waar hij dus van de Joden niet mag komen… Overigens was hem niet gezegd dat hij zich daar niet mocht ophouden, hem was uitsluitend gevraagd wat hij voor de synagoge deed met haarspray, papier en lucifers.

De Joodse Gemeente zal wel een proces aan z’n broek krijgen wegens discriminatie, want zo loopt het vandaag met recht en onrecht. Kijk naar Marco Kroon, drager van de Willemsorde, die zal worden aangeklaagd omdat hij heeft ingegrepen toen een paar demonstranten in Wageningen op 5 mei, de Nationale Bevrijdingsdag, over de afzetting meenden te moeten klimmen om een conflict van elders in de wereld hier te importeren en de buitengewoon waardige herdenking van de Shoah en de viering van de bevrijding tachtig jaar geleden te verstoren. Ik heb het in Wageningen allemaal mogen meemaken.

De Joodse Gemeente Amersfoort is zich met de lokale politie aan het bezinnen hoe er verder moet worden gehandeld om een zo veilig mogelijk klimaat te creëren voor de sjoelbezoekers die gewoon hun sjabbat willen vieren in de bijna 300-jarige synagoge.

Overigens was een van de sprekers in Madrid rabbijn Yehuda Kaploun uit de VS, die niet alleen een aangetrouwd familielid van Blouma bleek te zijn, maar ook een vertrouweling van Donald Trump. (Waarbij de vraag rijst wat belangrijker is, vertrouweling van Trump of familie van mijn Blouma!) Naar het zich laat aanzien zal hij binnenkort een benoeming krijgen om mondiaal vanuit de president van de Verenigde Staten het antisemitisme te bestrijden.

De bijeenkomst in Katwijk van Christenen voor Israël vanwege Jom Ha’atsmaoet was indrukwekkend. Geweldige sprekers, schitterende muziek, maar het meest imposant was de pro-Palestijnse demonstratie. Hoewel ik er zelf niet veel van meegekregen heb, want ik kwam en vertrok via de achterdeur, heb ik toch begrepen dat de pro-Palestina demonstratie dankzij honderden Katwijkse jongeren, geen ruimte kreeg. Hoe het precies in mekaar zat zal ik morgen wel te horen krijgen. Wat ik wel heb meegekregen was dat er onrust was, maar van wie en waarom is me niet duidelijk en mijn nachtrust ervoor opofferen, wetend dat er toch niets meer aan te doen valt, ga ik gewoonweg niet doen. En dus voor nu: lajla tov – een goede nacht!

 

Dagboek van de Opperrabbijn 11 mei 2025

Bij deze biecht ik op dat ik de commentaren op mijn dagboeken bijna nooit bekijk. Maar nu dus even min of meer toevallig wel (hoewel toeval niet bestaat) en ik dus kennelijk onderstaande oppepper nodig had omdat ik vanwege het alom aanwezige antisemitisme het weer even bijna helemaal niet zag zitten, speciaal na de gebruikelijke scheldkanonnades van afgelopen sjabbat:

Sinds kort volg ik uw dagboeken, nadat ik u geregeld heb horen spreken bij manifestaties voor Israël, op televisie en uiteraard binnen de Joodse gemeenschap, waarvan ik een trots onderdeel ben.

Lange tijd heb ik mijn Joodse identiteit verzwegen, geen plaats gegeven. Sinds 7 oktober echter ben ik me er iedere minuut van de dag van bewust dat een Jood een Jood is en altijd ook een Jood zal blijven.

En toen kwam ik toevallig uw dagboek tegen. Uw visie op het wereldgebeuren, uw anekdotes en levenslessen geven mij troost. Uw benadering is zo positief, zo hoopvol en vertrouwenwekkend. Men leest altijd over de Rabbijn met de wijze woorden van vroeger, maar u doet dat vandaag en morgen. Ik wil u bedanken, want dankzij uw woorden durf ik verder te kijken dan de donkere wolken die nu boven ons hangen en ben ik ervan overtuigd dat uiteindelijk de zon weer gaat schijnen. Am Jisraeel Chaj!

Mijn dipje was dus weer voorbij, speciaal toen ik ook nog terugdacht aan donderdag jl. toen Blouma en ik aanwezig mochten zijn op de Grebbeberg waar een nieuw herdenkingspaviljoen werd geopend. Drie dagen heeft ons leger in de meidagen van 1940 gestreden tegen een Duitse overmacht. Geen schijn van kans hadden onze jongens. Honderden lieten het leven en liggen daar begraven op het ereveld dat zo bijzonder zorgvuldig en respectvol wordt onderhouden. Hun namen, hun foto’s, hun geschiedenissen zijn in het nieuwe paviljoen zichtbaar gemaakt en vereeuwigd. Een perfect door de Oorlogsgravenstichting georganiseerde bijeenkomst met na afloop een lichte lunch en, wederom, speciaal voor ons beiden koosjer. Aanwezig bij de plechtigheid waren hoge legerautoriteiten, burgemeesters uit de omgeving en nazaten. Ik heb het gevoel dat juist vanwege de Jodenhaat, waarvan we bijna 80 jaar dachten verlost te zijn, men extra vriendelijk tegen ons is, als een soort blijk van solidariteit, vriendschap, bemoediging.

Vrijdagmiddag liep ik met een vriend naar sjoel. Ik noem hem Bram omdat ik zijn echte naam niet wil noemen om reden van privacy. Hij bekleedt een aardige functie ergens in den lande bij de gemeentelijke overheid, maar heeft zich enige tijd geleden ziekgemeld. Dat kwam door de te hoog opgebouwde spanning die hij ervaart. Hij voelt zich sinds 7 oktober 2023 eenzaam in zijn emoties van boosheid, verdriet en teleurstelling om de situatie van Joden in Israël, in de wereld en ook in Nederland. Het duurt hem allemaal te lang en hij ziet geen verbetering. De onverschilligheid, het onbegrip en de antipathie van zijn niet-Joodse omgeving laten hem niet onberoerd en dus vroeg hij mij of ik hem een psycholoog kon aanbevelen, want hij begrijpt dat er iets aan zijn emoties moet worden gedaan. Hij kon terecht bij de door mij aangereikte niet-Joodse deskundige die veel ervaring heeft met trauma en ook goed is ingevoerd in de Joodse wereld. Tot hier is er niets uitzonderlijks aan de hand, het contact loopt goed. Maar nu het probleem (want rabbijnen zijn er voor problemen!):

Bram had vanochtend zijn eerste gesprek met de bedrijfsarts. Hij legde hem zijn problematiek uit en ook dat hij proactief hulp heeft gezocht bij iemand bij wie hij zich niet hoeft te verdedigen. Verdedigen, dat vond de arts overdreven, dat is bij een psycholoog nooit nodig. Enfin, Bram beschreef zijn spanningen en rondde het gesprek af met het vermelden van de grote zorg die hij voor zijn naaste familie in Israël voelt. Daarop vroeg de bedrijfsarts of hij even mocht inhaken en gaf aan dat hij tot een half jaar geleden pal achter Israël had gestaan. Maar nu… en toen kwam de gebruikelijke kritiek op Netanyahu, en dat wat er in Gaza gebeurde disproportioneel was: “Als er in New York een moordenaar rondloopt gooi je toch ook geen atoombom op de hele stad!” Bram liet de arts uitpraten en antwoordde met tegenwerpingen en vroeg of de arts een andere oplossing zag om Hamas te verdrijven en de gijzelaars vrij te krijgen. Nee, dat had de arts niet. Er ontspon zich een discussie waarin Bram in de verdediging schoot en dat was wel het laatste waaraan hij behoefte had, want precies daarvoor loopt hij bij de psycholoog die ik hem had aanbevolen. De arts brak de hopeloze discussie af en zei dat hij merkte dat het Bram spanning opleverde. Hij bood zijn excuses aan en zei dat hij in het vervolg niet meer met hem over Gaza en Israël zou spreken.

Het voorbeeld laat zien wat veel van ons ervaren, niet alleen Bram en niet alleen bij de bedrijfsarts. Nederlandse Joden worden aangesproken op Israëls beleid. En dat is nou precies wat deze bedrijfsarts had moeten aanvoelen. Hij is ingehuurd om zijn cliënten zo spoedig en volledig mogelijk te laten herstellen en ze niet nog meer de zinloze kast op te jagen. Deze politieke discussie was niet goed voor Bram, want zijn welzijn werd er niet door bevorderd, en dus ook niet goed voor zijn werkgever, die hem graag zo snel mogelijk aan het werk wil hebben, en zelfs de situatie in het Midden-Oosten is door dit a-therapeutische gesprek niet verbeterd.

 

 

 

Dagboek van de Opperrabbijn 7 mei 2025

Laat ik beginnen met het delen van positieve gevoelens over de afgelopen 4 & 5 mei en wat er omheen zit. Zo was ik vanochtend, woensdag 7 mei, in Kampen om op het Hoornbeeck College voor meer dan driehonderd MOB-leerlingen te spreken over antisemitisme. Drie kwartier werd er aandachtig geluisterd, je had een speld kunnen horen vallen, als de vloer van steen zou zijn geweest. En vanavond was ik op Urk (en niet in Urk!) en ontving ik vooraf een whatsapp van Urk’s burgemeester waarin hij mij op voorhand van harte welkom heette en me verzekerde dat er zich geen ongeregeldheden zouden voordoen. Dat er zo’n driehonderd belangstellenden waren gekomen, verbaasde me niet. Maar wat me wel verbaasde was hoe ik mezelf veilig, welkom en bijna helemaal thuis voelde, op Urk. Morgen wordt dan voor mij de afsluiting van herdenken (en vieren??) met eerst ’s ochtends een plechtigheid op het Militair Ereveld Grebbeberg en ’s avonds meelopen met de wekelijkse Amersfoortse Solidariteitsloop/Gebedswandeling voor Israël en de Joodse Gemeenschap. De aftrap was in Ommen op 3 mei met de onthulling van een indrukwekkend monument ter nagedachtenis van de volledig uitgeroeide Joodse gemeenschap. Op 4 mei militair ereveld Loenen en ’s avonds op de Dam bij de Nationale Dodenherdenking. Op Bevrijdingsdag de Nationale Viering in Wageningen (met de inmiddels alom bekende verstoring) en ’s avonds de Nationale en officiële afsluiting van Bevrijdingsdag op de Amstel en in Carré in aanwezigheid van de Koning en Koningin. Waar ik ook was werd ik met meer dan gebruikelijke egards en warmte welkom geheten. Misschien een detail, maar er was bij alle bijeenkomsten voor gezorgd dat ik niet via parkeergarages hoefde te komen maar dat ik dicht bij de entrees mocht aankomen om maar niet langs hagen van oproerkraaiers te hoeven lopen. En overal voor mij en Blouma speciaal aangerukte koosjere maaltijden of hapjes. Pas op: ongevraagd! Het was alsof de bestuurders van Nationaal Comité 4 en 5 mei, van de Oorlogsgravenstichting en andere organisatoren ons duidelijk wilden laten voelen: Jullie horen erbij. Wij staan achter jullie. Weet dat jullie ook vele vrienden hebben.

En dan nog iets bijzonders: een afgestudeerde en gepromoveerde jongeman die ik negenentwintig jaar geleden op mijn schoot had toen hij op zijn achtste dag zijn Brit Mila, besnijdenis, kreeg, heeft op 4 mei met vier vrienden in de binnenstad van Utrecht veertig  Stolpersteine gepoetst, ontdaan van viezigheid en bij iedere steen die ze hadden schoongemaakt even pas op de plaats gemaakt uit eerbied voor hen die niet waren teruggekeerd en van wie uitsluitend de Stolpersteine nog getuigen dat ze ooit hadden geleefd, als gewone Nederlanders met de Joodse Godsdienst.

En nu dan niet mijn zorg over toenemend antisemitisme, de verstoring in Wageningen, de rellen in Scheveningen enzovoort, enzovoort. Neen, wat is de oorzaak van de kaping van Nederland door een groep raddraaiers voor wie antisemitisme eigenlijk bijzaak is om te kunnen komen tot het hoofddoel: anarchie!  Jodenhaat is slechts als de kanarie in de kolenmijn. Gelijk in de Shoa zes miljoen werden vermoord, maar vierenvijftig mensen het leven lieten.

In de Joodse filosofie wordt uitgelegd dat als ik in een medemens een slechte eigenschap zie, ik dat negatieve ook in mezelf moet hebben omdat ik anders dat kwaad niet had kunnen herkennen. Maar we kunnen nog een stapje verder gaan en zelfs leren van het kwaad en vertaalslagen maken van het kwade naar het goede. Rabbi Zoesje van Anipoli, een stadje in de Oekraïne, zag zelfs in een ordinaire dief eigenschappen die ten goede kunnen worden aangewend:

  • Een dief werkt stil en geruisloos
  • Hij is bereid om risico’s te lopen
  • Ieder detail is voor hem van belang
  • Hij is met volle overgave bezig
  • Hij is enthousiast
  • Hij heeft vertrouwen en is optimistisch
  • Als het hem niet meteen lukt, probeert hij het nog een keer en nog een keer

Als een mens zich inzet voor de gemeenschap op de wijze waarop een dief zijn diefstal uitvoert, dan zou onze samenleving er aanmerkelijk beter uitzien. Want laten we eerlijk zijn: een stad, een land, de EU of de Verenigde Naties, maar ook gewone lokale ziekenhuizen kunnen alleen optimaal functioneren, als de medewerkers zichzelf weten weg te cijferen en bereid zijn zichzelf volledig in te zetten voor de ander, voor het bedrijf of voor de instelling, als een dief. Als echter alles draait om de afgod IK, hebben we een probleem. En dat is het klimaat waarin we ons heden ten dage bevinden. Vele politici zijn primair met zichzelf bezig. Hoe kunnen ze hun eigen positie handhaven en versterken? Hoe krijgen ze bij de volgende verkiezingen meer stemmen? Uiteraard vertoont niet iedere politicus zo’n egoïstisch gedrag, maar de meerderheid… Hetzelfde geldt voor bestuurders van (Joodse) gemeenten, voor artsen, geestelijken en ook voor rabbijnen.

Als waarden en normen verdwijnen en worden ingeruild voor de alles-mag-en-alles-kan cultuur, dan hebben we een probleem, want dan overheerst niet de beste, maar de sterkste en grootste oproerkraaier.

Ik was er op afstand getuige van dat twee politieagenten werden uitgescholden toen ze een groepje jonge fatbikers, allen nieuwe-Nederlanders, verzochten om iets minder lawaai te maken. Ze hadden al gepoogd een gesprek aan te gaan met de ouders, maar zonder enig succes. Integendeel, de ouders, zo bevestigden de agenten, jutten de kinderen op.

En toch zullen we met z’n allen wegen moeten bewandelen om de afgod IK te verbannen uit onze samenleving. Desnoods gaan we te werk als dieven in het holst van de duistere nacht, om ouders, opiniemakers en zelfs journalisten tot het inzicht te brengen dat we allen, ongeacht achtergrond, geloof, ras, geaardheid en wat er nog meer in dit rijtje thuishoort, tot zuivere gedachten te brengen. Ik geloof en hoop dat het mogelijk is!